Het lied van Garens. Uit de Pers. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant Van Zaterdag 25 Februari. Over alles en nog wat. ui. De eerste communie der kinderen. Er is eenige beroering gewekt door ffet laatste bisschoppelijk schrijven, dat ^palingen inhield over de eerste H. fcomtaïunie der kinderen en dat gevolgd Werd door een mededeeling van de fe.Eerw. Pastoors dezer stad, hoe dit jaar dten opzichte van de Communiekinderen ;fcal worden gehandeld. 'tKomt mij geheel rationeel voor, dat er geredeneerd en gesproken wordt over 'den aanstaanden communiedag. Ik kan imij heel best indenken de teleurstel ling, bij velen gewekt, door het ver vallen van het groote ceremonieel, waar fme'de tot nu toe het aanneemsfeest ge vierd werd. Wij waren het van jongsaf zoo ge- 'jvoon. We hebben meisjes en jongens 'zien aannemen, de jongens in' hun mooi zwart pakjede meisjes in hun witte 'ikleeren met bloemkroontjes in 't haar. (We hebben het plechtige indrukwek kende kerkfeest bijgewoond en 't maakte op ons een diepen indruk, als die stoet van kleinen langs ons trok en devote- 1 ijk tot de communiebank naderde. We hebben de feesten gezien in den Ruise- IJijken kring, waar gejubeld werd om het geluk der kinderen. Hoeveel jongere kinderen hebben zich gespitst op den dag, waarop hun, even als hun ouderen broertjes en zusjes, het igeluk ten deel zou vallen hun eerste communie te doen en hoe hebben zij .gedacht aan de mooie kleertjes en den blijden feestdag. Met w el kg idealen zijp zij verleden jaar ter aanneermsleerinig gegaan.... en nu, nu is alles veranderd, vereenvoudigd. Geen gesluierde bruidjes meer, geen extra communiepakjes geen plechtige 1 hoogmis, geen rijtuigen, geen uitbun dige feestjes, kortom alles eenvoud, al les zonder drukte. Dat een dergelijke ingrijpende ver andering de gemoederen in beweging Zou brengen, wie zou anders veronder stellen En toch, bij "kalm nadenken, zal men tot de overtuiging komen, dat de geno men maatregelen, ingrijpend als ze ook mogen wezen, voortreffelijk en toejui- i c'henswaardig zijn. Reeds bij het verschijnen van het pau selijk decreet, waarvan de bisschoppelij ke bepalingen een uitvloeisel zijn, is opgemerkt dat een toelaten van het kind op jeugdiger leeftijd tot de H. Ta fel aanbevelenswaardig was. Er werd daardoor we! een zwaardere verplich ting den opvoeders opgelegd, om nl. de kinderen meer en beter dan tot dus verre in te prenten pen diepe gods vrucht voor Jesus in het H. Sacrament. 'Zij zullen zich meer moeite moeten ge ven om het kind eenigermate te doen be seffen het groote geluk der H. Communie 'Maar Jezus nadert in een reiner kinder hart en reeds op jeugdigen leeftijd heeft Jhet kind het voorrecht, dat ons ouderen zooveel later pas geschonken werd, meer malen Jt;e mogen aanzitten aan Jezus' liefdedisch. Zouden wij dan het kind van die groo te genadegave willen aftrekken door mooie kleertjes? Zouden wij de aan dacht willen afleiden door het verlangen naar huiselijke feestjes? Zouden wij niet veel liever zeer grooten eenvoud .willen betrachten, om daardoor des te meer aan te duiden, dat het geluk alleen bestaat in het ebzit van onzen goeden Zaligmaker Indien wij inderdaad goed Katholiek' zijn, indien wij het beschouwen als een groote niet genoeg te waardeeren wel daad tot het H. Sacrament te mogen na deren, dan moeten wij onzen' Paus in nig dankbaar zijn, dat hij het mogelijk maakte onze kinderen op zoo jeugdigen leeftijd reeds aan dit geluk deelachtig te doen worden. FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 73) „Dat zal aannemelijk schijnen", zei Piernic, „te meer wijl mevrouw Gene- viève, met mij tijdens de afwezigheid .van haar oom alles in orde hebbende gebracht, inderdaad iemand naar het [kasteel moest zenden, om Raffut naar Zijn nieuw logies te geleiden. Maar wat zal ik doen, als hij eenigszins beschon ken is, verondersteld dat hij nog meer dorst heeft, en mij gelast hem1 naar zijn slaapkamer te brengen „In plaats van hem naar zijn slaapka mer te brengen, moet je hem hierheen geleiden naa,r de groene kamer?"