Het iied van Garens. BUITENLAND, Tweede Blad, Detv oiende bij De LeidscFe Cw.irant van Zaterdag 11 Feoruari. Uit de Pers. De Katholieke Pers en de Katholieke Vereenigingen. Onder bovenstaand opschrift schrijft O. J. J. V., tin het „Centrum" een lezenswaardig artikel, vooral geschreven je- naar schr. zelf opmerkt voor vele katholieke vereenigingsmai.nen, die de groote kracht van een goede kath. pers ,wel wat onderschatten. Na er op gewezen te hebben, dat de katholieke beginselen door ons moe iten worden gepropageerd, betoogt schr., (dat het geschikste, bijna eenige doeltref fende middel hiertoe de katholieke pers fr. Zeker, in de vergaderingen van de spe- [ciale vereenigingen kan en moet mcer- 'fnalen gesproken worden over de alge- ,ipieene beginselen. Maar wat leert ons ieen ondervinding van bijna tien re in jneer dan ééne vereenig ng? Doordat er veel tijd m t besteed wor- 'fcten aan de propaganda, aan huishou - delijke zaken, aan verspreiding van ken nis op 't speciale gebied der vereeniging, komt er niet veel van, nu en dan zelfs [nog maar, een rede te houden als bo venbedoeld. Er is nog een ander bezwaar: Juist diegenen, die het 't meeste noodig heb ben, zij, die van vereenigingsleven niets willen weten bij gebrek aan sociaal ge vóélen, worden aldus niet bereikt Het middel voor de verspreiding van de katholieke beginselen is dus de ka tholieke pers. Ieder heeft wel een dubbel tje of wat meer per week over voor zijn krant. Met de nieuwtjes, waarom het hem vaak alleen te doen is, komen ook de hoofdartikelen zijn woning binnen. Een of ander woord trekt zijn aandacht ,en hij gaat aan het lezen, hij krijgt smaalt in dergelijke lectuur, en zoo komt hij in kennis met de kath. principen. Dus zelfs hij, wiens sociaal gevoelen niet zoo sterk ontwikkeld is, ondervindt den invloed van de katolieke pers. Uit bovenstaande volgt dus, dat d-e ka tholieke pers zooveel mogelijk moet ge propageerd worden; dus ook door de [Katholieke vereenigingen. Dit te doen is tevens in hun eigenbelang. Immers, hoe meer de katholieke grondbeginselen cn derzelver toepassing onder het volk van hoog tot laag bekend wordt, en hoe lm eer zij tot een leven volgens die prin cipen worden opgewekt, hoe meer kans van slagen de vereenigingen hebben. En leen goed geredigeerd dag- of weekblad Zal niet weigeren berichten en dergelijke van het.bestuur eener vereeniging op te nemen, zoo.ang dit laatste zijne eischen niet te hoog stelt. Een wijze, om de Katholieke pers te Steunen is ongetwijfeld het opzeilden van agenda en verslagen van vergaderingen len van andere berichten omtrent het ver enigingsleven. Maar die moet men dian [alléén opzenden aan de Katholieke [bladen van de. plaats zijner inwoning. [Zoolang een Katholiek in een z.g. neu traal of niet Katholiek blad alles kan vin den, wat hij omtrent het openbaar katho liek leven van zijne stad oï zijn dorp wil .weten," meent hij geen reden te hebben Zijn blad het abonnement op te zeggen •en iezer van de Kath. courant te wor den. Zoodra een propagandist voor de Kath. pers zal trachten, een abonnement te plaatsen, zal hij ten antwoord krijgen: „Waarvoor zou ik het doen? In mijn krant vind ik alles wat ik weten wil." iWant voor kennisneming van beginselen en streven der Katholieke Sociale Ac tie voelt zoo'n geabonneerde op een „neutrale" of niet-Katholieke krant ge woonlijk niet veel. Neen, 't moet zóó gezegd zijn, dat zoo iemand zeggen gaat: „Hé, als je