Uit de Pers.
De andere weg.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Dinsdag 21 Maart.
Wij maken onzen ad ver-
teerders er op attent, dat
Zaterdag a.s. „De Leidsche Courant"
niet verschijnt, wegens den feestdag
van Maria Boodschaphet nummer
van Vrijdag biedt daarom een uit
stekende gelegenheid voor het plaat
sen van advertentiën.
Wij verzoeken dringend adverten
ties, bestemd voor het nummer van
VRIJDAGAVOND, zooveel mogelijk
REEDS DONDERDAG IN ONS BE
ZIT TE DOEN ZIJN, opdat wij intijds
maatregelen kunnen nemen, om de
plaatsing in dat nummer te verzeke
ren.
Voorts moeten wij er op wijzen,
dat aan alle verzoeken tot opname
op een bepaalde aangeduide plaats
reeds zooveel als mogelijk is, door
ons wordt voldaan, maar dat wij
daarvoor nimmer kunnen instaan.
DE DIRECTIE.
De bestrijding der Zedeloosheid.
De „Tijd,, meent, dat de aanneming
door de Tweede Kamer van de zedelijk-
heidsontwerpen met 60 tegen 33 stem
men op treffende wijze heeft geïllus
treerd,'dat onze tijd dient gekenmerkt
te worden als een tijd van zedelijke ver
wildering.
Die verwildering in de denkbeelden
spreekt uit het scliier eenparig verzet
der Linkerzijde, om hare medewerking
te verleenen aan de totstandkoming van
bepalingen, welke de openbare zede
lijkheid en de jeugd pogen te bescher
men.
Aan deze conclusie valt niet te ont
komen door de verklaring, welke de heer
v. Hamel namens zijne „politieke vrien
den", legde: de verklaring, dat van de
zedel jjkheidsontw er en meer kwaads
dan goeds te wachten is.
Dat meeningsverschii toch gesteld
zelfs, dat het door alle tegenstemmers
gedeeld werd, en als motie! van verwer
ping gold dankt blijkbaar zijn ont
staan aan het ver-c'ui'end oordeel van
'Rechts naar Links over den aard en de
waarde van de christelijke moraal zelf.
'et blad is, ge'et o"> de debatten, wel
een weinig verwonderd, dat zóó weinig
leden van ii»ks den Minister steunen.
Het scheen, dat de „antithese", hoe
on\umiddellijk in het godsdienstige ook,
zich bij de stemming over zedelijke maat
regelen veel minder ster;: zou doen gel
den dan thans het geval b'eek. Sprak de
Kameroverzichtschrijver van liet „Han
delsblad'* niet van huichelarij en akeli
ge braafheid?
De uitkomst heeft intvrchen een keer
te meer bewezen, dat a been van een
christelijke regeering zedelijke verhef
fing van ons volk te wachten is.
Na artikelen-lange beschouwingen
zegt de „Maasbode over de wet-
Rego ut
Zullen deze wetten Nederland ten ze-
gtf r zijn
Ais men nog eens naleest, wat hier
over in de Kamer van links beweerd, en
in de pers van lin- geschreven is gewor
den, dan krijgt Minister Regout weinig
vrucht van zijn dapperen arbeid te zien.
Maar er is door den heer Roodliuijzen
in die dagen een merkwaardig woord ge
sproken.
„Bij de behandeling van deze artike
len*', zeide hij, „zien wij een vreemd
verschijnsel. Nu eens ilooren wij uit den
mond van de bestrijders, c-at zij niets bc-
teekenen en slechts schijn zijn, ee:i an
der oogenbiik is het alsof wij met deze
wet een geheel nieuwen toestand in 'Ne
derland teweeg brengen".
Als we nu echter lezen dat het cour-
sewczên door de wet is veroordeeld en
onmogelijk gemaakt, ais wij zien hoe
Vlissingen, Midde'burg en Goes den
FEUILLETON.
door ERNST ZAHN.
