jTweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van l Zaterdag 17 December. Weekpraatje. 4'„Wit niet sterk is, moet slim zijnf\ (j&terk ie de liberale partij in de Twee- yde Kamer niet, maar., slim, buitenge woon. We hebben den laatsten tijd dik wijls in de courant gelezen van de „ob structie" der linkerzijde, dat wil in zui ger HoILandsch zeggen het „dwarsboo- jfnen" der linkerzijde. Ellenlange rede voeringen houden, het .woord vragen' ivoor 'n vermeende persoonlijke belee- iicliging, dingen vertellen, die met de be- jjhandelde zaak niets te maken hebben, ft Zijn alle prachtige middelen1 om lar 'ter met 'het verwijt te kunnen komen, Sat men onder oen rechtsch ministerie [•toch weinig tot stand kan brengen. Men Smaakt op die manier eerstens dat de gehate rechterzijde de voorgenomen so- kiale wetgeving niet ten uitvoer kam (brengen, vervolgens dat in de handelin gen en in de courantenverslagen 't groot- iste deel wordt ingenomen door wat de Sheeren van de linkerzijde hebben ge- fjzegd. En de natie, blind voor de dief- Istal van haar tijd, en voor het nadeel [dat zij leidt door het op den langen [baan sch,uiven' van de sociale wetten, 'staat in bewondering voor die mooie 'speechen. Slim is het van de heeren, ('maar.... principieel? Ach, principen vin- iden ze mooidoch als 't voordeeliger Ijs tegen de princiepen te handelen, wor- [jden ze als ballast overboord gegooid. HHet doel is aan het rechtsche minis terie de taak zoo moeïelijk mogelijk) [te maken, en... het doel heiligt de midde- 'delen. Hoe het volgent liberale begin selen kan zijn, een motie voo rte stellen, 'als eergisteren de liberale heer Thom- som heeft gedaan, is yoor mij een on begrijpelijkheid. Voor eenlgen tijd heeft [de minister tot inspecteur der caval- lerie bevorderd een kolonel, die kort te voren had geduelleerd. Nu heeft de heer Thomson een motie voorgesteld ,van den volgenden inhoud: „De Kamer, jhet duel onvoorwaardelijk afkeurende, vertrouwt dat- in de toekomst elke maat regel zql achterwege blijven, die, ge- iijk bedoelde bevordering, den indruk zou kunnen wekken, dat het tweegevecht niet, of niet zoo afdoende wordt be streden als noodzakelijk is". Wat zegt fije van zoo iets •/rijfheid, en vrijheid boven' alles. Mag ik nu mijn leven niet in de waagschaal 'stellen? Kom,, liberale beginselen ver- i zetten zich toch tegen deze vrijheidsbe- rooving. Wat hebben ze altijd gekermd en geschreeuwd als naar hun meening werd beleed gel die hoogvereerde afn god: de persoonlijke vrijheid. Dat de Katholieken het eens zijn miet (lie motie is zeer begrijpelijk. Dr. Nolens /Iheeft- trouwens dit ook in naam van den andere Katholieke Kamerleden verklaard. De minister schijnt op dit ;punt den misslag van die kolonel te .hebben over het hoofd gezien om zijn werkelijke uitstekende begaafdheden. Maar hoe het zij: de liberalen heb ben geen recht zoo verontwaardigd te 'zijn. „Als de vos de passie preekt, boep, pas op je ganzen". Dat is van toepas- fsing op deze kwestie, en ook, als de ^liberalen ons willen prediken om toch geen Roomsche vereenigingen te stich- t LUCIFER. Reeds langen tijd was ons tooneel niet meer wat het wezen moest, een plaats waar reine kunst genoten werd; kunst, de afspiegeling der emoties eener verhe ven ziel; kunst, de zu.vere aspiratie van ^.God's adem, in den mensch geblazen Lunst, die het dikwijls dorre, droge leven maakt een vertoeven in weelderige Pa radijs-tuinen; kunst, die veredelt en op- .jVoeclt. Maar verwatert was ons tooneel '[door laffe, zoutelooze kluchten, die onze 'vergrofde natuur een oogenblik deden op- rscliateren door plompe scherts, of 'tbood ons slechts een surrogaat van kunst, nog 'bemodderd door de perversiteit der intri ge van het stuk. En langzaam kwam een walging over ,011 s voor het tooneel, bleven wij vol af- (Ischuw weg uit de theaterzaal, klonk het Woord