eens wil weten, wat door de kath. vereenigin gen hier in de stad al zoo gedaan Wi.rjt kun je nooit bij de krant terecht! Staat er nog eens wat in, dan is het nog vaak FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 61) In de oogappel va., den markies licht te weder een flauwe hoop. Hij opende den brief en verklaarde naar gelang hij Voortlas „Die regels, heel kort en met al te duidelijk, zijn van den intend nt van hei kasteel van Roswald. Hij dee. me mede, (dat mijn tante afgereisd kort ïia unijn eigen vertrek, haar echtgenort naar de [baden van Périvel is gevolgd. S T.-rt dden tijd reizen lord en lady Roswald rond op het vasteland, zonder bep aid adres. En de intendant zendt me de.e gansche correspondentie, opd. t zegt hij r— idoor mijn bemiddeling, dat dies mijn tante zoo spöed&g mogelijk b'. vike." Niet wetend, wat er van te denken, Voegde Frédéric hieraan toe: „Kon de intendant zicjh tn iet wat dui delijker uitspreken. Wat wil dat zeg gen „Dat wil in elk geval zegg ant woordde Genevieve, „da,t MW. tante de foutief, omdat ze 't niet officieel weten." Door dat gemis zal menigeen zich aan gespoord gevoelen een abonnement op een katholieke courant te nemen. Een bezwaar, dat men vooral van be stuursleden van een vereeniging vaak hoort, is: „We moeten toch propaganda voor ons beginsel en voor onze veree niging maken. En hoe meer personen we dan bereiken, hoe beter 't is." Daar is veel waars in die bewering, en ik zal de laatste zijn, om dat bezwaar alle kracht van bewijs te ontzeggen. Doch zij, die voor dit bezwaar zwichten, moeten niet vergeten, dat zij, door om ide van hun ne vereeniging aan neutral? of niet-ka- tholieke bladen berichten over hu ne ver eeniging op te zenden, den groei van de katholieke pers tegenhouden, daardoor de verspreiding van de meer a'gemeene katholieke beginselen onder het volk be lemmeren en aldus een bijzonder belang behartigen ten koste van een algemeen belang. En 't is ook niet in het waarach tig belang van hunne vereeniging. Mo gen zij oogenblikkeiijk ai een succes heb ben, een duurzaam succes is slechts ge waarborgd, wanneer men voor het doel eener vereeniging iets voelt op grond van een diepgewortelde, echt katholieke overtuiging. Een van de gevaarlijkste tegenstanders van de Katholieke pers zijn dan die bla den, die neutraal willen blijven, omdat ze ook hunne niet-kathoheke lezers te vriend moeten houden, maar onder een schijn van katholiciteit zich in de katholieke gezinnen b.n.iendringen. Ik zeg: een schijn" van katholicteit. Want waarin be staat geheel hun katholieke geest? In het opnemen van berichten over speciaal kath. gebeurtenissen zooals benoeming enz., van R .K. geestelijken, beschrijving van kerkelijke plechtigheden, zooals bv. kerkwijding, uitvaart cn begrafenis van een der Eerw. H.H. Geestelijken, zoo neutraal mogelijk geven van een verslag van een vergadering enz. Van de andere niet-kath. bladen verschillen ze daarin echter meestal alleen door hunne groo- tere uitvoerigheid, wat ze gemakkelijk kunnen, 'doordat meestal meerdere le den d er redactie of verslaggevers R. K. zijn, en daardoor beter in de gelegenheid het fijne van de zaak te weten te komen. Van de Kath. bladen verschillen ze echter hierin, dat ze ook van niet-kath. vergade ringen en gebeurten.ssen uitvoerige be richten moeten opnemen om hunne an dere lezers te bevredigenen dit kan op minder ontwikkelden, die onder de abonné's van zulke bladen meer