BUITENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 14 januari. V* Lectuur. Een beoordeeling in Het Cen trum" geeft ons aanleiding om over dit veelbesproken onderwerp nog eens een paar woorden in 't midden te bren gen. De plannen van den R. K. M i d d e n- Btander besprekend zegt het Utrecht- $che orgaan: „mooie en boeiende verhalen," bij wijze van Feuilleton, kunnen in meer gewone bladen jroed wezen, in een wekelijksch vakblad be twijfelen we 't. Daar is toch in de Middenstandsorganisatie zooveel za kelijks, dat de belangstelling moet hebbenis er plaats over, dan is er zooveel belangrijks uit andere bladen te vermeldenzoo missen we ditmaal ongaarne het artikel- „Kerk en Sociale quaestie" uit het „Kath. Soc. Weekblad". Zoeten kost hebben de mannen onder het werk niet noodigwil men 't schoteltje van de yrouw iets grooter maken, dan kan men haar in een boeiend verhaaltje b.v. dui delijk maken, dat de middenstands- quaestie ook in 't huisgezin door werkt: dat ook daar eendracht macht maaktdat niet om een schijn- voordeeltje de collega's mogen wor den achtergesteld bij bazars en tien- procentboffers dat ook daar ieder aan zijn eigen plaats moet denken en vooral moet leeren strijden te gen den waan van den dag, de drink gewoonten, de ongepaste weelde' enz. Ziet, met deze uiteenzetting zijn we 't niet eens. Natuurlijk moet een vakblad degelijke kost geven, terwijl de onder werpen, door „Het Centrum" in de tweede alinea van dit citaat aangege ven, niet mogen worden vergeten. Maar daarnaast geve men wel degelijk een goed feuilleton, dat o. i. geenszins altijd' van bepaalde strekking behoeft te we zen. Nog dezer dagen is bij gelegenheid) der tentoonstelling van „Schundlitera- tur" (prikkellectuur, aldus vertaalde Het Centrum) in het Duitsche Rijksdag- gebouw gebleken, hoezeer het volk naar boeiende, opwindende verhalen verlangt En deze belangstelling van het publiek wordt op de schrikkelijkste wijze geëx ploiteerd. Achtduizend ondernemers met 30.000 colporteurs zijn voortdurend aan den arebicl om dit vergif onder 't volk te brengen. Van één werk zijn anderhalf millioen exemplaren gedrukt, en jaarlijks wordt er goeddeels door het financieel zwakke deel van het Uutsche volk 50 millioen Mark aan prikkellectuur be steed. in ons land zal 't naar verhouding óok wel zoo zijn. Welnu, is het dan'niet zaak, daartegen ook een stroom van goede lec tuur te stellen. En waar nu de zucht !naar ontspanning heusch niet voldoening vindt in „boeiende verhaa tjes" over sociale onderwerpen, daar geve men een boeiend feuilleton. Reeds door slechte lectuur te weren heeft dit dan een nutlige strekking, want het leert den menschen, dat men ook een mooi, spannend boek vinden kan zonder in het schunnige te vervallen. Daaromop alle wijzen moeten we de goede verhalen den gezinnen binnenvoe ren. Per dagblad, per weekblad, per vak blad, per van-alles-en-nog-wat. Ook de betrokken bladen zullen daar voordeel bij hebben, want het-verhaal uit gelezen zijnde, krijgt allicht de rest ook een beurt. En zoo snijdt dan het mes van twee kanten. V Even brutaal als kras. Naar aanleiding van de verdrijving uit Portugal van de vreemde geestelijke orden is door de besturen van de Evangelische Maatschappij en de Alg. Protestanten- vereeniging aan H. M. de Koningin een adres gericht, waarin o.m. gezegd wordt: „Ondergeteekenden zijn ervan over tuigd te .