Het lied van Clarens.
BUITENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
fan Maandag 13 Februari.
Uit de Pers.
Katholieken en volksinvloed.
De „Beukelaar" bevatte een artikel
>ver Roomsche Toekomstmacht wa rvan
jet „Centrum" den aanhef over-
irukt:
In de laatste tientallen jaren Ls de
betcekenis en de macht van de
Roomsch-Katholieken in ons vader
land gestadig toegenomen. Dit was
voor een groot deel het gevojig van
gewijzigde omstandigheden. Het
staatsbestuur g.ng meer in democra
tische lijn, duor uibreicting van Kies
recht werd aan bieedere voiKskrin-
gen invloed geschonken, en dit kwam
aan het Roomsche voksdeel bi/on
derlijk ten goede; daarnaast werd
de eenheid der Liberale partij ver
broken, Ru am aan de Liberale over-
heerschcng een enide en steeg uiter
aard de oeteekenis der vast aaneen-
g.s.oten Kooin^ch-ivathoLeke partij;
e.ntie.ijk naaien de scnier uitsluit nJ
Roomsche gedeelten van ons Lana,
Brabant en Limburg, in welvaart en
aldus in beteekenis toe.
Het R. K. blad teekent daarbij aan:
Degenen onder uns, d.e nog a.t.jd zoo
bitter bezojgd z.cn loonen voor de „de
mocratische njn", krijgen in dit oordeei
van de „Beukelaar" een niet onaardig
lesje.
riet is volkomen waar en gestaafd
door de feiten dat met het minst aoor
het gaan van ons staaisbesiuur n die lijm
en met name door de heftig oestreden
kiesrecht-uitbreiding, onze partij gesta
dig aan invloed won.
Maar het artikei van de „Beukelaar"
bevat nog andere rake opmerkingen.
[j-t redactie wint er geen doekjes om,
dat de Katnoiieken in ons vaderk.nJ lan
gen tijd zijn achtcraigezet.
„Al gat de Urodwet a.geheele gelijk
stelling, toch was de overheersdhing der
Protestanten volkomen", schrijft zij. „Van
oudsher was in invloedrijke 'kringen ,het
getal Roomsclien zeer gcr'ng, en deze
toestand duurde voort. Maar nu kan het
wel niet anders of uitbreiding van volks
invloed moest aan de Roomschen, die
toch a.tijd ruim eenderde deel der bevol
king uitmaken, een macht schenken, die
althans meer" in overeenstemni ng was
met de groot.e van hun volksdeel."
Of L>r. Sciiaepman, en zij. d.e met hem
streden en deswege met den doctor
niet eens, maar herhaaldelijk en stelsel
matig verketterd w erden ook juist ge
zien hebben,. en een goed werk verr.cht-
ten, toen zij hei ruimer baan maken voor
dien volksinvloed niet schuwden.
Wat rest er thans nog van de Cassan-
dra-p*.rieteen, waarmede men eeitijds
hun streven heelt begroe, profetieën,
waarvan intusschen de galm njg niet
geheel, is weggestorven?
'c opmerkingen van de „Beukelaar"
hebben daarom ook voor onzen tijd hun
waarde, want nog steeds zijn er on.iei
ons. die op alle w yen trachten te verh.n-
deren, dat de volksinvloed tot volle
gelding komt.
Aan dezulken zij het opstel van mr.
Van de La r ernstig ter overweging aan
bevolen.
Het uren-probleem.
