Het iied van Ciarens.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 11 Januari.
iJït de Pei s,
Graag op de baantjes.
Zooals bereids gemeld, heeft de
Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant" eindelijk eene poging in 't werk
gesteld om haar bewering, dat de Room-
schen „graag" op de „baantjes" zijn goéd
te praten.
Naar aanleiding van de vele statistie
ken, die in de Roomsche pers zijn op
genomen en nog steeds worden opgeno
men, zegt het liberale orgaan:
j,In de eerste p a ts dan de opmerking
dat'wij de innerlijke waardie van die staat
jes niet kunnen beoordeelen. Men is aan
de Roomsche zijde gewoon, bij die statis-
tiekjes de „haifsleetsche" katholieken
zooals de lieer De Stuers hen betitelde
dat zijn de katholieken, die niet aan de
keur van de statistici voldoen, uit te
schakelen. Daarbij is ons dezer dagen ge
bleken, dat de opgaven niet altijd mei de
noodige juistheid worden samengesteld,
of wat ook mogelijk is 'dat hetluan-
rtal „halfsleetschen" zeer omvangrijk ge-
nomen wordt, en dat dan met die plaaisnig
van verbeteringen, die aangevraagd moch-
-ten worden, groote moeilijkheid wordit
gemaakt.
Yen slotte doen toch die staatjes ook op
zich zelve weinig. Het is reeds herhaalde
malen in het lic..t gesteld, dat ter beoor-
deeüng van de innerlijke waarde van zul
ke statistiekjes, men ook het aantal ge
schikte k:.t io'.ieke sollicitanten zou moe
ten kennen. Nu zijn daaromtrent natuui-
lijk weinig of geen gegevens te verkrij
gen. Maar een enkele maal kan men toen
wel eens eene aanwijzing ontvangen,
waaruit een en ander kan worden afge
leid. Zoo hebben wij thans een vermoe
den gekregen, dat de belangstelling van
roomsche zijde voor de publieke zaak
aan den dag gelegd, lang niet evenredig
is aan den lust voor publieke „baantjes'
doch wel veel eer in overeenstemming is
met de plaats welke, volgens de room-
scne statistiekejs, aan de katholieken in
geruimd zoude zijn."
Om die geringe belangstelling nu voor
de publieke zaak aan te t jonen, becijfert
ihet Rotterdam.c e b ad het aan.al room
sche leden der vereeniging voor deSlaat-
ihuishoudkuntle en de statistiek, eene ver
eeniging „die zich bezighoudt nut aller
lei", bij voorkeur met de meest actueek
onderwerpen, die de publieke belangstel
ling trekken". Het eenige wat voorliet
lidmaatschap dier vereeniging nooai-Ms,
„bestaat uit een klein beetje belang-TCl-
ling in de publieke zaak, belangstelling
in de onderwerpen- en aangelegenheden,
die in de vergadering worden ter sprake
gebracht en in de uitgaven, die vanwege
de vereeniging worden toegezonden.
Daarbij moet dan zooveel initiatief komen
dat men liet iidmaatsc. ap der vereeniging
aanvraagt, bij liet bestuur of bij een lid,
dai u a.s medelid vooidragen wil. Waar
lijk, dit is toch niet veel.
Maar zie nu eens na, in welke verhou
ding- de Roomse e be.angstelling tot d:e
der niet-Roomscnen staat. Wij missen aen
tijd en de miadeien, om de heele leden
lijst, die ons dezer dagen in (handen
kwam, aan een onderzoek te onderwer
pen., doch wij hebben ons de moeite ge
troost de opgaven der leden uit die ge
in eenetn, waar de vereeniging den mees
te1. bijval vindt, eens te schiften. En wat
blijkt dan
Dat te Amsterdam zijn 157 leden,
waaronder niet meer dan 6 of 8 als
men dè sociaal-democraten Vliegen en
iWibaut wil meerekenen, die 'echter wel
door den heer De Stuers met de „half-
sketsc'nen" zullen worden weggecijferd
katholieken.
'sGravenhage te t 185 leden. Daar zijn
dank zij de aanwezigheid van Kamerle
den en ministers, b.trekke'.ijk vee', katho
lieke leden: we! 13.