- preken in naam van duizen den Nederlanders, indien zij zeggen, dat het eene te ver gedreven gastvrij heid moet heeten de vestiging in Ne derland vrijelijk toe te laten van men schen, die elders als lastige vreemde lingen werden verwijderd of wicn als zoodanig de toegang over de grenzen des lands werd ont egd. Door de vesti ging van de zoodanigen moet, volgens de innige overtuiging van ondergetee- kenden, op zijn minst genomen, de stoffelijke welvaart van breede kringen worden bedreigd en door de vermeer dering van de goederen in de docde hand ook de schatkist schade lijden Tevens staat het te vreezen, dat op den duur de eerbied voor de wet zal worden ondermijnd en de godsdienstige en ze delijke tegenstellingen zullen worden verscherpt in zulk een mate, dat daar van ern t ge gevolgen moeten worden gevreesd." Daarom verzoeken adressanten H.M. „zoodanige maatregelen te willen nemen of te doen nemen dat eene vestiging van de genoemde orden worde verhinderd en de nadeelige ge volgen daarvan worden voorkomen", tls zeldzaam brutaal en zeldzaam kras. indien adressanten 'etns moesten be wijzen wat zij durven beweren, n 1. dat „de eerbied voor de wet zal worden ondermijnd", dan zouden zij schaamte vol met den mond vol tanden staan. En wat die „verscherping" der „gods dienstige tegenstellingen" betreft, kan zulks om van de „zedelijke tegen stellingen" te zwijgen op heviger wijze geschieden dan in dit onwaardige adres? Wat moet de haat hier verblind hebben De Week. Voor de zooveelste maal heeft de re publiek Portugal dezer dagen verklaard dat zij, zooals de oflicieele term luidt,, rustig op de baan der ontwikkeling- vooruitschrijdt. Alles is dan ook zoo lustig als het maar wezen kan. Qeen koutje aan de lucht. En daarom zou nu de censuur, zoo lang op de telegrammen uitgeoefend (die heeft dan toch bestaan, ondanks vroeger ontkennen) geheel en al opgeheven worden. Of het erom gedaan was, het eerste telegram wat men ontving meldde de bestorming en vernieling van drie datr- bladbureaux. 't Waren monarchistisch P?nde bladen, werd er gezegd, die hadden het volk getergd, de nieuwe re geering beleedigd en dus hun verdien- diende loon gehad. Neen, zei de ander ,die heele aanval was maar komedie. Ze hebben het zelf gedaan, om ons de schuld te geven Enfin, ze kunnen beide gelijk hebben wat ons aangaat, doch glashelder is hiermede bewezen dat de republiek wel wat al te roekeloos met hare verklarin- rmgen omspringt en het Portugeesche water almaar troebeler wordt, wat wel eens aanleiding kon zijn voor Manuel of slaan gUe' om (len 'lengel eens uit te Ook de laatste staking is weer een mooi bewijs van de rust, waarin het land verkeert. Het ergste is dat de politie wie onder het nieuwe regime de wapens zijn afgenomen niet bij machte is de orde te handhaven. Men is daarom ge noodzaakt de militie ter hulp te roepen en ocharm! wat zal die doen in tijd' van nood. Is van hen die de revolutie maakten optreden tegen de revolutio nairen te verwachten Vraagt men echter de reden van al die onlusten, dan is het antwoord niet ver te zoeken. Heel typisch werd het door een matroos tegen een zoodje Lissa'bon- sche stakers gezegd: „Nu de republiek er is zou jullie armoedzaaiers allemaal in automobielen willen zitten." Dat is het wat iedereen van de republiek ver langt. Verbetering van zijn maatschap pelijke positie of liever zooveel mogelijk te doen enen 200 we'n!