Hoewel de laastt gelezen moeilijkhe
den ten slotte werden opgelost, ge
schiedde zulks slechts om bijkomende
redenen en blijven de principi-eele geva
ren voor nieuwe moeilijkheden nog be
staan. De minister wijdt intsuschen aan
de mogelijkheid eener definitieve oplos
sing zijn volle aandacht.
Op een definitieve openstelling
der Duitsche grenzen voor Ne-
derlandsche vee, valt, niettegen
staande alle pogingen daartoe aangewend
voor het oogenblik niet te rekenen..
Dezer dagen is van Hr. Ms. gezant
te Berlijn bericht ontvangen, waaruit af
geleid moet worden, dat de Duitsche re-
geering ons verzoek voor den invoer van
Nederlandsche melk eerst in overweging
kan nemen wanneer negen maanden ver
streken zuilen zijn sedert het laatste ge
val van mond- en kleuwzeer hier te lan
de is voorgekomen. Waar dit eerst in
Februari het geval zal zijn, meent de mi
nister dien datum te moéten afwachten
alvorens de zaak weder ter hand te ne
men
Justitie.
In zijn antwoord op het afdeelingsver-
slag der Eerste Kamer deelt de Minister
van Jusiiiie mede, dat weldra de indie
ning mag „worden verwacht van een nieu
we wettelijke regeling der berechting cn
bestraffing van overtreders, lijdende aan
geestelijke stoornis.
De Minister zal de tot stand koming
van de regeling van de administratieve
rechtspraak naar vermogen bevorderen.
De Minister zal naar een spoedige af
werking van het ontwerp betrekkelijk de
voorwaardelijke niet ten uitvoer legging
der straf streven.
Het drieste optreden van de z. g.
kwartjesvinders vooral op de open
bare wegen in de omgeving van de re
sidentie, maakte in den afgeloopen zo
mer een krachtig optreden tegen die li-e
den noodzakelijk. Op last van den Minis
ter is daarom aan eenige rijksveldwach
ters de opdracht gegeven dagelijks in
burgerkieeding op een rijwiel de omstre
ken van 's Gravenhage in alle richtingen
te doorkruisen, terwijl tevens de hoofd.n
der omliggende gemeenten zijn u tgenoo-
digd hunnerzijds alles in het werk te
stellen om binnen de grenzen hunner
gemeente aan dat gespuis de uitoefening
van hun schandelijk, bedrijf onmogelijk
te maken.
Uit de ter zake ontvangen rapporten)
mag worden opgemaakt, dat dit strenge
toezicht door de Rijkspolitie doeltref
fend heeft gewerkt.
Het ligt evenwel in het voornemen ook
dit jaar met die buitengewone maatre
gelen tegen de kwartjesvinders door te
gaan, en, waar mogelijk, deze lieden straf
rechtelijk te doen vervolgen. Die vervol-
gij^g zal pas met voldoende kans op suc
ces kunnen plaats vinden, wanneer het
ontwerp tot bestrijding van de zedeloos
heid tot wet zal zijn verheven, daar als
dan het bedrijf der z. g. kwartjesvinders
voor zoover het niet als bedrog of ha
zardspel zal zijn aan te merken, onder de
rubriek „wedenschappen" (b.v. het z.g.
1,2, 3 klaveraas) valt, en dus op dien
grond door de thans voorgestelde s'raf-
bepaling van art. 254bis wordt getroffen.
Bijzondere bepalingen omtrent het spe
len in treinen zu'len dan eveneens over
bodig zijn.
Met het voorstellen van strafbepalin
gen tot bestrijding van de oneerlijke
concurren tie wil de M'nister wach
ten, totdat de belanghebbenden zeiven
omtrent de grondbeginselen voor de ge-
wenschte wettelijke regeling tot meerdere
klaarheid en eenstemmigheid zulkn ge
komen zijn.
