Uit de Pers. De andere weg. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 21 Maart. Wij maken onzen ad ver- teerders er op attent, dat Zaterdag a.s. „De Leidsche Courant" niet verschijnt, wegens den feestdag van Maria Boodschaphet nummer van Vrijdag biedt daarom een uit stekende gelegenheid voor het plaat sen van advertentiën. Wij verzoeken dringend adverten ties, bestemd voor het nummer van VRIJDAGAVOND, zooveel mogelijk REEDS DONDERDAG IN ONS BE ZIT TE DOEN ZIJN, opdat wij intijds maatregelen kunnen nemen, om de plaatsing in dat nummer te verzeke ren. Voorts moeten wij er op wijzen, dat aan alle verzoeken tot opname op een bepaalde aangeduide plaats reeds zooveel als mogelijk is, door ons wordt voldaan, maar dat wij daarvoor nimmer kunnen instaan. DE DIRECTIE. De bestrijding der Zedeloosheid. De „Tijd,, meent, dat de aanneming door de Tweede Kamer van de zedelijk- heidsontwerpen met 60 tegen 33 stem men op treffende wijze heeft geïllus treerd,'dat onze tijd dient gekenmerkt te worden als een tijd van zedelijke ver wildering. Die verwildering in de denkbeelden spreekt uit het scliier eenparig verzet der Linkerzijde, om hare medewerking te verleenen aan de totstandkoming van bepalingen, welke de openbare zede lijkheid en de jeugd pogen te bescher men. Aan deze conclusie valt niet te ont komen door de verklaring, welke de heer v. Hamel namens zijne „politieke vrien den", legde: de verklaring, dat van de zedel jjkheidsontw er en meer kwaads dan goeds te wachten is. Dat meeningsverschii toch gesteld zelfs, dat het door alle tegenstemmers gedeeld werd, en als motie! van verwer ping gold dankt blijkbaar zijn ont staan aan het ver-c'ui'end oordeel van 'Rechts naar Links over den aard en de waarde van de christelijke moraal zelf. 'et blad is, ge'et o"> de debatten, wel een weinig verwonderd, dat zóó weinig leden van ii»ks den Minister steunen. Het scheen, dat de „antithese", hoe on\umiddellijk in het godsdienstige ook, zich bij de stemming over zedelijke maat regelen veel minder ster;: zou doen gel den dan thans het geval b'eek. Sprak de Kameroverzichtschrijver van liet „Han delsblad'* niet van huichelarij en akeli ge braafheid? De uitkomst heeft intvrchen een keer te meer bewezen, dat a been van een christelijke regeering zedelijke verhef fing van ons volk te wachten is. Na artikelen-lange beschouwingen zegt de „Maasbode over de wet- Rego ut Zullen deze wetten Nederland ten ze- gtf r zijn Ais men nog eens naleest, wat hier over in de Kamer van links beweerd, en in de pers van lin- geschreven is gewor den, dan krijgt Minister Regout weinig vrucht van zijn dapperen arbeid te zien. Maar er is door den heer Roodliuijzen in die dagen een merkwaardig woord ge sproken. „Bij de behandeling van deze artike len*', zeide hij, „zien wij een vreemd verschijnsel. Nu eens ilooren wij uit den mond van de bestrijders, c-at zij niets bc- teekenen en slechts schijn zijn, ee:i an der oogenbiik is het alsof wij met deze wet een geheel nieuwen toestand in 'Ne derland teweeg brengen". Als we nu echter lezen dat het cour- sewczên door de wet is veroordeeld en onmogelijk gemaakt, ais wij zien hoe Vlissingen, Midde'burg en Goes den FEUILLETON. door ERNST ZAHN. 13) De doode lag daar met pijnlijk ver trokken mond, maar zijn dochter zag hem slechts zooals zij hem in haar goede dagen had gekend. Zij begon ook te spreken over alle hartelijkheid, die hij haar gedurende zijn leven, en vooral in zijn laatste zieke dagen had betoond en eensklaps beving haar het besef dat zij nu alleen op de wereld stond. „Hij was'het eenige bijna wat ik be zat*', riep zij in wanhoop uit, terwijl zij het brandend hoofd koelde tegen de vensterruiten, waartegen de sneeuwvlok ken, door een feilen Oostenwind voort gestuwd, als schitterende witte sterren 'kleefden.... Baas Gottfried bleef staan waar hij stond en