io 2e Jaargang No. 459. E^icbeke Soma/nt JLJiiriwt* öïJOEl SINGESL. S-4. LEIDEN. lnterc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHI|NT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POI.IS Ongevallen-verzekering en liet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Maandag April 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. BUI 1ENLAND. ALGEMEEN OVERZICHT. Ofschoon de regeering ze telkens tegenspreekt, houden de geruchten om trent gisting in het noorden van Portugal. aan. Vrijdagmiddag zijn een goede hon- (derd beambten en arbeiders van het tuighuis te Lissabon aan het muiten geslagen. Met pistolen in de handen dwongen zij den machinist stop te zetten, waarna zij naar het ministerie yan marine trokken, waar zij om het ontslag van den minister riepen. Toen de minister van marine voor een der Tarnen kwam, werd hij met revolvers bedreigd; er vielen enkele schoten. Ma rinetroepen houden nu het ministerie bezet. De muitelingen wisten een sleepboot machtig te worden en met behulp daar van aan boord van den kruiser Rafael te komen. De bemanning weigerde mee te muiten. Er zijn opstandelingen in hechtenis genomen. De stad is onrustig. Bernardino Ma- chado erkende in de journalistenzitting, dat er opnieuw een censuur op de tele grammen ingesteld zal worden, waar door deze dus weer aan. vertraging on derhevig zijn" Het -ministerie van marine blijft be waakt. Ook uit Marokko komen steeds verontrustende berichten. De „Times" verneemt uit Tondsjer, dat de positie van den Sultan te Fez nog •hachelijker geworden is door een krakeel tusschen den grootvizier en Aissa, het hoofd der Berbers. Mannen van dien stam behoorden tot de lijfwacht van den den Sultan. De grootvizier heeft Aissa van lafheid beschuldigd en de Sultan trok partij voor zijn grootvizier. Aissa heeft dientengevolge met al zijn Berbers Fez verlaten en gezworen, dat hij niets meer in het belang van den Sultan zal doen. De Sultan verwijt nu den groot vizier, dat Aissa uit Fez weggetrokken is, en is geheel ontmoedigd. Hij spreekt van zelfmoord of afstand. Bij een eventueele troonswisseling zou den de ongeregeldheden, vreest men, nog ernstiger worden. De Fransche consul, GaiHard, moet dan ook zijn landgenooten hebben aangeraden hun huizen niet te verlaten en zich niet te verdedigen, wan neer hun huizen mochten worden aan gevallen, niets anders te doen dan de deuren te grendelen, maar geen gebruik van wapenen te maken, omdat verdedi ging geen het minste nut zou hebben en het grauw eenvoudig nóg meer tegen de Europeanen in het harnas zou jagen. Zelfs wanneer de aanvallers de huizen mochten binnendringen en plunderen, moeten des Franschen hun laten begaan en niet letten op beleedigingen, om de .andere Europeanen niet in gevaar te brengen. Volgens de laatste van 3 April ge dateerde berichten, is tot toen niets ern stigs gebeurd. FEUILLETON. Een offer van het biechtgeheim. 10) Naar het D :tsch. X Het getuigenverhoor werd gesloten en Patrick, wien eene onverklaarde onrust 'had aangegrepen, hoorde met schrik de korte aanklacht van den rechter aan, wiens bewijsvoering vooral berustte op de aanklacht van Patrick. De kleur week uit zijn gelaat, toen de openbare aan klager van de jury vorderde, zich niet te laten om den tuin leiden door het priesterlijk gewaad of de onschuldsbetui- gingen van den aangeklaagde. Het hard nekkig zwijgen an den beschuldigde, het weigeren om ook maar het geringste inede te deelen wal aan het sterf bed was voorgevallen, zijn plotselinge afreis, dat alles was hem thans een Ju ni i;kenbaar bewijs voor de schuld des iaannvklaagden, ofschoon hij in 't begin zelf aan diens schuld getwijfeld had. Allen aanwezige li werd bijna het ademhalen benomen door de spanning, waarin zij De Dokum enten roof aan het Fransche ministerie van buiten- landsche zaken houdt vooral, naar men begrijpen kan, de Duitsche en Russische regeeringen 'bezigb wie dan o-ok het open baar maken der