Wat de Pap en dr echtsch e recht
zaak betreft, zegt de Minister dankbaar
te zijn voor de hem van meer dan één-
zijde gebrachte hulde.
Bij de beantwoording der gemaakte
opmerkingen meent de minister op dien
voorgrond te moeten stellen, dat hij van
oordeel is, dat na de behandeling van
zaak in de Tweede Kamer de Papen-
drechtsche zaak als geëindigd i-s te be
schouwen en dat hij vertrouwt dat ook
de Eerste Kamer niet opnieuw door een
uitvoerige gedachfenwisseüng de gemoe
deren weder zal verhitten. De Minister
bepaalt zich dan ook tot eene beant
woording van die opmerkingen, welke
op een daad of uitlating van de Re
geering zelve betrekking hebben.
De Minister herinnert er in dit ver
band aan, dat hij krachtig geprotesteerd1
heeft tegen de algemeene beschuldiging
als zoude de rechterlijke macht partij-
dig zijn, een protest, dat in waarlijk niet
dubbelzinnige bewoordingen is geuit.
Brengt deze waardeering nu echter
mede, zoo vraagt de Minister, dat elk
woord van critiek, ook wanneer deze een
opbouwend karakter draagt, en geheel
in het algemeen wordt uitgesproken, ach
terwege moet blijven? De Minister
meent die vraag beslist ontkennend te
moeten beantwoorden.
Wat ten slotte betreft de afkeuring
over het instellen van een administra
tief onderzoek en het zenden van steno
grafen naar de openbare terechtzitting
van het gerechtshof te Arnhem, merkf
de Minister op, dat hij reeds in -die Twee
de Kamer verklaard heeft, dat dit zijn
instemming niet had.
Te beweren echter dat deze hande
lingen het gezag ondermijnen en kren
kend waren voor de rechterlijke macht
gaat te ver.
Het administratief onderzoek, ingesteld
ingevolge den wen.sch vap d>e Tweede
Kamer, heeft zooveel doenlijk de recht
zaak zelf ter zijde gelaten, droeg het
karakter van een onderzoek dooi het
verantwoordelijk hoofd der politie naar
het beleid van eenige ondergeschikte
politiebeambten.
Het stenografisch verslag had aller
minst de strekking daardoor de leiding
van den president te kunnen contrölee-
ren
De Minister deelt voorts mede thans
in het bezit van het stenografisch ver
slag van de openbare behandeling der
Papendrechtsche zaak voor het gerechts
hof te Arnhem te zijn. Hem is daaruit
gebleken, dat inderdaad de avocaat-ge-
neraal zich over de onschuld van twee
onherroepelijk veroordeelden heeft uit
gelaten, op een wijze, welke de Minister
afkeurt.
Binnenlandsche Zaken.
Aan de Memorie van Antwoord is het
volgende ontleend:
De Regeering laat niets onbeproefd
om de a.d. ening van hit ingediende wets
ontwerp betretiende de gemeentefinan-
cien zooveel mogelijk te bevorderen. Het
zou een weinig vruchtbare wijze van
handelen blijken, indien thans de weg
van partieeie herziening werd ingesla
gen.
liet dcnkbee.d van den heer Van den
Biesen om de gemeentelijke accijnzen in
eere te herstellen, wordt door den Minis
ter geenszins ter zijde geset.il. Inderdaad
laat het zich denken dat de nood dwingt
tot verwezenlijking van dat denkbeeld
over te gaan hetgeen echter ook zijn be
denkelijke zijde heeft, zoodat het alleen
ais uiterste redmiddel moet aangewend
worden. Zoolang nog een andere weg
openstaat, geeft de Regeering daaraan de
voorkeur.