antwoordde haar on kalmen, eenvoudigen toon. „Zoolang ik leef, sta je nooit alleen op de wereld, Adli." „Dat weet ik, en daar ben ik u dank baar voor, mijnheer Grob," antwoordde het jonge meisje nop- altijd snikkend. Zij bespraken nu v alles wat op het sterfgeval en de begrafenis bcliek- ernst begrijpen van het verbod oer book- j makerskantoren, dan gelooven wij, dat de wetten-Regout ook op de andere pun ten, doeltreffend zijn, en hebben wij re den om goede verwachtingen te koeste ren." Het „Centru m" neemt goede nota van de verklaringen van sommige libe rale organen, omdat er uit blijkt, dat ook naar liberaal oordeel de arbeid der re geering goede en noodzakelijk geble ken elementen bevat. Na de ironie en den smaad, waaraan het Kabinet en zijn geestverwanten heb ben blootgestaan, heeft een dergelijk ge tuigenis zijn waarde, terwijl nu tevens wel als vaststaand mag worden aange nomen, dat onder een Linksch regime de indiening en aanneming van een wet als deze zelfs in slapperen vorm allerminst waarschijnlijk zou zijn ge weest. Daarentegen heeft het Recht- sche Kabinet nu een ontwerp tot stand gebracht, dat, zelfs volgens liberaal oor deel, nuttige en noodzakelijke verscher ping en uitbreiding der wetsbepalingen tegen de onzedelijkheid schenkt. Aan de „Standaard" is het tegen gevallen, dat van links slechts 5 man voor het wetsontwerp stemden. We hadden gehoopt, vervolgt het blad dat men van Links bij de eindstemming over zijn bezwaren zou zijn heengestapt en toch liever had medegewerkt om de ze wet naar het „Staatsblad" te endos- seeren dan zelf oorzaak te worden, dat het ontwerp in de papiermand ging. Met name de Unie-liberalen zetten zich schrap, en gaven bij monde vail Mr. Van Hamel hier rekenschap van. Veel in dit ontwerp had wel hun sympathie, maar dit ontwerp ging te ver, en was met het oog op de procedure niet naar eisch ineengezet. Dit stelt ons te leur. We hadden zoo voor de eere van ons land gewenscht, dat een wet als het- hier gold, door saamwerking van alle par tijen tot stand ware gekomen. Ook de (A. R.) „Rotterdam in e r" acht het teleurstellend, dat alle leden der Liberale Unie, hoofd voor hoofd hun goedkeuring aan de wet onthielden. Het komt ons voor dat een aanmerke lijk deel der linkerzijde door zijn hou ding in de rumoerige en opgewonden zitting van Donderdagmiddag zich deer lijk heeft geblameerd. In dubbelen zin. Allereerst als politieke part ij. Waar het ging om zoo hooge nationa le goederen zou het verblijdend geweest zijn, indien partijzucht niet haar verkeer de werking had geopenbaard. Het heeft niet zoö mogen zijn. Hoe diep de anti these scheiding maakt, kwam duidelijk uit. Nu eerst werd recht duidelijk hoe zeer een partij, die slechts uit de begin selen der rede leeft en voor de moraal geen hoogere normen erkent, de vastig heid van alle zedelijk besef ondermijnt, en de christelijk-nationale tradities van ons volksleven verzwakt. Nog in anderen zin hebben talrijkei der linkerzijde zich bij de zedeloosheid- wet geblameerd. Meerderen boetten persoonlijk hun eer in. Verschillende bladen meldden met welbehagen dat toen Dr. Kuyper's naam werd afgelezen en hij voorstemde een sarrend hoongeloei van vele „anticleri- calen" weerklonk. Dat past geheel bij het onwaardig afmakfnig'ssysteem tegen dezen staats man gevolgd. Breede beschouwingen over deze bru tale, schandelijk-onwaardige taktiek zijn te veel eer voor deze lieden. Daarom zonder eenigen omhaal, zon der eenige reserve, in het volle bewust zijn van hetgeen we schrijven, slechts deze ééne passende kwalificatie: „Deze handelwijze is door en door ploertig". Verraad Het „Centrum" neemt het op voor Mr. Aalberse, die sinds lang bij de S. D. A. P. met een zwarte kool staat aange- teekend en in de Kamerzitting van de vorige week door de heeren Troelstra en Schaper van verraad werd beschuldigd. Aan „verraad" zou hij zich hebben schuldig gemaakt; een „verr ier" aan de king had en baas Gottfried zei dat hij den volgenden dag zou terugkomen om met Adli over haar toekomst te spreken. Al spoedig vond het meisje door zijn voorspraak een betrekking in een win kel. Zij was dientengevolge den geheelen dag uit huis, doch behield toch een ka mertje in hun oude woning. Dikwijls kwam zij 's avands en .altijd Zondags bij Grob; juffrouw Grantjean schikte zich in deze vriendschap, echter zonder ze te deelen. Zij ging Zondags meest naar haar eigen kennissen. Bij goed weder maakten Grob en Adli dan meestal een wandeling door bosch en veld tot zij dan gewoonlijk plaats namen op een bank, van waar men het uitzicht had op de stad en het meer, en wanneer dan de zon - achter de bergen wegzonk en alles in een gouden weerschijn hulde, terwijl de klokken de geloovigen naar het bedehuis opriepen, spraken zij gewoonlijk over Hugo. Hier in de landelijke eenzaamheid werd het oordeel van den strengen vader meest al zachter en op zekeren dag zeide hij met tranen in de oogen: „Wie weet waar hij nu is, en wat hij doet? Misschien komt hij vroeg of laat moe en ziek terug. Het leven zal hem verbrijzelen, hem klein en beschei den maken en misschien zal hij dan biqde zijn dat hij ons nog heeft, Adli, beweging van den tien uren-dag, aan de zaak der arbeiders zou hij zijn! De aantijging is onzinnig, en men heeft daarin niets anders te lezen, dan d i t, dat de Almelosche afgevaardigde weigert nanr de pijpen der socialisten te dansen en aan hun onvruchtbare agitatie tegen het Kabinet mee te doen. Overigens is het woord „verrader" niet ongewoon in socialistische kringen. Men is daar altijd de „verrader" van iemand. Men denke slechts aan den stakingstijd en men leze er zeker Marxistisch orgaan maar eens op na, waarin geregeld de S. D. A. P.'ers als „verraders" van de volkszaak en overloopers naar de „bour geoisie" worden op de kaak gesteld. De heeren maken onder elkaar van dit stopwoord zulk een druk gebruik, dat ze daarmede ruimschoots zouden kun nen volstaan. Te meer, daar zij het buiten hun kring op de meest ongelegen oogenblikken en op de meest ongemotiveerdè wijze ple gen te gebruiken, zooals nu weer tegen Mr. Aalberse. Niemand, die zakelijk oordeelt, kan daaraan ook slechts de geringste betee- kenis hechten. Minister Talma laten vallen. Het „Huisgezin" zegt onder dit opschrift Mr. Aalberse acht het, tegenover het verraad-geschreeuw der socialisten, se dert een half jaar noodig, telkens en telkens weer te verklaren, dat hij minis ter Talma niet wil laten vallen, omdat deze de tienurendag-motie niet wenscht uit te voeren. Vooreerst is het nog de vraag, of in dien de heer Aalberse den minister wèl wilde laten vallen, hem zulks zou ge lukken. Van links zou hij er stellig velen be reid toe vinden, maar of rechts de noodi- ge stemmen daarvoor zou leveren* zou te bezien staan. Bij de beoordeeling der vraag, of er afgezien van hetgeen minister Talma op sociaal wetgevend gebied nog mag verwacht worden termen zouden zijn oin den minister te laten vallen, mogen deze twee zaken niet uit het oog ver loren worden: Ten eerste, dat bij de stemming over de motie-Aalberse rechts half vóór en half tegen stemde: een rechtsch minister zou zich op dezen grond kunnen ont houden. Ten tweede, en vooral, dat minister Talma het denkbeeld van een regeling van den arbeidsduur allerminst verwerpt integendeel om te waardeeren, in ieder geval te respecteeren redenen aan een andere werkwijze de voorkeur geeft De socialisten overtuigt hij toch niet integendeel, ze vallen hoe langer hoe feller op hem aan en in de kringen der eigen geestverwanten kan zijn woord licht verwarring stichten, en, onbedoeld, de positie des ministers verzwakken. Het debietrecht. Het „Tabaksblad", orgaan der Amsterdamsche vereeniging van sigaren winkeliers, prijst