£ mogelijk Met zulk een dorado zou een ieder te- tevreden zijn De Kretenzers maken het zoo bont niet eens in hun wenschen. Die willen alleen maar onder Turksche heerschappij uit en bij Griekenland inge lijfd worden. Je zoudt zoo zeggen of je van de kat of de kater gebeten wordt maar ze willen het nu eenmaal, doch kunnen hun zin niet krijgen, want de beschermende mogendheden hebben het blijkbaar anders beschikt, 't Zou dan ook een domme streek wezen van Tur kije als -liet zijn laatste plan volvoerde en een oorlogsbodem naar Kreta zond om.... ja woorom Om misschien zijn scheepje nog kon- telingsqut het oudroest van Europa aan gekocht, als een zeef doorschoten te rug te krijgen. We hebben immers nog pas gehoord van wapen- en ammunitie- aankoop der Kretenzers! Ze schijnen dan ook op zich zelf aangewezen, want wie bekommerd zich om hun klachten en wenschen Tot nog toe niemand, dan Denys-Cochin, die eergister in de Fran- sche kamer een woord daarvan dorst reppen maar van Pichon den kous op den kop kreeg. Wie steekt ook graagi zijn hand in een wespennest Abbé Leinire heeft dit gedurft toen hij aankwam met een wetsontwerp tot strafbaarstelling van liet duel in Frank rijk. Het is te verwachten dat hij me nige steek zal krijgen van hen die dit tie eenige manier vinden om voor hun aangerande eer herstelling te krijgen maarte hopen is 't dat deze belachelijke en zondige gewoonte hierdoor zal uitge roeid worden. De „Temps" die, naar aanleiding van het wetsontwerp een kraciifig artikel schreef acht slechts écu middel mogelijk aan de duelwoede een einde te maken n.l. doorv naar Engelsch voorbeeld, den doodstraf te stellen op he. duelleeren. Daarnaast moet dan dé ernstig beleedigde zijn recht kunnen zoe ken en verkrijgen bij de justitie, die dan den beleediger zou moeten veroordeelen tot zulke hooge schadevergoeding dat beleediging en aanranding van den goe den naam financieelen ondergang' voor den dader kan met zich brengen. Over de overeenkomst tussclien Rus land en Duitschland waarvan inen de zer dagen, elders in ons blad, de ven- schillende artikelen heeft kunnen lezen uit een Engelsch blad geput is al heel wat gesproken. Eerst werd beweerd dat van die bepalingen niemand wat kon we ten daar de onderhandelingen zoo ge heim mogelijk gevoerd werden. Later kwam het uit dat de verklikker want die moet in het spel geweest zijn, heel goed geweten heeft wat er van was En zeker is het Sat door het bekend worden der overeenkomst Engeland en Frankrijk heel wat opgelucht zijn. De „Daily News" ziet reeds de gelegenheid geopend, om hartelijke betrekkingen te doen ontstaan met.... Duitschland. Het blad beweert zelfs de mogelijkheid van een Duitsch-Engelsche overeenkomst en ze hopen dat die spoeaig zal komen. Maar dan hebben wij Nederlanders' geen kustverdediging meer noodig, waarover men zich in Engeland zoo druk maakt. Zoo bevat „Punch" van deze» week een hoofdprent hierover, welker beschrijving ik onzen lezers niet wil onthouden. De prent stelt voor een gezicht aan onze lage kust, Waarop een paal met een bord, houdendehet opschrift, in 't' Engelsch natuurlijk: „Plaats bestemd voor het voorgestelde fort." Bij dien paal een Duitsch officier lange offi ciers-jas, pickelhaube, lange sabel, op gedraaide knevels, groote sigaar in lin kerhand. Rechterhand rust vertrouwelijk op den schouder van een Hollandsche boer: klein van gestalte, Volendammer- dracht, èrg wijde broek, klompen, reusi- achtige pet met dito klep en dito sil- gaar in den mond. Onder de plaat als titel: „De blinde kant", d aaronder Duitsch officier: „Blijde te vernemen dat gij uw zeekust versterken gaat. Erg gevaarlijk volk die Engelschen." Hollander: „Maar 't zal veel kosten." Duitsch officier: „Ja, maar zie dan ook eens wat ge bespaart aan de ooste lijke grens, waar niemand anders is dan wij." i Misschien dat»die vrees nu wat luwt. V. Weekpraatje. Hé wat hebben ze er aan dien anderen kant toch lekker ingezeten, tot over de ooren. 