Schouwburg hard en scherp in onze ooren, vluchtten we er voor als -,voor sirenenzang. Tot eensk.aps een waar kunstenaar in 'iernstig pogen om een frisscher at mosfeer te doen opwaaien tusschen de fejvaii bederf muffe coulisesn, ons weer iKwarii brengen reine, hooge kunst, hRöoyaarts-Vondel. - Na eerst rijke lauweren geoogst te heb- i,ben met „Josep.i in Dothan", daardoor -bewijzend dat Vondels schoone dicht-tra- gedies ook anders dan door lezing te ge nieten zijn, durft hij nu nog hooger grij pen en zijn krachten en die der zijnen he rproeven op het schoonste treurspel, ooit de pen eens waren dichters gevloeid: <1, Lucifer". Waar nu a.s. Maandag ons de gelegen heid geboden wordt van deze hoogste jjUiting van Roomsche kunst te genieten, joelen we ons gedrongen daartoe op té Qwekken en daarom te voren, indien het •tons mogelijk is, een inzicht te geven jn dit t&srheven kunstwerk. ten. Ja, daar hebben ze deze week in de Tweede Kamer ook tegen gesputterd; dezelfde heer Thomson, toen hij 't had over militaire vereenigingen. Roomsche vereenigingen, dat was iets uit den boo ze, deze brachten scheiding, waar een heid en uniformiteit moet zijn. Onze militairen zullen zich door zulke be goochelingen niet laten misleiden. Over vrjjheid hadden we 't, en dit komt ons goed van pas, daar men 't van de week in' Leiden's gemieenteraad ook wel zal hebben over het beniemen van persoonlijke vrijheid. Die zeer ge wichtige kwestie mogen we nu el eens in ons praatje besprekenwerke lijk, lezer, is 't van groot belan'g, waar 't hier om gaat. De N. R. K. Volksbond heeft 12 Juni 1909 aan' den raad een adres gezonden, waarin deze verzocht om in de bestekken' der van wege (le ge meente aan' te besteden werken de aan nemers te verplichten om hunnen ar beiders, als deze buiten hun schuld zijn verhinderd te arbeiden, toch het loon uit te betalen. Buiten hun schuld; dit wordt Ln bepaalde artikelen van het Burgerlijk wetboek omschreven. Pok is in die artikelen gezorgd, dat met het uit te betalen loon niet samen gaat een uitkeering van den ongevallen wet enz., zoodat de arbeider beter zou wordendie uitkeeringen worden (na tuurlijk van het loon afgetrokken. Ver volgens is deze bepaling slechts van toepassing ,als het niet kunnen werken slechts betrekkelijk korten tijd duurt* Dit alles is nauwkeurig in de wet om schreven. Nu is de kwestie, als volgt: Mag de aannemer van een door de gemeente uitbesteed werk met zijn arbeiders een contract sluiten; waarbij de arbeiders zich het recht ontzeggen' om aanspraak te maken op de u^keering van het loon als zij buiten hzrn schuld gedurende be trekkelijk korten tijd niet kunnen wer ken. De minderheid van B. en W. ant woordt bevestigend, de meerderheid ont kennend. De minderheid steunt haar meening op dezen grondmen mag aan den aan nemer zijn vrijheid om zoo'n contract te sluiten, niet ontnemen. Maar zegt de meerderheid: de aannemer heeft zoo'n vrijheid niet; hij is zelf in dienst van de gemeente, en moet dus zich aan de bepalingen houden, welke de gemeente ten opzichte van zijn arbeid stelt. De gemeente heeft volkomen het recht de wijze van werken te regelen, en te zeg gen dat hij zoo'n contract niet mag slui ten. Deze laatste zienswijze komt ons zeer juist voor. 't Is, dunkt ons, zeer ver keerd gezien, dat degene, die een werk aanbesteed, miet meer verantwoordelijk is voor de wijze, waarop dat werk ge schied. Het gebeurt toch met zijn geld, en in zijn voordeel Ik vermoei misschien mijne lezeres sen en lezers met n\ijn droge beschou wingen. Genoeg dus daarvanDit wil ik nog zeggen, dat ook zal besproken worden de vraag, of men dan ook de ar beiders op algemeen erkende Chr. feest dagen moet uitbetalen. Dit laatste schijnt mij ook volkomen gewenscht toe. Jongen, Zondag-vieren en minder geld ontvangen, dat is een minder prettige feestvreugde Als gij u wat hebt verveeld bij