Het iied van Garens.
BUITENLAND,
Tweede Blad, Detv oiende
bij De LeidscFe Cw.irant
van Zaterdag 11 Feoruari.
Uit de Pers.
De Katholieke Pers en de
Katholieke Vereenigingen.
Onder bovenstaand opschrift schrijft
O. J. J. V., tin het „Centrum" een
lezenswaardig artikel, vooral geschreven
je- naar schr. zelf opmerkt voor vele
katholieke vereenigingsmai.nen, die de
groote kracht van een goede kath. pers
,wel wat onderschatten.
Na er op gewezen te hebben, dat de
katholieke beginselen door ons moe
iten worden gepropageerd, betoogt schr.,
(dat het geschikste, bijna eenige doeltref
fende middel hiertoe de katholieke pers
fr.
Zeker, in de vergaderingen van de spe-
[ciale vereenigingen kan en moet mcer-
'fnalen gesproken worden over de alge-
,ipieene beginselen. Maar wat leert ons
ieen ondervinding van bijna tien re in
jneer dan ééne vereenig ng?
Doordat er veel tijd m t besteed wor-
'fcten aan de propaganda, aan huishou -
delijke zaken, aan verspreiding van ken
nis op 't speciale gebied der vereeniging,
komt er niet veel van, nu en dan zelfs
[nog maar, een rede te houden als bo
venbedoeld.
Er is nog een ander bezwaar: Juist
diegenen, die het 't meeste noodig heb
ben, zij, die van vereenigingsleven niets
willen weten bij gebrek aan sociaal ge
vóélen, worden aldus niet bereikt
Het middel voor de verspreiding van
de katholieke beginselen is dus de ka
tholieke pers. Ieder heeft wel een dubbel
tje of wat meer per week over voor zijn
krant. Met de nieuwtjes, waarom het
hem vaak alleen te doen is, komen ook
de hoofdartikelen zijn woning binnen.
Een of ander woord trekt zijn aandacht
,en hij gaat aan het lezen, hij krijgt smaalt
in dergelijke lectuur, en zoo komt hij in
kennis met de kath. principen. Dus zelfs
hij, wiens sociaal gevoelen niet zoo sterk
ontwikkeld is, ondervindt den invloed van
de katolieke pers.
Uit bovenstaande volgt dus, dat d-e ka
tholieke pers zooveel mogelijk moet ge
propageerd worden; dus ook door de
[Katholieke vereenigingen. Dit te doen is
tevens in hun eigenbelang. Immers, hoe
meer de katholieke grondbeginselen cn
derzelver toepassing onder het volk van
hoog tot laag bekend wordt, en hoe
lm eer zij tot een leven volgens die prin
cipen worden opgewekt, hoe meer kans
van slagen de vereenigingen hebben. En
leen goed geredigeerd dag- of weekblad
Zal niet weigeren berichten en dergelijke
van het.bestuur eener vereeniging op te
nemen, zoo.ang dit laatste zijne eischen
niet te hoog stelt.
Een wijze, om de Katholieke pers te
Steunen is ongetwijfeld het opzeilden van
agenda en verslagen van vergaderingen
len van andere berichten omtrent het ver
enigingsleven. Maar die moet men dian
[alléén opzenden aan de Katholieke
[bladen van de. plaats zijner inwoning.
[Zoolang een Katholiek in een z.g. neu
traal of niet Katholiek blad alles kan vin
den, wat hij omtrent het openbaar katho
liek leven van zijne stad oï zijn dorp wil
.weten," meent hij geen reden te hebben
Zijn blad het abonnement op te zeggen
•en iezer van de Kath. courant te wor
den.
Zoodra een propagandist voor de Kath.
pers zal trachten, een abonnement te
plaatsen, zal hij ten antwoord krijgen:
„Waarvoor zou ik het doen? In mijn
krant vind ik alles wat ik weten wil."
iWant voor kennisneming van beginselen
en streven der Katholieke Sociale Ac
tie voelt zoo'n geabonneerde op een
„neutrale" of niet-Katholieke krant ge
woonlijk niet veel.