't Is toch een gezanik, 't Was mis schien wel een schrijitoutje van het groote liberale blad van Rotterdam, en daar ston den de Kathotieekn als één man op om deze valsche beweringen met feiten te weerleggen. En er zijn dan ook wat be wijzen los gekomen. Men kon geen ka tholiek blad openslaan, of men zag een of andere groote of kleine statistiek. Alle plaatsen kwamen zoowat aan de beurt. En de uitkomsten warenschitterend. Als je dit ten minste schitterend wilt noe men; maar al waren de feiten zelf, die als bewijs werden aangehaald, treurig, de klets van het Rotterdamsche blad was schitterend weerlegt. En het mooiste was dat de N. Rott. Ct. in al dien tijd (en dat was een tijd) geen mond open deed. Het b'ad zag zeker in dat het wel wat voorbarig was geweest met z'n opzet ais zouden de Katholieken graag op baantjes zijn, of wellicht was het zóó bedolven onder de bewijzen, dat het niets meer kon zeggen. Ut s^u het misschien willen wachten, ut net weet dat de i\at.io.ieken zeker in hun argumenten zijn uitgeput, om dan met een paar regeis dat moois te weerleggen? 'k üeloot het niet 't Heelt er echter wel een klein beetje den schijn van gehad, want eenige dagen geleden immers, stond er zoo iets in de krant; maar je kunt er toch met goed bijidat ze met zoo'n weerlegging van onze argu menten durven aankomen. Ik hoop ech ter, dat 't nu maar uit is, het Roiteruam- sche orgaan zit er nu toch al "diep genoeg in, en 't is nu weer mooi voorlezen keer. Ter wille van haar haar rang onder de groote bladen is 't voor haar teShopen-cat ze noo.t meer zulke flaters zal begaan. Maar tegenover dit alles dat links er zoo in zat staat een anders heel treurig feit nl. dat wij er nu ook wel wat in zitten. Eigenlijk moet ik beter zeggen, dat we er erg veel kans op iheb- ben. De lezeressen en lezers hebben mis schien reeds begrepen wat ik bedoel, want er is van de rechterzijde deze week al druk over gesproken. Als we niet op passen dan zullen binnenkort de socia listen het voor hen natuurlijk reusachtig gro t genoegen hebben, dat ze heel Ne derland hebben doen buigen voor hun ge- drijf. Liet doordrijven van een handjevol socialisten in ons vrij Nederland heeft heeft de Centrale vereeniging tot bestrij ding der Tuberculose het besluit doen nemen om voortaan niet meer te verkoo- pen op 30 April een Ju.ianabloem met oranjehart, maar op 29 en 30 April en 1 Mei (de groote dag voor de socialisten) een weldadigheidsbloem zonder oranje- hart. 't Is schandalig. En dat dan het „Volk" nog dunt schrijven„Deze mededeeling zal door velen met genoegen worden vernomen." Ik heb al eens zitten den ken, maar ik kan er met geen mogelijk heid achter komen wie die „velen" toch wel zouden zijn 't „Volk" zal toch niet bedoelen de socialisten, als dat waar is, dan ben ik blij dat het „Volk" Idat zin netjes neerschreef, want dan ben ik tot de wetenschap gekomen dat er veel so cialisten tenminste in verhouding tot heel Nederland zijn. Ik wist het waarlijk niet Maar d: t daargelaten. Ik geloof dat de Centrale Vereeniging na afloop van de verkooping toch wel leelijk op haar neus zal kijken, 't zal me ten mins tcie.s ver wonderen of ze tiaa t een strop. Of zoudt ge denken dat de vrije Nederlanders zich door de socialisten en „Het Volk" zullen laten knechten en negeren, en dit