Bagdad-onderhandeiin- gen het eerste treft. De Koln. Ztg. ont ving uit Berlijn het volgende telegram: Malmon en Rouet zijn in ambtelijke Duit sche kringen volslagen onbekende perso nen. Duitschland heeft niets met hen uit staande gehad, noch met de verduister de dokumenten en toch is Duitschland dadelijk in de zaak genoemd. Het is ech ter aan deze wijze van doen in den loop der jaren te zeer gewoon geraakt, dan dat het er eenige beteekenis aan zou hechten. Het feit, dat Maimon bericht gever geweest is van de Evening. Times, die indertijd mededeelingen omtrent on derhandelingen tusschen Rusland en Duitschland openbaar gemaakt heeft, schijnt de beweringen te rechtvaar-, digen, dat die mededeelingen uit de Fransche archieven afkomstig waren. En het Petersburgsche telegraafagjent- schap is door de Russische regeering ge machtigd de volgende verklaring te pu- bliceeren. Ie. De Duitsche regeering heeft nooit aan den Russischen minister van buiten- landsche zaken den tekst van Fransche geheime documenten medegedeeld, én 2e. heeft er geen pijnlijke gedachten- wisseling plaats gehad tusschen Rusland en Frankrijk, tijdens den geheelen duur van de onderhandelingen over den aan leg van spoorwegen in Klein'-Azië en' Perzië. Van af het oogenblik. dat deze kwesties aan de orde zijn gekomen, heb ben de Russische en Fransche regeerin gen steeds in volkomen overeenstem ming gehandeld. Uit China komen weder ernstige tij dingen over de Hongersnood Uit Tsingtau wordt aan de Duitsche bladen gemeld, dat tengevolge van hon gersnood op verschillende plaatsen in Zuid-Sjantoeng onlusten zijn uitgebroken. Te Tsiningtsjau aan het Keizerkanaal is de bevolking in vollen opstand. Honder den ingezetenen komen daar tengevolge van hongertyphus om het leven. De missies verkeeren ten deele in gevaar. Om in den nood der bevolking te kunnen voorzien worden te Tsingtau inzamelingen gehouden. Mgr. Henninghaus heeft een oproe ping om hulp in de Tsingtau'sche bla den geplaatst. Men hoopt, dat met het oog op den spoed, welke vereischt wordt, ook telegraphisch geld gezonden zal worden. GEMENGD. De koning en de konin'gin van Wur- tem'berg vieren hun zilveren bruiloft. De Oostenrijksche regeering heeft maatregelen genomen om de christenbe volking in Noord-Albanië te beschermen. Op verzoek van den Oostenrijkschen conl- sul te Scutari, heeft de Turksche over heid alle kerken en scholen der Katholié- len door militairen laten bewaken. Het Engelsche consulaat te Her mansjak in Perzië is door roovers over verkeerden, toen de president zijne aan klacht met deze woorden sloot: „Ik ver zoek den heeren gezworenen, het schul dig over den aangeklaagde uit te spreken en wei zonder verzachtende omstandig heden, en eis.ch tegen Paul Lurtz, tot nu toe geestelijke in het ziekenhuis bij de St. Pieterskerk te Baltimore, wegens ver zwarende omstandigheden door het mis bruiken van het in hem gestelde ver trouwen in zijn ambt en in zijn persoon tien jaar tuchthuisstraf en vervallenverkla ring van het burgerrecht voor den tijd van vijf jaren." Een langgerekt o! kwam als uit één mond van de Lippen der toehoorders. Van de bank der getuigen hoorde men echter een ondergedrukt gesnik; het kwam uit de borst der arme zuster, die met een gevoel van bittere smart hare getuigenis had afgelegd. Ach, ook dit getuigenis diende den aanklager als schakel in den keten van beschuldigingen, dien hij tegen den armen priester had gesmeed. Patrick Biackfords oog hing aan de gestalte van den man op de bank der beschuldigden. Deze zat daar met ge vouwen handen, zijn hoofd op de borst gebogen, een beeld van stille, geduldige berusting, een offer van zijne plicht. Tevergeefs riep de jonge banger zicjj vallen. Een persoon werd gedood. De aanvallers maakten zich met het in het consulaat aanwezige geld uit de voeten. De regeering der Vereenigde Sta ten is, naar aan de „Frankf. Ztg." uit New-York wordt gemeld, voornemens binnen drie maanden nog twee