de techniek van het wetsontwerp op het debietrecht. „En daar moet ons al dadelijk de be kentenis van het hart: Zijne Excellentie heeft een goed stuk werk geleverd; de redactie goed, de omvattendheid laat niet te wenschen over, want er is zoo goed als om alles gedacht, en er is bij de uitvoeringsbepalingen op gelet, dat het ambtenaarscontingent niet al te veel zal behoeven nitgebreid te worden, ofschoon Z.Exc. o.i. in de veronderstelling is, dat de bestaande rijksbelastingdienst ook dit zaakje zal kunnen opknappen, wat te optimistisch geweest is." Doch daarmee houdt de lof op, en het blad betoogt, dat, zoo het wetso.itwerp wet wordt, het ons zal bezorgen „le. Het verlies van den „Export in 't klein", zooals die gedreven wordt: a. door de winkeliers, die aan de scheepvaart leveren; b. door de winkeliers in het algemeen, die bij hoeveelheden van 100 a 500 siga ren aan buitenlanders leveren. jou en mij, en dat hij bij ons kan terug komen." Ad'.l'oogen schitterden bij deze woor den, maar zij liet hem dit niet zien, keek den anderen kant uit, maar haar gemoed was op dat oogenbiik vervuld van het droombeeld van de terugkomst van Hu- go. Beiden vielen daarop in gepeins, totdat baas Gottfried opnieuw de stilte ver brak. „Ik zal Hugo dan niet langer meer in den weg staan. Hij kan de zaak overne men en deze drijven zooals hij het wil."- Dit klonk of hij na zoovele jaren eeni ge schuld bij zich zelf had ontdekt, dat hij, als oude man, te veel aan zijn be grippen had vastgehouden en den jon gen te weinig vrije beweging had ge laten. Het was echter merkwaardig dat hij zoowel als Adli, altijd in hun toekomst- droomen de gedachte uitten dat Hugo's levensbootje schipbreuk moest hebben geleden en nooit de mogelijkheid bij hen opkwam, dat hij, ondanks alles, wellicht een betrouwbaar stuurman geworden zou Zijn VII Het was een. mistige dag in den herfst. Hugo Grob was nu reeds zes jaren van huis weg en in drie jaren had men niets 2e. Het veriies van den „Export in 't groot", aangezien voor ons de export- mogelijkheid beperkt wordt. a. door belastingformaliteiten; b. door de hoogere loonen, die den arbeiders eventueel toegezegd zijn; c. door het verlies van de faam, „dat men in het belastingvrije Nederland de beste, d. i. goedkoopste sigaar koopt." Het verlies op het „Export in 't klein" schat het blad jaarlijks op een bedrag van f312.500; dit bedrag wordt als winst derving genoemd; het verlies op de „Ex port in 't groot" brengt het blad niet on der cijfers, maar acht het eveneens zeer belangrijk, zoodat het blad tot de con clusie komt, dat de belastingopbrengst en het te lijden verlies ongeveer zullen gelijk zijn. En na dit alles betoogt te hebben, heet het: „En daar hebben wij nog niet eens aan de hoofdzaak herinnerd! Weet men wel, dat wanneer onze industrie pl.in. 2 millioen winsten uit export etc. verliest de arbeider daarbij betrokken is met een ver!L van pl.m. 4 millioen? Weet men wel, dat dit het jaarlijksche loon is voor pl.m. 7000 werklieden, a pl.m. f 12 per weck?" Een schitterende protestmeeting. In de groote zaal van het Paleis voor Veilir'lljt te Amsterdam is Zondagmid dag een groote, uitstekend geslaagde pro testmeeting gehouden, belegd door het Plaatselijk Comité der Kath. Sociale Actie, met het doel te protesteeren tegen den roof der Kerkelijke Staten. Als sprekers traden op de Zeereerw. Hooggel. heer E. A. van Huisbergh, pro fessor aan het Groot-seminarie te Rijsen- burg, en dr. H. W. E. Möller, privaat docent aan de Amsterdamsche Univer siteit. Aan het slot van de vergadering deelde de Voorzitter, de heer C. A. L. Rade maker, mede, dat aan den Paus het volgend telegram was toegezonden: „De herinnering aan den roof van het erfdeel van St. Pieter en de onhoudbare to :;hnd, die uit die schennis der heilige rechten van de Kerk voor den Heiligen Stoel voortvloeit, dubbel