zou toch het geval zijn, als het niet-socialis tische Nederland een „Weldadigheids- bloempje" ging koopen. Laat aan het „Volk" maar de „Weldadigheidsbloem" maar wij willen een Ju'iancbloem op 30 Aprila Ik .vind het erg jammer yopr he,t doel, en wie zou dit niet, maar we zul len ons toch geen wetten laten stellen door S. D. A. LJ. en „Volk" en weetik wie nog meer. Nu het eenmaal een Julia- nabloetn geweest is, kan het geen neu traliteit meer heeten, als ze met een Wel dadigheidsbloem aankomen. Maar dat staat ook vast Mocht de Cenha.e Ver eeniging er weer toe overgaan om ons weer een Julianabloem met oranjehart te egven op 30 April, dan zal ze verwonderd zijn over haar succes. Loch genoeg daarover of liever alleen dit nog, indien de Centra e Vereeniging redelijke bezwaren heeft tegen den ver koop op één dag, nu dat is niet zoo erg, maar 1. ten ze ons toch niet in onze oranjegezindheid krenken. We hebben 't nu toch over minder pret'.ige gebeurtenissen, daarom kan er nog wel eentje bij. Sommige bladen heb ben er iets van gemeld van die historie nl .met de landverhuizers. Die stumperds wilden uit Amerika weer naar htm vader and (Rusland en Polen.) In Amerika was 't hun naar 't schijnt niet bevallen, het vet is daar zeker ook al van de ketel af. En nu door ide concu- rentie van eenige maatschappijen, die land verhuizers vervoeren, hebben die men schen nu een week hier in Ho.ianii gezeten, terwijl ze eerst thans hun Hei- matir konden terug keereu. Ze hebben ben het wel erg ongeiukkig getrotfen. Toen ze reeds op zee waren, namlde Duit sche rege?r.ng een voor hen strengen ma tregee ni uwe _,ren b p li gen d r Uu.t-.cne regeermg vcmiiiuereu nu ue doortocht aan landverhuizers, die niet voorzien zijn van voldoende geldmiddelen of passen. En daar zitten wij en;die land verhuizers nu mee te kijekn. In Rot terdam aangekomen konden ze nog naar de Du.tsche grens sporen doch.. ver der niet, de doortocht werd geweigerd, ze hebben nu al 'n week in Oldenzaal ge wacht of de Duitsche Reg. zich over hun wil ontfermen. Dat het daar in Oldenzaal aan 't station niet stiller op is geworden, kan men begrijpen en dat die menschen daar met den dag woedender worden eveneens. Als de zaak nu zoo blijft dan volgt er uit dat er voorloopig geen landverhui zers meer over Holland en dus ook met Hollandsche booten zullen vervoerd wor den. En dat is juist het ergste. Dat is juist de concurrence, de concurrentie nL die bestaat tusschen Duitsche en HolL maatschappijen. De Du tsche maatschap pijen wilden den allcenvervoer van Duit sche Poolsche en Rusissche landverhui zers in handen hebben, nu hebben ze 't zoover gekregen dat de Duitsche Regee ring dezen maatregel genomen heeft, en daar zit Holland nu mee te kijken. Doch moed, ik zou niet denken dat we erdoor op de flesch zullen gaan en dat kunnen we de volgende week ook nog niet zien anders zou ik zeggen Tot den volgenden keer. STAN. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Verbintenis uit onrechtmatige daad. Er is een wetsontwerp i.igecdend tot wijziging en aauvuning van ue Depa.in- gen van iiet Burger,ijk Wetboek omtrent de verbintenis uit onrechtmadge daad en invoeging van daarmede samenhangende bepalingen in het Wetboek van Burger lijke Rechtsvordering. Blijkens de Memorie van Toelichting mag het voorzeker overbodig heeten, de ma. t .chappelijke beteekenis en de nood zakelijkheid van dit wetsontwerp aan te toonen. Sedert ons hoogste rechtscollege opnieuw bes.ist heeft, dat alleen schennis van een