De Minister is niet voornemens zijn
werkplan te wijzigen. De herzieni-ng dei-
Drankwet neemt daarop niet de eerste
plaats in. De Minister is bereid te over
wegen wat met betrekking, tot de toene
ming van de bierhuizen, bepaaldelijk in
het Zuiden des lands, zou kunnen ge
daan worden. Worden gevallen van ver
slapping in de toepassing der wet ter
kennis van den Minister gebracht, dan
zal hij het zijne doen om daarin verbe
tering te brengen.
Wat betreft de subsi dieering van
openbare leeszalen, zet de Minis
ter uiteen, dat zijn gedragssüjn ten déze
steeds geheel dezelfde is gebleven. Ten
duidelijkste blijkt, dat ware de Minister
geheel vrij geweest, hij niet met het thans
aanhangig voorstel zou zijn gekomen.
Het is uitsluitend de vrucht van de over
tuiging, dat in zoodanige zaken op de
regeenng de plicht rust de eischen der
continuïteit te eerbiedigen. Met het stand
punt, dat de Staat beter gedaan had zich
van een eersten stap in deze richting te
onthouden, kan dan ook gereedelijk in
stemming worden betuigd. Maar een an
dere vraag is, dat de overheid het hare
uoet om eenzijdtglieid te voorkomen Ook
zal tegen prikkelende, aanstootgevende
en onzedelijke lectuur worden gewaakt
en de Minister is voornemens, van over
heidswege op de naleving der te stellen
eischen streng te doen toezien. Omtrent
de subsid'ie$ring van katholieke leeszalen,
kan de Minister bezwaarlijk een meer
bindende verklaring afleggen.
Alleen kan worden gezegd, dat, moch
ten zich besturen van zoodanige leesza
len aanmelden, hun subsidie aanvraag
met sympathie zal worden ontvangen, en
de daarvoor aan te leggen maatstaf nauw
gezet zal worden overwogen.
Oorlog.
De nieuwe Minister vangt zijn Memo
rie van Antwoord aan, met in te stem
men in den lof, aaji zijn voorganger ge
bracht, door de leden van de Eerste Ka
rn ei. Zelf verklaart hij zich voorihancÜs
tekort te schieten in praktische kennis
van Nederl. legertoestanden, maar hij
hoopt, gesteund door zijn elders opge
dane ervaring, niet geheel zonder vrucht
voor de hervorming van onze legertoe
standen werkzaam te kunnen zijn.
Ter wille van den noodigen spoed
heeft hij het wetsontwerp tot herziening
van de M i 1 i t i e w et reeds eenige da
gen na zijn optreden als Minister aan
den Raad vna State doen toekomen.
Dat de verzorging van de godsdien
stige, zedelijke en lichamelijke belangen
van de miliciens met de grootte van het
contingent zou hebben te maken, ontkent
hij.
Dat hij zich in liet algemeen met de
plannen tot kustverdediging ver-
eenigt, volgt reeds hieruit, dat die kust
verdediging jin 1909 werd toegezegdin de
rede tot opening van de zitting der Sta-
ten-Generaal en dat de plannen dus een
punt van het program van dit Kabinet
uitmaken zoodat, hij niet als Minister
van Oorlog zou zijn opgetreden, wanneer
hij er anders over dacht.
De verbetering van "de positie van een
deel der officieren acht hij zeer noodig
en hij wil die bereiken door vlugge op
klimming, vooral in de middelrangen.
De voorbereiding zal echter ecnigen tijd
kosten en zij mag niet den voorrang heb
ben boven de behandeling van de Mi-
li tie wet.
Het stelsel van "bevordering van het
önderofficierskader en de regeling van
hun soldij zal worden herzien, 'de bere
den artillerie eerlang versterkt; urgent
acht hij de aanschaffing van meer muni-
tievoorraad.
Omtrent het capitulantenstelsel is het
overleg met de andere Ministers nog niet
geëindigd^
Kerknieuws.
Pater Nicolaas Verhey.