Rotterdam heeft 67 leden en daaronder
is zeggeéén katholiek.
utrecht mag op 45 leden bogen, waar-
waarvan 4 katnoliek zijn.
Bij elkaar hebben wij hier dus reeds
FEUILLETON.
F.n verhaal uit de Fransche revolutie.
3t>j
„O, ja, mijnheer... Maar tijdens Ihaar
verblijf te Ciarens zu t u haar zeker wel
ontmoeten, want juffrouw Cenevicve laat
zich niets voorstaan op haar fortuin, üe-
ïnec izaam, vriendelijk vo r iedereen, Lgt
zij eiken dag bezoeken af, bij armen en
rijken. Zulk een nlcit doet ons de ruw-
iheden en aanm .t g.ngen van jean Ka/iut
dien barsclien man, zoo niet v.rgeven,
dan toch vergeten."
Heelt hij dan niet veel goeds verricht
voor de streek'?"
..Als hij dat gedaan heeft, dan was liet
omdat de streek hem bijna in haar geheel
toebehoort. Voor de menschen hier deeu
Ihij niets, alleen voor zich zeiven, voor
zijn igcnbelang."
^ch l.eó ik, d;e sedert la.ig n::t in
IClarens ben geweest, er vele nieuwe hui
ze: i gevonden en veel meer bedr.jvigheid.
Op den weg trof ik versc'i .idene rij
tuigen en meiiaciien, wat een teekeri js
454 leden, waarvan 24 katholieken, d. i.
51/2 pet-
Wanneer het om de bezetting van pu
blieke betrekkingen te doen is, maken de
roomsche statistici gemeen ijk aanspraak
op 'n aandeel dat uiteenloopt tusscnen de
35 en 45 pet. De publieke belangstelling
zooals die zich in onze ledenlijst uit, stijgt
niet hooger dan tot 5i/2 pet.
Nu zouden wij aan de katholieke static-
eens deze vraag wi :en stel en: wanneer
uwe staatjes niet gun tig uitvallen, is
daarvoor dan niet nog wel eene andere
verklaring mogelijk, dan protesten F-oh e
of liberale partijdigheid? Het is bekend,
dat een zeer groet gedeelte van den nijve-
ren, handeldrijvenden middenstand uit
dc Roomsche gelederen wordt gerecru-
teerd. De midd_mt:.ndsbeweging vindt
onder de katholieken ijverigen steun en
hare beste pleitbezorgers. Zou het nu
niet kunnen zijn, dat het aantal door
Roomrchen bezett: „baantjes" klein is,
niet zoozeer door de schuld van ni.t
Roomschen, als wel omdat de Roomsche
bevolking hare neiging en hare verlan
gens meer naar andere richtingen ontwik
kelde? Er is reeds, van Roomsche zijde,
op gewezen, dat het aniDa! k t :olieke stu
deerenden verhoudingsgewijs zeer gering
is. Kan dat niet het gevolg zijn ven een
meer algemeen verschijnsel, wa. nan wij
thans een anderen kant hebben doen
zien? De vraag wordt aan de ijverige sta
tistici ter overweging aanbevolen."
Natuurlijk zijn dc Rooinscue bladen te
gen deze beschouwingen in verzet ge
komen.
De „T ij d" veroorlooft zich, om de
b e w ij s k r a C'h t van het ieit in haar
volle onbeduicencLicid in het licht te stel
len, eenige vragen te doen.
„Vooreerst: meent werkelijk de „N.
Rott. Ct.', door zien te beroepen op liet
geringe getal roomsche leden van de
„Vereeniging voor de Staat .uiskoudkun-
de en de Stat.stiek" te kunnen verklaren
of goed te praten, dat onder de gemeen-
tekierken, boelen en andere lagere beamb
ten in Staat of gemeen 1e weinig 01 geen
Katholieken gevonden woruen? immers,
het tekort bestaat evengoed in lagere en
in de laagste als in de hoogere cn dc
hoogste rangen.