rechtsplicht, inbreuk op eens an ders wettelijk recht als onrechtmatige daad ir. den zin van art. 1401 Burgerlijk Wetboek is te betrachten, heerscht een stemmigheid omtrent de verplichting des wetgevers om het artikel zoodanig te wij zigen, üet voortaan eene ruimere beteeke nis aan het begrip „onrechtmatige daad" moet worden gehecht. Immers het is een ieder duidelijk en ten overvloede bleek het zelfs uit de rechtsgedingen, waarin de Hooge Raad zijne opv tt.ng uitsprak dat zich in de maatschappelijke verhou dingen, en meer bijzonder.ijk in het han delsverkeer omstandigheden voordoen, waarin inen ernstig nadeel kan lijden door toedoen van iemand, die wel niet eenigen uitdrukkelijk voorgeschreven rechtsplicht schendt, doch desniettemin hande.t op eene wi;zc, die ten cenenmale in strijd is met alle maatschappelijk rege len van betamelijkheid en goede trouw. De strekking van het wetsontwerp moet dus in de allereerste plaats deze zijn aan het wettelijk begrip „onrechtmatige daad" de beteekenis geven, die de tegen woordige rechtsopvatting er aan toege kend wil zien. Daarmede is echter de Laak des wetgevers niet volbracht. Wanneer men de andere artikelen beschouwt, die handelen over de onrechtmatige daad in het algemeen, blijkt het, dat daaraan ge breken kleven, die na.st het oude hoofd artikel wel niet zoozeer de a indacht trok ken, doch die bij eene herziening van de mat' ie niet ongestoord mogen blijven voortbestaan. De artikelen betreffende de aansprakelijkheid voor de onrechtmatige daden van anderen, voor de schade, door dieren en andere rechtsobjecten veroor zaakt, behelzen leemten, die aangevuld, vragen, die beantwoord moeten worden. Zoo is het plan ontstaan de artt. 1401 tot en met 1405 B. W. tevc mgen door a,nUere bemalingen,. Hierbij au, zaj de wet gever ^ich kunnen beperken tot het sielku van grondbeginselen, waarop dan de rech ter eene gezonde, aan het rechtsbewust zijn voldoende rechtspraak kan opboa- wen. Eene in bijzonderheden afdalende regeling moge bij sommige rcchHverhou- dingen nuttig, ja wenscJie.ijk, voorkomen* hier is een onderwerp aan de orde, dat zich geheel en al leent voor eene behande- ring, meer in overeenstemming met den stjl de/er codificatie. Worden de beginselen, in het laatste lid van art. 1401 van het wetsontwerp neergelegd, aanvaard, dan kuunnen de ariktelen 1406 en 1407 uit het wetboek verdwijnen; terwijl van art. 140S alleen het eerste lid behoort in stand te blijven Voorts wordt art. 1416 betrefiende de verjaring aangevuld, terwijl eenige be palingen van procesrecht in art. lil van het ontwerp zijn vervat. Ook op proces rechtelijk gebied toch kan verbetering worden a ngebracht, door een beginsel thans slechts in een enkel geval geldend (art. 9d, to. W. v. B. Rv.) toe te passen steeds wanneer eene onrechtmatige daad is gepleegd. behoort het gewichtig en moeilijk on derwerp, de gehouJenheid van den Staat en van andere publiekrechtelijke licha men tot vergoeding van de schade, ver oorzaakt door onrechtmatige daden van hunne organen of van hunne beambten en ondergeschikten, in dit wetsonlw. ge regeld te worden? Het komt der re geering voor, dat op deze vraag een ontkennend antwoord past. De quaestie beweegt zich girootendeels op het ge bied van het publieke recht; zij is niet behoorlijk op te lossen, zoo de regeling' der publiekrechtelijke zijde achterwege blijft. Totdat de Administratieve Recht spraak zal zijn tot stand gebracht, blij- ve de zaak onveranderd. De buitenlanrik sche wetgeving heeft bij de