compag nieën kustartillerie naar Hawai te zen den. Het veelbesproken Engelsch-Ame- rikaansche arbitrageverdrag zal, volgens een telegram uit Washington aan de „Ti mes" tegen het midden van Mei aan den Senaat ter teekening worden voorgelegd. De regeering zou zijn voor den 21 sten Mei, de datum van den Arbitragezondag welke de kerken voorstellen. Uit Innsbruck wordt gemeld dat bij een-nachtelijke oefening In het berg achtige terrein van Trente 9 soldaten ge troffen zijn door vallende rotsblokken. Twee soldaten zijn ernstig gewond naar Trente gebracht en daar overleden. De staking der havenarbeiders in de noordelijke havens van Frankrijk is nog niet geëindigd. Te Nantes hebben zij met 1025 tegen 273 besloten tot hervatting van den arbeid maar te Brestris nog geen overeenstemming bereikt tusschen rea ders en arbeiders,de La Rochelle hebben de stakers vele daden van sabotage ge pleegd en hebben verscheidene arresta ties plaats gehad, te Bayonne is de toe stand uiterst gespannen en moesten Vrij dagavond de troepen eenige barricaden verwijderen, diefde stakers hadden op- worpen en waarachter zij de militairen bombardeerden met steenen. Met geweld moest het oproer worden onderdrukt en nieuwe troepen moesten komen ,om de orde te handhaven. Er heeft een ontploffing plaats ge had in de Bannerkolenmijnen te Little ton. Van de 190 veroordeelden, die van den staat gehuurd waren, zijn volgens de berichten, slechts 20 levend gered. BINNENLAND. Prov. Staten van Zuid=Holland. De candidaatstelling voor de vacature- Krap in het district Zoetermeer zal plaats hebben op Zaterdag 22 dezer. Vereeniging van burgemeesters. Dezer dagen heeft naar de „O. H. Ct." verneemt op initiatief van den' burgemeester van Haarlem, een bijeen komst ten stadhuize te Haarlem plaats gehad van Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, met de burgemeesters der gemeenten Bloem endaal, Zandvoort Benj- nebroek, Heemstede, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede, Spaarndani, Schoten en Velsen. Het voorstel van Haarlems burgemeester tot stichting van een ver- eeniging tot bespreking van gemeeni- schappelijke gemeentebelangen, vond al gemeen «instemming. Tot voorzitter werd gekozen Jhr. Mr. Borreel van Hogelanden, tot medebe stuurders de burgemeesters van Heem stede en die van Schoten als secretaris treedt op de secretaris van Haarlem. Op gezette tijden, ééns in de 2 maan1- den, komen de burgemeesters ten stad huize van Haarlem bijeen. alle omstandigheden'bij den dood'zijns vaders voor den geest, 0111 de beschuldi ging van den priester voor zijn geweten te kunnen rechtvaardigen. Waarom kon hij thans de inwendige stem niet tot zwij gen brengen, welke hem zeide: Het is slechts schijn en bedrog, wat bier is gepleegd, en moet nu dien valschen schijn een menschengeluk geofferd worden? Reeds wilde hij opstaan, om zijn twijfel aan de schuld van den aangeklaagde te opperen; maar op hetzelfde oogenblik verhief zich de verdediger van den pries ter. De eer waarde heer Lurtz'zelf had geen verdediger willen hebben, wat zou hem toch een verdediger gebaat hebben daar hij ook tegenover dien het stilzwij gen had moeten bewaren? Daarom werd den beschuldigde door de rechtbank zelf een verdediger toege voegd en deze begon thans zijn pleidooi „Heeren gezworenen, nooit is mij het ambt van verdediger zoo zwaar gevallen als in dit oogenblik. In mijn binnenste leeft de vaste overtuiging, dat deze heer op de bank der beschuldigden onschul dig is aan de misdaad, die men hem ten laste legt. Maar ik ben niet in staat dit beweren te staven, wijl de aangeklaagde mij even als het hooge gerechtshof elke opheldering over het voorgevallene, wei- geit. Eq iQö kan ik ö.iet üijte Man u, Roomsch Katholiek Marinepersoneel. Opgericht is een vereeniging ten be hoeve van R. K. Marinepersoneel. In een' Woensdag j.l. te 's Gravenhage gehou den vergadering zijn de statuten en het huishoudelijk reglement vastgesteld. Blij