- „En zult u hem hier wachten „Ja, Pierniic, 'hier zal ik hem wachfen'A Piernic begon nu het plan van( lady iRoswald te doorschouwen. „Ik veronderstel," zei hij, „dat Raf fut ,als hij den weg herkent, dien ik hem laat gaan, en ziet, naar welke ka- hier ik hem breng, me niet gewillig z;al Volgen". Wij moeten dan tevens prijzen het wij- Ze besluit, dat alle wereldschië aanhang sels van /dit goddelijk geluk tracht af- te snijden. Want ontkend kan 't niet wor den, dat bij velen het eerste Communie feest ontaardtdat stapels cadeautjes overdreven kleeding, vrooiijbe feestvie ring de aandacht van het kind aftrekken en dat de dag, die moet zijn een dag van godsvrucht, vervormd is tot een dag van wereldsch vermaak. Wie dat inziet, zal met de bisschop pen en de pastoors medewerken onn de eerste communie te maken tot een kerkelijk feest. Wij staan aan den vooravond van' een groote hervorming. Mochten nu alle Ka tholieken eens zoo verstandig wiezen dc terecht gedisqualificeerde gebruiken af te schaffen. Het kost misschien een opoffering van eigen inzicht't kost wellicht het overwinnen van een teleurstelling. Maar daartegenover staat een oneindig groot geestelijk geluk voor de kleine on schuldige kinderen, dat wij door opschik en vermaak zouden kunnen verminderenl Geen bond om zulks te beletten is daarvoor noodigslechts eenige goe de wil in het opvolgen van de besluiten der 'Kerkelijke Overheid. Observator. „De Komende Man". De (oud-lib.) „Nieuwe Courant" voorspelt aan het slot van een hoofd artikel nogmaals, dat, bij e|ene eventu- eele zegepraal van de Linkerzijde, onder de algemeene kiesrecht-leuze, mr. Troel stra achter de groene tafel zal plaats nemen. Wij lezen: De Lib. Unie (bereidt) zich voor de gansche verkiezingscampagne van 1913 te stellen onder de actueele hoofdleuze (Algemeen Kiesrecht) der sociaal-demo cratie. Met het veldteeken van de so ciaal-democratie voorop, wenscht zij dat van nu af aan de politieke strijd tegen de rechtsche coalitie zal worden gevoerd Behoeft het dan nader betoog, dat, indien ooit een stembusoverwinning in dat teeken mocht worden blehaald, de parlementaire gevolgen daarvan aanvaard zouden moeten worden? Dit bedoelden wij te doen uitkomen, met onze opmerking, dat de heer Troel stra met den dag meer ministrabel wordt en daartegenover schijnt de tegenwer ping van „Het Vaderland", dat de S, D. A. P. nog eerst heel wat Marxistisdien ballast overboord zal hebben te werpen, weinig afdoend. Men heeft, in Frankrijk bijvoorbeeld, socialistische leiders een dergelijke operatie zonder veel moeite zien voltrekken als de parlementaire basis er maar eenmaal was! Daarom is het ook zoo grenzenloos naïef (indien niet erger) de geruststelling van het „Vad.", dat wij toch niet zullen kunnen nalaten aan de tegenspraak, waarmede „Het Volk" zich gehaast heeft onze op merking omtrent Troelstra's mogelijik mi nisterschap te beantwoorden, waarde te hechten. Neen, wij hechten daaraan in het minst geen waarde. Aan die tegenspraak min der dan aan eenige andere. De S. D. A. P. en de heer Troelstra kunnen niet an ders dan zulke veronderstellingen op de meest besliste en volstrekte wijze tegen spreken, tot den dag waarop een vrijzin nige kabinetsformateur op grond van de samenstelling eener bij de stembus onder hun hoofdleus verworven parlementaire meerderheid, een of meer plaatsen in het ministerie aan de leiders der socialistische partij komt aanbieden. Dat zij de nadering van dien dag of de bestendiging der rechtsche coali- tiemeerderheid door de aanheffing van de algemeen kiesrechtleus krachtig bevordert, daarvan behoort de Liberale Unie zich rekenschap te geven. Dat zij daardoor de stemmen zal winnen van vele liberalen, die ziyh tot nu toe niet onder hare vanen schaarden, komt ons niet