Het lied van Garens.
Uit de Pers.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
Van Zaterdag 25 Februari.
Over alles en nog wat.
ui.
De eerste communie der kinderen.
Er is eenige beroering gewekt door
ffet laatste bisschoppelijk schrijven, dat
^palingen inhield over de eerste H.
fcomtaïunie der kinderen en dat gevolgd
Werd door een mededeeling van de
fe.Eerw. Pastoors dezer stad, hoe dit jaar
dten opzichte van de Communiekinderen
;fcal worden gehandeld.
'tKomt mij geheel rationeel voor, dat
er geredeneerd en gesproken wordt over
'den aanstaanden communiedag. Ik kan
imij heel best indenken de teleurstel
ling, bij velen gewekt, door het ver
vallen van het groote ceremonieel, waar
fme'de tot nu toe het aanneemsfeest ge
vierd werd.
Wij waren het van jongsaf zoo ge-
'jvoon. We hebben meisjes en jongens
'zien aannemen, de jongens in' hun mooi
zwart pakjede meisjes in hun witte
'ikleeren met bloemkroontjes in 't haar.
(We hebben het plechtige indrukwek
kende kerkfeest bijgewoond en 't maakte
op ons een diepen indruk, als die stoet
van kleinen langs ons trok en devote-
1 ijk tot de communiebank naderde. We
hebben de feesten gezien in den Ruise-
IJijken kring, waar gejubeld werd om
het geluk der kinderen.
Hoeveel jongere kinderen hebben zich
gespitst op den dag, waarop hun, even
als hun ouderen broertjes en zusjes, het
igeluk ten deel zou vallen hun eerste
communie te doen en hoe hebben zij
.gedacht aan de mooie kleertjes en den
blijden feestdag. Met w el kg idealen zijp
zij verleden jaar ter aanneermsleerinig
gegaan.... en nu, nu is alles veranderd,
vereenvoudigd.
Geen gesluierde bruidjes meer, geen
extra communiepakjes geen plechtige
1 hoogmis, geen rijtuigen, geen uitbun
dige feestjes, kortom alles eenvoud, al
les zonder drukte.
Dat een dergelijke ingrijpende ver
andering de gemoederen in beweging
Zou brengen, wie zou anders veronder
stellen
En toch, bij "kalm nadenken, zal men
tot de overtuiging komen, dat de geno
men maatregelen, ingrijpend als ze ook
mogen wezen, voortreffelijk en toejui-
i c'henswaardig zijn.
Reeds bij het verschijnen van het pau
selijk decreet, waarvan de bisschoppelij
ke bepalingen een uitvloeisel zijn, is
opgemerkt dat een toelaten van het
kind op jeugdiger leeftijd tot de H. Ta
fel aanbevelenswaardig was. Er werd
daardoor we! een zwaardere verplich
ting den opvoeders opgelegd, om nl. de
kinderen meer en beter dan tot dus
verre in te prenten pen diepe gods
vrucht voor Jesus in het H. Sacrament.
'Zij zullen zich meer moeite moeten ge
ven om het kind eenigermate te doen be
seffen het groote geluk der H. Communie
'Maar Jezus nadert in een reiner kinder
hart en reeds op jeugdigen leeftijd heeft
Jhet kind het voorrecht, dat ons ouderen
zooveel later pas geschonken werd, meer
malen Jt;e mogen aanzitten aan Jezus'
liefdedisch.
Zouden wij dan het kind van die groo
te genadegave willen aftrekken door
mooie kleertjes? Zouden wij de aan
dacht willen afleiden door het verlangen
naar huiselijke feestjes? Zouden wij
niet veel liever zeer grooten eenvoud
.willen betrachten, om daardoor des te
meer aan te duiden, dat het geluk alleen
bestaat in het ebzit van onzen goeden
Zaligmaker
Indien wij inderdaad goed Katholiek'
zijn, indien wij het beschouwen als een
groote niet genoeg te waardeeren wel
daad tot het H. Sacrament te mogen na
deren, dan moeten wij onzen' Paus in
nig dankbaar zijn, dat hij het mogelijk
maakte onze kinderen op zoo jeugdigen
leeftijd reeds aan dit geluk deelachtig
te doen worden.