kens deze statuten is het doel der veree- ging: het bevorderen van de geestelijke en stoffelijke belangen van de R. K. schepelingen, behoorende tot de Kon. Marine. Zij tracht dit doel te bereiken door in samenwerking met bestaande R. K. Mili- tairenvereenigingen aan de R. K. zeelie den het nakomgen hunner godsdienst plichten gemakkelijk te maken in de voornaamste plaatsen van het koninkrijk der Nederlanden in en buiten Europa en in die buiteillandsche havens, waar een verblijf van langeren duur van Hr. Ms. schepen en vaartuigen van oorlog kan worden verwachtdoor het zoo mogelijk verkrijgen van aanstelling van R„ K. geestelijken in het bijzonder met hunne zielzorg belast, in havenplaatsen waar dit noodzakelijk mocht blijken; door de taak van de commandanten van Hr. Ms. oorlogsvaartuigen te vergiemakkelijken om bij het aandoen van havens aan hun R. K. schepelingen bekend te maken waar en wanneer zij hun godsdienstplich ten kunnen vervullen door het uitgeven en verstrekken van boeken en voorwer pen, die den godsdienstzin van de R. K. schepelingen van de Kon. Marine kuin1- ïien opwekken en bevorderen door het verleenen van tusschenkomst bij de be trokken autoriteiten aan billijke verzoe ken, rakende algemeene stoffelijke be langen van het Marinepersoneel en van' wat tot verbetering dier belangen leiden kan. De vereeniging heeft haar zetel te 's Gravenhage. In het bestuur hebben zit ting de heerenF. J. H. Evers, pr., lid van den Raad van Defensie, voorzitter Mr. H. _Barge, lid van de Eerste Kamer, ondervoorzitterW. H. Bogaardt, 'lid van de Tweede Kamer; Jhr. Mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, lid van' de Tweede Kamer; mgr. mr. dr. W. H. Nolens, lid van de Tweede Kamer; Jan Seeuwen, cargadoor; dr. P. J. F. Ver meulen, lid van de Eerste Kamer; J. L. M. Waterreus, pr., oud-aalmoezenier van het Eng.i-Ind. leger; F. S. C. M. Wijs, hoofd'-ingenieur der Marine en A. Ew journalist, secretaris. De Koninklijke en Bisschoppelijke goedkeuring zullen op de statuten wor den aangevraagd. Onpartijdigheid in Staatsbeleid. Voor de afdeeling Delft van den Bond van Vrije Liberalen heeft prof. W. van der Vlugt gesproken over Onpartijdig heid in het Staatsbeleid. Spr. wit hier o.m. een zaak recht zet ten, welke in het gekibbel der partijen steeds scheef wordt getrokken. Spr. behandelde grondwetsherziening, welvaartsverzorging en de zedelijke ge zondheid van den regeeringsdampkring. Naar welken koers zekere partijen richten behoeft niet gezegd. Onze ooren tuiten er van. Onverbloemd meerder heidsbewind; eene ineesteresse in den heeren gezworenen, toeroepenDeze priester is onschuldig, omdat hij onmoge lijk schuldig kan zijn aan een dergelijke misdaad. Wie en wat is de aange klaagde? Een katholiek priester, geheel vervuld van de plichten van zijn hoog beroep. Hij wenscht geen eer en aan zien in de wereld. Zijne zorgen, zijne moeite besteedt hij aan de armen, zie ken, veriatenen, die overgegeven zijn aan de barmhartige zusters in het hospitaal. In dat groote huis van smarten ging hij dagelijks van het eene ziekbed naar 't andere, alle armen troost en lafenis bren gend. Dat was den ijverigen priester echter niet genoeg. Hij heeft de armoede opgezocht in de ellendigste hoeken, in de hoogste zolderkamers, en daar heeft hij niet alleen de geestelijke ellende, maar ook den lichamelijken nood zoeken te lenigen. De schatten dezer wereld zocht hij niet. Wat hem overbleef van zijn bescheiden inkomen heeft hij niet opge stapeld tot verkrijging van schatten, doch hij heeft het in de hutten der armen gebracht, om hun nood te verminderen. Waarom at die menschen niet als ge tuigen opgeroepen, die over de onbaat zuchtigheid van dezen man u beter zou den kunnen inlichten dan ik dat kan? En zulk een man beschuldigt men hier van eene misdaad, die slecbts in de heb staat: de Tweede Kamer; eene meeste- resse over de Kamer: de grootste helft des volks, met de stem van Jan-en-AUe- maneen