dit za kelijke praatje, gaat dan, geachte praat- genooten, u Maand ig-avond in hpoger sfeeren begeven en genieten v,an de' hooge Roomsche kunst: Vondel's „Luci fer". Door dezen welgemeenden raad Den inhoud gaf de dichter zelf aldus aan „Lucifer d' Aertsengel, opperste en dooriucihtigste boven alle Engelen, hoo- vaerdig en staetzuchtigh, uit blinde lief de tot zijn eige, benijde Godts onbepaalde grootheid, oock den mensch, naar Godts beelt geschapen, en in het weeligh Para dijs met de heerschappije des aerdtbo- dems begiftight. Hij benijde Godt en den mensch te meer ,toen Gabriël, Godts He- rout, alle Engelen voor dienstbare Gees ten verklaerde, en de geheimenissen van Godts toekomende menschworden ont- deckte; waer door het Engelsdom voorbij gegaan, de waeraclrtige menschelycke na tuur met de Godheit vereenight, een ge- lycke maght en Majesteit te verwachten stout: waerom de hoovoerdige en nydige Geest, po ogende zich zeiven Gode ge- Iyck te stellen en den mensch buiten den hemel te houden, door zijne mede standers, ontelbare Engelen oprockende, wapende en tegens Michaël, 's hemels Veltheer, en zijne heirkrachten, onaenge- zien Rafaëls waerschuwinge aenvoerde; en afgestreden, na de neerlaegh, uit wrae- cke den eersten mensch, en in hem alle zyne nakomelingen, ten val broght, en hy zelf met zyne weerspannelingen ter hel le gestort, en eeuwigh verdoemt wert." Zoo zien we dan in het le bedrijf Bel- zebub en Belial verlangend naar den te rugkeer van Apoliion, door Lucifer naar de aarde gezonden om kennis te nemen van Adam's leven in het Paradjjs. Appollion keert weer en maalt in schit terende kleuren het weelderig Paradijs en de eerste menschen. Vol afgunst be schrijft hij het Iet van den mensch, li chamelijk1 %en wonder van schoonheid, rijk aan alle gaven, gelukkig in den huwe- lijksstaat, onsterfelijk door de vruchten van den boom des levens. Schrik slaat d' Engelen om het hart, als zij zien hoe de mensch eenmaal zich boven de engelen zal verheffen, te weer blijkt u de toegenegen vriendschap van JAN Gemeentezaken. De Gemeente-bestekken. ■Den 15en' Juli 1909 werd door tde afd. Leiden van den Ned. R. K. Volks bond aan den Raad het verzoek ge daan om de aannemers van gemeente werken de bepalingen van art. 1638 c en d Burg. Wetboek onveranderd te doen naleven. Dit adres werd gevolgd door een van den Bond' van patroons in het timmervak te Leiden om afwijzend op het verzoek van den Ned. R. K. Volksbond te beschikken, of anders het risico door de gemeente te doen dra gen, waaraan de afd. Leiden van den Ned. Aannemersbond adhesie betuigd. Om verschillende redenen is de be handeling van deze adressen belang rijk vertraagd, ook omdat er in den boe zem van B. en W. een zeer groot ver schil van meening bestond, terwijl nog bovendien gedurende den loop der be sprekingen de praedomineerende mee ning bij B. en W. niet steeds dezelfde is geweest. Dat meeningsverschil steunt op prin- cipieelen basis. Want al moge nu al de ingenieur van gemeentewerken, bij het uitbrengen van zijn rapport als waar nemend directeur van gemeentewerken fungeerende, de Commissie van Fabri cage en Commissarissen der Stedelijke fabrieken van G. en E. het allen eens zijn, dat tegen 'de inwilliging van het verzoek van de afdeeling Leiden van den N. R. K. Volksbond geen principieel bezwaar kan bestaan, dit neemt niet weg dat de minderheid van B. en W. den Raad de inwilliging op principieele gronden meent te moeten blijven ont raden. Het beroep op de indertijd door den Raad vastgestelde bepalingen omtrent minimum-loon en maximumarbeidsduur in bestekken van gemeentewerken gaat naar het oordeel der minderheid in ca- su niet op. Daar toch stond de Raad geheel vrijhier echter, waar het de uitbetaling van het loon betreft over tijden, waarin niet gearbeid wordt, be staat thans een wettelijke regeling, met de uitdrukkelijke