Onder dit opschrift driestart de
„Standaard":
og steeds gaat de actie door om een
normalen werkdag van tien uur bij de
wet in te voeren, en ge vindt bijna nie
mand meer, die hiermee niet in beginsel
instemt
We zeggen niet, dat elk verkorting
van den arbeidstijd aan het gezin en aan
de 'geestelijke ontwikkeling van de ar
beiders za! tegemoet komen. Er zijn er
genoeg, die, hoemeer vrijaf ze krijgen,
te meer tijd verbeuzelen, zoo niet ver-
zondigen. Alles wordt misbruikt. Even
goed de Zondag, en toch zal niemand
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
62)
Toen zij het gewaar werd1, schrikte zij
evenwel niet, want zij kende de bosschen
en den weg, waar zij zich bevond, her
kende zij terstond. De gedachte dat in
de'n haast, haar weer te zien, Frédéric
wel eens te vroeg kon wezen, d'eed haai
den terugweg aannemen, en den kori
sten weg willende nemen, drong zij
door het struikgewas heen, toen eens
klaps een hulpkreet haar deed sidderen.
Zij keerde zich om en zag aan den an
deren kant van den weg een vrouw, die
eveneens uit het struikgewas te voor
schijn trad' en op een eiken tak leunde,
blijkbaar op het ,punt van in zwijm te
vallen. Die persoon, in een soort van
reispels gehuld, en met een dichte voi
le voor, die om haar hoed gewonden was
en haar gezicht verborg, scheen gjeen
kracht meer te hebben om te roepen. Zij
ging evenwel voort met Geneviève met
\vanhopige gebaren te wenken. Zonder
een oogenblik te aarzelen, snelde de
jonge vrp,uw. toe, en met zwakke, hpr-
daarom zeggen, dat de verzekering van
Zondagsrust niet in hooge mate is ge-
wenscht.
Te lange arbeidsduur put physiek uit,
verdooft alle hoogere ontwikkeling, en
bederft het gezinsleven.
Toch versta men wel, dat de algie-
meene stelling: „Alle werk boven de
tien uur moet verboden worden", niets
dan een phrase is, en dat het leven, wel
verre van zich tot zoo summiere behan-
de'ing te leenen, veeleer een ingewik
keldheid vertoont, die ha'sstarrig wei
gert zich naar zulk een kort aangebon
den regeling te voegen.
Al aanstonds moet ge bij het stel
len van dien regel beginnen met de
poort open te laten voor tal en tal van
uitzonderngien.
In de tweede plaats is niet elke arbeid
even vermoeiend. Er is arbeid, waar
zelfs tien uur te veel is. Er is andere ar
beid, die bijna niet vermoeit en waar zoo
korte duur niet strikt genomen verei:
schend wordt, zoodat acht uur in het
ééne bedrijf, zelfs met 11 uur in het
andere nog niet gelijk staat.
In de derde plaats is de physieke
kracht en het uithoudingsvermogen van
den eenen arbeider vaak zeer verschil
lend van dat van den andereni
Dan komt in de vierde plaats de
kwestie van 't loon. Als er per uur be
taald wordt, is dan de bedoeling dat
de man, die dusver 12 maal f0.20 ont
ving, nu slechts 10 maal f0.20 zal ont-
ontvangen, d.i .acht stuivers minder per
dag, of f2.50 per week? Zoo ja, zal
dan ieder huisgezin dit missen kunnen,
of zoo neen, zaï een patroon die verhoo
ging van het loon uit zijn zaak kunnen
vinden? En dan luidt, wat het laatste
geval betreft, het antwoord gunstig voor
enkele bedrijven, omdat gebleken is,
dat een arbeider die 10 uur werkt bij die
bedrijven, feitelijk evenveel uitvoert als
vroeger in 12 uur. Alleen maar, dat zijn
excepties en het stelt geen regel. In
verreweg de meeste bedrijven wordt in
12 uur meer uitgevoerd dan in 10.
En hierbij komt dan in de vijfde plaats
het heei andere vraagstuk: zal de arbei
der, die maar tien uur behoeft te werken
de andere uren rust nemen, of voor zijn
rusturen werk op eigen gelegenheid
zoeken? Herhaaldelijk toch kwam het
voor, dat een arbeider juist door vroe
ger vrijaf te krijgen, er toe gebracht is
om nog soms drie uren thuis te gaan
werken, ook voor een patroon, maar dan
stukwerk aan huis.