Neen, 't moet zóó gezegd zijn, dat zoo
iemand zeggen gaat: „Hé, als je eens
wil weten, wat door de kath. vereenigin
gen hier in de stad al zoo gedaan Wi.rjt
kun je nooit bij de krant terecht! Staat
er nog eens wat in, dan is het nog vaak
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
61)
In de oogappel va., den markies licht
te weder een flauwe hoop. Hij opende
den brief en verklaarde naar gelang hij
Voortlas
„Die regels, heel kort en met al te
duidelijk, zijn van den intend nt van hei
kasteel van Roswald. Hij dee. me mede,
(dat mijn tante afgereisd kort ïia unijn
eigen vertrek, haar echtgenort naar de
[baden van Périvel is gevolgd. S T.-rt dden
tijd reizen lord en lady Roswald rond
op het vasteland, zonder bep aid adres.
En de intendant zendt me de.e gansche
correspondentie, opd. t zegt hij r—
idoor mijn bemiddeling, dat dies mijn
tante zoo spöed&g mogelijk b'. vike."
Niet wetend, wat er van te denken,
Voegde Frédéric hieraan toe:
„Kon de intendant zicjh tn iet wat dui
delijker uitspreken. Wat wil dat zeg
gen
„Dat wil in elk geval zegg ant
woordde Genevieve, „da,t MW. tante de
foutief, omdat ze 't niet officieel weten."
Door dat gemis zal menigeen zich aan
gespoord gevoelen een abonnement op
een katholieke courant te nemen.
Een bezwaar, dat men vooral van be
stuursleden van een vereeniging vaak
hoort, is: „We moeten toch propaganda
voor ons beginsel en voor onze veree
niging maken. En hoe meer personen we
dan bereiken, hoe beter 't is." Daar is
veel waars in die bewering, en ik zal
de laatste zijn, om dat bezwaar alle kracht
van bewijs te ontzeggen. Doch zij, die
voor dit bezwaar zwichten, moeten niet
vergeten, dat zij, door om ide van hun
ne vereeniging aan neutral? of niet-ka-
tholieke bladen berichten over hu ne ver
eeniging op te zenden, den groei van de
katholieke pers tegenhouden, daardoor
de verspreiding van de meer a'gemeene
katholieke beginselen onder het volk be
lemmeren en aldus een bijzonder belang
behartigen ten koste van een algemeen
belang. En 't is ook niet in het waarach
tig belang van hunne vereeniging. Mo
gen zij oogenblikkeiijk ai een succes heb
ben, een duurzaam succes is slechts ge
waarborgd, wanneer men voor het doel
eener vereeniging iets voelt op grond
van een diepgewortelde, echt katholieke
overtuiging.
Een van de gevaarlijkste tegenstanders
van de Katholieke pers zijn dan die bla
den, die neutraal willen blijven, omdat ze
ook hunne niet-kathoheke lezers te vriend
moeten houden, maar onder een schijn
van katholiciteit zich in de katholieke
gezinnen b.n.iendringen. Ik zeg: een
schijn" van katholicteit. Want waarin be
staat geheel hun katholieke geest? In
het opnemen van berichten over speciaal
kath. gebeurtenissen zooals benoeming
enz., van R .K. geestelijken, beschrijving
van kerkelijke plechtigheden, zooals bv.
kerkwijding, uitvaart cn begrafenis van
een der Eerw. H.H. Geestelijken, zoo
neutraal mogelijk geven van een verslag
van een vergadering enz. Van de andere
niet-kath. bladen verschillen ze daarin
echter meestal alleen door hunne groo-
tere uitvoerigheid, wat ze gemakkelijk
kunnen, 'doordat meestal meerdere le
den d er redactie of verslaggevers R. K.
zijn, en daardoor beter in de gelegenheid
het fijne van de zaak te weten te komen.
Van de Kath. bladen verschillen ze echter
hierin, dat ze ook van niet-kath. vergade
ringen en gebeurten.ssen uitvoerige be
richten moeten opnemen om hunne an
dere lezers te bevredigenen dit kan
op minder ontwikkelden, die onder de
abonné's van zulke bladen meer voorko
men, dan onder hen, die een kath. cou
rant lezen, verwarrend of zelfs geheel
verkeerd werken.