voorko men, dan onder hen, die een kath. cou rant lezen, verwarrend of zelfs geheel verkeerd werken. En als ze hunne lezers al geen stee- nen voor brood geven, dan moeten ze hen toch tenminste honger laten lijden; zoodra ze te Roomsch worden, zeggen de niet-Katholieke lezers hun abonnement op. Moge liet bovenstaande er iets ioe hebben bijgedragen, de Katholieken aan te sporen, op de eerste plaats: zooveel mogelijk de Katholieke pers te steunen, en op de tweede plaatsallen steun, wel ke ook, te onthouden aan de niet-Katho lieke pers. Nu met kracht voorwaarts 1 Onder dit opschrift driestart de (A. R.) „Rotte rdammer": Dinsdag is de Tweede Kaïner weer bij eengekomen. Belangrijke arbeid wacht haar. Onder scheidene wetten zijn ter behandeling ge reed. De ziekteverzekering komt nu in de afdeelingen. De Stuwadoorswet is in gediend. Waarlijk, het valt moeilijk te ontkennen dat Minister Talma een werkkracht ont wikkelt, die bewondering moet afdwin gen. De heeren in Den Haag werden direct reeds op een belangrijke mededeeliiig vergast: het gewijzigde ontwerp Bakkers wet betreffende nachtarbeid, Zondagsrust en arbeidsduur van gezellen was reeds ingekomen, terwijl het nevenontvverp Bak kersradenwet werd ingetrokken. Voor de zoo spoedige indiening der Bakkerswet komt den Minister dank toe. Wel blijkt uit al zijn gedragingen dat het brieven niet geopend heeft en in de te rugzending dus niets steekt, wat u kan kwetsen." „Dat zou ik willen gelooven", sprak de jonkman melancholisch. „Maar waar om ihij al de andere aan het adres van mijn tante gerichte brieven gestuurd?" „De intendant veronderstelt ongetwij feld, dat van de baden van Périvel me vrouw uw tante naar Clarens zaJ komen, en hij meende dus goed te doen met u de brieven voor haar te zenden." „ja, dat zou kunnen wezen; maar'in dat geval zou ze mij verwittigd hebben van hare komst; zij zou minstens den intendant hebben kennis gegeven van haar plan om te komen. Waarom zegt hij het niet?" „Hebt gij mij niet gezegd, dat lady ervan hield vastberaden te handelen, zon der raad te winnen en zonder mededee- ling van haar plannen te doen?" „Dat alles is mog. Mijn t :e is een vrouw wel in staal ,oor het nemen van het besluit, mij hier te komen ver rassen zont'"- er iemand jets van te zeg gen... ofschoon ik, alvorens haar te zien, liever gewild had, dat zij kennis had ge dragen van alles, wat hier is gebeurd, kennis had gedragen van mijn minnelijke schikking m uw oom... en ook van ons huwelijk. .Genevieve zweeg. Zij deelde de vrees hem diepe ernst is met de sociale wet geving! Het Kabinet doet wat het kan. Maar nu de Kamer! Links zal het niet ontbreken aan po gingen om Je tot spoedige :o'.standko- ming van gewenschte maatrege en te be lemmeren. Het voorstel-Schaper om de Ziektever zekering nog in de afdeelingen te be handelen, maakte hoogst on bevredigen den indruk. Het schijnt \yel of het nu reeds vast staat: het Kabinet mag en moet niets, letterlijk niets tot stand hebben gebracht. Rechts kan het anders doen z n We zijn thans genaderd tot e n hoogst ernstig punt in ons parlementaire leven. De vraag of nog lange jaren het be wind zai zijn in handen der rechter/.ijde, is niet het niinst ailiankelijk v n de vraag of op het terrein der sociale wetgeving met beleid en vastheid wordt gehandeld. Sta ons allen de ernst der zaak voor oogen. Lichtvaardige kritiek zal dan bij de moeilijkheid dezer materie achterwege blijven. Bij onze Kamerleden