Secundo: heeft de „N. Rott. Ct." er
nooit van vernomen, dat er onder ver
schillenden naam kathol.eke vereenigin-
gen bestaan, w^ar lezingen geiiou-en
worden over ma-t.chapre ijke en po.itie-
ke onderwerpen en ook vraagstukken van
socialen aard, vraagstukken van armen
zorg, van onderwijs, opvoeding en wat
al niet meer ter sprake worden geer.cht
zoodat het ook voor den Kat 10.lek moge
lijk is, be.ang te stellen in onderwerpen
van a.gemeen meetschappe.ij'ken en po-
litieken aard en ook de belang.telling
door het lidmaatschap van vereenigin-
gen, het bijwonen van vergaderingen enz.
te toonen, zonder nu juist .id te zijn van
de „Vereeniigng voor de Stad iuishoud-
kunue en Statistiek"?
Gin nog n.et eens te gewagen van dc
tallooze k. t lOheke vereen gingen, w a.in
op practische wijze ce stueie van
sociale vraagstukken wordt ondernomen
door de bestrijding van maat c .appelijk
kwaad en inensche.ijke e.ienje in allerlei
vormen.
Tertio: vindt de „N. Rott Ct." ihet
zoo geheel onverklaarbaar, dat veel Ka
tholieken en onder dezen zelfs zeer ont
wikkelde personen, die in vraagstukken
'van maatscliappelijken en anderen aard
hoog belang stellen, zien in eigen kring
meer op hun plaats en op hun gemak ge
voelen dan in kringen, voor de overgroote
meerderheid bestaande uit andersden
kenden?
Heei't hare redactie nooit opgemerkt,
dat de Katioliek, die in d jrge.ijke krin
gen voor zijn overtuiging optreedt, wel
iswaar niet onheuscii bejegend, maar
toch eenigszins wordt aangezien a's een
kat in een vreemd pakhuis, hetgeen voor
iemand, die niet van een bijzondere strijd
bare en strijdlustige natuur is, het lid
maatschap van derge ijke vereenigingen
niet aangen imer of ar tr.kkeli ker maakt.
Quarto: ac t ook de „N. Rott. Crt."
het niet waar ciijn'ijk, dot het geta' ka
tholieke leden van de „Vereeniging voor
de Sta t u shouekunce en dc St t stiek"
van een middelpunt /an vertier. En uw
heiberg, juifrouw Flav.e, is toch ook h.t
bewijs van een gewlcutige ontwikkeling
want eeit jdis was er maar een, met ecu
enkele kamer, beschikbaar voor den on
gélukkig en reiziger, die tot in de diepte
van de vallei verdwaalde."
„O, ja, zeker, het dorp is vee! tieriger
geworden," erkende Flavie. ,,')e zagerij,
de leigroeven en alle uitvindingen van
meneer Raffut geve- beweging, m r dc
lieden van Ciarens zijn er niet ge ukki-
ger om. De meester doet hen wat hij hun
gee t. a r verdienen. Allen 'eggen:
„Die meester is veel harder dan ae vroe
gere heer en, en on. c tijd is bij lange na
met zoo goed a.s die van onze brave
goede markiezin
Met een van ontroering tri lende stem
vroeg de jonkman
„En gij, juffrouw FJavie ,liebt gij die
goede markiezin gekenü
„Ja, mijnheer, ik heb haar gekend, of
schoon ik ze, om de waarheid te zeggen,
maar ééns heb gezien, in:.ar zu.ke zach
te gezichten, die al de goedheid van het
hart w::r:p:cg_lcn, fceho.lt men slechts
éénmaal te zien, om ze te kennen. En
bovendien ben ik een der laatste perso
nen geweest, die haar gezien hebbeji
vóór haar verdwijning."
heel wat grooter zou wezen, indien on
der de professoren onzer universiteiten
leeraren, hooggeplaatste Rijksambtena
ren in alle takken van dienst, burgemees
ters, gemeente-secretarissen, enz. enz.
een grooter percentage kathoiieken werd
aangetroffen? Ons komt het voor, dat het
eene cijfer in noodzakelijk verband staat
met het andere. Benoemt men meer Ka-
tho'ieken tot openbare be rekkingen, men
zal ook meer Katholieken zien toetreden
tot gemengde vereeniging. n van iieel of
half wetenscliappelijken aard, ornaat dan
ook voor een grooter geial van hen het
daar verhandelde van onmiddellijk be.uiig
wordt.