En als ze hunne lezers al geen stee-
nen voor brood geven, dan moeten ze
hen toch tenminste honger laten lijden;
zoodra ze te Roomsch worden, zeggen de
niet-Katholieke lezers hun abonnement
op.
Moge liet bovenstaande er iets ioe
hebben bijgedragen, de Katholieken aan
te sporen, op de eerste plaats: zooveel
mogelijk de Katholieke pers te steunen,
en op de tweede plaatsallen steun, wel
ke ook, te onthouden aan de niet-Katho
lieke pers.
Nu met kracht voorwaarts 1
Onder dit opschrift driestart de (A. R.)
„Rotte rdammer":
Dinsdag is de Tweede Kaïner weer bij
eengekomen.
Belangrijke arbeid wacht haar. Onder
scheidene wetten zijn ter behandeling ge
reed. De ziekteverzekering komt nu in
de afdeelingen. De Stuwadoorswet is in
gediend.
Waarlijk, het valt moeilijk te ontkennen
dat Minister Talma een werkkracht ont
wikkelt, die bewondering moet afdwin
gen.
De heeren in Den Haag werden direct
reeds op een belangrijke mededeeliiig
vergast: het gewijzigde ontwerp Bakkers
wet betreffende nachtarbeid, Zondagsrust
en arbeidsduur van gezellen was reeds
ingekomen, terwijl het nevenontvverp Bak
kersradenwet werd ingetrokken.
Voor de zoo spoedige indiening der
Bakkerswet komt den Minister dank toe.
Wel blijkt uit al zijn gedragingen dat het
brieven niet geopend heeft en in de te
rugzending dus niets steekt, wat u kan
kwetsen."
„Dat zou ik willen gelooven", sprak
de jonkman melancholisch. „Maar waar
om ihij al de andere aan het adres van
mijn tante gerichte brieven gestuurd?"
„De intendant veronderstelt ongetwij
feld, dat van de baden van Périvel me
vrouw uw tante naar Clarens zaJ komen,
en hij meende dus goed te doen met u
de brieven voor haar te zenden."
„ja, dat zou kunnen wezen; maar'in
dat geval zou ze mij verwittigd hebben
van hare komst; zij zou minstens den
intendant hebben kennis gegeven van
haar plan om te komen. Waarom zegt hij
het niet?"
„Hebt gij mij niet gezegd, dat lady
ervan hield vastberaden te handelen, zon
der raad te winnen en zonder mededee-
ling van haar plannen te doen?"
„Dat alles is mog. Mijn t :e is
een vrouw wel in staal ,oor het nemen
van het besluit, mij hier te komen ver
rassen zont'"- er iemand jets van te zeg
gen... ofschoon ik, alvorens haar te zien,
liever gewild had, dat zij kennis had ge
dragen van alles, wat hier is gebeurd,
kennis had gedragen van mijn minnelijke
schikking m uw oom... en ook van
ons huwelijk.
.Genevieve zweeg. Zij deelde de vrees
hem diepe ernst is met de sociale wet
geving!
Het Kabinet doet wat het kan.
Maar nu de Kamer!
Links zal het niet ontbreken aan po
gingen om Je tot spoedige :o'.standko-
ming van gewenschte maatrege en te be
lemmeren.
Het voorstel-Schaper om de Ziektever
zekering nog in de afdeelingen te be
handelen, maakte hoogst on bevredigen
den indruk.
Het schijnt \yel of het nu reeds vast
staat: het Kabinet mag en moet niets,
letterlijk niets tot stand hebben gebracht.
Rechts kan het anders doen z n
We zijn thans genaderd tot e n hoogst
ernstig punt in ons parlementaire leven.
De vraag of nog lange jaren het be
wind zai zijn in handen der rechter/.ijde,
is niet het niinst ailiankelijk v n de vraag
of op het terrein der sociale wetgeving
met beleid en vastheid wordt gehandeld.
Sta ons allen de ernst der zaak voor
oogen. Lichtvaardige kritiek zal dan bij de
moeilijkheid dezer materie achterwege
blijven.