13)
De doode lag daar met pijnlijk ver
trokken mond, maar zijn dochter zag
hem slechts zooals zij hem in haar goede
dagen had gekend. Zij begon ook te
spreken over alle hartelijkheid, die hij
haar gedurende zijn leven, en vooral in
zijn laatste zieke dagen had betoond en
eensklaps beving haar het besef dat zij
nu alleen op de wereld stond.
„Hij was'het eenige bijna wat ik be
zat*', riep zij in wanhoop uit, terwijl
zij het brandend hoofd koelde tegen de
vensterruiten, waartegen de sneeuwvlok
ken, door een feilen Oostenwind voort
gestuwd, als schitterende witte sterren
'kleefden....
Baas Gottfried bleef staan waar hij
stond en antwoordde haar on kalmen,
eenvoudigen toon. „Zoolang ik leef, sta
je nooit alleen op de wereld, Adli."
„Dat weet ik, en daar ben ik u dank
baar voor, mijnheer Grob," antwoordde
het jonge meisje nop- altijd snikkend.
Zij bespraken nu v alles wat op
het sterfgeval en de begrafenis bcliek-
ernst begrijpen van het verbod oer book- j
makerskantoren, dan gelooven wij, dat
de wetten-Regout ook op de andere pun
ten, doeltreffend zijn, en hebben wij re
den om goede verwachtingen te koeste
ren."
Het „Centru m" neemt goede nota
van de verklaringen van sommige libe
rale organen, omdat er uit blijkt, dat ook
naar liberaal oordeel de arbeid der re
geering goede en noodzakelijk geble
ken elementen bevat.
Na de ironie en den smaad, waaraan
het Kabinet en zijn geestverwanten heb
ben blootgestaan, heeft een dergelijk ge
tuigenis zijn waarde, terwijl nu tevens
wel als vaststaand mag worden aange
nomen, dat onder een Linksch regime de
indiening en aanneming van een wet
als deze zelfs in slapperen vorm
allerminst waarschijnlijk zou zijn ge
weest. Daarentegen heeft het Recht-
sche Kabinet nu een ontwerp tot stand
gebracht, dat, zelfs volgens liberaal oor
deel, nuttige en noodzakelijke verscher
ping en uitbreiding der wetsbepalingen
tegen de onzedelijkheid schenkt.
Aan de „Standaard" is het tegen
gevallen, dat van links slechts 5 man
voor het wetsontwerp stemden.
We hadden gehoopt, vervolgt het blad
dat men van Links bij de eindstemming
over zijn bezwaren zou zijn heengestapt
en toch liever had medegewerkt om de
ze wet naar het „Staatsblad" te endos-
seeren dan zelf oorzaak te worden, dat
het ontwerp in de papiermand ging.
Met name de Unie-liberalen zetten
zich schrap, en gaven bij monde vail Mr.
Van Hamel hier rekenschap van. Veel in
dit ontwerp had wel hun sympathie,
maar dit ontwerp ging te ver, en was
met het oog op de procedure niet naar
eisch ineengezet.
Dit stelt ons te leur.
We hadden zoo voor de eere van ons
land gewenscht, dat een wet als het- hier
gold, door saamwerking van alle par
tijen tot stand ware gekomen.
Ook de (A. R.) „Rotterdam in e r"
acht het teleurstellend, dat alle leden der
Liberale Unie, hoofd voor hoofd hun
goedkeuring aan de wet onthielden.
Het komt ons voor dat een aanmerke
lijk deel der linkerzijde door zijn hou
ding in de rumoerige en opgewonden
zitting van Donderdagmiddag zich deer
lijk heeft geblameerd. In dubbelen zin.
Allereerst als politieke part ij.
Waar het ging om zoo hooge nationa
le goederen zou het verblijdend geweest
zijn, indien partijzucht niet haar verkeer
de werking had geopenbaard. Het heeft
niet zoö mogen zijn. Hoe diep de anti
these scheiding maakt, kwam duidelijk
uit. Nu eerst werd recht duidelijk hoe
zeer een partij, die slechts uit de begin
selen der rede leeft en voor de moraal
geen hoogere normen erkent, de vastig
heid van alle zedelijk besef ondermijnt,
en de christelijk-nationale tradities van
ons volksleven verzwakt.