Met dit al.es is alzoo rekening te hou
den, anders mist de maatregel zijn uit
werking, en fopt men zich met een schijn-
schoone phrase.
Iets wat natuurlijk niet zeggen wil, dat
men de zaak moet laten rus.en. In.egen-
deel, het beduidt zelfs da. men er alle
paarden voor moet spannen. Maar het
maant wel tot voorzichtigheid en tegen
overhaasting. En ook hier mist imen dan
weer de Bedrijfsorganisatie. Had men
een Bedrijfsorganisatie voor elk bedrijf
dan kon elk bedrijf naar aard en be
vinden zelf de zaak regelen en zou alge-
meene tevredenheid het resultaat zijn.
Nu kan dit niet.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Een goed handelsman is gewoon jaar
lijks zijn balans op te maken om te zien
hoe ljet met zijn zaken staat en uit te
rekenen hoe hij in het volgende jaar
moet handelen om meer geld in het Iaad-
je te krijgen. En ook menigeen zelfs
die geen handelsman is heeft zoo van die
dagen, nieuwjaar, verjaardag of an
dere vierdagen waarop het hem lust
een geestelijke balans op te maken, te
zien wat hij uitgericht heeft en goede
voornemens voor de toekomst te maken.
Zoo dacht ook Canalejas er over nu
hij in
Spanje
twee jaar den scepter gezwaaid heeft.
In een pas gehouden ministerraad heeft
Canalejas een overzicht gegeten van
hetgeen zijne regeering in dien tijd tot
stand had gebracht en zijn toekomstig
program ontvouwd, waarop voorkomen
tende, van schrik hijgende stem, mom
pelde de onbekende:
„Het kreupelhout doorgaande, om den
weg af te snijden, dicht bij deze struiken
heb ik den voet gezet op iets zacht en
kronkelends, en dadelijk voelde ik een
hevige pijn in den enkel. Ik geloof dat
ik door een adder gebeten ben".
„Zet u neer op de glooiing van den
weg mevrouw, en laat mij dadelijk zien,
of gij inderdaad gebeten zijt", en nadat
de onbekende aan dien wenk 'had gevolg
gegeven, hernam Geneviève: „Ja, ik ge
loof inderdaad, dat het een adderbeet is,
gelukkig nog heel versch. Licht uw voet
een weinig op."
De dame slaakte een gilletje van ver
bazing, toen Geneviève neerknielde, zich
over den voet boog en vastberaden hare
lippen op den enkel drukte, ten einde
het venijn uit de wonde te zuigen.
„Wat doet gij, mejuffrouw vroeg
zij, nauwelijks bekomen van haar verba
zing.
„Maar het eenigc, wat te doe'n valt",
mevrouw", zei Geneviève zich omhoog
heffend, na den voet der reizigster we
der op den grond te hebben geplaatst.
Zij versdheurde haar zakdoek om er
een verband mee te leggen. Vervolgens
na het been verbonden en er een in een
naburig beekje nat gemaakt en zwachtel
de wet op de godsdienstige vereenigin-
gen, de militaire dienstplicht en de her
vorming van het bestuur der Kanarische
eilanden. Na den ministerraad hebben
Canalejas, Morez en Romanones, de
voorzitter van de Kanter, overleg gehou
den.
Volgens de conservatieve Epoca, zou
Moret aan Canalejas hebben aangera
den, de kerkhoven bij koninklijk besluit
te seculariseeren, het onderwijs onzij
dig te maken en zoodra de Cortes bij
eenkomen de wet op de godsdienstige
vereenigingen apn de orde te stellen'.
Mocht de Senaafdie wet niet willen aan
nemen, dan zou het gekozen deel ervan
ontbonden en het blijvende deel her
vormd worden.