gevoeld in dit jaar van rouw, zijn voor de Katholieken van Amsterdam een aanleiding om op een groote meeting op den feestdag van St. Joseph, onder eere-voorzitterschap van den Hoogeerwaarden Deken van Amsterdam, te betuigen van hun liefde en trouw jegens den Heiligen Stoel, ter wijl zij opeischen het herstel van diens onschendbare rechten, en nederig vragen om Uw Apostolischen Zegen." Met den gemeenschappelijken zang: „Aan U, o Koning der Eeuwen", werd deze grootsche, heerlijk geslaagde Katho lieke manifestatie gesloten. Vacature algem. Rekenkamer. Aan de Tweede Kamer is mededeeling gedaan van de volgende lijst van sollici tanten voor de vervulling der vacature in. de Algemeene Rekenkamer: H. F. W. Becking, te 's-Hage; A. P. J. van der Laaken, te 's-Hage; C. F. Rech- lien Morra, Secretaris van de Algemeene Rekenkamer, te 's-Hage; Jhr. J. O. de Jong van Beek en Donk, oud-gouver neur van Curasao, te 's-Hage; F. Bar- telink, te Maastricht; J. H. Koek, le Hilversum; M. J. D. Merens, te Am sterdam; W. C. A. Baron van Vreden- burch, te 's-Hage; Mr. 1. B. Breukel- man, Referendaris bij den Raad van State, te 's-Hage; A. E. J. Bert'ing, te Leeu warden; Mr. J. J. Moll, te Dordrecht; Jhr. L. A. M. von Schmid, te 's-Hage; H. W. Baron van Till, te 's-Hage. Ouderdomsvoorziening in België. Aan de nabetrachting van inr. dr. A. van Rijckevorsel, toegevoegd aan het verslag over de ouderdoms voorziening in België (zie ons blad van gisteren) ontleencn wij nog het volgerfde: In 1900 hoopte men, dat de patroons- eventualiteiten zoovele „arbeiders" in en- geren zin bij de Lijfrentekas zouden aan sluiten, dat een verplichte verzekering zou van hem gehoord. Op dezen somberen dag nu, waarop men nauwelijks tien pas sen van zich af kon zien, ging Ann* Grandjean, me teen mand aan den arm, naar de markt om inkoopen te doen en kwam zij na verloop van een half uur al weder in een hoogst opgewonden stem ming de werkplaats van baas Grob bin nenstormen. Zij beweerde dat zij Hugo op de straat had ontmoet. Baas Gottfried vroeg haar waar hij nu dan was en wat hij gezegd had. Anna kon geen woorden genoeg vin den om weer te geven wat zij wilde zeg gen, zoodat men slechts een verwarde beschrijving kreeg. Haar zwager maakte daar echter uit op, dat Hugo haar in den mist was tegengekomen, dat hij ech ter zeer veranderd was, geen knevel meer droeg, maar, volgens Amerikaansch gebruik, een boksbaard, doch niettemin had zij hem toch dadelijk herkend. Aan zijn gang wist zij heel zeker dat hij het geweest was, zij had hem aangekeken tot hij in den mist verdwenen was, had hem toen nog nageloopen, maar het was zóó donker op de straat dat zij hem niet meer had kunnen vinden. Baas Gottfried bromde niets an ers dan: „Droombeelden!" en geloofde er geen enkel woord van. Zijn schoonzus ter hield het eHiter w"' 1 ter "do en hoopte maar dat er jets zou gebeu- kunnen achterwege blijven. Dat is niet geschied, maar daarentegen hebben de pensioenkassen honderdduizenden min vermogenden, niet op de eerste plaats bedoelde „arbeiders", tot de verzekering weten te brengen. Een voortreffelijke eigenschap dezer voorziening, met inbegrip der toelagen van 65 frank, is, dat zij zuinig werkt De administratiekosten zijn zeer laag. Intusschen: er worden lasten op de toekomst geschoven. Niet alleen bij den vorm van een groeiend tekort der lijf rentekas, doch ook door onvoldoende stortingen in het bijzonder fonds der ou derdomspensioenen. Moeilijkheden zijn tot nogtoe slechts hierdoor voorgekomen dat de postdienst, die met de uitbetaling der toelagen van 65 frank is belast, de rekening eerst na drie jaren indient. Hoogere stortingen in het bijzonder fonds zijn dus noodig. Wijziging van het tarief der lijfrentekas zal waarschijnlijk tot verhooging der premiën noodzaken. Aanneming van het wetsvoorstel op de mijnwerkerspensioenen zal de