Nog in anderen zin hebben talrijkei
der linkerzijde zich bij de zedeloosheid-
wet geblameerd. Meerderen boetten
persoonlijk hun eer in.
Verschillende bladen meldden met
welbehagen dat toen Dr. Kuyper's naam
werd afgelezen en hij voorstemde een
sarrend hoongeloei van vele „anticleri-
calen" weerklonk.
Dat past geheel bij het onwaardig
afmakfnig'ssysteem tegen dezen staats
man gevolgd.
Breede beschouwingen over deze bru
tale, schandelijk-onwaardige taktiek zijn
te veel eer voor deze lieden.
Daarom zonder eenigen omhaal, zon
der eenige reserve, in het volle bewust
zijn van hetgeen we schrijven, slechts
deze ééne passende kwalificatie:
„Deze handelwijze is door en door
ploertig".
Verraad
Het „Centrum" neemt het op voor
Mr. Aalberse, die sinds lang bij de S. D.
A. P. met een zwarte kool staat aange-
teekend en in de Kamerzitting van de
vorige week door de heeren Troelstra en
Schaper van verraad werd beschuldigd.
Aan „verraad" zou hij zich hebben
schuldig gemaakt; een „verr ier" aan de
king had en baas Gottfried zei dat hij
den volgenden dag zou terugkomen om
met Adli over haar toekomst te spreken.
Al spoedig vond het meisje door zijn
voorspraak een betrekking in een win
kel. Zij was dientengevolge den geheelen
dag uit huis, doch behield toch een ka
mertje in hun oude woning. Dikwijls
kwam zij 's avands en .altijd Zondags
bij Grob; juffrouw Grantjean schikte zich
in deze vriendschap, echter zonder ze
te deelen. Zij ging Zondags meest naar
haar eigen kennissen. Bij goed weder
maakten Grob en Adli dan meestal een
wandeling door bosch en veld tot zij dan
gewoonlijk plaats namen op een bank,
van waar men het uitzicht had op de stad
en het meer, en wanneer dan de zon
- achter de bergen wegzonk en alles in
een gouden weerschijn hulde, terwijl de
klokken de geloovigen naar het bedehuis
opriepen, spraken zij gewoonlijk over
Hugo.
Hier in de landelijke eenzaamheid werd
het oordeel van den strengen vader meest
al zachter en op zekeren dag zeide hij
met tranen in de oogen:
„Wie weet waar hij nu is, en wat
hij doet? Misschien komt hij vroeg of
laat moe en ziek terug. Het leven zal
hem verbrijzelen, hem klein en beschei
den maken en misschien zal hij dan
biqde zijn dat hij ons nog heeft, Adli,
beweging van den tien uren-dag, aan de
zaak der arbeiders zou hij zijn!
De aantijging is onzinnig, en men heeft
daarin niets anders te lezen, dan d i t,
dat de Almelosche afgevaardigde weigert
nanr de pijpen der socialisten te dansen
en aan hun onvruchtbare agitatie tegen
het Kabinet mee te doen.
Overigens is het woord „verrader"
niet ongewoon in socialistische kringen.
Men is daar altijd de „verrader" van
iemand.
Men denke slechts aan den stakingstijd
en men leze er zeker Marxistisch orgaan
maar eens op na, waarin geregeld de S.
D. A. P.'ers als „verraders" van de
volkszaak en overloopers naar de „bour
geoisie" worden op de kaak gesteld.
De heeren maken onder elkaar van
dit stopwoord zulk een druk gebruik,
dat ze daarmede ruimschoots zouden kun
nen volstaan.
Te meer, daar zij het buiten hun kring
op de meest ongelegen oogenblikken en
op de meest ongemotiveerdè wijze ple
gen te gebruiken, zooals nu weer tegen
Mr. Aalberse.
