36 bedreigingeu uit tegen den adel en de geestelijke orden. De stad had geen garnizoen. Slecht beschermd door de plaatselijke politie en eenige gendarmen, had zij verscheidene uren gevaar loopen in de macht van het grauw te vallenslechts de moed van een handvol burgers had haar daarvoor bewaard, tot een detache ment infanterie, uit Rouaan afgezon den, de orde had hersteld. Toch waren de revolutionairen niet ontmoedigd. Schijnbaar ontwapend, hielden zij eiken avond bijeenkom sten, waarin openlijk de revolutie werd gepredikt en de burgers wer den aangehtist om de wapenen op te nemen tot herovering hunner rech ten. Te Hacquetot was men overtuigd, dat Luyster vertrokken was om aan die beweging deel te nemen en dat zijn terugkeer een bedreiging zou zijn voor de abdij en het kasteel. Deze dreigende verschijnselen waren Gaston, die het ziekbed van zijn grootvader niet verliet, onbekend ge bleven. De voortdurende zorg voor het leven van den dierbare maakte hem onverschillig voor alle geruchten en broeder Hervas, die hem dagelijks bezocht, vermeed zorgvuldig daarvan te spreken uit eerbied voor zijn kin derlijke liefde enj omdat hij zag. dat de zieke van uur tot uur achteruit- KO-SING ALFONSO I2s MEL1LLA ging en de dood naderde. de Spaansche koning bezocht de vorige maand het tooneel van Toen deze dan ook op zekeren de JonSstf Spaansche oorlogsdaden in Noord-Afrika. Langzamer- j F hand schijnt Spanje vasten voet te zetten in dit land en zijn avond ztjn intrede in het huis deed, invloedsfeer op Noord-Marokko te willen bevestigen. De koning verraste hij niemandmen verwachtte bezichtigde, met zijn gewone m nutieuze belangstelling, alles hem; zooals broeder Hervas voorzien tot in de puntjes: onze foto gee t hem weer in Melilla, waar had, was het einde gekomen- zonder bij de soldaten-kampen en de mijnen die daar aan de Spanjaar- r i j, den behooren, bezocht. pijn of benauwdheid. Met een kalm vertrouwen had Hannibal Beau Casque zijn ziel aan zijn Schepper teruggegeven. De ter aarde bestelling had twee dagen later plaats en werd bijge woond door alle bewoners van het dorp, van de abdij en van het kasteel. HET Sr JOoEPHS-PaTRONAAT ÏE TUiTJEKUORN: het vereenigingsleven op onze Roomsche dorpen neemt met het jaar hooger vlucht! Ook de parochie Tuitjenhorn behoort onder de gelukkige plaatsen waar de Roomsche actie steeds grooter wordt, en daarenboven is het zoo ge lukkig, door de zorgzame toewijding van den ZeerEe-w. Heer Pastoor W. M. Nix, een St. Josephs-patronaatgebouw te bezitten dat er wezen mag! uw smart in de een zaamheid van uw huis opsluiten." Qaston antwoordde dat hij gaarne èn aan aan de abdij èn op het kasteel zoomogelijk dagelijks een bezoek zou brengeD, dat de dankbaarheid voor zooveel blijken van toegenegenheid en vriendschap hem dit gebood. Toen geleidden allen hem naar zijn huis, waar hij voortaan meende te moeten wonen met moeder Hanouard, die ver klaard had hem niet te zullen verlaten. „Wat zal er van dat kind moeten worden," vroeg de abt bij den terugkeer naar de abdij. Bij het verlaten van het kerkhof nam de abt Gaston vaderlijk bij de hand en stelde hem voor niet naar zijn huis terug te keeren vóór zijn hevige smart eenigszins zou zijn bedaard. Allen vonden het beter, dat hij niet in de eenzaamheid van het huis aan zijn smart zou worden overgelaten en terwijl de paters en broeder Hervas hem mede naar de abdij wilden nemen, verklaarde de gravin dat hij op het kasteel welkom zou zijn. Gaston drukte zijn diep gevoelde dankbaarheid aan zijn weldoeners uit, maar verklaarde dadelijk zijn huis te willen bewonen, dat huis dat hem dierbaar was en waar zijn overleden grootvader van uit den hemel met welgevallen op hem zou neerzien. „Kom dan ten minste den eersten tijd uw maal tijden in de abdij gebruiken," zei broeder Hervas- „Op het kasteel," sprak Marie-Thérèse. „Ge zult toch afleiding moeten zoeken," ver volgde broeder Hervas. „Ge moogt u niet met „Waren de tijden minder onrustig, dan zou ik willen beproeven van hem een arbeider te maken in den wijngaard des Heeren. Maar nu acht ik het gevaarlijk hem een weg te laten inslaan, die de boos heid der menschen schijnt te willen be zaaien met moeilijkheden en gevaren. „Ik twijfel of zulk een poging zou gelukken," antwoordde broeder Hervas. „Gaston is uit een geslacht van krijgslieden gesproten en al is van roeping in hem nog niets gebleken, ofschoon zijn grootvader hem geheel vrij heeft gelaten, men kan ver wachten, dat binnen eenige jaren het krijgsmansbloed zijner voor vaderen in hem zal spreken. Het zou mij verwonderen, wan neer hij te eeniger tijd hun voor beeld niet zou volgen." „Dat zou wellicht beter voor hem zijn," zuchtte de abt. In het klooster aangekomen, be vonden zij dat in de refter de tafel gedekt was en onder de gewone stilte en de lezing van de levens der Heiligen, werd de sobere maaltijd genuttigd tot plotselir g in de open s'aande deur een man verscheen in de uniform der marechaussee's. Wordt vervolgd) WAT IS DaT? Wie het niet we«t, zal niet zeggen dat het een exemplaar is van de laatste mode op het gebied der dameshoeden! Inder daad: de afhangende stiuis-veeren op de dameshocfddeksels schijnen de céme de la ciëme te zijn van de modesnufjes, en hoe lager die veeren afhaken, des te mooier. evena s Frankiijk, dat al menige duikboot zag verongelukken, heeft nu ook hei Duitsche Rijk het vérlies van menschenlevens te betreuren gehad bij een ongeval met een onder/eeër. De U 3 zonk te Kiel, naar later is gebleken door een gebrek aan de afsluiting, met de ge heels bemanning in ondiep water. Op drie man na werden allen gered, doch de comman dant en" twee matrozen, die in den stuurtoren zich bevonden, kwamen jammerlijk om door gebrek aan lucht. Onze foto geeft de geredde mannen weer. DE RAMP DER LU1TSCHE ONDERZEE-BOOT U 3:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 2