Het begint hoe langer zoo duidelijker
te worden dat de mooie woorden van
Canalejas maar praatjes voor de vaak
zijn geweest en dat hij, desnoods miet
geweld, wil doorvoeren wat hij op zijn
program heeft gezet. Wie denkt nog aan
besprekingen met het Vaticaan? Meer
en meer wordt ook in
Portugal
duidelijker dat het er om te doen is den
godsdienst te fnuiken. Zoo nu weer bij
de wekelijksche ontvangst van de bui-
tenlandsche journalisten, waar de mi
nister van buitenlandsche zaken wees op
de gunstige wending in den handel, wel
ke vooruitgang aanhoudt en sprekende
over het wetsontwerp ^betreffende de
scheiding van kerk en staat, meedeel
de, dat daarin de vrijheid van belijdenis
en onderwijs en propaganda gewaar
borgd wordt, onder toezicht van dein
staatde geestelijkheid behoudt haar
rechten en de kerken zullen ter be
schikking gesteld worden zoodra het
noodige geld er is om ze te onderhou
den.
Wie biedt er wat voor die prachtige
beloften
Terwijl reeds lange jaren een inter
nationale overeenkomst bestaat over het
goederenvervoer op spoorwegen (in
1S90 gesloten) is nu door den Zwitser-
schen bondsraad uitgewerkt een interna
tionale oonventie voor het
Personenverkeer op spoorwegen
welke thans aan het onderzoek onder
worpen zijn van de regeeringen, die tot
de overeenkomst betreffende het vracht-
goederenveryoer zijn toegetreden.
Het ontwerp treft o.a uniforme bepa
lingen voor het geval der onderbreking
van de reis op tusschenstations, den over
gang in een hoogere wagenklasse, het
missen van aansluitingen en de terug
gave van het reisgeld, verder over het
vervoer van kinderen tot het 4e jaar en
van die van 4 tot 10 jaar, evenals over
het onderzoek door de douane, dat voor
de handbagage zooveel mogelijk in den
wagon op liet traject na overschrijding
van de grens geschieden zal. Het vraag
stuk der schade vergoeding door verwon
dingen der reizigers bij spoorwegonge
lukken blijft daarentegen overgelaten
aan de wetgevingen der verschillende
staten, daar hiertoe in verschillende sta
ten reeds afzonderlijke wetten bestaan.
Ook zullen de bepalingen over den ge-
digheidsduur en overdracht der reis
kaarten, de vraag of retourbiljetten,
abonnementen, familiekakrten of derge
lijke bijzondere kaarten uitgegeven wor
den, aan de beslissing der verschillende
spoor wegadministratiën voorbehouden
worden.
De vertegenwoordigers der betrokken
staten zullen den löden Mei te Bern bij^
eenkomen, om over het ontwerp, even
als over de door verschillende spoorweg-
administratiën nog verder gedane voor
stellen te beraadslagen en besluiten te
nemen.
Werd Zaterdag in het Weekoverzicht
gewezen op de kleine kans van slagen
van Engeland in de Bagdad-spoorvveg-
kwestie, thans schijnt die haar geheel
verkeken want
Turkije
toont zich tamelijk gebelgd op Enge
land.
Bij het adresdebat in het Hoogerhuis
hebben lord Crewe en in nog sterker
mate lord Landsdowne, zich scherp cri-
om bevestigd te hebben, ging ze glim
lachend voort: „Ik heb geen ander mid
del van 'n verband, men maakt gebruik
van wat men heeft. Om de waarheid te
zeggen, versta ik die zaken wel een
beetje, wijl ik altijd in dit land van bos
schen heb geleefd. Ik heb den beet be
keken, en naar den vorm te oordeelen,
heb ik alleszins reden om aan te niemen,
dat het een beet is van 'een onschadelij
ken adder, maar het was in elk geval
voorzichtiger, terstond het vernijn eruit
te halen. Nu is uw voet verbonden".
Geneviève was nu opgestaan. Er was
in haar zoo spontane daad noch veel
haast, noch vertoon van toewijding; zij
had eenvoudig gehandeld, onder den
drang van het oogenblik. En thams,
overeind, een weinig kleurig en ver
moeid van de poging, stond zij tegen
over degene, welke zij geholpen, wel
licht gered had, in haar gewone lief
tallige houding van natuurlijke waardig
heid.