Niemand, die zakelijk oordeelt, kan
daaraan ook slechts de geringste betee-
kenis hechten.
Minister Talma laten vallen.
Het „Huisgezin" zegt onder dit
opschrift
Mr. Aalberse acht het, tegenover het
verraad-geschreeuw der socialisten, se
dert een half jaar noodig, telkens en
telkens weer te verklaren, dat hij minis
ter Talma niet wil laten vallen, omdat
deze de tienurendag-motie niet wenscht
uit te voeren.
Vooreerst is het nog de vraag, of in
dien de heer Aalberse den minister wèl
wilde laten vallen, hem zulks zou ge
lukken.
Van links zou hij er stellig velen be
reid toe vinden, maar of rechts de noodi-
ge stemmen daarvoor zou leveren* zou te
bezien staan.
Bij de beoordeeling der vraag, of er
afgezien van hetgeen minister Talma
op sociaal wetgevend gebied nog mag
verwacht worden termen zouden zijn
oin den minister te laten vallen, mogen
deze twee zaken niet uit het oog ver
loren worden:
Ten eerste, dat bij de stemming over
de motie-Aalberse rechts half vóór en
half tegen stemde: een rechtsch minister
zou zich op dezen grond kunnen ont
houden.
Ten tweede, en vooral, dat minister
Talma het denkbeeld van een regeling
van den arbeidsduur allerminst verwerpt
integendeel om te waardeeren, in ieder
geval te respecteeren redenen aan een
andere werkwijze de voorkeur geeft
De socialisten overtuigt hij toch niet
integendeel, ze vallen hoe langer hoe
feller op hem aan en in de kringen
der eigen geestverwanten kan zijn woord
licht verwarring stichten, en, onbedoeld,
de positie des ministers verzwakken.
Het debietrecht.
Het „Tabaksblad", orgaan der
Amsterdamsche vereeniging van sigaren
winkeliers, prijst de techniek van het
wetsontwerp op het debietrecht.
„En daar moet ons al dadelijk de be
kentenis van het hart: Zijne Excellentie
heeft een goed stuk werk geleverd; de
redactie goed, de omvattendheid laat niet
te wenschen over, want er is zoo goed
als om alles gedacht, en er is bij de
uitvoeringsbepalingen op gelet, dat het
ambtenaarscontingent niet al te veel zal
behoeven nitgebreid te worden, ofschoon
Z.Exc. o.i. in de veronderstelling is, dat
de bestaande rijksbelastingdienst ook dit
zaakje zal kunnen opknappen, wat te
optimistisch geweest is."
Doch daarmee houdt de lof op, en het
blad betoogt, dat, zoo het wetso.itwerp
wet wordt, het ons zal bezorgen
„le. Het verlies van den „Export in
't klein", zooals die gedreven wordt:
a. door de winkeliers, die aan de
scheepvaart leveren;
b. door de winkeliers in het algemeen,
die bij hoeveelheden van 100 a 500 siga
ren aan buitenlanders leveren.
jou en mij, en dat hij bij ons kan terug
komen."
Ad'.l'oogen schitterden bij deze woor
den, maar zij liet hem dit niet zien, keek
den anderen kant uit, maar haar gemoed
was op dat oogenbiik vervuld van het
droombeeld van de terugkomst van Hu-
go.
Beiden vielen daarop in gepeins, totdat
baas Gottfried opnieuw de stilte ver
brak.
„Ik zal Hugo dan niet langer meer in
den weg staan. Hij kan de zaak overne
men en deze drijven zooals hij het wil."-
Dit klonk of hij na zoovele jaren eeni
ge schuld bij zich zelf had ontdekt, dat
hij, als oude man, te veel aan zijn be
grippen had vastgehouden en den jon
gen te weinig vrije beweging had ge
laten.