De wezenlijke waarde van het eeni
ge, door de „N. Rott. Ct.' aangevoerde
irgunient, hoe breed ook uitgesponnen,
schijnt ons dan ook zoo goed als nul
de conclusie, daarop gebouwd, gelijkt
naar niets.
De roomsche statistici maken geen
aanspraak op 3545 pCt. van alle be
trekkingen de belangstelling der Room
schen in de publieke zaak in percenten
te willen berekenen uil het getal room
sche leden eener bepaalde vereeniging
is eenvoudig belachelijk de vragen, „aan
de ijverige roomsche statistici ter over
weging aanbevolen", ve.dienen geen an
deren naam dan g e n i c p i g. Men ge
voelt en ziet wel in aan de zijde onzer
tegenstanders, dat er een en ander niet
in 01de is; een en ander, hetwelk op
?oede gronden volstrekt niet is te ver
dedigen of goed te praten. Dit toege
ven nooitAan deze met elkander
strijdige gevoéiens danken artikelen het
ontstaan, als hei hier gesprokene."
De „Residentiebode" zegt, na
de beschouwingen van de „N.R.Crt." ge-
leveerd te hebben, dat het moeilijk valt
op „vermoedens" te redeneeren, maar
zai toch zien, in hoever er kracht van
argument aan toe te schrijven is.
„Dat vermoeden is dan het volgende:
Er zijn onder de 454 leden die «die
vereeniging voor de staathuiskunde cn
de statistiek in de vier grootste steden
telt, slechts 24 Katholieken, d.i. 51/2 pCt.
Weinu, die vereeniging bemoeit zich met
allerlei, meest brandende, vraagstukken
op koloniaal, financieel, staathuishoud
kundig en sociaal gebied iedereen kan,
door vrijwillige loetreidng en een zeer
matige contri >utie lid wordenalleen
„een klein beetje belangstelling in dt*
publieke zaak' is noodig. Ergo wordt
die belangstelling onder de Katholieken
maar voor 5V2 pCt. aangetroffen en heb
ben zij aan pCt. der baantjes ge
noeg
Als men nu kennis genomen heeft
van deze samenvatting der redeneering,
die ce „N. R. Ct." houdt, dan zal 'men 't
logisch gevoel van het blad respecteeren,
dat toch wijselijk maar niet repte van
argument maar sprak van een „ver
moeden." Inde:daad van een argument
heeft haar redeneering al heel weinig.
Want vooreerst, kan het blad zich geen
andere motieven denken, die de Katho
lieken weerhouden, als lid tot die ver
eeniging toe te treden, anders dan ge
brek aan belangstelling? Wij weten er
verschillende. Urn iets te noemen, een
voorname oorzaak zal daarin gelegen
zijn, dit de ieden dier vereeniging juist
moeten gezocht worden oijder de baan
tjes' -menschen (de hoogere baantjes)
die uit den aard der zaak het meest in
de publieke zaak belangstellen en deze
„baantjes"' zijn immers in die vier groot
ste gemeenten voor de Katholieken zoo
goed als onbereikbaar. Een andere oor
zaak zoeke men in den weerzin, die ve
len Katholieken uitteraard tegen neutra-
ie vereenigingen bezielt, en in hun lid
maatschap van en werkzaamheid in tal
van Katholieke vereenigingen, die even
zeer op publiek terrein werkzaam zijn
als de door de „N. R. Crt." genoem
de vereeniging.
En vervo.gcns, dat heele ..vermoeden"
zegt ook daarom zoo weinig in de
„baantjes"-kv. estie, omdat die vereeni
ging alleen haar leden recruteert uit
de allerhoogsten op 't gebied der ont
wikkeling; we noemen professoren, Ka
merleden, en dergelijken. Juist uit die
categorieën ambtenaren, waarvan er 't
meeste bestaan, zuilen er al heel weinig
Frédér.c siduerue en vroeg naastig:
„Hebt gij mevrouw de Ciarens hier ge
zien, voordat zij verdween?"