bewerking van dit wetsontwerp wel een onderwerp van studie gemaakt, doch kon, behoudens op enkeie punten, niet tot voorbeeld voor de ontworpen regeling strekken. De kern van het gansche wetsontwerp is de nadere omschrijving van het be grip „onrechtmatige daad" in het twee de lid van het nieuwe artikel 1401 ge geven. (Dit artikel luidt: Hij, die dooF eene onregtmatjge daad aan een ander schade toebrengt, is jegens hem to»t* schadevergoeding .gehouden. Onder onrechtin tige daad wordt ver staan eene door de schuld des daders veroorzaakte handeling of nalatigheid, in strijd inet de openbare orde, met de goede zeden of met de zorg van een goed huisvader. De verschuldigde schadevergoeding wordt, ook indien er voorzoover de ge leden schade ni-1 op ge.d waardeerbaar is door den rechter in billijkheid naar de omstandigheden bepaald.) Hetgeen naar het thans geldend recht onder onrechtmatige daad wordt ver staan, blijft in dit begrip besloten. Im mers een inbreuk op eens anders wette lijk recht is eo ipso in strijd met de openbare orde. Deze uitdrukking nu. leidt als vanzelve tot die andere, waar naast zijn gemeenlijk in de codificatie voorkomt „of inet de goede zeden". Daarbij moet geenszins uitsluitend aan het zedelijke op het gebied van het ge slachtsleven worden gedacht. Leugens, misleiding, opzettelijke weigering van hulp, waar deze zonder ernstig eigen gevaar zou kunnen worden aangebracht, zullen voorzeker geacht moeten worden in strijd met de goede zijden te zijn. Onder het begrip vallen dus vooreerst ai die handelingen of omissies, waardoor inbreuk wordt gemaakt op eens anders wettelijk recht, des daders rechtsplicht wordt overtreden, en daarnaast, al het geen niet strookt inet de wijze, waarop een zedelijk, een eerlijk man zich jegens zijne medeburgers gedraagt. Aan het th ms heerschend begrip van onrechtma tige daad is hiermede reeds eene uit breiding gegeven, welke eene belangrij ke maatschappelijke strekking heeft en welker nut en beteekenis in het oog springt. Met behulp toch van eene bepa ling als de voorgestelde zal de oneer lijke concurrentie civielrechtelijk met kracht aangevallen kunnen worden. Immers juist hiervoor onderscheidt deze zich van de meest scherpe eerlijke concurrentie, dat zij het publiek tracht te misleiden, hetzij omtrent den aard of den oorsprong der goederen, hetzij ten aanzien van de hoedanigheid van dert vervaardiger of de omstandigheden van den verkoop, of in welk opzicht ook.. Niet ücht zal een rechter gevonden wor den, die oordeelt dat oneerlijke concur rentie niet in strijd is met de goede zo den. Bovendien kan het nu echter gebeuren, dat men een ander schade toebrengt door een daad, die het recht behoort te wraken, die tot schadevergoeding be hoort te verplichten, namelijk wanneer de schade door laakbare zorgeloosheid is te weeg gebracht. Culpose zaakbe schadiging moge, als zijnde in het alge meen niet bij de strafwet verboden, niet in strijd worden geacht met de openbar re orde, burgerrechtelijk moet zij onge twijfeld als onrechtmatige daad worden aangemerkt. Vandaar het bezigen, naast de oeide andere uitdrukkingen, van eene uitdrukking die in onze civielrechtelijke codificatie burgerrecht heeft, de welbe kende zorg van een goed huisvader. De rechter zal in ieder voorkomend geval ook dit begrip zonder veel moeite kun nen afmeten en toepassen. Het woord „nalatigheid" omvat de „nal liigheid" en de „onvoorzichtigheid" beide, thans in art. 1402 B. ga-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5