Het was echter merkwaardig dat hij
zoowel als Adli, altijd in hun toekomst-
droomen de gedachte uitten dat Hugo's
levensbootje schipbreuk moest hebben
geleden en nooit de mogelijkheid bij hen
opkwam, dat hij, ondanks alles, wellicht
een betrouwbaar stuurman geworden zou
Zijn
VII
Het was een. mistige dag in den herfst.
Hugo Grob was nu reeds zes jaren van
huis weg en in drie jaren had men niets
2e. Het veriies van den „Export in 't
groot", aangezien voor ons de export-
mogelijkheid beperkt wordt.
a. door belastingformaliteiten;
b. door de hoogere loonen, die den
arbeiders eventueel toegezegd zijn;
c. door het verlies van de faam, „dat
men in het belastingvrije Nederland de
beste, d. i. goedkoopste sigaar koopt."
Het verlies op het „Export in 't klein"
schat het blad jaarlijks op een bedrag
van f312.500; dit bedrag wordt als winst
derving genoemd; het verlies op de „Ex
port in 't groot" brengt het blad niet on
der cijfers, maar acht het eveneens zeer
belangrijk, zoodat het blad tot de con
clusie komt, dat de belastingopbrengst en
het te lijden verlies ongeveer zullen gelijk
zijn. En na dit alles betoogt te hebben,
heet het:
„En daar hebben wij nog niet eens
aan de hoofdzaak herinnerd! Weet men
wel, dat wanneer onze industrie pl.in. 2
millioen winsten uit export etc. verliest
de arbeider daarbij betrokken is met een
ver!L van pl.m. 4 millioen? Weet men
wel, dat dit het jaarlijksche loon is voor
pl.m. 7000 werklieden, a pl.m. f 12 per
weck?"
Een schitterende protestmeeting.
In de groote zaal van het Paleis voor
Veilir'lljt te Amsterdam is Zondagmid
dag een groote, uitstekend geslaagde pro
testmeeting gehouden, belegd door het
Plaatselijk Comité der Kath. Sociale Actie,
met het doel te protesteeren tegen den
roof der Kerkelijke Staten.
Als sprekers traden op de Zeereerw.
Hooggel. heer E. A. van Huisbergh, pro
fessor aan het Groot-seminarie te Rijsen-
burg, en dr. H. W. E. Möller, privaat
docent aan de Amsterdamsche Univer
siteit.
Aan het slot van de vergadering deelde
de Voorzitter, de heer C. A. L. Rade
maker, mede, dat aan den Paus het
volgend telegram was toegezonden:
„De herinnering aan den roof van het
erfdeel van St. Pieter en de onhoudbare
to :;hnd, die uit die schennis der heilige
rechten van de Kerk voor den Heiligen
Stoel voortvloeit, dubbel gevoeld in dit
jaar van rouw, zijn voor de Katholieken
van Amsterdam een aanleiding om op
een groote meeting op den feestdag van
St. Joseph, onder eere-voorzitterschap
van den Hoogeerwaarden Deken van
Amsterdam, te betuigen van hun liefde
en trouw jegens den Heiligen Stoel, ter
wijl zij opeischen het herstel van diens
onschendbare rechten, en nederig vragen
om Uw Apostolischen Zegen."
Met den gemeenschappelijken zang:
„Aan U, o Koning der Eeuwen", werd
deze grootsche, heerlijk geslaagde Katho
lieke manifestatie gesloten.
Vacature algem. Rekenkamer.
Aan de Tweede Kamer is mededeeling
gedaan van de volgende lijst van sollici
tanten voor de vervulling der vacature
in. de Algemeene Rekenkamer:
H. F. W. Becking, te 's-Hage; A. P. J.
van der Laaken, te 's-Hage; C. F. Rech-
lien Morra, Secretaris van de Algemeene
Rekenkamer, te 's-Hage; Jhr. J. O. de
Jong van Beek en Donk, oud-gouver
neur van Curasao, te 's-Hage; F. Bar-
telink, te Maastricht; J. H. Koek, le
Hilversum; M. J. D. Merens, te Am
sterdam; W. C. A. Baron van Vreden-
burch, te 's-Hage; Mr. 1. B. Breukel-
man, Referendaris bij den Raad van State,
te 's-Hage; A. E. J. Bert'ing, te Leeu
warden; Mr. J. J. Moll, te Dordrecht;
Jhr. L. A. M. von Schmid, te 's-Hage;
H. W. Baron van Till, te 's-Hage.
Ouderdomsvoorziening in België.