In het jongste nummer van ons Zon
dagsblad hebben wij een photo opgeno
men van onzen landgenoot, fr. Nicolaas
Verhey, wiens kerkje en pastorie door
een orkaan totaal vernield werd. Hier volgt
thans een gedeelte van een brief op 10
Dec. door hem geschreven. Hij verhaalt
daarin hoe hij eerst benoemd werd tot
pastoor in Negris en na eenigen tijd
wederom tot kapelaan te Pandan. „Ik
was blijde", zoo gaat hij verder, „daar
ik een meer geregeld leven begon te
hebben." Hij meldt dan verder, dat hij
na drie weken wederom benoemd werd
tot pastoor te Sebaste, waar hem die
verschrikkelijke ramp is overkomen. „Ik
besteedde, zoo zegt hij, „mijn laatsten
cent om mijn huishouden wat in orde
te krijgen en mijn pastorie wat op te
knappen. Ik was tevreden en alles
marcheerde best, doch het geluk loopt
mij niet mede. God beproefde zijn die
naar Job. Hij heeft het mij gegeven, Hij
heeft het mij ontnomen. In een half uur
bezat ik niets meer dan puinhoopen. Een
hevige orkaan vernielde kerk en pastorie
en 30 huizen. Ik schoot er haast het leven
bij in om mijn paard te redden, hetwelk
na God mijn eenige troost iseen reus
achtige boom kwam met volle kracht
onder mijn huis vliegen, zoodat de spaan
ders overal heen vlogen. Alles vernield,
behalve mijn kerkbenoodigdheden, die
in zinken koffers gesloten waren, mijn
boeken en papier vlogen in de lucht.
Kruipend trok ik de ruïnen uit, daar de
wind mij anders opgenomen zou hebben.
Ach! zoo ellendig was het aanschouwen,
toen weder het daglicht over de ruïne
scheen, rijstvelden vernield, menschen
zonder dak, puinhoopen, daarbij komt
nog dat de honger voor de deur staat,
daar de oogst grootendeels door water
en vuur vernield is. Ik heb permissie
van mijn overste, om de plaats te verla
ten, doch ik wil niet en kan niet, vele
goede Katholieken alleen te laten, neen
dat nooit, ik ben eenmaal missionaris.
Ik zal het juk dragen totdat ik niet meer
kan, doch ik hoop op eenige hulp van
Holland. Ik heb reeds'zooveel doorstaan
en tot nu was ik wel tevreden, doch nu
vertel ik, ik heb geweend gelijk een
kind.
Ver van vrienden en ouders, doch dicht
bij menschen die radeloos zijn. Ik was
gelukkig hier. Ik kon vijf catechismus-
scholen onderhouden en alles ging zoo
wel, inaar nu weet ik geen raad. Ik bad
vurig om troost en raad gedurende de
H. Mis, maar dan rolden mijn tranen op
het altaar. Slechts één was er om mij te
troosten en op te beuren Jezus in het
H.H. Sacrament des Altaars, doch ik blijf
mensch ofschoon priester en onwillekeurig
keerde ik in mijn gedachten terug
naar Hollands, het land van belofte,
mij zoo dierbaar. Achindien U toch
eens al de moeilijkheden van een missio
narissen wist en begreept. Scholen, kerken,
armen alles drukt op één persoon, den
priesteren scholen zijn hier zoo nood
zakelijk, daar de menschen hier zoo
onwetend zijn, dikwijls lig ik neergeknield
aan.de voeten eens stervendeen ach, het
is zoo moeielijk, daar.zij dikwijls niets
begrijpeii van hun godsdienst; jaren zon
der priester en nu uren verwijderd van
een priester om mijn laatste dorp te
bezoeken, heb ik drie uur noodig en
ik moet 4 rivieren doortrekken, bruggen
zijn hier onbekend, zoodat met regen
achtig weer het onmogelijk is deze plaat
sen te bezoeken. Doch dit alles kan ik
dragen, maar wanneer de natuur haar
krachten samenspant om haar vernielings
werk voort te zetten, ach dan wordt het
voor mij ondraaglijk. Maar ik denk, God
weet uit het kwade het goede voort te
brengen.