Bij onze Kamerleden zal het besef der
zware verantwoordelijkheid niet ontbre
ken.
Ongetwijfeld zal uit den loop der be
raadslagingen bij de behandel ng der eer
ste Bakkerswet winst zijn ge.rakken.
Goede, met vroed beleid doorgevoer
de arbeidsverdeeling dit is gebleken
is niet slechts voor bakkers maar ook
voor niet-bakkprs noodig.
Aldus geleerd nu, met beslistheid en
met kracht voorwaarts!
De Week.
Tusschen de berichten over de diver
se opstanden die dan eens gunstig, d^n
weer ongunstig luiden voor de regeerin
gen al naar gelang uit welken koker zij
komen, en de pest in Ch.na die nog
steeds doorgaat hare slachtoffers bij dui
zenden weg te maaien, terwijl de weten
schap er machteloos tegenover staat',
kwam als welkome afwisseling de ope
ning van het Engelsche parlement met
een troonrede van den nieuwen koning.
We zouden het bijna weer vergeten zi,n
dat koning George een n euwe, en nog
wel ongekroonde koning was a*s hij niet
ons daaraan herb nerd had, door zijn re
de piëteitvol te beginnen met de her
innering a an zijn vader. En ook deze
rede zou, aaneenschakeling van ge-
meerplaatsen als zij is gelijk die in alle
landen, behalve de vermelding in het da-
gelijksch overzicht de moeite der op
rakeling niet waard zijn wan.ieer niet ook
daarin even de brandende kwestie was
houdt. De samenkomst te Potsdam en
aangeroerd die half Europa in spanning
de Bagdadspoorweg. Ter beter begrip
eerst een overzicht van het laatste.
In 1888 (4 October) kreeg de „Deut
sche Bank" te Berlijn voor den tijd van
99 jaren het recht oin den spoorweg, die
in 1870 van Haidarpasja tot Ismil gereed
gekomen was, tot Angora verder te bou
wen; de „Deutsche üesellsclia.t für den
Bau der kleinasiatischen Bahiien te
Frankfort nam het werk ter hand en in
1892 reden de treinen tot het e.ndstation
Angora, in 1893 droeg de sultan van
de, Deutsche Bank" de voortzetting van
den spoorweg tot Kaisarjeh op, en 22
Januari 1902 kreeg een Duitsch-Fransche
maatschappij het recht om den spoorweg
tot Bagdad door te trekken, het inon-
polie voor de scheepvaart op Euphraat
en Tigris en verlof om de langs den
spoorweg gelegen mijnen te ontginnen.
Frankrijk had zich hierbij, ofschoon
het er groot belang bij had, onzijdig
gehouden terwil.e van de vriendschap met
Rusland dat geenszins met dezen bouw
ingenomen was.
Een tweede rede voor de onzijdighei
van Frankrijk was gelegen in de Fransch-
Engelsche entente, omdat ook Engeland
niet zeer gaarne een der voornaamste
wegen naar Indië in niet Engelsche han
den zag.
Het was dus de politiek der triple-
van haar echtgenoot De mogelijke komst
van die onbekende, hooghartige, gebie
dende, vastberaden, voorname dame, joeg
bij voorbaat schrik aan. Zij beefde bij de
gedachte, een streng verhoor te zullen
moeten ondergaan en dwaas en onhan
dig te zullen schijnen. Frédéric vermoed
de dien angst en zijn arm om den hals
van zijn vrofïw leggend, voerde hij haar
weg met zachten drang: „Komaan, Ge
neviève, ga naar binnen; je zult kou
vatten. Wees niet bang voor mijn tan
te... zij is er nog niet... zij zal misschien
ook niet eens komen... alles wat wij daar
zeiden is pure veronderstelling.
„In elk geval", ging de mari.ies voort,
zich tot den ouden knecht wendend, „zou
je beter gedaan hebben, Pieriuc, met
ons dlie br even spoediger ter hand te
stellen. Oom Raffut de tijdfing was
waarlijk de moeite wel waard zou-dfin
misschien hier gebleven zijn, om ons dat
geheim te ontwarren."