Aan de nabetrachting van inr. dr. A.
van Rijckevorsel, toegevoegd aan het
verslag over de ouderdoms voorziening
in België (zie ons blad van gisteren)
ontleencn wij nog het volgerfde:
In 1900 hoopte men, dat de patroons-
eventualiteiten zoovele „arbeiders" in en-
geren zin bij de Lijfrentekas zouden aan
sluiten, dat een verplichte verzekering zou
van hem gehoord. Op dezen somberen
dag nu, waarop men nauwelijks tien pas
sen van zich af kon zien, ging Ann*
Grandjean, me teen mand aan den arm,
naar de markt om inkoopen te doen en
kwam zij na verloop van een half uur al
weder in een hoogst opgewonden stem
ming de werkplaats van baas Grob bin
nenstormen. Zij beweerde dat zij Hugo
op de straat had ontmoet.
Baas Gottfried vroeg haar waar hij
nu dan was en wat hij gezegd had.
Anna kon geen woorden genoeg vin
den om weer te geven wat zij wilde zeg
gen, zoodat men slechts een verwarde
beschrijving kreeg. Haar zwager maakte
daar echter uit op, dat Hugo haar in
den mist was tegengekomen, dat hij ech
ter zeer veranderd was, geen knevel
meer droeg, maar, volgens Amerikaansch
gebruik, een boksbaard, doch niettemin
had zij hem toch dadelijk herkend. Aan
zijn gang wist zij heel zeker dat hij het
geweest was, zij had hem aangekeken
tot hij in den mist verdwenen was, had
hem toen nog nageloopen, maar het was
zóó donker op de straat dat zij hem
niet meer had kunnen vinden.
Baas Gottfried bromde niets an ers
dan: „Droombeelden!" en geloofde er
geen enkel woord van. Zijn schoonzus
ter hield het eHiter w"' 1 ter "do
en hoopte maar dat er jets zou gebeu-
kunnen achterwege blijven. Dat is niet
geschied, maar daarentegen hebben de
pensioenkassen honderdduizenden min
vermogenden, niet op de eerste plaats
bedoelde „arbeiders", tot de verzekering
weten te brengen.
Een voortreffelijke eigenschap dezer
voorziening, met inbegrip der toelagen
van 65 frank, is, dat zij zuinig werkt
De administratiekosten zijn zeer laag.
Intusschen: er worden lasten op de
toekomst geschoven. Niet alleen bij den
vorm van een groeiend tekort der lijf
rentekas, doch ook door onvoldoende
stortingen in het bijzonder fonds der ou
derdomspensioenen. Moeilijkheden zijn
tot nogtoe slechts hierdoor voorgekomen
dat de postdienst, die met de uitbetaling
der toelagen van 65 frank is belast, de
rekening eerst na drie jaren indient.
Hoogere stortingen in het bijzonder
fonds zijn dus noodig. Wijziging van het
tarief der lijfrentekas zal waarschijnlijk
tot verhooging der premiën noodzaken.
Aanneming van het wetsvoorstel op de
mijnwerkerspensioenen zal de uitgaven
eveneens sterk doen stijgen. Buiten de
normale ontwikkeling der verzekering zijn
er dus verschillende oorzaken, die in de
naaste toekomst den geldelijken last aan
merkelijk zullen verzwaren, doch het
laat zich aanzien, dat de staatsfinanciën
ook deze nieuwe bisten zullen kunnen
dragen.
HaJ de mutualiteit vóór 20 jaren reeds
hare huidige ontwikkeling bereikt, waar
schijnlijk ware het monopolie der lijf
rentekas achterwege gebleven.