Mijn jongens schreeuwden „father kom
uit uw Pastorie", doch ik dacht het zal
wel schikken, daar ik nooit zoo iets heb
bijgewoond, maar jawel op den feestdag
van Alle Heiligen werd mijn huis en kerk
vernield, om drie uur 's namiddags en
nu zit ik hulpeloos te wachten op een
reddende hand. Wie is er die niet zou
weenen, zegt de Psalmist.
Doch ik durf het haast niet wagen om
weer te vragen, en wanneer ik zulks doe,
doe ik het in naam van drie duizend
Katholieken, waarvan de helft voorzeker
hulp verdient, ik heb vele goede zieltjes
hier. Gij mijn dierbare vrienden, kunt ge
geen troost en opbeuring brengen aan
een hulpeloozen priester-missionaris en
vriend? Misschien heeft U nog wel een
oud dubbeltje in een hoekske van Uw
beurs zitten om mij te helpen in mijn
benarden toestand. Ik vraag. Het is waar,
het zal U vermoeien, maar waar anders
zal ik hulp vinden. Ontfermt U mijner, U,
die mijne vrienden zijt, en indien ik u
vraag, ik doe het in den naam van God.
Het is niet voor mij, maar voor zoovele
hulpelooze Katholieken, die geestelijke
hulp zoo noodig hebben en de plaats
verlaten, dat nooit, een goed soldaat ver
laat zijn post niet.
Zoo mogelijk verhoor mijn dringend
smeeken en mijne bede om hulp. Ach
tot nu toe kon ik leven, en zoo ik mijn
pastorie en noodkerkje kan opbouwen,
dan kan ik er weer komen.
Ik gedenk U allen dagelijks in mijn
H. Mis en voorzeker U zult uw loon niet
missen.
Ik hoop dat u en al mijn vrienden een
beter jaar te gemoet gaat dan ik, zoo
geen hulp komt opdagen ziet het er slecht
voor mij uit".
Ingezonden Stukken,
Buiten verantwoordelijkheid derRedactie
Mijnheer de Redacteur.
Vergun mij eenige plaatsruimte in uw
veel gelezen blad, daarvoor l}ij voorbaat
mijn dank.
Ik wil met mijn schrijven kort zijn,
want het is alleen maar, om eenige
uiting van mijn gevoelen fe geven, over
het vieren van den Zondag, en dit mijn
schrijven is hoofdzakelijk gericht tot den-
gene, drie des Zondags werk verrich
ten, of laten verrichten, hetgeen m. i. pre
cies op hetzelfde neerkomt. Om daar nu
aan toe te komen, meen ik ^eerst terug
te moeten gaan, naar de vergadering die
gehouden is op 16 Jan. op 't Dorp alhier
uitgeschreven door liet Bestuur van den
Christ. Boerenbond te Zoeterwoude. Op
die vergadering werd door een der aan
wezige leden een voorstel ingediend, om
aan B. en W. van geiden een verzoek-
schirft te richten, indien de Christel.
Boerenbonden in deze omstreken er zich
mee konden vereenigen, om op die Vrij
dagen welke voor ons Katholieke Zon
dagen zijn, de markt op een andere dag
in de week te doen houden, op grond
dat het voor menig Katholiek iandbou-
wer buiten en neringdoenden in de stad
tot moeilijkheden kan leiden, Zondagen
die op de Vrijagen vallen, als Z.on-
dagen te vieren.