Piernic, olijkbaar getroffen door dat
verwijt, sloot de deur der vestibule ach
ter zich en antwoordde:
„Ik geloof integen^ce', mijnheer de
markies, dat, als de brieven vóór het
avondmaal waren gekomen en er sprake
ware geweest van de komst van lady
i Roswald, mijnheer Raffut zou zijn ver
trokken, zonder zich den tijd te gunnen
te soupceren,^
entente: tegenstand te bieden aan de
Duitsche plannen voor den Bagdadspoor
weg een politiek die tot voor korten
tijd eensgezind vol te houden is. Na de
bijeenkomst te Potsdam tusschen de kei
zers van het Duitsche en Russische rijk
bleek eensklaps Rusland als een blad aan
den boom gekeerd, zonder zelfs, zoo
als gebleken is. Frankrijk noch Engeland
daarin gekend te hebben. Het is n.i niet
te verwonderen dat men zich in Frank
rijk ernstig ongerust maakt voor het
Russisch-Fransch bondgenootschap. Toch
is de Russische handelwijze geschied;-
kundig goed te verh aren.
Vroeger waren langen tijd Durtschk nd
en Rus.and dikke vriend n geweest maar
na den Russisch-Turkschen oorlog in 1877
achtte Rusland zich door DuitschLand
bedrogen en van ue vruchten van den
oorlog beroofd.
Het was te verwachten dat Rusland
zich dus een anderen b<m!genoot ging
zoeken voornamelijk om zijn financieele
zaken is evenwicht te brengen. Ongeveer
2U millioen aan leeringen heeft het reeds
uit de Fransche zakken gehaald, zonder
dat ooit Rusland eraan gedacht heeft
Frankrijk iets ervoor in plaats te geven.
In geheel zijn handelwijze tegenover
Frankrijk heeft de Rus bewezen de
woorden van Tsaar Peter de Groote
diie tegen een commissie van Oosten rijk-
sche joden die hem een groote som gelds
boden om in Rusland te mogen handel
drijven,: Vrienden, behoudt je geld; een
Rus is slimmer dan tien Joden."
Eenige jaren geleden kwam er weer
een kleine verander.ng in de Russische
politiek. Met Engeland dat eerst voor
den erfvijand had gegolden werd nu eens
klaps een bondgenootschap gesloten,
waardoor de „Triple-Entente" tot stand
kwam als een tegenwicht van den drie
bond Duitschland-Oostenrijk-Italie. Deze
„entente" heeft echter haar tijd om iets
uit te voeren, speciaal bij de annexatie
van Bosnië door Oostenrijk laten voorbij
gaan waardoor haar glorie, zoo die ooit
bestaan heeft, is gaan tanen en het was te
verwachten dat de slimme Rus deze fraai
igheid spoedig in den steek zou laten.
Nu is blijkbaar weer een diplomatische
verandering op handen. Al bestaat op dit
oogenblik de Fransch-Russische bondge
nootschap nog in naam, inderdaad is ook
daaraan nu een e.nde gekomen, iets
waaraan men, bij-de lamentaties in Frank-
niet hoeft te twijfelen. Maar nie* alleen
Frankrijk ziet zich gedupeerd, ook Enge
land vaart in hetzelfde schuitje omdat het
zijn absolute heerschappij over de Per
zische golf bedreigd ziet. Dezer dagen
werd nog in het Engelsche Hoogerhuis
door Lord Morley verklaard, dat zich ern
stige moeilijkheden konden voordoen.
Alleszins begrijpelijk is het nu dat En
geland met Turkije aan het onderhande
len is geslagen over hot aanleggen van
een spoorw eg van Bagdad naar de Per-
ziche golf, om tenminste iets van zijn
prestige in het oosten te bewaren. Maar
ook Duitschland zou gaarne die conces
sie van Turkije verkrijgen en waar het
schijnt dat de vriendschap tusschen
Duitschland en Turkije met den ^ag hech
ter wordt is het niet onwaarschijnlijk dat
naar dien kant de schaal oversla n.
In ieder geval, ofschoon in de diverse
landen geruststellende redevoer ng en-
door de betrokken ministers zijn gehou
den, valt het moeilijk aan te nemen dat
de toestand erg rooskleurig is. De tijd
zal 't leeren. Vu
Weekpraatje.