uitgaven eveneens sterk doen stijgen. Buiten de normale ontwikkeling der verzekering zijn er dus verschillende oorzaken, die in de naaste toekomst den geldelijken last aan merkelijk zullen verzwaren, doch het laat zich aanzien, dat de staatsfinanciën ook deze nieuwe bisten zullen kunnen dragen. HaJ de mutualiteit vóór 20 jaren reeds hare huidige ontwikkeling bereikt, waar schijnlijk ware het monopolie der lijf rentekas achterwege gebleven. Thans vervult de mutualiteit in de ou- derdomsverzekering eene functie die ei genlijk niets mutualistisch heeft Andere organisaties zouden evengoed gelden van hare leden kunnen innen en in de lijfren tekas storten. Toch is het een zeer gelukkige ge dachte geweest, de mutualiteit met de lijf rentekas te doen samenwerken. Nu heeft de mutualiteit de ouderdomsverzekering en de ouderdomsverzekering de mutuali teit vooruitgebracht. En in een tijd, waarin een sterke nei ging tot onvoorzichtige toezegging van ouderdomstoelagen bestond, is de vor ming van vele onsoliede lijfrentekassen voorkomen. Doch het is zeer wel mogelijk, dat op de bestaande algemeene voorziening nog meer bijzondere voorzieningen zullen ge- ent worden, en dat deze de „arbeiders" en hunne werkgevers tot storten zullen verplichten. Waarschijnlijk zal men dan, als in het wetsvoorstel op de mijnwer kerspensioenen, trachten met een mini mum van verplichting te volstaan en be proeven, al zal het moeilijk blijken, de mutualiteit ook in de verplichte verzeke ring tot tussehenpersoon te maken. STATEN-GENERAAL. TvVEEDE KAMHkV Schriftelijk beantwoorde vragen. Ten vervolge op de beantwoording van de vraag van den heer Thomson, betref fende een bericht, omtrent een door een civiel gezaghebber op Timor toegepaste straf, heeft de Minister van Koloniën, de heer De Waal Malejijt, geantwoord, dat inderdaad een civiel gezaghebber op het eiland Timor eenige inlanders, die hij wegens hun ongepaste houding en optreden met aanhouding had gestraft, gedurende hun straftijd van 8 uur voor middags tot 1 uur namiddags met ge bogen hoofd in de zon heeft laten zitten, met streng verbod te praten of sirih te kauwen. Deze civiel gezaghebber is, na dat hij reeds aanstonds door den resident van Timor en onderhoorigheden van zijn standplaats was teruggeroepen, bij be sluit van den directeur van binnenten Isch bestuur van 22 November 1910, wegens ongeschiktheid ontslagen. Wijziging der Indische begrooting voor 1911. Een wetsontwerp is' ingediend tot wijziging der begrooting van NederL- Indië voor het dienstjaar 1911. Bacovencultuur. Zooals door den Minister van Koloniëp bij de behandeling van de Suririaamsche ren wat bewees-dat zij gelijk had gehad. Maar er daagde niets op. Het liep reeds tegen Kerstmis toen baas Gottfried op zekeren dag van een werk bij een der rijkste burgers terug- keerend, vernam dat een groot huis in zijn buurt verkocht was en dat daarin een groot warenhuis zou komen. Een Amerikaan, Grob geheeten, zou deze zaak op touw zetten, maar deze was nu nog niet in St. Felix; een paar uren had hij daar onlangs slechts vertoefd om het koonpdntract te teekenen. Dé odde man sprak echter niet ver der over deze zaak. Wel had hij even aan zijn zoon gedacht, toen hij den naatn Grob hoorde maar dadelijk daarop spr lc hij in zich zelf: hoe zou die windbuil van een Hugo aan het daartoe benoo- digd kapitaal gekomen zijn? An'dcre i daarentegen beraadslaagden wel over :t feit en Anna Grandjean hoorde het o- k. Zij was buiten zich zelve van opgewo t- denheid. Het zou Hugo zijn ca nieman anders. Zij was hein immers onlangs - g.ngekomen! Baas GottSrted en Adli, t' juist even bij hein was, h; ir. de hi' s- kamcr op de canapé toer. ~:et nier v- tje vertelde. Adli werd doodr. 'eek, :n zag d n meubelmaker aan, maar deze antwoordd schijnbaar kalm: IWofut vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5