„O, neen ,niet hier ,maar te Portvieux
in den tijd, dat de logemetitiiouide
ster nog leefde, ik bediende bij haar
in de herberg, en Sylvain, mijn man, was
stalknecht. 1 wee dames, die op elkander
geleken ais twee druppelen water op de
oogen na, waren afgestapt, om een bark
af te wachten, die op zee moest kruisen.
Die met de levendige en gebiedende
oogen is met een knaap te voet naar
het strand gegaan."
„En dc andere, vle andere dame
„Die met haar zoo zachte ooge.n?"
„Ja.
„Wel die is wat vroeger weggegaan op
een klein.n wagen, die door Piernic werd
bestuurd, den ouwen man, die u zooeven
wilde beletten naar Cl: rem af te dal
„Wat zegt ge! Is tiet die man ge
weest!
„ja."
„En waarheen heeft hij de markiezin
gebiaciit
„Wel, naar het strand natuurlijk, wanr
zij, te zamen met haar zuster en haar
zoon, aan boord van de bark is gegaan,
om naar Engeland te vertrekken."
Naar de lippen van den jonjeman welde
lid zijn ii genoemde Vereeniging; mo
gelijk weten ze niet eens, dat ieder er
lid van kan wo:uen, zooals de „N. R.
Ct." triomfantelijk zegt, laat staan al,
dat ze den naam kennen. Het feit dat
het blad voor een stad als Amsterdam
die honderden en honderden .ambtena
ren bevat, slechts 157 Ieden der Vereeni
ging kan noteeren, zegi in deze genoeg.
Het „vermoeden" ver noedt dus in zijn
algemeenheid naar twee kanten te veel
en bewijst dus zekei niets."
Over de slotalinea van de „N. R. Ct."
zegt de „Res." het volgende:
„W ij van onzen kant hebben nooit ont
kend, dat er, speciaal bij de hoogere
„baantjes", ook bij de katiiolieken zelf
schuld is. Als men dan schuld kan noe
men, dat zij niet zooveel als andersge-
zinden naar de liberale universitei
ten trokken 0111 zich voor de hoogere be
ambten te bekwamen. Voor schuld in
den eigenlijken zin kan hier echter geen
plaats zijn, omdat tot dit terugblijven
zoo velerlei factoren medewerkten, die
echter.... in latere jaren de Katholieken
steeds minder weerhouden.
Maar, als wij' dit alles toegeven voor
de hcogere „baantjes", dan voegen wij
er aanstonds bij, dat het niets zeg! voor
dc duizenden „baantjes" waarvoor geen
academische graad gevergd wordt en
toch de katholieken niet noemenswaar
dig in aanmerking komen, hoewel ze er
0. i. veel, zeer veel meer dan voor 5Vs
voor solliciteeren. Wat de „N. R. Ct."
hier nopens den middenstand aanvoert,
dunkt ons de zaken op haar kop gezet.
Wij zouden willen omkeeren en vragen
zou het ook kunnen zijn, dat „de Room
sche bevolking lnre neiging en hare ver
langens meer ir'aar andere richtingen
ontwikkelde", niet zoozeer door dc
schuld van de Roomschen zeiven, maar
juist omdat „het aantal door Roomschen
te bezetten „baantjes" klein is?' De
menschen moesten toch leven en als de
„baantjes" hun niet gegeven werden,
moesten zij hun „neiging en verlangens'
wel „naar andere richtingen ontwikke
ien." Graagheid, zooals de „N. R. Ct."
die verstond, werd hun zoodoende hee-
lemaal vreemd, en de „baantjes" tand
is hun voorlang reeds uitgetrokken.
Het „C e n t r u m" bepaalt zich tot de
volgende opmerkingen
„Eerst beweert de „N. R. Ct." dat de
Roomschen graag op baantjes zijn.
Die bewering vult zij aan door de
verklaring, dat „men van katholieke zij
de aanspraak maakt op evenveel procent
van de baantjes, als de katholieke bevol
king van het Nederlandsche volk uit
maakt".
Daarop laat zij volgen, dat de belang
stelling der Roomschen voor de publie
ke zaak „lang niet evenredig is aan den
lust voor de publieke baantjes".