Deze week hebben we niet lang ptei-
zier gehad van de vergadering van de
Tweede Kamer, want nadat de heeren
slechts een oogenblikje op het tooneel
waren geweest, verdwenen ze reeds, het
scherm /akte en de rest van het parle
mentaire blij- of treurspel zooals je
het maar noemen wilt speelde achter
de coulissen. Spoedig echter zullen ze
weer opkomen, en dan kunnen we weer
zien en hooren wat er gebeurt. Sommi
gen onzer parlementariërs hebben ook
hun taak achter de coulissen reeds vol
bracht of om van die beeldspraak af te
stappen en het eens anders te zeggen
„En waarom?" vroeg Geneviève ver
baasd, „Zoo schuw is mijn oom waarlijk
niet
Niet goed wetend", hoe zijn onvoor
zichtige uitdrukking te bemantelen, ging
de grijsaard voort.:
„Mijnheer Raffut moet niet erg houden
van de zuster van mevrouw de markie
zin."
„Hij kent haar niet... hij heeft 'haar
nooit gezienmerkte de markies op.
Maar Piernic hield koppig vol:
„Dat doet er niet toe; ook het weinige
dal •.lij van haar weet, schijnt voldoen
de, om mijnheer Jean niet te doen ver
langen, met haar kennis te maken. En
zoo juffrouw Geneviève haar oom te
Clarens wil houden, laat zij hem dan
maar niet spreken van de komst der
dame... hij zou in staat zijn, om heen te
gaan en nimmer terug te keeren!"
„Het zou in alle geval vrij nutteloos
zijn," meende Frederic, „een nog zoo
onzekere, nog alle bevestiging missen
de tijding aan te kondigen."
Geneviève keurde dit goed.
„Zoolang we niets bepaalds weten,- zeg
gen we nw.s," stemde zij toe.
HOOFDSTUK II.
De correspondentie voor lady Ros-
w^s zorgvuldig achter slot gebracht, in
de vijlde aidcding van de Tweede Ka
mer heeft alle aan de orde gestelde zaken
afgedaan, ook het voorstel betreffende de
kustverdediging, dus als de andere r r
afdeelingen ook klaar zijn, don ka
weer gauw met vergaderen begonnen
worden.
Nu ik daar het woord kustverdediging
voor me zien staan, denk ik on 1 illekeur.g
weer aan Vlissingen. „Weer aan Vlis-
singen" zal misschien menigeen zeggen,
-„daar koint ook geen eind aan." Ja maar
nu zal die kwestie toch wel heel spoedig
opgelost zijn, de voorteekenen zijn wat
dat betreft, uitstekend, want ik heb ge
hoord, dat de Belgische socialisten aan
hunne broeders in Holland hebben ge
vraagd om eens te zamen over die zaak
te spreken, want ook in de Belgische Ka
mer willen ze er geloof ik een boompje
over opzetten. Dit was de reden van het
verzoek van die Belgische heeren. Nu
de Hol'andsche partijgenooten hadden er
niets op tegen, ze vonden het misschien
wel heel leuk (Jan hadden ze wellicht
nog eens een uitstapje), en daarom heb
ben ze dat verzoek ingewilligd. Dus zul
len ze samen over deze zaak nog ecu*
gezellig gaan praten, en met z'n allen
dat raadseltje gaan oplossen. Dat het
zal lukken, daaraan twijfel ik geen oogen
blik, die socialisten zijn immers zoo knap
en waar er meerderen zijn, is het ge
makkelijker een raadsel of rebus op te
lossen, dan wanneer je er alleen voor
staat. En dan za, al het geschrijf in de
kranten en het gepraat aan de koffietafel
wel noodeloos worden. Wantde so
cialisten hebben de rebus opgelost, en de
eerste prijs er mee verdiend. Wie vaii
al die socialisten den prijs dan zal krij
gen, is nog onbeslist, daar moeten ze dam
maar om vechten. O ja, oin volledig te
zijn, had ik ook moeten zeggen waar en
wanneer die bespreking zal plaats lieo-
ben, dochdaar is mij nog niets van ter
oore gekomen, alleen dit: als waarschijn
lijke datum der bijeenkomst wordt 6
Maart genoemd, doch zeker is dit niet
Ik zal er nu ook maar verder mijn mond
over houden, alleen als ik weet, hoe
ze het vraagstuk heb: opgelost, en
wat de oplossing is, kunnen we
weer zien.