waarschijnlijk voor. En allerminst, dat de Vrije-liberalen, hoe zij ook over de rege ling van "het kiesrecht mogen denken, in een dergelijke toekomst e'en ge- „Dat is juist het moeilijke van de zaak, mijn waarde vriend. Gelukkig zijn al de gangen heel donker. En jij moet! nu, hem voorlichtend met je dieven lantaarn, zorg dragen het licht zóó te doen vallen, dat hij de vertrekken, welke hij doorloopt, niet herkennen kan'. Het is voldoende, dat jij weet, waar je b!ent". „O, dat zal best gaan, en ajs hij aan geschoten is, dan zal het mij gemakke lijk vallen, hem te misleiden. Stel heft volste vertrouwen in mij, mevrouw, laat mij maar begaan ik heb me nog vergpe- ding te verschaffen voor mijn vierjarige opsluiting en ben vrij zeker, op dat be slissend oogenblik goede ideeën te zul len hebben, Ten bewijze denk ik n'amie- lijk aan het volgende: Op zij;n tochten door de streek draagt Raffut altijd een pistool. Hij legt dit dikwijjls op de ta fel, dicht bij hem, wanneer hij: alleen eet, en ook legt hij het soms, heeft !mie de oude huishoudster gezegd, aan het hoofdeinde van zijn bed, onder bereikt van zijn hand, alvorens in te slapen!. Ik zal er voor zorgen, dat pistool fë doen verdwijnen." „Dioe dat niet, Piernic, hij zou het merken, en dat zou zijn achterdocht wekken. Ik zai je iets nog moeielijkers ve,rAO£kleiu; ^ïRaad het p.isjp&l* dat i§ wenschten of zelfs bruikbaren grondslag voor de regeering van de linkerzijde zou den zien of deze helpen tot stand bren gen. Liberale Verzamelleus. Over het gehaspel tusschen de vrij zinnige groepen schrijft het „Cen trum". Het is niet onvermakelijk, de schier wanhopige pogingen gade te slaan, wel ke van de zijde der verschillende libe rale groepen worden aangewend, om nu reeds met elJfiiaar tot overeenstem ming te geraken, voor een gemeenschap pelijke stembus-campagne in.... 1913. Als „feindliche Brüder" staan zij her haaldelijk tegen elkander over, en met name voerden het Unie liberale „Va derland" en de vrijliberale „Nieuwe Courant" in den laatsten tijd bij: her haling vrij vinnige polemieken, met el kaar. De leus van algemeen kiesrecht, welke thans door alle groepen der Linkerzijde op die der vrij-liberalen na wordt aan geheven, is voor deze laatste een bijster onaangenaam ding Zij ziet daarin en niet geheel ten onrechte voor de eigen partij een waar schrikbeeld. Maar van den anderen kant is het toch ook geen aangenaam vooruitzicht, met tertijd bij de stembus geheel aan eigen krachten te worden toegelaten, en door unie-liberalen en vrijzinnig-democraten te worden „uitgeworpen", zooais voor eenige weken, pfof. van Embden dit' verlangde. Men moet dus op de een of andere wijze trachten, het pad te effenen voor een accoorden zoo vond men reeds vroeger als „correctief" voor het algie- meen kiesrecht van amendementen voor de Eerste Kamer uit. De andere fracties van 'links willen daaraan echter niet gelooveneai nu is een der vrij-liberale voormannen, prof. Visser van IJ zendoorn, dezer da gen in zijn te Gorinchem gehouden rede een aardig stapje verder gegaan en heeft hij deze uitbreiding van de bevoegdheid der Eerste Kamer als noodzak el ijke voor waarde, die van vrij-liberale zijde zoo worden gesteld, prijsgegeven. Het „Vaderland" is daarover in de wol ken en jubelt reeds, dat de vrije libera len, of althans „de beste elementen,, onder hen, zich ten slotte bij de ove rige liberalen en hun verdere Linksche bondgenooten zullen aansluiten. De „Nieuwe Courant" toont echter minder enthousiasme en blijft tegen stribbelen. „De liberale unie bereidt zich voor", schrijft zij, „de gansche verkiezingscam pagne van 1913 te stellen onder de ac tueele hoofdleuze der sociaal-democra tie. Met het veldteeken der sociaal-demo cratie voorop wenscht zij, dat van nu af aan de politieke strijd tegen de recht sche coalitie zal worden gevoerd. „Het is nog steeds te machtig voor de „Nieuwe Courant". Maarwe schrijven nog geen 