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
73)
„Dat zal aannemelijk schijnen", zei
Piernic, „te meer wijl mevrouw Gene-
viève, met mij tijdens de afwezigheid
.van haar oom alles in orde hebbende
gebracht, inderdaad iemand naar het
[kasteel moest zenden, om Raffut naar
Zijn nieuw logies te geleiden. Maar wat
zal ik doen, als hij eenigszins beschon
ken is, verondersteld dat hij nog meer
dorst heeft, en mij gelast hem1 naar
zijn slaapkamer te brengen
„In plaats van hem naar zijn slaapka
mer te brengen, moet je hem hierheen
geleiden naa,r de groene kamer?"-
„En zult u hem hier wachten
„Ja, Pierniic, 'hier zal ik hem wachfen'A
Piernic begon nu het plan van( lady
iRoswald te doorschouwen.
„Ik veronderstel," zei hij, „dat Raf
fut ,als hij den weg herkent, dien ik
hem laat gaan, en ziet, naar welke ka-
hier ik hem breng, me niet gewillig z;al
Volgen".
Wij moeten dan tevens prijzen het wij-
Ze besluit, dat alle wereldschië aanhang
sels van /dit goddelijk geluk tracht af-
te snijden. Want ontkend kan 't niet wor
den, dat bij velen het eerste Communie
feest ontaardtdat stapels cadeautjes
overdreven kleeding, vrooiijbe feestvie
ring de aandacht van het kind aftrekken
en dat de dag, die moet zijn een dag
van godsvrucht, vervormd is tot een
dag van wereldsch vermaak.
Wie dat inziet, zal met de bisschop
pen en de pastoors medewerken onn
de eerste communie te maken tot een
kerkelijk feest.
Wij staan aan den vooravond van' een
groote hervorming. Mochten nu alle Ka
tholieken eens zoo verstandig wiezen dc
terecht gedisqualificeerde gebruiken af
te schaffen.
Het kost misschien een opoffering
van eigen inzicht't kost wellicht het
overwinnen van een teleurstelling. Maar
daartegenover staat een oneindig groot
geestelijk geluk voor de kleine on
schuldige kinderen, dat wij door opschik
en vermaak zouden kunnen verminderenl
Geen bond om zulks te beletten is
daarvoor noodigslechts eenige goe
de wil in het opvolgen van de besluiten
der 'Kerkelijke Overheid.
Observator.
„De Komende Man".
De (oud-lib.) „Nieuwe Courant"
voorspelt aan het slot van een hoofd
artikel nogmaals, dat, bij e|ene eventu-
eele zegepraal van de Linkerzijde, onder
de algemeene kiesrecht-leuze, mr. Troel
stra achter de groene tafel zal plaats
nemen.
Wij lezen:
De Lib. Unie (bereidt) zich voor de
gansche verkiezingscampagne van 1913
te stellen onder de actueele hoofdleuze
(Algemeen Kiesrecht) der sociaal-demo
cratie. Met het veldteeken van de so
ciaal-democratie voorop, wenscht zij dat
van nu af aan de politieke strijd tegen
de rechtsche coalitie zal worden gevoerd
Behoeft het dan nader betoog, dat,
indien ooit een stembusoverwinning in
dat teeken mocht worden blehaald, de
parlementaire gevolgen daarvan aanvaard
zouden moeten worden?
Dit bedoelden wij te doen uitkomen,
met onze opmerking, dat de heer Troel
stra met den dag meer ministrabel wordt
en daartegenover schijnt de tegenwer
ping van „Het Vaderland", dat de S, D.