Dit voorstel werd op die vergadering
met algemeene stemmen aangenomen
door de Katholieke landbouwers, wel
een bewijs, dat dit voor ons Katholie
ken van belang kon ?ijn, de anders,-
denkende leen konden er zich wel niet
voor verklaren, doch stemden ook alle
nog niet tegen dit voorstel eenige be
zwaren werden van hun zijde wel geop
perd, doch meer van persoonlijken aard
Maar nu kom ik dan aan het punt waar
over ik eens wilde spreken. Het is
den Katholieken verboden des Zondags
slafelijke werken te verrichten of te la
ten verrichten. Nu gebeurt het helaas
toch nog maar al te dikwijls, dat dit ver
bod bij sommige Katholieke landbou
wers van Zoeterwoude overtreden wordt
of het niet anders mogelijk is, betwijfel
ik ten sterkste, namelijk dit: men schijnt
nog maar slecht met de gewoonte te
kunnen "breken, om des Zondagsmid
dags varkens af tejeveren. Kan hiervoor
geen ander middel te baat genomen wor
den? Laat hier een ieder bij zich zelve
eens goed nadenken, als hij den daar
voor bestemden persoon, die zich met
het vervoer belast, des Zondagsmiddags
aan het werk zet, om dan verder zoo den
Zondag tot in den nacht toe door te wer
ken. En dit gebeurt toch nog maar al
te dikwijls," zoo ik hierboven gemeld heb,
al bestaat er ook Dinsdags gelegenheid
zijn varkens te Leiden naar de markt te
brengen, wat m.i. door nog meer aan
voer daar ter plaatse ook nog meer bloei
aan de Leidsche vette varkensmarkt
geeft.
Doch ik hoop en vertrouw dat daarin
nu wel eenige verbetering zal te bespeu
ren zijn, en wel om dezen redendat
er ondei de leden welke op die verga
dering ttëgenwoordig waren, ook zijn
die des Zondags zulke leverantiën ver
richten, en toch ook hun volle sympa
thie betuigden met het voorstel tot ver
betering der Zondagsheiliging, mij
dunkt deze moeten nu wel onwille
keurig bij zich zeiven zeggen, neen van
dat gebruik stap ik nu geheel af, ik le
ver des Zondags niet meer, want zij
zouden met dat aloude gebruik zich zei
ven op een'verkeerd standpunt plaatsen
vooral nog omdat de geloovige Protes
tanten, er zich voor wachten zulke leve
rantiën te doen.
Welnu dan Katholieke landbouwers
van Zoeterwoude en omstreken, laten
wij het nu niet laten bij zeggen, wij wil
len den Zondag heiligen, maar Jiet nu
ook in daden omzetten, en niet meer le
veren op Zondag als men er immers
van buiten kan.
En hiermede, M. de R., nogmaals tjiijn
hartelijken dank' van u.w abonné
de B., Landbouwer.
Zoeterwoude, 30 Jan. Hl.
Gemengd Nieuws.
Dure plaatsen! Gistermiddag
heeft op de groote koopmansbeurs te
Amsterdam de verhuring plaats gehad
van een bank met twee zitplaatsen, welke
bank door overlijden van den huurder
vrij gekomen was.
Door opbieden van gegadigden werd
de bank verhuurd voor f 460 per jaar.
Hierbij komt f 100 voor de beurskaarten
der twee bezoekers, zoodat f 560 per
jaar betaald wordt voor het vertoef ter
beurze gedurende een deel van den
middag.
Blauwe mazelen. Te Stave-
nisse is een geval van blauwe mazelen
geconstateerd bij een vierjarig jongetje,
gelukkig aanvankelijk in lichten graad.
Goed afgeloopen. Zaterdag
namiddag is op den Rijksstraatweg te
IJmuiden, een harddraver van den heer
J. Visser Hzn. op hol geslagen. Vermoe
delijk was het beest le kortingespannen.
In vliegende vaart vloog het rijtuig tegen
het ijzeren hek van het Mariagesticht,
waardoor de eigenaar en de heer H., die
medereed, uit het rijtuig geslingerd wer
den. Zij bekwamen, wonderlijk genoeg,
slechts lichte kwetsuren. Het rijtuig werd
ernstig beschadigd.