1913. Tegen dien tijd men kan er wel bijna zeker van wezen zijn de vrije liberalen den Rubicon reeds overge trokken en hebben zij het oude stembus allegaartje van vorige verkiezingsjaren glorierijk hernieuwd. Want ten eerste is de ki'esredhtleus zooals die thans van Links wordt aan geheven, en gelet op de eigenaardige e;i niet onbelangrijke meeningsverschilleii welke zich daaromtrent openbaren, zeer elastisch. En ten andere is men ajyi de overzijde, met <?f zonder algemeen stemrecht, toch altijd voor en Ijoven alles a n t i-c I e r i ca a 1, gelijk ook de heer Visser van IJzendoorn zeer ondub belzinnig te kennen gaf En zoo vinden vrije-liberalen en' Unie- liberaien en vrijz.-democraten en sociaal democraten elkander regelmatig aan de stembus terug, wanneer het gaat tegen de candidaten van rechts. Het anti-clericalisme is en Ijüijft de groote verzamelleus van alle groepen der linkerzijde. De kustverdediging. Een „Standaard"-driestar over dit onderwerp, begint met den aanhef: We winnen terrein. voldoende". „Dat zal ik doen. Bent u ook gewa pend „Ja. In geval van gevaar heb ik een Zakpistool, maar ik ben vrijwel over tuigd, dat ik het niet noodig zal heb ben. Ik reken op je Piernic?'. „Op mijn woord, mevrouw, ik zal den schurk hier in deze kamer brengen". „En je moet achter hem de deur gp slot draaien." „Dat zal ik doen; maar..*' „Ik wil het". „Goed ik zal het doen. Maar zult u niet bang wezen hoe onvers chrokk enl u ook bent om onder vier oogen met dien booswicht te wezen „Als een van ons tweeën bang moet wezen," antwoordde lady Roswald, „dan is hij het-". Onder liet spreken had zij haar hoed met sluier afgezet. De krullen van haar kastjebruin haar, zonder nog een enke len zilverdraad, golfden over haar schou ders en nu ook haakte zij de gesp van haar bontmantel los. Zij bleek gekleed in 'n grijze japon met een zwart man1- teltje, en Piernic riep ontroerd uit: „O, mevrouw, dat is juist het kos tuum, dat onze goede markiezin droeg, tqea iis Jhf&c |ia,aj; ^gegs jiêbj lerpgge- Na er op gewezen te heboen, dat de Engelsche Minister van Buitenlandsche Zaken zijn verklaring veel voorzichti ger formuleerde, dan die te Parijs en onbetwistbaar recht erkende om op ons eigen territoir zooveel fortificatie aan te leggen als ons goed dacht, acht het blad het niet minder opmerkelijk, dat de pers in Engeland reeds ten deele om ging en een geheel andere houding aan neemt dan zij eerst deed. Het onvoorzichtig geschrijf van Ro land de Mares heeft onze regeering eer geholpen dan in moeite gebracht. Aanvankelijk was de oppositie tegen de versterking van Vlissingen hier zeer sterk, en scheen het wel, alsof het ont werp inzake de kustverdediging «en stormram kon worden, bij uitnemendheid geschkt om onze Regeeriing in zoo ern stige moeilijkheid te brengen, dat het Kabinet er door vallen kon. Reeds nu echter is dit blaadje geheel omgekeerd. De nieuwe Minister van Oorlog deed een uitstekend werk, toen hij besloot de militiewet te verhaasten maar afgezien hiervan is het nationaal gevoel in ons land zoo gevoelig geprik keld, 'dat niet weinigen die begonnen met zich onder de oppositie te scharen nu reeds roepen: „Al komt er nergens anders een fort bij, dat bij Vlissingen moet er nu komen". Men wil niet dat de indruk gevestigd worde, alsof we, uit vrees voor het buitenland, geein heer en meester op ons eigen territoir zouden durven blijken. Aan de berichten uit de afdeelingen der Kamer, die men naar het buitenland overseinde, en die in de Fransche pers gretig werden opgenomen, alsof in de ze afdeelingen de meerderheid zich te gen het ontwerp zou hebben verklaard, schenkt hier te lande niemand die op de hoogte is, geloof. Reeds de samenstelling van de Com missie van rapporteurs toont het tegen deel. Als 3 van de 5 leden van rechte zijn, spreekt het wel vanzelf, dat de meerderheid in de afdeelingen gunstig voor 't ontwerp gestemd was En zelfs uit het feit dat in twee