A. P. nog eerst heel wat Marxistisdien
ballast overboord zal hebben te werpen,
weinig afdoend. Men heeft, in Frankrijk
bijvoorbeeld, socialistische leiders een
dergelijke operatie zonder veel moeite
zien voltrekken als de parlementaire
basis er maar eenmaal was! Daarom is
het ook zoo grenzenloos naïef (indien
niet erger) de geruststelling van het
„Vad.", dat wij toch niet zullen kunnen
nalaten aan de tegenspraak, waarmede
„Het Volk" zich gehaast heeft onze op
merking omtrent Troelstra's mogelijik mi
nisterschap te beantwoorden, waarde te
hechten.
Neen, wij hechten daaraan in het minst
geen waarde. Aan die tegenspraak min
der dan aan eenige andere. De S. D. A.
P. en de heer Troelstra kunnen niet an
ders dan zulke veronderstellingen op de
meest besliste en volstrekte wijze tegen
spreken, tot den dag waarop een vrijzin
nige kabinetsformateur op grond van de
samenstelling eener bij de stembus onder
hun hoofdleus verworven parlementaire
meerderheid, een of meer plaatsen in het
ministerie aan de leiders der socialistische
partij komt aanbieden.
Dat zij de nadering van dien dag
of de bestendiging der rechtsche coali-
tiemeerderheid door de aanheffing
van de algemeen kiesrechtleus krachtig
bevordert, daarvan behoort de Liberale
Unie zich rekenschap te geven. Dat zij
daardoor de stemmen zal winnen van vele
liberalen, die ziyh tot nu toe niet onder
hare vanen schaarden, komt ons niet
waarschijnlijk voor. En allerminst, dat de
Vrije-liberalen, hoe zij ook over de rege
ling van "het kiesrecht mogen denken,
in een dergelijke toekomst e'en ge-
„Dat is juist het moeilijke van de
zaak, mijn waarde vriend. Gelukkig zijn
al de gangen heel donker. En jij moet!
nu, hem voorlichtend met je dieven
lantaarn, zorg dragen het licht zóó te
doen vallen, dat hij de vertrekken, welke
hij doorloopt, niet herkennen kan'. Het
is voldoende, dat jij weet, waar je b!ent".
„O, dat zal best gaan, en ajs hij aan
geschoten is, dan zal het mij gemakke
lijk vallen, hem te misleiden. Stel heft
volste vertrouwen in mij, mevrouw, laat
mij maar begaan ik heb me nog vergpe-
ding te verschaffen voor mijn vierjarige
opsluiting en ben vrij zeker, op dat be
slissend oogenblik goede ideeën te zul
len hebben, Ten bewijze denk ik n'amie-
lijk aan het volgende: Op zij;n tochten
door de streek draagt Raffut altijd een
pistool. Hij legt dit dikwijjls op de ta
fel, dicht bij hem, wanneer hij: alleen
eet, en ook legt hij het soms, heeft !mie
de oude huishoudster gezegd, aan het
hoofdeinde van zijn bed, onder bereikt
van zijn hand, alvorens in te slapen!. Ik
zal er voor zorgen, dat pistool fë doen
verdwijnen."
„Dioe dat niet, Piernic, hij zou het
merken, en dat zou zijn achterdocht
wekken. Ik zai je iets nog moeielijkers
ve,rAO£kleiu; ^ïRaad het p.isjp&l* dat i§
wenschten of zelfs bruikbaren grondslag
voor de regeering van de linkerzijde zou
den zien of deze helpen tot stand bren
gen.
Liberale Verzamelleus.
Over het gehaspel tusschen de vrij
zinnige groepen schrijft het „Cen
trum".
Het is niet onvermakelijk, de schier
wanhopige pogingen gade te slaan, wel
ke van de zijde der verschillende libe
rale groepen worden aangewend, om
nu reeds met elJfiiaar tot overeenstem
ming te geraken, voor een gemeenschap
pelijke stembus-campagne in.... 1913.
Als „feindliche Brüder" staan zij her
haaldelijk tegen elkander over, en met
name voerden het Unie liberale „Va
derland" en de vrijliberale „Nieuwe
Courant" in den laatsten tijd bij: her
haling vrij vinnige polemieken, met el
kaar.