zal het besef der zware verantwoordelijkheid niet ontbre ken. Ongetwijfeld zal uit den loop der be raadslagingen bij de behandel ng der eer ste Bakkerswet winst zijn ge.rakken. Goede, met vroed beleid doorgevoer de arbeidsverdeeling dit is gebleken is niet slechts voor bakkers maar ook voor niet-bakkprs noodig. Aldus geleerd nu, met beslistheid en met kracht voorwaarts! De Week. Tusschen de berichten over de diver se opstanden die dan eens gunstig, d^n weer ongunstig luiden voor de regeerin gen al naar gelang uit welken koker zij komen, en de pest in Ch.na die nog steeds doorgaat hare slachtoffers bij dui zenden weg te maaien, terwijl de weten schap er machteloos tegenover staat', kwam als welkome afwisseling de ope ning van het Engelsche parlement met een troonrede van den nieuwen koning. We zouden het bijna weer vergeten zi,n dat koning George een n euwe, en nog wel ongekroonde koning was a*s hij niet ons daaraan herb nerd had, door zijn re de piëteitvol te beginnen met de her innering a an zijn vader. En ook deze rede zou, aaneenschakeling van ge- meerplaatsen als zij is gelijk die in alle landen, behalve de vermelding in het da- gelijksch overzicht de moeite der op rakeling niet waard zijn wan.ieer niet ook daarin even de brandende kwestie was houdt. De samenkomst te Potsdam en aangeroerd die half Europa in spanning de Bagdadspoorweg. Ter beter begrip eerst een overzicht van het laatste. In 1888 (4 October) kreeg de „Deut sche Bank" te Berlijn voor den tijd van 99 jaren het recht oin den spoorweg, die in 1870 van Haidarpasja tot Ismil gereed gekomen was, tot Angora verder te bou wen; de „Deutsche üesellsclia.t für den Bau der kleinasiatischen Bahiien te Frankfort nam het werk ter hand en in 1892 reden de treinen tot het e.ndstation Angora, in 1893 droeg de sultan van de, Deutsche Bank" de voortzetting van den spoorweg tot Kaisarjeh op, en 22 Januari 1902 kreeg een Duitsch-Fransche maatschappij het recht om den spoorweg tot Bagdad door te trekken, het inon- polie voor de scheepvaart op Euphraat en Tigris en verlof om de langs den spoorweg gelegen mijnen te ontginnen. Frankrijk had zich hierbij, ofschoon het er groot belang bij had, onzijdig gehouden terwil.e van de vriendschap met Rusland dat geenszins met dezen bouw ingenomen was. Een tweede rede voor de onzijdighei van Frankrijk was gelegen in de Fransch- Engelsche entente, omdat ook Engeland niet zeer gaarne een der voornaamste wegen naar Indië in niet Engelsche han den zag. Het was dus de politiek der triple- van haar echtgenoot De mogelijke komst van die onbekende, hooghartige, gebie dende, vastberaden, voorname dame, joeg bij voorbaat schrik aan. Zij beefde bij de gedachte, een streng verhoor te zullen moeten ondergaan en dwaas en onhan dig te zullen schijnen. Frédéric vermoed de dien angst en zijn arm om den hals van zijn vrofïw leggend, voerde hij haar weg met zachten drang: „Komaan, Ge neviève, ga naar binnen; je zult kou vatten. Wees niet bang voor mijn tan te... zij is er nog niet... zij zal misschien ook niet eens komen... alles wat wij daar zeiden is pure veronderstelling. „In elk geval", ging de mari.ies voort, zich tot den ouden knecht wendend, „zou je beter gedaan hebben, Pieriuc, met ons dlie br even spoediger ter hand te stellen. Oom Raffut de tijdfing was waarlijk de moeite wel waard zou-dfin misschien hier gebleven zijn, om ons dat geheim te ontwarren." Piernic, olijkbaar getroffen