De vreemdelinge beschouwde haar in
stilte. Het was onmogelijk op haar ge
laat te lezen, wat zij gevoelde want de
dikke voileliet alleen haar blik door,
een sCherpen, gebiedenden, doordrin
genden blik.
Daar dit onderzoek een poosje aan-
ihield, hernam, Geneviève„Ik gielppf
tisch uitgelaten over de wreede wijze
waarop de ontwapening in Macedonië
geschiedde. Die critiek heeft in Turkije
groote ontstemming gewekt. En in de
Turksche pers is Jie ontstemming reeds
duidelijk aan Uilet licht ^gekomen. De
„Tanin" bijv. merkt op: Onder het oude
regime mogen de Europeesche mogend
heden misschien gemeend hebben ge
rechtigd te zijn zich te mengen in de
binnenlandsdhe aangelegenheden van
Turkije, ze moeten thans begrijpen, -dat
de Ottomaansche constitutioneele regee
ring dit recht niet erkend. De discus
sie over Turksche aangelegenheden is in
buitenlandsche parlementen niet op haar
plaats en kan tot niets anders leiden,
dan tot een aansporing voor de komitad-
jis om nieuwe misdaden te begaan.
Volgens een bericht uit Konstantino-
pel aan het „Berl. Tagebl." heeft Rifaat
Pasja den Turksche gezant te Londen
last gegeven de authentieke tekst van de
rede van lord Crewe in het Hoogjerhuis
op te zenden.
De Turk heeft zeker zoo'n praats ge
kregen, omdat het hem wat beter gaat
in
Yemen.
De Turksche regeering immers verze
kert dat het er dank zij oneenighteid
tusschen den lman Jachia en den sjeich
Seid Idriss, tamelijk goed voorstaat. De
hoofdmannen zijn jaloersch op elkaar
en gunnen elkaar den buist niet. Imi
plaats van hun geheele macht tegen de
Turken te gebruiken, vechten zij met
elkaar. Verder is er nog een neutraal
element, dat in de buurt van de Turk
sche garnizoenen woont en zich niet bij
de opstandelingen aansluit, zoolang zij
door de Turken van wapenen worden
voorzien. De regeering verwacht nu,
dat de verschillende garnizoenen zich
staande zullen houden totdat de troepen
zijn aangekomen. Deze zullen zoo spoe
dig mogelijk voorutgeschoven wordien
naar Menacha in de bergen, waar een
gezond klimaat heerscht. Van daaruit zal
de expeditie ondernomen worden, zoo
dra een voldoend aantal troepen ter
plaatse is, hetgeen nog tenminste 6 we
ken zal duren. Tot dusver zijn afgezon
den 7200 man infanterie, 2 bergbatte-
rijen, 3 mitrailleurs-compagnieën, 1 te-
legraaf-compagnie, benevens 2 gecom
bineerde divisies uit oude lichtingen sa
mengesteld, die 6 Europeesche en 13
Aziatische bataljons sterk zijn.
Minder optimistisch cjau de autoritei
ten beweren te zijn, denkt de berichtge
ver van de „Corriere della Sera" te Kon-
stantinopel over den toestand. Hodei-
da, seint hij, is geheel ingesloten. De
bezetting verschiet haar laatste patro
nen en de stad kan onmogelijk standhou
den tegen de 50,000 belegeraars.
Het „Berliner Tageblatt" heeft een
bericht over een transportschip met
troepen, dat in de Roode Zee op een ko
raalrif is vastgeloopen, óf, naar ook ver
luidt, bij waterinnemen door opstande
lingen overvallen en buitgemaakt.