Er zijn echter nog meer kwesties, die
opgelost moeten worden (denk maar eens
aan de sociale kwestie, en daar zijn ze
al zoo lang aan bezig om te zoeken wat
de oplossing er van is, en toch hebben
ze die nog niet gevonden). Maar daar
wil ik het niet over hebben, ik heb nog
een kleinere kwestie op het oog, waarvan
n.l. dezer dagen in de bladen melding
werd gemaakt, en die wel spoediger een
bevredigende oplossing za! vinden, hoe
het n.l. komt, dat iemand die bv. een
abonnement 2e k,asse op de spoorwegen
heeft, in een 3e klasse coupé moet plaats
nemen, als er geen plaats in de 2e kL
is. Zou daar geen verandering in zijn te
brengen, ik hoop van ja, wan; ik vind het
niet heel mooi, ik heb wel gehoord, dat
je, als je een kaartje 2e klasse hebt,
in een le klasse kunt gaan, als er in
de 2e klasse geen piaats is, en waarom
zou dan een houder van een abonnement
dat niet kunnen doen Dat hij niet het
volle geld betaa.t, ligt niet aan hem, maar
aan de bepalingen van de spoorwegmaat
schappijen, 'tis dus te hopen, dat le
houders van abonnementen gelijk bcrech-
tigd zullen worden met andere passa
giers; en dit zal nu dunkt me wel gebeu
ren nu de Handelsreizigers Vereeniging
„Noord Brabant" besloten heeft een reu-
zenpetitie op touw te zetten, tegen die
bepaling.
Maar we zijn er nog niet. Ook in liet
's Rijks hengstenveulendepöt te Bergen-
op-Zoom is nog iets niet in den haak,
dat 's nog wel iets van 't Rijk, maar alia,
het beste paard struikelt wel een?, ook
de paarden in dat depót. Daar werd
dan dezer dagen een hengst verkocht, en,
niet zoo heel goedkoop, n.l. voor f 3225,
daar kan je dus een goed beest voor heb
ben. Toen nu de gelukkige eigenaar op 6
Febr. op de rijkskeuring van .ïeugsten
voor de provincie Zeeland met z'n paard
je aankwam, werd het beestje door :le
commissie...... afgekeurd. Ik lean me best
voorstellen, dat de man op -dat oogen-.
het schrijfbureau van Frédéric, en men
dacht er niet meer aan. Bij "net naderen
van November was het weer weder mooi
geworden. Geneviève en haar echtge
noot trokken er partij van, om iajige
wandelingen te maken in het park. Up
een Zaterdag-morgen evenwel, op den
morgen van den dag, waarop Raffut van
zijn rondreis zou terugkeeren, moest
Frédéric die geliefkoosde ontspanning la
ten varen. Hij moest zich namelijk naar
Portvieux begeven voor de regeling van
verscheiden geldzaken en ook om zich
eenige boeken aan te schaffen noodig
voor den arbeid welken hij in den win
ter wilde voltooien. Hel was de eerste
maal sedert haar huwelijk, da Geneviève
alleen thuis was, en zij voelde zich in
een onbeschrijfelijk weemoedige, hoewel
door niets ernstigs gemo.i eerde stem
ming. Om die \an zich af te zetten, ver
liet Geneviève de boerderij eu sloeg zij,
wijl het fraai weer wop- di schaduwrijke
lanen in \an het dichte bo&^.., waarin zij
al zoo dikwijls haar echtgenoot tot gida
had gestrekt. Zich overgevend aan zoet
gepeins over de wandelingen, welke zif
met Frédéric in die lanen had gemaakt,
had zij niet opgemerkt, dat ze eindelijk
een der meest woeste gedeelten van het
park had bereikt.
(W,ordt vervolgd).