door dat verwijt, sloot de deur der vestibule ach ter zich en antwoordde: „Ik geloof integen^ce', mijnheer de markies, dat, als de brieven vóór het avondmaal waren gekomen en er sprake ware geweest van de komst van lady i Roswald, mijnheer Raffut zou zijn ver trokken, zonder zich den tijd te gunnen te soupceren,^ entente: tegenstand te bieden aan de Duitsche plannen voor den Bagdadspoor weg een politiek die tot voor korten tijd eensgezind vol te houden is. Na de bijeenkomst te Potsdam tusschen de kei zers van het Duitsche en Russische rijk bleek eensklaps Rusland als een blad aan den boom gekeerd, zonder zelfs, zoo als gebleken is. Frankrijk noch Engeland daarin gekend te hebben. Het is n.i niet te verwonderen dat men zich in Frank rijk ernstig ongerust maakt voor het Russisch-Fransch bondgenootschap. Toch is de Russische handelwijze geschied;- kundig goed te verh aren. Vroeger waren langen tijd Durtschk nd en Rus.and dikke vriend n geweest maar na den Russisch-Turkschen oorlog in 1877 achtte Rusland zich door DuitschLand bedrogen en van ue vruchten van den oorlog beroofd. Het was te verwachten dat Rusland zich dus een anderen b<m!genoot ging zoeken voornamelijk om zijn financieele zaken is evenwicht te brengen. Ongeveer 2U millioen aan leeringen heeft het reeds uit de Fransche zakken gehaald, zonder dat ooit Rusland eraan gedacht heeft Frankrijk iets ervoor in plaats te geven. In geheel zijn handelwijze tegenover Frankrijk heeft de Rus bewezen de woorden van Tsaar Peter de Groote diie tegen een commissie van Oosten rijk- sche joden die hem een groote som gelds boden om in Rusland te mogen handel drijven,: Vrienden, behoudt je geld; een Rus is slimmer dan tien Joden." Eenige jaren geleden kwam er weer een kleine verander.ng in de Russische politiek. Met Engeland dat eerst voor den erfvijand had gegolden werd nu eens klaps een bondgenootschap gesloten, waardoor de „Triple-Entente" tot stand kwam als een tegenwicht van den drie bond Duitschland-Oostenrijk-Italie. Deze „entente" heeft echter haar tijd om iets uit te voeren, speciaal bij de annexatie van Bosnië door Oostenrijk laten voorbij gaan waardoor haar glorie, zoo die ooit bestaan heeft, is gaan tanen en het was te verwachten dat de slimme Rus deze fraai igheid spoedig in den steek zou laten. Nu is blijkbaar weer een diplomatische verandering op handen. Al bestaat op dit oogenblik de Fransch-Russische bondge nootschap nog in naam, inderdaad is ook daaraan nu een e.nde gekomen, iets waaraan men, bij-de lamentaties in Frank- niet hoeft te twijfelen. Maar nie* alleen Frankrijk ziet zich gedupeerd, ook Enge land vaart in hetzelfde schuitje omdat het zijn absolute heerschappij over de Per zische golf bedreigd ziet. Dezer dagen werd nog in het Engelsche Hoogerhuis door Lord Morley verklaard, dat zich ern stige moeilijkheden konden voordoen. Alleszins begrijpelijk is het nu dat En geland met Turkije aan het onderhande len is geslagen over hot aanleggen van een spoorw eg van Bagdad naar de Per- ziche golf, om tenminste iets van zijn prestige in het oosten te bewaren. Maar ook Duitschland zou gaarne die conces sie van Turkije verkrijgen en waar het schijnt dat de vriendschap tusschen Duitschland en Turkije met den ^ag hech ter wordt is het niet onwaarschijnlijk dat naar dien kant de schaal oversla n. In ieder geval, ofschoon in de diverse landen geruststellende redevoer ng en- door de betrokken ministers zijn gehou