De leus van algemeen kiesrecht, welke
thans door alle groepen der Linkerzijde
op die der vrij-liberalen na wordt aan
geheven, is voor deze laatste een bijster
onaangenaam ding
Zij ziet daarin en niet geheel ten
onrechte voor de eigen partij een
waar schrikbeeld.
Maar van den anderen kant is het toch
ook geen aangenaam vooruitzicht, met
tertijd bij de stembus geheel aan eigen
krachten te worden toegelaten, en door
unie-liberalen en vrijzinnig-democraten
te worden „uitgeworpen", zooais voor
eenige weken, pfof. van Embden dit'
verlangde.
Men moet dus op de een of andere
wijze trachten, het pad te effenen voor
een accoorden zoo vond men reeds
vroeger als „correctief" voor het algie-
meen kiesrecht van amendementen voor
de Eerste Kamer uit.
De andere fracties van 'links willen
daaraan echter niet gelooveneai nu
is een der vrij-liberale voormannen,
prof. Visser van IJ zendoorn, dezer da
gen in zijn te Gorinchem gehouden rede
een aardig stapje verder gegaan en heeft
hij deze uitbreiding van de bevoegdheid
der Eerste Kamer als noodzak el ijke voor
waarde, die van vrij-liberale zijde zoo
worden gesteld, prijsgegeven.
Het „Vaderland" is daarover in de wol
ken en jubelt reeds, dat de vrije libera
len, of althans „de beste elementen,,
onder hen, zich ten slotte bij de ove
rige liberalen en hun verdere Linksche
bondgenooten zullen aansluiten.
De „Nieuwe Courant" toont echter
minder enthousiasme en blijft tegen
stribbelen.
„De liberale unie bereidt zich voor",
schrijft zij, „de gansche verkiezingscam
pagne van 1913 te stellen onder de ac
tueele hoofdleuze der sociaal-democra
tie. Met het veldteeken der sociaal-demo
cratie voorop wenscht zij, dat van nu af
aan de politieke strijd tegen de recht
sche coalitie zal worden gevoerd.
„Het is nog steeds te machtig voor
de „Nieuwe Courant".
Maarwe schrijven nog geen 1913.
Tegen dien tijd men kan er wel
bijna zeker van wezen zijn de vrije
liberalen den Rubicon reeds overge
trokken en hebben zij het oude stembus
allegaartje van vorige verkiezingsjaren
glorierijk hernieuwd.
Want ten eerste is de ki'esredhtleus
zooals die thans van Links wordt aan
geheven, en gelet op de eigenaardige e;i
niet onbelangrijke meeningsverschilleii
welke zich daaromtrent openbaren, zeer
elastisch. En ten andere is men ajyi
de overzijde, met <?f zonder algemeen
stemrecht, toch altijd voor en Ijoven
alles a n t i-c I e r i ca a 1, gelijk ook de
heer Visser van IJzendoorn zeer ondub
belzinnig te kennen gaf
En zoo vinden vrije-liberalen en' Unie-
liberaien en vrijz.-democraten en sociaal
democraten elkander regelmatig aan de
stembus terug, wanneer het gaat tegen
de candidaten van rechts.
Het anti-clericalisme is en Ijüijft de
groote verzamelleus van alle groepen
der linkerzijde.
De kustverdediging.
Een „Standaard"-driestar over dit
onderwerp, begint met den aanhef: We
winnen terrein.
voldoende".
„Dat zal ik doen. Bent u ook gewa
pend
„Ja. In geval van gevaar heb ik een
Zakpistool, maar ik ben vrijwel over
tuigd, dat ik het niet noodig zal heb
ben. Ik reken op je Piernic?'.
„Op mijn woord, mevrouw, ik zal den
schurk hier in deze kamer brengen".
„En je moet achter hem de deur gp
slot draaien."
„Dat zal ik doen; maar..*'
„Ik wil het".
„Goed ik zal het doen. Maar zult u
niet bang wezen hoe onvers chrokk enl
u ook bent om onder vier oogen met dien
booswicht te wezen
„Als een van ons tweeën bang moet
wezen," antwoordde lady Roswald, „dan
is hij het-".