afdeelingen de heeren Thomson en Eland gekozen werden, valt nog allerminst af te lei den, dat men althans in die beide af deelingen tegen het ontwerp was. Van de afdeeling die den heer Thomson koos moge dit in haar meerderheid juist zijn van den heer Eland is volstrekt niet vooraf te zeggen, of hij onverzoenlijk verzet tegenover de versterking van Vlis singen vertegenwoordigt. Men heeft dit af te wachten. Zonder overdrijving mag men dan ook zeggen, dat, vergeleken bij een maand geleden, de kansen vóór het ontwerp op hoogst verrassende wijze gestegen zijn, en dat de regeering hier te lande alleszins reden heeft om over den loop van zaken tevreden te zijn. De onvoorzichtige aanval van buiten heeft ons goed gedaan. Door dien aan val is het nationaal gevoel, dat sliep, wakker geworden. Het heeft ons ge leerd, dat men buitenaf zich inbeeldde naar willekeur over ons te kunnen be schikken. Bovendien heeft de opinie die zich in Duitschland en Oostenrijk, twee der Tractaatmogendheden, liet verlui den, ons nu reeds volkomen gerustge steld, dat we in geen geval alle gua- rantmogendheden tegen ons krijgein. Van België is het verzet nog veel min der te duchten. Men weet in België zeer wel, dat het belang van beide landen geen verdeeldheid toelaat, en dat, als 't er op aankomt, België juist jn ons land zijn trouwsten helper zal vinden. Vooral met het oog op de viering van onze onafhankelijkheid in 1913 komt ens deze loop van zaken zeer te stade. Om zulk een 100-jarig feest met gieest- drift te kunnen vieren, was juist noo dig, dat we ons als natie weer een oogen blik één tegenover het buitenland voel den. En juist dit besef van eenheid heeft de oppositie van den Franschen kant ons hergeven. Langs revolutionairen weg. Het (A. R.) „Friesch Dagblad" schrijft onder dit opzicht: Veertig jaar geleden. bracht". „Ik had juist een japon als den ha ren", zei de tante van den markies, meft een zonderlingen glimlacht, „en ik zal nooit beter gelegenheid hebbe^ om ze te dragen". Zij begrepen elkander met een vluch- tigen blik. Piernic besdiouwde beurtelings de dame en het portret boven den schoor steen en hij mompelde in een soort van geestvervoering: „Dergelijke gelijkenis is een waar wonder. Ik meen ze te zien, daar levend vóór me, onze arme, goede markiezin, en toch zou ze nu verscheidene jaren ouder yijn geweest; maar gij;, mevrouw gij schijnt thans even jong, als zij des tijds was." „Dat komt, omdat ik niet hetzelfde verdriet heb' gehad, als mijn zuster, want, Goddank, lord Roswald i$ nog in leven". En een eind makend aan' de vervoe ring waarin Piernic haar roerloos aan schouwde, ging zij levendig voort: „Maar denk' aan hetgeen ons hog te doen staat. Raffut kan elk oogenblik Ikdmen". De grijsaard verdween onmiddelijk en lady Roswald ^vas nu ajleen. Zjj ver- Toen werd het gebouw der eenheid van Italië voltooid. Rome viel, de paus! verloor zijn wereldlijke macht en del koning van Italië regeerde over de gan sche „laars" Dit feit werd dezer dagen door deta! eersten minister van Engeland op sym pathieke wijze besproken, waarop dei Italiaansche premier een even sympa thiek antwoord gaf. Zooals men weet, deelt een anti-reven lutionair deze opgetogenheid niet. Do wijze, waarop Victor Emanuel en Garri- baldi in Italië en Bisniarck in Duitsch land, de kaart van het land hebben „her zien" en „vereenvoudigd", door tal vart souvereine, kleine staatjes om te kege-i len en in hun zak te steken, was rtevo* lutionair. Revolutionair k la Napoleon. Groen van Prinsterer heeft daar in dertijd kloek tegen getuigd. De „rechts positie" der „kleine Staten" is er sinds dien tijd niet sterker op geworeïen. Sta- tenroof is óók roof, al is 't een gekroond hoofd, die er zich aan schuldig maakt en al juicht een gansche natie hem1 toef Landverhuizersverkeer door Pruisen, De „Nieuwe Rotterdamse.» e Couran t" bespreekt de moeilijkheden die de Russische landverhuizers bij hun aankomst