den, valt het moeilijk aan te nemen dat de toestand erg rooskleurig is. De tijd zal 't leeren. Vu Weekpraatje. Deze week hebben we niet lang ptei- zier gehad van de vergadering van de Tweede Kamer, want nadat de heeren slechts een oogenblikje op het tooneel waren geweest, verdwenen ze reeds, het scherm /akte en de rest van het parle mentaire blij- of treurspel zooals je het maar noemen wilt speelde achter de coulissen. Spoedig echter zullen ze weer opkomen, en dan kunnen we weer zien en hooren wat er gebeurt. Sommi gen onzer parlementariërs hebben ook hun taak achter de coulissen reeds vol bracht of om van die beeldspraak af te stappen en het eens anders te zeggen „En waarom?" vroeg Geneviève ver baasd, „Zoo schuw is mijn oom waarlijk niet Niet goed wetend", hoe zijn onvoor zichtige uitdrukking te bemantelen, ging de grijsaard voort.: „Mijnheer Raffut moet niet erg houden van de zuster van mevrouw de markie zin." „Hij kent haar niet... hij heeft 'haar nooit gezienmerkte de markies op. Maar Piernic hield koppig vol: „Dat doet er niet toe; ook het weinige dal •.lij van haar weet, schijnt voldoen de, om mijnheer Jean niet te doen ver langen, met haar kennis te maken. En zoo juffrouw Geneviève haar oom te Clarens wil houden, laat zij hem dan maar niet spreken van de komst der dame... hij zou in staat zijn, om heen te gaan en nimmer terug te keeren!" „Het zou in alle geval vrij nutteloos zijn," meende Frederic, „een nog zoo onzekere, nog alle bevestiging missen de tijding aan te kondigen." Geneviève keurde dit goed. „Zoolang we niets bepaalds weten,- zeg gen we nw.s," stemde zij toe. HOOFDSTUK II. De correspondentie voor lady Ros- w^s zorgvuldig achter slot gebracht, in de vijlde aidcding van de Tweede Ka mer heeft alle aan de orde gestelde zaken afgedaan, ook het voorstel betreffende de kustverdediging, dus als de andere r r afdeelingen ook klaar zijn, don ka weer gauw met vergaderen begonnen worden. Nu ik daar het woord kustverdediging voor me zien staan, denk ik on 1 illekeur.g weer aan Vlissingen. „Weer aan Vlis- singen" zal misschien menigeen zeggen, -„daar koint ook geen eind aan." Ja maar nu zal die kwestie toch wel heel spoedig opgelost zijn, de voorteekenen zijn wat dat betreft, uitstekend, want ik heb ge hoord, dat de Belgische socialisten aan hunne broeders in Holland hebben ge vraagd om eens te zamen over die zaak te spreken, want ook in de Belgische Ka mer willen ze er geloof ik een boompje over opzetten. Dit was de reden van het verzoek van die Belgische heeren. Nu de Hol'andsche partijgenooten hadden er niets op tegen, ze vonden het misschien wel heel leuk (Jan hadden ze wellicht nog eens een uitstapje), en daarom heb ben ze dat verzoek ingewilligd. Dus zul len ze samen over deze zaak nog ecu* gezellig gaan praten, en met z'n allen dat raadseltje gaan oplossen. Dat het zal lukken, daaraan twijfel ik geen oogen blik, die socialisten zijn immers zoo knap en waar er meerderen zijn, is het ge makkelijker een raadsel of rebus op te lossen, dan wanneer je er alleen voor staat. En dan za, al het geschrijf in de kranten en het gepraat aan de koffietafel wel noodeloos worden. Wantde so cialisten hebben de rebus opgelost, en de eerste prijs er mee verdiend. Wie vaii al die socialisten den prijs dan zal krij gen, is nog onbeslist, daar moeten ze dam maar om vechten. O ja, oin volledig te zijn, had ik ook moeten zeggen waar en wanneer die bespreking zal plaats