Onder liet spreken had zij haar hoed
met sluier afgezet. De krullen van haar
kastjebruin haar, zonder nog een enke
len zilverdraad, golfden over haar schou
ders en nu ook haakte zij de gesp van
haar bontmantel los. Zij bleek gekleed
in 'n grijze japon met een zwart man1-
teltje, en Piernic riep ontroerd uit:
„O, mevrouw, dat is juist het kos
tuum, dat onze goede markiezin droeg,
tqea iis Jhf&c |ia,aj; ^gegs jiêbj lerpgge-
Na er op gewezen te heboen, dat de
Engelsche Minister van Buitenlandsche
Zaken zijn verklaring veel voorzichti
ger formuleerde, dan die te Parijs en
onbetwistbaar recht erkende om op ons
eigen territoir zooveel fortificatie aan
te leggen als ons goed dacht, acht het
blad het niet minder opmerkelijk, dat
de pers in Engeland reeds ten deele om
ging en een geheel andere houding aan
neemt dan zij eerst deed.
Het onvoorzichtig geschrijf van Ro
land de Mares heeft onze regeering
eer geholpen dan in moeite gebracht.
Aanvankelijk was de oppositie tegen
de versterking van Vlissingen hier zeer
sterk, en scheen het wel, alsof het ont
werp inzake de kustverdediging «en
stormram kon worden, bij uitnemendheid
geschkt om onze Regeeriing in zoo ern
stige moeilijkheid te brengen, dat het
Kabinet er door vallen kon.
Reeds nu echter is dit blaadje geheel
omgekeerd. De nieuwe Minister van
Oorlog deed een uitstekend werk, toen
hij besloot de militiewet te verhaasten
maar afgezien hiervan is het nationaal
gevoel in ons land zoo gevoelig geprik
keld, 'dat niet weinigen die begonnen
met zich onder de oppositie te scharen
nu reeds roepen: „Al komt er nergens
anders een fort bij, dat bij Vlissingen
moet er nu komen". Men wil niet dat
de indruk gevestigd worde, alsof we,
uit vrees voor het buitenland, geein
heer en meester op ons eigen territoir
zouden durven blijken.
Aan de berichten uit de afdeelingen
der Kamer, die men naar het buitenland
overseinde, en die in de Fransche pers
gretig werden opgenomen, alsof in de
ze afdeelingen de meerderheid zich te
gen het ontwerp zou hebben verklaard,
schenkt hier te lande niemand die op
de hoogte is, geloof.
Reeds de samenstelling van de Com
missie van rapporteurs toont het tegen
deel. Als 3 van de 5 leden van rechte
zijn, spreekt het wel vanzelf, dat de
meerderheid in de afdeelingen gunstig
voor 't ontwerp gestemd was En zelfs
uit het feit dat in twee afdeelingen
de heeren Thomson en Eland gekozen
werden, valt nog allerminst af te lei
den, dat men althans in die beide af
deelingen tegen het ontwerp was. Van
de afdeeling die den heer Thomson koos
moge dit in haar meerderheid juist zijn
van den heer Eland is volstrekt niet
vooraf te zeggen, of hij onverzoenlijk
verzet tegenover de versterking van Vlis
singen vertegenwoordigt. Men heeft dit
af te wachten.
Zonder overdrijving mag men dan ook
zeggen, dat, vergeleken bij een maand
geleden, de kansen vóór het ontwerp
op hoogst verrassende wijze gestegen
zijn, en dat de regeering hier te lande
alleszins reden heeft om over den loop
van zaken tevreden te zijn.
De onvoorzichtige aanval van buiten
heeft ons goed gedaan. Door dien aan
val is het nationaal gevoel, dat sliep,
wakker geworden. Het heeft ons ge
leerd, dat men buitenaf zich inbeeldde
naar willekeur over ons te kunnen be
schikken. Bovendien heeft de opinie die
zich in Duitschland en Oostenrijk, twee
der Tractaatmogendheden, liet verlui
den, ons nu reeds volkomen gerustge
steld, dat we in geen geval alle gua-
rantmogendheden tegen ons krijgein.