Ondanks het besluit der Porie om te
doen verhinderen dat de
Kretenzer^
door de beschermde mogendheden zou
den ontvangen worden, hebben deze nu
een besloten zitting gehouden, waarin
een definitief besluit zou genomen wor
den over het zenden van een delegatie
aan de vier beschermende mogendheden,
ten einde van deze toestemming tot in
lijving van Kreta bij Griekenland te ver
krijgen.
Bij deze gelegenheid werd ook in het
algemeen de tegenwoordige positie van
Kreta besproken. De oppositie deed
toen heftige verwijten pan de vroegere
en de tegenwoordige politiek van Ve-
nizclos, wien speciaal kwalijk geno
men wordt, dat hij als eerste Minister
van Kreta destijds de besluiten van het
Kretenzer Parlement niet aan de be
schermende mogendheden heeft mede
gedeeld.
De Mohammedaansche afgevaardig
den woonden deze vergadering niet bij.
Terwijl wij hier zitten te snakken naar
een beetie vorst, maar onthaald worden
op zoele regendagen komen uit vee#
dat u nu zonder veel pijn zult kunnen'
loopen. Wilt u, op mijn arm leunende,
het eens probeeren?"
„Ja, dat wil ik wel", antwoordde de
dame, wier blik een werkelijk zachtere
uitdrukking scheen aan te nemen, on
der de voile, „en ik neem uw hulp aan".
Zij deed zonder groote moeite eenige
stappen, en aanstonds haren arm, wel
ken zij lichtelijk op dien van Geneviève
had laten rusten, terugtrekkend, ver
klaarde zij met een stem, waaruit alle
angst verdwenen was.
„Ik zie, dat ik wel alleen zal kunnen
gaan".
„O, dat dacht ik wel", zei mevrouw
de Clarens. Het was slechts een on
schadelijk diertje, anders ware uw enkel
gezwollen en zou u meer pij hebben".
Na zich tot nu toe van alle dankbetui
ging te hebben onthouden, zei de vreem
delinge kortaf, 'tgeen in strijd was met
de ontroering in haar stem
„Hetzij het een adder zij geweest, of
een slang, nooit zal ik vergeten., neem
nooit, de snelle en besliste wijze, waar
op u de menschen helpt, ten koste van
eigen gevaar".
„Maar weet u dan niet, dat het uitzui
gen van het venijn geheel onschadelijk
is?" vroeg de jonge vrouw in volkomen
oprechte verbazing.
Zuidelijke streken berichten van
Hevige koude
Zoo worden de noordelijke provincies
van Griekenland door zware
sneeuwstormen geteisterd. Te Athene
zijn verschillende personen doodgevro
ren. Eveneens is het gesteld met Tur-
k ij e.
Uit Kons'antinopel wordt aan de Köf-
nische Zeitung" geseind, dat door de
ijzige Noordenwinden en de ontzetten-
sneeuwstormen geheel stil. In een straat
zijn twee wolven doodgeschoten. Ook!
op de kerkhoven hebben zich wolken
vertoond.
De arme bevolking van Konstantino-
Pel lijdt verschrikkelijk, omdat niemand
op een dergel ijken winter was voorbe
reid. Er heerscht gebrek aan steenkolen.
Ook te Aleppo heerscht hevige koude
Er zijn 30 personen doodgevroren. Er
is absoluut gebrek aan brandstof.
Niet minder guur is het in 11 a 1 i
Vele schoolkinderen te Rome zijn, om
dat de lokalen niet zijn ingericht op(
zulk een weersgesteldheid, ziek gewor
den. lederen nacht vriest het eenige gra
den. Zuid-ltalië wordt geteisterd door
sneeuwstormenvooral te Foggia is
veel sneeuw gevallen. De Stromboli is
geheel in het wit gekleed.
De winkels te Tarente zijn gesloten
de verkoopers konden het niet erin
uithouden, daar ook hier te kachels ont
breken. Het dagelijksch leven ondervindt
groote stoornisde bevolking heeft het
hard te verantwoorden. De barakkenstad
Messina ligt diep onder de sneeuw; de
verbindingen met Napels zijn onderbro
ken.