lieo- ben, dochdaar is mij nog niets van ter oore gekomen, alleen dit: als waarschijn lijke datum der bijeenkomst wordt 6 Maart genoemd, doch zeker is dit niet Ik zal er nu ook maar verder mijn mond over houden, alleen als ik weet, hoe ze het vraagstuk heb: opgelost, en wat de oplossing is, kunnen we weer zien. Er zijn echter nog meer kwesties, die opgelost moeten worden (denk maar eens aan de sociale kwestie, en daar zijn ze al zoo lang aan bezig om te zoeken wat de oplossing er van is, en toch hebben ze die nog niet gevonden). Maar daar wil ik het niet over hebben, ik heb nog een kleinere kwestie op het oog, waarvan n.l. dezer dagen in de bladen melding werd gemaakt, en die wel spoediger een bevredigende oplossing za! vinden, hoe het n.l. komt, dat iemand die bv. een abonnement 2e k,asse op de spoorwegen heeft, in een 3e klasse coupé moet plaats nemen, als er geen plaats in de 2e kL is. Zou daar geen verandering in zijn te brengen, ik hoop van ja, wan; ik vind het niet heel mooi, ik heb wel gehoord, dat je, als je een kaartje 2e klasse hebt, in een le klasse kunt gaan, als er in de 2e klasse geen piaats is, en waarom zou dan een houder van een abonnement dat niet kunnen doen Dat hij niet het volle geld betaa.t, ligt niet aan hem, maar aan de bepalingen van de spoorwegmaat schappijen, 'tis dus te hopen, dat le houders van abonnementen gelijk bcrech- tigd zullen worden met andere passa giers; en dit zal nu dunkt me wel gebeu ren nu de Handelsreizigers Vereeniging „Noord Brabant" besloten heeft een reu- zenpetitie op touw te zetten, tegen die bepaling. Maar we zijn er nog niet. Ook in liet 's Rijks hengstenveulendepöt te Bergen- op-Zoom is nog iets niet in den haak, dat 's nog wel iets van 't Rijk, maar alia, het beste paard struikelt wel een?, ook de paarden in dat depót. Daar werd dan dezer dagen een hengst verkocht, en, niet zoo heel goedkoop, n.l. voor f 3225, daar kan je dus een goed beest voor heb ben. Toen nu de gelukkige eigenaar op 6 Febr. op de rijkskeuring van .ïeugsten voor de provincie Zeeland met z'n paard je aankwam, werd het beestje door :le commissie...... afgekeurd. Ik lean me best voorstellen, dat de man op -dat oogen-. het schrijfbureau van Frédéric, en men dacht er niet meer aan. Bij "net naderen van November was het weer weder mooi geworden. Geneviève en haar echtge noot trokken er partij van, om iajige wandelingen te maken in het park. Up een Zaterdag-morgen evenwel, op den morgen van den dag, waarop Raffut van zijn rondreis zou terugkeeren, moest Frédéric die geliefkoosde ontspanning la ten varen. Hij moest zich namelijk naar Portvieux begeven voor de regeling van verscheiden geldzaken en ook om zich eenige boeken aan te schaffen noodig voor den arbeid welken hij in den win ter wilde voltooien. Hel was de eerste maal sedert haar huwelijk, da Geneviève alleen thuis was, en zij voelde zich in een onbeschrijfelijk weemoedige, hoewel door niets ernstigs gemo.i eerde stem ming. Om die \an zich af te zetten, ver liet Geneviève de boerderij eu sloeg zij, wijl het fraai weer wop- di schaduwrijke lanen in \an het dichte bo&^.., waarin zij al zoo dikwijls haar echtgenoot tot gida had gestrekt. Zich overgevend aan zoet gepeins over de wandelingen, welke zif met Frédéric in die lanen had gemaakt, had zij niet opgemerkt, dat ze eindelijk een der meest woeste gedeelten van het park had bereikt. (W,ordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5