Van België is het verzet nog veel min
der te duchten. Men weet in België zeer
wel, dat het belang van beide landen
geen verdeeldheid toelaat, en dat, als 't
er op aankomt, België juist jn ons land
zijn trouwsten helper zal vinden.
Vooral met het oog op de viering van
onze onafhankelijkheid in 1913 komt
ens deze loop van zaken zeer te stade.
Om zulk een 100-jarig feest met gieest-
drift te kunnen vieren, was juist noo
dig, dat we ons als natie weer een oogen
blik één tegenover het buitenland voel
den.
En juist dit besef van eenheid heeft
de oppositie van den Franschen kant ons
hergeven.
Langs revolutionairen weg.
Het (A. R.) „Friesch Dagblad"
schrijft onder dit opzicht:
Veertig jaar geleden.
bracht".
„Ik had juist een japon als den ha
ren", zei de tante van den markies, meft
een zonderlingen glimlacht, „en ik zal
nooit beter gelegenheid hebbe^ om ze
te dragen".
Zij begrepen elkander met een vluch-
tigen blik.
Piernic besdiouwde beurtelings de
dame en het portret boven den schoor
steen en hij mompelde in een soort van
geestvervoering:
„Dergelijke gelijkenis is een waar
wonder. Ik meen ze te zien, daar levend
vóór me, onze arme, goede markiezin,
en toch zou ze nu verscheidene jaren
ouder yijn geweest; maar gij;, mevrouw
gij schijnt thans even jong, als zij des
tijds was."
„Dat komt, omdat ik niet hetzelfde
verdriet heb' gehad, als mijn zuster,
want, Goddank, lord Roswald i$ nog in
leven".
En een eind makend aan' de vervoe
ring waarin Piernic haar roerloos aan
schouwde, ging zij levendig voort:
„Maar denk' aan hetgeen ons hog te
doen staat. Raffut kan elk oogenblik
Ikdmen".
De grijsaard verdween onmiddelijk en
lady Roswald ^vas nu ajleen. Zjj ver-
Toen werd het gebouw der eenheid
van Italië voltooid. Rome viel, de paus!
verloor zijn wereldlijke macht en del
koning van Italië regeerde over de gan
sche „laars"
Dit feit werd dezer dagen door deta!
eersten minister van Engeland op sym
pathieke wijze besproken, waarop dei
Italiaansche premier een even sympa
thiek antwoord gaf.
Zooals men weet, deelt een anti-reven
lutionair deze opgetogenheid niet. Do
wijze, waarop Victor Emanuel en Garri-
baldi in Italië en Bisniarck in Duitsch
land, de kaart van het land hebben „her
zien" en „vereenvoudigd", door tal vart
souvereine, kleine staatjes om te kege-i
len en in hun zak te steken, was rtevo*
lutionair.
Revolutionair k la Napoleon.
Groen van Prinsterer heeft daar in
dertijd kloek tegen getuigd. De „rechts
positie" der „kleine Staten" is er sinds
dien tijd niet sterker op geworeïen. Sta-
tenroof is óók roof, al is 't een gekroond
hoofd, die er zich aan schuldig maakt
en al juicht een gansche natie hem1 toef
Landverhuizersverkeer door Pruisen,
De „Nieuwe Rotterdamse.» e
Couran t" bespreekt de moeilijkheden
die de Russische landverhuizers bij hun
aankomst ondervinden.