Diefstal. Te Ab coude is gister
avond een brutale diefstal gepleegd. In
een volkrijke buurt in het dorp wonen
de echtelieden S. De heer des huizes was
ongeveer te acht uur uitgegaan om ecne
uitvoering bij te wonen in het patro
naatsgebouw, waarna diens bejaarde
echtgenoote zicfh ter ruste begaf. Toen,,
de heer S. te ongeveer middernacht ihuinj
kwam, vond hij de tuindeur geopend
en in de huiskamer de linnenkast open
gebroken en overhoop gehaald. De po
litie werd ijlings gehaald en bij onder
zoek bleek, dat voor eene belangrijke
waarde aan gouden, zilveren cn juwee-
Ien voorwerpen waren ontvreemd. Een
ijverig onderzoek werd onmiddellijk be
gonnen cn waarschijnlijk is de politie
den dader op het spoor.
Ongelukken. De 68-jarige O.
Pel, te Akersloot, (N.-H.) is gisteren
van een houtwagen .gevallen en achter
over tegen den grond geslagen. Hij is
onmiddellijk overleden.
Op de houtzagerij van den heer V.
te Culemborg is gistermiddag een werk
man door de riemen gegrepen en bijna
onmiddellijk gedood.
Een driejarig kind1 van den machi
nist der S.S. van S., te Rozentfaal is
gistermiddag over een emmer kokend
water gevallen en heeft daarbij zulke he
vige brandwonden gekregen, dat het
heden overleden is.
August de Domme. Als men
zegt dat J. S. Schuitevoerder overleden
is zal dat misschien niet vee! belangstel
ling wekken, maar ais we niededeelen,
dat August de Domme Schuitevoer-
der's pseudoniem is gestorven, dan
zijn er duizenden op wie die mededee-
ling indruk maakt,
August de Domme toch heeft in zijn
beste dagen duizenden en duizenden in
bewondering gebracht door zijn ongeë
venaarde rijtoeren en e\en velen doen
schateren van 't lachen om zijn guitig
heden en grappen.
Hij werd indertijd invalide door een
val van het paarder werd een inzame
ling voor hem gehouden, de heer Oscar
Carré schonk hem een toelage en zoo
kon hij een Café beginnen aan den Am-
stel, dat hij later verwisselde voor een
te Haarlem op den hoek van 'tVerwulft.
Op 64-jarigen leeftijd is hij in het
Israëlietisch ziekenhuis te Amsterdam
overleden.
Burgelijke Stand.
LEIDEN. Geboren: Simon, z. van H. Swa-
nenburg en B. W. Ramak. Pieter Marilnus,
z. van C. Koekebakker ee M. Ie Nobel.Mina
d. 'van G. Ravensbergen en P, G. Tasseur.
Jacoba Cornelia, d. van J. Vermeulen en J. Lit.
Jan, z. van J. van der Nat en C. J. van
Leeuwen. Jeannette Marie, d. van A. van Ees
en C. J. Verbrugge, Jacoous Johannes, z. van
J. J. van Weerlee en S. Zwart. Albertina, d.
van K. B. Brandt en H, Abbink. Elias Abra
ham Thomas, z. van A. Immink en G. Vermond.
Elisabeth, d. van W. D. Delfos cn W. Ccbof.
Margarethr Johanna, d. van J. Wetsenburg en
M. Witteman. Johannes Jacobus, z. van j. j,
van Tongeren en H. Monfils. Rosalina, d.
van B. G, de Gunst en P. M. Bonte. Lena,
d. van C. Cornet en P. de Boer. Catharina
d. van H. van der Blom en C! Witteman.
Willem, z. van W. van Leeuwen en C. E. de
Vos. Gijsbertus, z. van A. van Soest en M.