verklaring van deni wetgever tevens, dat werkgever en werk nemer beiden van die regeling kunnen afwijken. Het geldt aldus niet de vraag, zooals de commissie van Fabricage doet voor komen, of door de overheid in cle verhoudingen tusschen werkgever en werknemer mag worden ingegrepen, maar wel of, waar de wetgever een be paalde regeling heeft getroffen, de ge meente daarvoor een andere regeling mag in de plaats stellen, die voor een deel lijnrecht tegen de wettelijke rege ling indruisCht. De meerderheid van B. en' W. deelt de bezwaren niet. Voor haar is een nadere uitwerking van de beginselen, in de arft. 1638c en d. neergelegd, in de bestekken van gemeentewerken, niets anders ,dan een gebruik maken van de bevoegdheid, door den werkgever zelf in de beide laatste leden dier artikelen! (gegeven. De ge meente is hier de eigenlijke werkgever en de gemeente is bevoegd om met ge bruikmaking van de vrijheid, haar in de artt. 1638 c en d. laatste lid gegeven, de wettelijke regeling nader aan te vul len, daarvan min of meer af te wijken, of ook ze geheel buiten werking te stel- als Gabriël komt oin God's plannen ten opzichte van het menschdom te ontvou wen. Dit bedrijf eindigt met de heerlijke zang: Wie is het die zoo hoog gezeten beantwoord door den tegenzang: Dat's Godt. Oneindig eeuwigh wezen Van alle ding, dat leven heeft... besloten met de driewerf heiligprijzing en de gehoorzaamheidverklaring der enge len. Het tweede bedrijf toont ons Lucifer morrend over de hem reeds bekende last, door Gabriël gegeven. En al feller wordt zijn gekwetste hoogmoed aangehitst door Belzebub, die hem raadt in opstand tegen God zijn vermeende recht te verdedigen. Gabriël bij wien hij zTjn morrende ziel uitstort, kan hem niet met zachte woorden tot gehoorzaamheid bewegen. Nog één woord van Belzebub en de gekrenkte trots vloekt woedend. Nu zweer ik bij mijn troon het al [op een te zetten, Te heffen mijnen stoel in aller [heem'len trans. Laet zien wie Lucifer durft trotsen [en braveeren. Dan zet men het schelmstuk ineen om ook anderen voor den opstand te win nen. In het derde bedrijf tracht de Rey ver geefs de morrende Luciferisten tot rede te brengen. Hun onwil wordt nog aan gewakkerd door Apoliion en BeliaL Als Belzebub verschijnt is het plijt gewonnen en kan Michael God's Veltheer, ondanks dreigementen en "bevelen hen niet meer tot orde krijgen. Dan wordt Ludfer tot aanvoerder ge kozen die veinst voor hun aandringen te zwichetn en zich als opperheer bevvie- rooken laat door <Je Luciferisten, die hun krijgshaftig; len. De aannemer is hier eenvoudig de tusschenpersoon. Niets of niemand im mers verplicht hem een werk aan te nemen, wanneer de wijze, waarop zijn verhouding Tot den' werknemer in het bestek geregeld is, hem niet aanstaat. Maar omgekeerd moet ook de gemeente hare volle vrijheid behouden om de door haar uit te vperen werken alleen aan die aannemers te gunnen, die ten aan zien van de uitbetaling van het loon voor niet-verriditen arbeid de door haar billijk geachte regeling zullen in acht nemefc. Hei bezwaar van de minderheid is dan ook alleen dit, dat men den aanne mer dwingt een bevoegdheid prijs te geven, die hem bij de wet Is toege kend. Practisch zal de zaak waarschijn lijk alleen hierop neerkomen, dat de gemeente voor de uitvoering harer wer ken meer zal moeten betalen. Zoowel de Commissie van Fabricage als commissarissen der fabrieken van gas- en electriciteit meen-en, dat het wenschelijk is op het verzoek van den Nederl. R. K. Volksbond in te gaan. De eerste commissie trekt een parallel tusschen de werklieden, in dienst van aannemers van gemeentewerken en die, welke in onmiddellijken dienst van de gemeente zijn. Welnu waar de gemeente in haar werkliedenreglement tegenover haar eigen werklieden vrijwillig allerlei verplichtingen lyeeft aanvaard, als nu ook in de artt. 1638 c en