Thans vervult de mutualiteit in de ou-
derdomsverzekering eene functie die ei
genlijk niets mutualistisch heeft Andere
organisaties zouden evengoed gelden van
hare leden kunnen innen en in de lijfren
tekas storten.
Toch is het een zeer gelukkige ge
dachte geweest, de mutualiteit met de lijf
rentekas te doen samenwerken. Nu heeft
de mutualiteit de ouderdomsverzekering
en de ouderdomsverzekering de mutuali
teit vooruitgebracht.
En in een tijd, waarin een sterke nei
ging tot onvoorzichtige toezegging van
ouderdomstoelagen bestond, is de vor
ming van vele onsoliede lijfrentekassen
voorkomen.
Doch het is zeer wel mogelijk, dat op
de bestaande algemeene voorziening nog
meer bijzondere voorzieningen zullen ge-
ent worden, en dat deze de „arbeiders"
en hunne werkgevers tot storten zullen
verplichten. Waarschijnlijk zal men dan,
als in het wetsvoorstel op de mijnwer
kerspensioenen, trachten met een mini
mum van verplichting te volstaan en be
proeven, al zal het moeilijk blijken, de
mutualiteit ook in de verplichte verzeke
ring tot tussehenpersoon te maken.
STATEN-GENERAAL.
TvVEEDE KAMHkV
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Ten vervolge op de beantwoording van
de vraag van den heer Thomson, betref
fende een bericht, omtrent een door een
civiel gezaghebber op Timor toegepaste
straf, heeft de Minister van Koloniën,
de heer De Waal Malejijt, geantwoord,
dat inderdaad een civiel gezaghebber op
het eiland Timor eenige inlanders, die
hij wegens hun ongepaste houding en
optreden met aanhouding had gestraft,
gedurende hun straftijd van 8 uur voor
middags tot 1 uur namiddags met ge
bogen hoofd in de zon heeft laten zitten,
met streng verbod te praten of sirih te
kauwen. Deze civiel gezaghebber is, na
dat hij reeds aanstonds door den resident
van Timor en onderhoorigheden van zijn
standplaats was teruggeroepen, bij be
sluit van den directeur van binnenten Isch
bestuur van 22 November 1910, wegens
ongeschiktheid ontslagen.
Wijziging der Indische begrooting
voor 1911.
Een wetsontwerp is' ingediend tot
wijziging der begrooting van NederL-
Indië voor het dienstjaar 1911.
Bacovencultuur.
Zooals door den Minister van Koloniëp
bij de behandeling van de Suririaamsche
ren wat bewees-dat zij gelijk had gehad.
Maar er daagde niets op.
Het liep reeds tegen Kerstmis toen
baas Gottfried op zekeren dag van een
werk bij een der rijkste burgers terug-
keerend, vernam dat een groot huis in
zijn buurt verkocht was en dat daarin
een groot warenhuis zou komen. Een
Amerikaan, Grob geheeten, zou deze
zaak op touw zetten, maar deze was
nu nog niet in St. Felix; een paar uren
had hij daar onlangs slechts vertoefd om
het koonpdntract te teekenen.
Dé odde man sprak echter niet ver
der over deze zaak. Wel had hij even aan
zijn zoon gedacht, toen hij den naatn
Grob hoorde maar dadelijk daarop spr lc
hij in zich zelf: hoe zou die windbuil
van een Hugo aan het daartoe benoo-
digd kapitaal gekomen zijn? An'dcre i
daarentegen beraadslaagden wel over :t
feit en Anna Grandjean hoorde het o- k.
Zij was buiten zich zelve van opgewo t-
denheid. Het zou Hugo zijn ca nieman
anders. Zij was hein immers onlangs -
g.ngekomen! Baas GottSrted en Adli, t'
juist even bij hein was, h; ir. de hi' s-
kamcr op de canapé toer. ~:et nier v-
tje vertelde. Adli werd doodr. 'eek, :n
zag d n meubelmaker aan, maar deze
antwoordd schijnbaar kalm:
IWofut vervolgd).