De berichten uit Ancona melden i
noodweer. Een hevige storm heeft groo
te schade aangericht in de stad. Het
meer van Dragoni nabij Avellina ligt
dichtgevroren.
Een telegram uit Palermo aan de „Po-
polo Romano" spreekt van zwaren
sneeuwval, terwijl de zee zoo onstui-
mig is, dat de schepen in de binnenha
ven zelfs niet veilig zijn.
Het Oostenrijksche stoomschip „Ocea
nia" is op den havendain geworpen. De
rukwinden ontwortelen boomen en heb
ben reeds verschillende ongelukken ver
oorzaakt.
GEMENGD.
De Kroonprins van Servië is uit
Nice te Parijs aangekomen, waar hij
streng incognito eenige dagen zal ver
blijven.
Het jacht van den Duitschen Kei
zer heeft bevel gekregen, den 26sten
dezer naar de Mi'Jdellandsche Zee te
gaan, om het keizerlijke paar en hun
dochter van Venetië naar Korfoe te bren
gen.
De Keizer is nog altijd verkouden.
De Vorst van Monaco is met den
troonsopvolger in de hoofdstad van zijn
vorstendom aangekomen. Verschi lende
bladen vernemen, dat bei Jen door de
bevolking met achting zijn begroet en
dat incidenten zijn uitgebleven.
Isvvolsky, de Russische ambassa
deur te Parijs, heeft president Fallières
in plechtige audiëntie, in naam van den'
Tsaar, een sehi derij overhandigd, dat
de ontmoeting van den President met
den Tsaar te Cherbourg voorstelt.
De Bulgaarschc minister van open
bare werken heeft een buitengewoon
crediet van 25 millioen fres. aange
vraagd voor den aanleg van spoorwegen'.
De Turksche minister van binnen-
landsche zaken Talaat Bey heeft ontslag
genomen. Volgens den correspondent
van den Frankf. Ztg.;' te Konstantino-
pel zou dit aftreden een gevolg zijn van
den dringenden wensch van het centrak
comité te Saloniki, dat ontevreden is
over de samenstelling van het tegen
woordig ministerie en dit nu door hrt
onttrekken van een zijner trouwste aaut-
hangers hoopt te verzwakken.
Halil Bey, voorzitter van de partij,
„Eendracht en Vooruitgang", zal nu als
minister van binnenl. ziken optreden.
De „Times", verneemt uit Lima:
Columbia heeft een militaire expeditie
naar Caqueta gezonden, om den ovcr-
De dame antwoordde niet. Onder haap
voile werd haar blik, op Geneviève rus
tend, steeds teederder.
„Ik kan op dit oogenblik niets voor u
doen." sprak ze, „want ik kan u slechts
geld aanbieden, en ik zie aan uw klee
ding en manieren, dat dit een domme
beleediging zou wezen. Maar ik hoop
spoedig in staat te zijn u op andere
wijze mijne dankbaarheid te toonen.
„Wij zullen hier van elkander afscheid
nemen, mejuffrouw, als u niets daar
tegen hebt, en om geheel persoonlijke
redenen zou ik u zeer dankbaar zijn, inj
dien u deze ontmoeting wilde geheim
houden."
„Ik ben gehuwd, mevrouw en heb
geen geheim voor mijn echtgenoot. Maar
tegenover ieder ander zweer ik u van de
ontmoeting niet te zullen spreken."
„Nu, goed dan," zei de vreemdelinge.
En wijl zij scheen haren weg tc willen
gaan, zonder verder een woord te zeggen^
meende Genevivève, in een beminnelij
ke bezorgdheid er te moeten bijvoegen.:
„Kan ik u niet van dienst zijn, me-»
vrouw! Gaatu naar Clarens? Dan kan
u den weg wijzen. Zoo ik niet vrcesd#
u lastig te vallen, zou ik u willen verzoe
ken mij toe te staan, u te vergezellen."
(Wordt vervolgd).