d. van het B. W. geregeld zijn, daar is het niet meer dan billijk, dat zij ook aan de werklieden, in dienst van de aannemiers van voor haar rekening uitgevoerde wer ken, vele dier voordeel en verzekert. En commissarissen der gasfabriek spreken als hun gevoelen uit, dat, nu de wet gever in de artt. 1638 c en d aan de positie der werklieden in dienst van particuliere werkgevers eenjge vastheid heeft willen geven, het veel meer op den weg der gemeentebesturen ligt om die poging te steunen, dan om goed te keuren, dat patroons en aannemers ge bruik maken van hunne bevoegdheid om bij schriftelijke overeenkomst de ge noemde bepalingen doorloopend ter zij de te stellen. Terecht evenwel, zeggen B. en W., merkt de Commissie van Fabricage op, dat de bij de artt. 1638 c en d aartl-e werkgevers opgelegde verplichtingen in de bestekken nader behooren te wor den omschreven, omdat het anders voor de aantremers niet wel mogelijk is, de verplichtingen, welke hun door het B. W. worden opgelegd, in geld om te zet ten. Commissarissen van de Fabrieken van G. en E. zouden aan deze gele genheid nog gebruik willen maken om den werkman "de uitbetaling van het loon te verzekeren voor a l genreen erkende Chr. feestdagen, wan neer deze in den loop der week vallen. B. en W. kunnen zich hiermede niet vereenigen het geldt hier extra vrije dagen en zij kunnen niet inzien, waar om den werkgever de verplichting zou moeten worden opgelegd om voor deze extra vrije dagen, waarop evenmin als op den Zondag gewerkt wordt, loon te betalen. Met de commissie van Fabricage mee- nen B. en W. echter, dat er alleszins aanleiding bestaat, om voor de z.g. „o>n- werkbare dagen", althans ten dee- le, het toon uit te keeren. Deze dagen, waarin wegens de ongunstige weersge steldheid niet kan worden gewerkt, zijn onder geen van de in het B. W. gere#- gelde gevallen begrepen. Op, treckt op, o ghij Luciferisten, volgt dees vaen, door de hemelbogen doen schallen. En de getrouwe engelen klagen: .Waar zijn we toe gekomen Dat 's hemels burgertwist De regimenten splitst..,. JHelaes! waer toe verdwalen De Geesten? Staetzucht kent Godt noch bloet Het vierde bedrijf ziet den ganschen hemel in laaien gloed van oproer en ver raad. De getrouwe hemelingen zullen op trekken tegen den oproerigen Ludfer. Nog wil Rafaël een poging wagen om Lu cifer tot inkeer te brengen, maar deze jammert: Ik zwoer mijn Schepper af. Hoe [kan ik voor dat licht Mijn lasterstucken ,mijn verwaten heid vermommen? iW,at ra et? Maer 't is te spa en hier geen boete [voor ons smet De hoop is uit. Apoliion komt dan den wijfelenden Lu dfer waarschuwen dat Michaël met zijn leger in aantocht is en de strijd breekt los terwijl de Rey nog bidt tot God. Gedoogh niet dat de schoonste ziel Waer op uw oogh genadigh viel Gedoogh nLddatd' Aartsengel sneve. Jubel klinkt in het laatste bedrijf over de overwinning van Gods getrouwen, tot Gabriël de treurige tijding brengt dat de overwonnen Ludfer den mensch heeft te val gebracht. Doch we hooren alree hoe, terwijl Ludfer voor eeuwig in de poel der ellende en rouw gestort is, het mensch dom zal verlost worden, en de Rey be zingt den Verlosser: Verlosser, die de Slang het hoofd [verpletten zult 't Vervallen Menschdom eens van lAdanis erref&diuid Zij stellen daarom voor de helft van; het minimum-uurloon' aan de werklie den door de gemeente te doen uit betalen, berekend over zooveel uren als; het werk stilligt, maar tot ten hoogste 3 achtereenvolgende werkdagen. De di rectie van gemeentewerken zal Ji ebben aan te geven, welke dagen als onwerk bare dagen moeten worden beschouwd* De bepalingen zullen gelden zoowel voor aannemers van gemeentewerken als voor onder-aanneimers. Resumeerend geven B. en W. den. Raad in overweging de gemeentebestek ken met bovenbedoelde bepalingen aan' te vullen, alsmede met de volgende ver plichtingen voor den