En de slotsom luidt„dat de Room
sche bevolking haar neiging en Haar
verlangens ineer naar andere
richtingen ontwikkelde", dan naar de
baantjes
Maar wat blijft er dan nu over van
de beschuldiging der „N. R. Ct." over
ons „graag op baantjes" zijn
Uit een redeneering met zoo aperte
tegenspraak als de bovenaangeduide
blijkt wel, hoezeer het liberale orgaan
zich zelf in verlegenheid heeft gebracht
en tevergeefs beproefd zich er weer uit
te werken."
Tergen.
De „E i n d h 0 v e n s c h e Courant"
schrijft:
Wij behoeven er als een bijzonderheid
niet meer melding van te maken, dat
er Vrijdag op Driekoningendag, wederom
gewerkt is op de gloeilampenfabriek der
firma Piii ips 't Is geen uitzondering
meer, wanneer daar op R. K. Feestda
gen gewerkt wordt, 't is voortaan regel
Is het niet van liberale zijde, dat er
voortdurend gek.aagd wordt over de on
verdraagzaamheid der Roomschen? Maar
hier in Eindhoven is 't in ieder geval
toch een -feit, dat er van Roomsche zijde
moet gek'aagd worden over de onver
draagzaam neid der liberalen.
Dat de firma Philips op R. K. Feestda
gen hare fabrieken openzet voor haar nict-
Roomsch personeel ,moct zij zelf weten;
de kreet op: „Neen, dat is niet zoo! Dat
is niet zoo!" maar hij hield hem nog
bijtijds terug, en zijn ontste.tenis kwalijk
kunneiiue verbergen, vroeg hij op steeds
zenuwachtiger toon:
„Dus verzekert die ellendige gek, dat hij
de markiezin met haar zuster en haar zoon
aan boord heeft zien gaan?"
„O neen!" antwoordde Flavie. „Niet
Piernic verzekert dat, inaar Jean Raffut.
En iedereen zegt het hem na."
„Maar gij, wat hebt gij gezien?"
„Heclemaa! niets. De avond wis te mis
tig en de herberg te ver van het strand.
Derhalve zeg ik met iederee 1, d t de dame
zich met baar zuster aan boord van dc
bark heeft ingescheept."
„En als Piernic alleen tegenover allen,
dat niet zegt, wat zegt hij dan?"
„Dat is een heele historie, die in den
tijd, vóórdr t hij wnaiizinn.g werd, a niet
duidelijk was. Na vervolgens door zoo
veel monden te zijn gegaan, is zij nog
meer verward geworden, zoodat men er
heelemaai niet meer wijs uit kan worden.
Zelfs meneer de pastoor is liet te ge
leerd
„Maar wat zei Piernic dan voordat zijn
verstand werd verbijsterd?"
„Hij verzekerde, dat hij, op last der
dame, aheeu haar bagage naar het strand
maar zij moest toch, nu zij eennual op de
hoogte is van de godsdienstige plichten
van haar Roomsch personeel op zulke
dagen zoo ruim van opvatting en zoo
te gemoetkomend zijn, dat zij haar
Roomsch personeel niet voor de keuze wil
de stellen cm te komen of niet te komen
werken, m^r tegen dit personeel zeide:
onze fabrieken staan op een R. K. Fcets-
dag voor u niet open.
Een patroon kan meestal, en omdat hij
kan moet hij ook, zooveel mogelijk er toe
bijdragen dat zijn personeel zijn verplich
tingen vervulle.
De keus, om te komen of niet te ko
men, we.ke de firma Pui,ips haar katno
liek personeel laat, is slechts grooten-
deels een schijnbare vrijheid, wijl dc
meesten toch zwichten voor het moreel
overwicht der firmanten.
Wat blijkt uit het feit, dat het grootste
deel der roomsche arbeiders en arbeió-
beidsters op zu'.ke dagen er gaat werken,
onder wie er zelfs zijn, die voor hun room
sche recht in den zomer van verleden
jaar den strijd met de firma hebben aan
gebonden.
Wat de firma doet op R. K. Feestda
gen is niets anders dan tegen liet roomsch
bewustzijn der Eindhovenschc katholieke
bevolking.