Eerste Kamer als zwakke rem, niet als tegenwicht. Of dan het tegenwicht moet zijn een, Eerste Kamer met recht van amende ment? Het moet erkend, dat de keuze van dit middel niet gelukkig gedaan was.: De enkele maal, dat de Eerste Kamer be hoefte zou hebben aan dat recht, kan zij het missen. Zij kan haar doel dan langs een omweg bereiken. De geschie denis der Ongevallenwet bewijst dit. Over de onpartijdigheid der regeering zegt spr., dat deze in staatsbeleid ook eer te wachten is van den koning, hoofd van den staat, dan van regeeringsleiders van het oogenblik. En spr. ziet niets met meer wrevel dan dat briefschrijvers in groote dagbladen, al- keuvelend, het koningschap ondermijnen. Naar de vroegere vrijzinnigheid ver langt niemand. Tot het doel: den zwak kere sterk te maken doel van de late re vrijzinnigheid zijn noodig vele da den en even vele onthoudingen. De wet op het arbeidscontract mag ondanks ha re gebreken, een zegening heeten. De stichting van teeken- en ambachtsscho len de herleving van den durf van ree- ders en fabrikanten, waarvan een gevolg: de verhoogde vraag naar arbeidskracht, dit alles weet spr. een zegen en het boek van mr. Smissaert over ons land in het begin der 20 eeuw, was spr. eene open baring. Waarom niet eindelijk de oprichting ter hand genomen van middelbare tech nische scholen? Al wat Nederland aan wil, durf bezat, heeft het aangewend. Mi nister Kuyper had een plan, maar se dert bleef alles rusten. Men zit ook vast geroest aan partijprograms en voelt meer voor eischeu, waarvoor men vecht; die de kleinste helft der bevolking tegenstaan. En thans de zedelijke gezondheid van den regeeringsdampkring. Verwijding van het veld der overheidsbemoeienis is voor hen, die eene op democratie stoelende regeering steunen, de leuze. Echter: geen groep van leiders bij ver- kiezings arbeid, geen plaatselijke touwtjes trekkers denken er aan, zich niet, bij het slagen van hun arbeid, te doen beta len door baantjes. Spr. denkt aan de zaak-Kuyper en den Eereraad. Spr. wil niet in deze dingen wroeten; hij zal streng zakelijk blijven en zou zich doodelijk schamen, als hij, waar reeds zoovele handen op dezen mensch rus ten, zijn hand daarbij zou leggen. Wat was het hoofdpunt der beschul diging? of een minister de kroon was gebleven partijhoofd, door een onder scheiding uit te reiken onder zekere om standigheden. De verontwaardiging daar over vond steun in de veronderstelde on partijdigheid der regeering en op grond van deze omstandigheden paste het zijn belagers niet, hem daarover lastig te val len; zijne belagers, die er immers groot op gaan partijdig te zijn. In het algemeen gesproken'-: is het niet echt menschelijk, dat een eenmaal zucht hare verklaring vindt! Welke be wijzen zijn er dan voor zijne schuld?, Het zwaarst in de weegschaal drukkend getuigenis van den heer Patrick Black ford wil ik niet in twijfel trekken. Nie mand heeft echter gezien, dat de eer waarde heer Lurtz zich die groote som gelds heeft toegeëigend. Men kan slechts gissen. Mag men dan om een bloot ver moeden den staf breken over een mail met een tot nu toe onbesproken gedrag, over een plichtgetrouw priester, cn hem voor zijn geheele leven ongelukkig maken, wijl slechts de schijn tegen hem is? De president der rechtbank heeft in het stil zwijgen des aangeklaagden eene bc*ken- tenis der schuld meencn te zien. Ik ben niet katholiek; ik weet echter, dat een katholiek priester met een heiligen eed de belofte afgelegd heeft, nooit, onder welke omstandigheden ook," zelfs op gevaar af zijn leven te verliezen, datgene mag bekendmaken, wat hem in de biecht is medegedeeld. Hoe nu, als de over ledene de verdwenen som den aange klaagde eens ter hand gesteld had, tot het een of ander doel, en hem die onder het biechtgeheim overhandigd had Spreekt niet de weigering tot opheldering voor deze veronderstelling? I JLukü j, iJKordt yeryoltfd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1