M. van Putten. Jan, z. van J. v. Weese! en
R. Schippers. Maria Johanna, tl van j. J.
Arbouw en M. J. van der Wijngaard. Tijmen
z. van de zelfde ouders (tweeling).
O v e r I e d e n H. P. Trel, m. 53 j. A. E,
Overpelt-Menzing w. 71 j. J. v. a. Kaay, m.
30 j. J. v. d. Twijns. m. 72 j. J. van Steen
bergen, d. 10 m- A. Schrama, m. 41 j. B.
H. Teske, z. 15 j. G. Oostveen-Meijster, w.
93 j. W, F. K. Buitenweg, ni. 77 j. M.
Kleinhorst, d. 3 j. C. J. Wassenaar, m. 69 j
K. van Houten-aan Rossen, w. 75 j.
Opgave van Personen die zich
in Leiden hebben, gevestigd.
P. D. de Jong en gez., Hansenstraat 39.
C. H. van Meurs en gez., van der Helmstr.
24, smid.
S. van Vlissingen, Beestenmarkt 4S, kantoor
bediende.
F. van Staveren, Haven 21, dienstbode.
M. G. Mooy, Rijn-en Schiekade 44, hulptelegrafist.
B. K. Smallegange, Acad. Ziekenhuis, ver
pleegster.
J. A. Francken en gez., Utr. Jaagpad 25,schilder.
J. J. van Dam en gez., Willemstraat 2a,
Sergeant-Majoor Infanterie.
I. Besseling, Gesticht „De Voorzienigheid".
C, J. van Cittert, Haarlemmerstraat 260, kan
toorbediende.
A. J. Braber, Haarlemmerstraat 188, winkel
bediende.
C. F. Cramer-Enzlin en gez., Utr. Jaagpad 70.
A. Coomans, Levendaal 191, sigarenmaker.
J. J. B. van schijndel, Botermarkt 7.
J. A. H. J. Walter, Hooigracht 86, redacteur.
I. Hooy, Langebrug 107.
G. B. Schreiner, Varkenmarkt 8, winkelb.
Scharroo, Nieuwe Beestenmarkt 19, boek
binder.
C. M. Grimbergen, Stille Rijn 7, dienstbode.
Opgave van Personen die uit
Leiden zijn vertrokken.
J. Klinkhamer, Nijmegen, Kol. reserve.
Mej. J. D. Schilstra, Beverwijk, Huist Elout-
rust.
G,. C. M. Kolff, Nijmegen, Berg en Dalsche
weg 53.
M. B. A. Minke, Dedemsvaart, b.d. ouders.
W. Mieog, Delft, Brab. Turfmarkt 73a.
S. Honsbeek, den Haag, Kroneslr. 29.
G. Buis. Dordrecht.
A. A. F. Sweering, Amsterdam, 2e v. Swin-
derstr. 2.
C. P. v. Rossem, Rotterdam, Westersingel 70,
Fr. J, M. Panken, den Haag, St. Aldegondapl 19.
Mej. R. Sportel, Borger, verpleegster.
J, A. Stekelenburg, Oegstgeest, Groenest. 104a.
L. Vos, Bussum, Veldheimerlaan 35.
H. F. Bauer, Hilversum, arts.
J. Bakker, Den Haag, Veenkade 186.
Wed, Buddingh, Den Haag.
E. H. Spoor, Voorburg, Heerenstr. 66.
J. G. Hallier, Zoeterwoude, Maria Goudstr. 37.
J. C. N. Legner, Den Haag, Elandstr. 124.
J. L. Jarig, Den Haag, Elandstr. 124.
Mej. A. Verkleij, Bodegraven, Nieuwstr. O.
N. S. 64.
Mej. J. J. v. d. Blij, Ambt-Delden, landgoed
Bachen Hagen.
J. J. Ernsting, Rotterdam, Pupilleaetr. hoek
Nieuwe Binnenweg.