uit HET GEMEENTELIJKE ARMHUIS TE ROTTERDAM: hoe dagelijks de meer dan tweeduizerd boterhammen voor de verpleegden worden gereed gemaakt: een typische foto, die nog uit een ander oogpunt dan om wille van de statistiek interessant genoeg isP mij eens even nadenken. Ik ben er werkelijk ontsteld van." Pater Voght verwijderde zich eenige schreden naar het venster waar hij zijn brevier ging bidden. Een nieuw licht scheen Aubrey te bestralen en in dien glans was hij genoodzaakt te er kennen dat hier iets was waaraan hij zijn sophismen niet durfde wagen. Een con creet, tastbaar bewijs van het bovennatuurlijke, dat zijn geliefkoosde, stoffelijke afgoden in stukken deed nedervallen. Hij zag naar de knielende gestalte en bemerkte weer de gelaatstrekken die hem vroeger zoo hadden aange trokkenhetgroote, blanke voorhoofd, den dunnen rech ten neus, de scherpe lippen en kin. Zulk een gelaat en gestalte vereenigd met zijn talenten moesten hem een benijdenswaardige plaats on der zijn medemenschen heb- DE HEER J. J. v. REIJSEN f De oudste Vincentiaan des lands, die dezer dagen na een hoogst welbesteed leven te Haarlem overieed. een 40-Jarig jubile: de heer j. j. Damave te Rot terdam vierde dezer dagen on der vele blijken van belangstel ling zijn 40-jarig jubilé in dienst der Ned. Handelsmaatschappij Aubrey zag hem eenige oogenblikken zwijgend aan, daarna vroeg hij met zachten nadruk op ieder woord: „Weet u, dat u uw doodvonnis hebt geteekend ?u Er was geen zweem van besluiteloosheid in de blauwe oogen, waarmede de bezoeker den kunstenaar aanzag. Er was geen zweem van trilling in de vaste stem die antwoordde: „Ik ben er volkomen van overtuigd." Aubrey viel achterover in de kussens en bedekte zijn gelaat met beide handen. Hij scheen het bijzijn van den geestelijke te ver geten. Eenige minuten verstreken voordat hij den priester weer aanzag. „Wat is uw doel met dit dit ontzettende offer „Ik verlang naar een gelegenheid om hel aureool te verdienen, datje mij op je portret van den H. Antonjus hebt gegeven," hernam de priester glimlachend. „En veronderstel nu eens, dat ik sterf zooals ik heb geleefd „Dan zou mijn bezoek toch niet nutteloos zijn. Je hebt mij eens gezegd, dat je als Katholiek gedoopt bent, en ik beschouw het eenvoudig als mijn plicht om te crachteu je tot de Kerk, waarvan je bent afgedwaald, terug te brengen. Zoo ik niet mocht slagen, acht ik mijn bezoek toch n:et zonder nut, want ik zal dan mijn plicht hebben ge daan." „Had u niet iemand anders kunnen zenden, voor wien dit bezoek niet zulk een nood lottig gevolg zou hébben'gehad „Misschien wel, als ik niet van den dokter had vernomen, dat het je uitdrukkelijk ver langen was mij te zien." „Ik begrijp het niet ik kan niet laat ben verworven. Huiselijk ge luk, rijkdom, eer hadden zijn deel kunnen zijn; maar hij had al die schitterende vooruitzichten verzaakt, en in plaats daarvan een don ker hoekje op Mer man Square geko zen om de armen en ongelukkigen te helpen. Terwijl depriester daar neerknielde, als een middel- eeuwsche heilige," dacht de kunstenaar, „wierp het vroege zonlicht een gouden gloed op het kalme hoofd, dat voorover gebogen in stilte bad voor den terug keer van het ver loren schaap, voor wiens losprijs hij zijn jong leven had opgeofferd. „Pater 1" De priester kwam vlug naar bet bed. „Pater, ik kan mijn ontroering niet uitdrukken. Alleen kan ik zeggen, dat uw toewijding mij heeft overwonnen en een vurig ver langen bij mij heeft opgewekt om den Meester te leeren kennen en beminnen voor Wien u alles hebt ten offer gebracht." Dit was het oogenblik waarvoor Pater Voght had gebeden. Ter- HET GEMEENTELIJKE ARMHUIS IN DE MATHENESSERLAAN TE ROTTERDAM, een kijkje van het 125 Meter breede front van het hoofdgebouw. een kijkje UIT HET GEMEENTELIJKE ARMHUIS TE ROTTERDAM: i de groote vuurmakers-werkplaats, waar verschillende mannen werkzaam zijn. Hier werden in 1909 ruim twee-en-een-half millioen vuurmakers vervaardigd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 14