Indien haar personeel zoowel als nu
voor 't mcerendeel kat.ioliek, voor 't mee-
rendeel Israëlitisch was, de firma zou er
niet aan denken haar joodsch personeel
te vragen om op den joodsc.ien feestdag
te komen arbeiden, overtuigd als zij was,
dat zij een besliste weigering zou krij
gen
En moeten dan "katiiolieke arbeiders
doen, waarvoor joodscne arbeiders fees
telijk zouden bedanken.
Er moet beslist een weg gezocht, om
het kat ïoiiek personeel der firma Philips
meer vrijheid in deze te verzekeren.
't Is zoo te tergend!
't Kan zoo niet langer!
sHeel de Katholieke bevolking in deze
streek moet samen werken om een
roomsch recht voor onze roomsche ar
beiders zonder schadelijke gevolgen ver
zekerd te krijgen.
Wij zijn verplicht ter voorkoming van
erger, ons recht te eischen, niets meer
maar ook niets minder!
Leger en Vloot.
Het slot.
De zaak Nolthenius is nu uit.
Het Hoog Militair Gerec.itshol heeft
de straf van den luitenant met 2 dagen
verzwaard (zes i'nplaats van vierj en hier
mee staat vast, dat de katholieke mi.iciens
welke indertijd over de uit alingen van
den officier hebben beklaagd, den .0i
verdiend, welken het Kamer id ArD iiuu
in de» Tweede Kamer heelt toegezwaaid.
Zij zijn opgekomen voor iiun goed
recht en hebben den dank verdiend van
velen," die'na hen zullen komen.
Niet, dat wij in den militairen dienst
een algemeen gevaar zien voor de kren
king van godsdienstige overtuigingen.
Maar dat een enke' kra> geval door ct
kordaat optreden v .n eenige jonge man
nen dadelijk is gestuit voorkomt ar.dvre
gevallen.
En leert den katioliek, dat het altijd
en onder alle omstandigheden beter is
voor zijn overtuiging uit te komen en zijn
geloof te verdedigen, ook als daar
aan eenig nadeel of gevaar verbonden is,
dan als futlooze stumpers zich in zijn
heiligste gevoelens te laten kwetsen.
(Dgbl. v. N.-Br.)
Koloniën.
Cholera.
Het cholerabureau te Batavia deelt
mede, dat Zondag 11 December 6 nieu
we patiënten zijn opgenomen, 11.1. 2 in
landers en 4 inlandsche vrouwen, die
allen overleden. De toestand van den
jnlander die nog onder behandeling
bleet, is ernstig.
Maandag 12 Dec. werden 4 nieuwe
patiënten opgenomen, n.l. 2 Chineezen,
2 inlanders en 1 gestrafte inlandsche
vrouw 3 inlanders en de gestrafte in
landsche vrouw overleden, zoodat nog
1 Chinees in behandeling blijft, wiens
toestand ernstig is.
van Portvieux had gcjn.c .t, ei'rvo.gens,
de markiezin naar C.areus, naar 't kerk
hof, bij het graf van haar echtgenoot
geleid had... en dat bij haar sedert niet
had weergezien."
„Wat was er dan van haar geworden?"
„Dat heelt Piernic nooit kunnen zeg
gen. Die beweerde verdwijning heeft hem
zijn verstand doen verliezen. Ais men
de naam der markiezin uitsprak, begon
'hij te zuchten, zich de haren uit liethoold
te rukken en onsamenhangende t a. tc
spreken, waarin men alleen kon onder
scheiden de woorden: „Het is mijn
schuld... ik ben schuldig... het is mijn
schuld!" Vervolgens, na dit te hebben
uitgeschreeuwd, hief hij de vuist op,
dreigde en zwoer, dat Raffut de dame op
liet ka t el had opgesloten. Niemand nu
had de dame op 't kerkhof gezien noch
ergens anders. Daarom was het duidelijk,
dat het Piernic in het hoofd was gesiar
gen. Eerst haalde Raffut over die praatjes
de schouders op, maar eindelijk begon
het hem te vervelen, en hetzij dat hij
zelf er over had geklaagd, hetzij een ander
een aanklacht had ingediend, op zeke
ren dag kwamen de gendarmen den grijs
aard halen en sloot men hem te Portvieux
in een krankzinnigengesticht.
(Worui vervolgü^