ondervinden. Ongetwijfeld zal een gevoel van wre vel en ergernis een ieder bevangen, dia van de feiten kennis neemt. Ten gevolge van de maatregelen der Duitsche regee ring, die, naar algemeen aangenomen wordt, handelt onder den invloed van een paar Duitsche scheepvaartmaatschappijen welke het verkeer over hunne lijnen wil len trekken, wordt er met arme men- schen, stakkers, die of in de nieuwe we reld niet geslaagd zijn, of met hard wer ken daar een spaarduitje hebben ge maakt, dat zij in hun v d rian i wenschen te verteren, gesold en gespeeld, gelijk de kat doet met de muis. Geheel onno dig worden de menschen gekweld. Er worden, bloot om het verkeer over de niet-Duitsche havens te bemoeilijken en te belemmeren, eischen voornamelijk betreffende het bezit van een pas ge steld, waaraan geen Rus nagenoeg kan voldoen, en geen nagenoeg ook voldoet Oók niet de Russen en dit willen wij nog wel eens in het licht stellen die over de Duitsche havens, of door enkele bevoorrechte niet-Duitsche stoomvaart maatschappijen op het vasteland worden aangebracht. Toch verneemt men niet, dat die Russen niet in hun land kunnen binnenkomen. Trouwens, er zijn in de vorige weken door het Russische consu laat passen aan Russen uitgereikt, die blijkbaar in staat zijn Rusland voor de Russen te openen. Ook de Russen, die thans hier vertoeven, kunnen dergelijke passen krijgen, maar niettemin schijnt men in Duitschland de menschen niet te willen doorlaten. Dit is wel dc sprekend ste aanwijzing, dat het niet zoozeer de vrees is, om met armlastige vreemdelin gen te worden opgescheept om een familiair woord te gebruiken als wel de geneigdheid om het verkeer te belem meren, die de Duitsche autoriteiten, en wie achter hen staat, leidt. En het ver keer over Duitschland, zoo de reizigers v de diensten van een niet geprivile gieerde maatschappij wenschen gebruik te maken, wordt evenzeer bemoeilijkt Zoo ver gaan de Duitsche autoriteiten, dat zelfs voor niet-Iandverhuizers, voor gewone reizigers, de grens wordt geslo ten, of de doortocht naar ons land belet wordt. Dat de uiterst harde, ja, in menig ge val hartelooze houding der Duitsche auto riteiten hier te lande groote ontstemming verwekt, ligt voor cfe hand. Er is echter meer. Gezegd- wordt, dat de maatregelen gepaard gaan met een stelsel van spion- nage, verklikking en waarschuwing hier te lande, dat vierkant tegen de Neder- landsche opvattingen indruischt, en niet nalaten kan, den naam ook van Neder land schade te doen. En ten slotte is hetgeen thans geschiedt ergerlijk, omdat daarmee feitelijk een aanslag wordt gedaan op het beginsel van vrijheid van verkeer over onze havens. Wij stellen onze havens open, zonder voorkeur, en op gelijken voet voor allen die daarvan gebruik willen maken, doch borg haar bontmantel en haar hoed, blies de kaars uit en nam met genoe gen waar, dat de blinden voor de ra men der groene kamer open waren ge bleven. Het maanlicht stroomde vrij 't vertrek binnen. Zij zette zidi in de leunstoel neer, waarin haar zwager ge woon was te zitten, en waarin ook haar zuster had gezeten, voordat zij laagr- hartig werd gedood. En zonder zich over te geven aan droom er ijen of aan herinneringen, welke haar geestkracht zoo noodig voor dez 'laad van gerech tigheid, konden verlammen, trok zij ha re gedachten samen op'de laatste moei lijkheden van haar onderneming, ten einde deze beter ten uitvoer te bren gen. Zij rangschikte de feiten, zooals die volgens haar overtuiging zich vóór jaren moesten hebben "1 ragen. Ja, het moest inderdaad gaan zijn als Pier nic het veronder Geheel het dra ma stond haar klaar vóór den geest. De mise-en-scène was volkomen dezelfde. Zij had nog slechts hare rol van rechts- pleegster te vervullen, zonder dat een woord te veel, een onhandig gebaar, de tragische herinnering, welke zij wilde doen herleven, verstoorde. (Wordt .vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9