Ongetwijfeld zal een gevoel van wre
vel en ergernis een ieder bevangen, dia
van de feiten kennis neemt. Ten gevolge
van de maatregelen der Duitsche regee
ring, die, naar algemeen aangenomen
wordt, handelt onder den invloed van een
paar Duitsche scheepvaartmaatschappijen
welke het verkeer over hunne lijnen wil
len trekken, wordt er met arme men-
schen, stakkers, die of in de nieuwe we
reld niet geslaagd zijn, of met hard wer
ken daar een spaarduitje hebben ge
maakt, dat zij in hun v d rian i wenschen
te verteren, gesold en gespeeld, gelijk
de kat doet met de muis. Geheel onno
dig worden de menschen gekweld. Er
worden, bloot om het verkeer over de
niet-Duitsche havens te bemoeilijken en
te belemmeren, eischen voornamelijk
betreffende het bezit van een pas ge
steld, waaraan geen Rus nagenoeg kan
voldoen, en geen nagenoeg ook voldoet
Oók niet de Russen en dit willen wij
nog wel eens in het licht stellen die
over de Duitsche havens, of door enkele
bevoorrechte niet-Duitsche stoomvaart
maatschappijen op het vasteland worden
aangebracht. Toch verneemt men niet,
dat die Russen niet in hun land kunnen
binnenkomen. Trouwens, er zijn in de
vorige weken door het Russische consu
laat passen aan Russen uitgereikt, die
blijkbaar in staat zijn Rusland voor de
Russen te openen. Ook de Russen, die
thans hier vertoeven, kunnen dergelijke
passen krijgen, maar niettemin schijnt
men in Duitschland de menschen niet te
willen doorlaten. Dit is wel dc sprekend
ste aanwijzing, dat het niet zoozeer de
vrees is, om met armlastige vreemdelin
gen te worden opgescheept om een
familiair woord te gebruiken als wel
de geneigdheid om het verkeer te belem
meren, die de Duitsche autoriteiten, en
wie achter hen staat, leidt. En het ver
keer over Duitschland, zoo de reizigers
v de diensten van een niet geprivile
gieerde maatschappij wenschen gebruik
te maken, wordt evenzeer bemoeilijkt
Zoo ver gaan de Duitsche autoriteiten,
dat zelfs voor niet-Iandverhuizers, voor
gewone reizigers, de grens wordt geslo
ten, of de doortocht naar ons land belet
wordt.
Dat de uiterst harde, ja, in menig ge
val hartelooze houding der Duitsche auto
riteiten hier te lande groote ontstemming
verwekt, ligt voor cfe hand. Er is echter
meer. Gezegd- wordt, dat de maatregelen
gepaard gaan met een stelsel van spion-
nage, verklikking en waarschuwing hier
te lande, dat vierkant tegen de Neder-
landsche opvattingen indruischt, en niet
nalaten kan, den naam ook van Neder
land schade te doen.
En ten slotte is hetgeen thans geschiedt
ergerlijk, omdat daarmee feitelijk een
aanslag wordt gedaan op het beginsel van
vrijheid van verkeer over onze havens.
Wij stellen onze havens open, zonder
voorkeur, en op gelijken voet voor allen
die daarvan gebruik willen maken, doch
borg haar bontmantel en haar hoed,
blies de kaars uit en nam met genoe
gen waar, dat de blinden voor de ra
men der groene kamer open waren ge
bleven. Het maanlicht stroomde vrij 't
vertrek binnen. Zij zette zidi in de
leunstoel neer, waarin haar zwager ge
woon was te zitten, en waarin ook haar
zuster had gezeten, voordat zij laagr-
hartig werd gedood. En zonder zich
over te geven aan droom er ijen of aan
herinneringen, welke haar geestkracht
zoo noodig voor dez 'laad van gerech
tigheid, konden verlammen, trok zij ha
re gedachten samen op'de laatste moei
lijkheden van haar onderneming, ten
einde deze beter ten uitvoer te bren
gen.
Zij rangschikte de feiten, zooals die
volgens haar overtuiging zich vóór jaren
moesten hebben "1 ragen. Ja, het
moest inderdaad gaan zijn als Pier
nic het veronder Geheel het dra
ma stond haar klaar vóór den geest. De
mise-en-scène was volkomen dezelfde.
Zij had nog slechts hare rol van rechts-
pleegster te vervullen, zonder dat een
woord te veel, een onhandig gebaar, de
tragische herinnering, welke zij wilde
doen herleven, verstoorde.
(Wordt .vervolgd^