werkgever, voort spruitend uit de artt. 1683 c. en' d. B. Wetboek. Ingeval van ziekte, waaronder begre pen wordt ongeschiktheid tot werken,- ten gevolge yan een ongeval, is de aan nemer verplicht voor een tijd, gelijk aan! den opzeggingstermijn 3/^ gedeelte van het minimum-uurloon als ziekengeld uit te betalen. Voor den eersten' dag van de ziekte! wordt echter geen ziekengeld uitbetaald!. De aannemer is evenmin verplicht zie kengeld uit te betalen, indien a. door den werkman geene verklaring! van een geneesheer wordt overgelegd, waaruit blijkt, dat en waarom de werk man geen arbeid kan verrichten b. de ziekte of het ongeval door op zet of onzedelijkheid van den werkman is veroorzaakt of het gevolg is van eert lichaamsgebrek, waaromtrent hij bij het aangaan der overeenkomst den werk gever opzettelijk valsche inlichtingen go- geven heeft; c. de werkman de hem door zijn ge neesheer gegeven ^oorschriften niet op volgt. Komt den werkman' in geval van ziek te of ongeval eene geldelijke vergoe ding of uitkeering toe krachtens eenige wettelijk voorgeschreven ziekte- of on gevallenverzekering, of krachtens eeni ge verzekering of uit eenig fonds, waar in de deelneming is bedongen bij of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, dan wordt het ziekengeld verminderd met het bedrag dier vergoeding of .uit keering. De aannemer is verplicht den werk man het op zijn aanstelling vermelde loon uit te betalen voor een korten, naar billijkheid te berekenen tijd, doch voor niet langer dan één dag, wanneer, deze hetzij tengevolge van de vervul ling eener door wet of overheid, zon der geldelijke vergoeding, opgelegde' verplichting, die niet in zijn vrijen tijd kon geschieden, hetzij tengevolge van zeer bijzondere, buiten zijn schuld ont stane omstandigheden verhinderd is ge weest zijn arbeid te verrichten. Onder deze bijzondere omstandighe den worden begrepen: de bevalling van de eChtgenoote van den arbeider zoo mede het overlijden en de begrafenis van een zijner lruisgenooten oï v,m een zijner bloed- en aanverwanten in dei rechte linie onbepaald en in den twee den graad der zijlinie. Evenzoo wordt onder de vervulling eener door de wet of overheid opgelegde verplichting be grepen de uitoefening der kiesbevoegd heid. De aannemer is verplicht den werk man het op zijne aanstelling vermelde loon uit te betalen, indien deze bereid! was den bedongen arbeid te verrichten, doch de aannemer daarvan door eigen schuld geen gebruik gemaakt heeft, waar onder ook begrepen moet worden het Verlossen 't zijner tijt, en weer [voor Evaes spruiten Een schooner Paradijs hier boven [opensluiten; Wij tellen d' eeuwen, en het jaar ja dagh, en uur Dat uw gena verschijn'de quy- [nende natuur* Herstell', verheerelijcke, in iicha- [men en zielen Stoffeerende den troon, daar d' En- [geien uit vielen* Dit is de inhoud van het meesterwerk vol krachtige tragiek en verheven poëzie* Nu nog iets over de decors en de kos tuums, ontworpen door Roland Holst. De figuren in het drama spreken zelf van een hoog en ruim paleis. Daarom gaf Holst ons als tooneel in een blauw oneindig den top van een paleis, waarvoor hij bouwde een reeks van trappen beginnend ver beneden het oog van den toeschou wer en eindigend in een bogenrij, be-, kroond door een open koepel. De trappen geven de illusie van het zweven der gees ten die bij hun komen en gaan, steeds stij gen of dalen, terwijl de handeling op het tusschenliggend platform plaats heeft. Ook de kleeding heeft hij zich anders gedacht en gelukkig gebroken met de tra- ditloneele Engelenvleugels die zoo on werkelijk aandoen. In plaats daarvan kwa men aan de armen vastgehechte mantels die illusie van vleugels wekken. Ook de leelijke pruiken laat hij weg* doch vervangt ze door strak geplooide sluiers onder de kronen uithangend. Orootendeels Is aan de kostuums or nament vermeden en ook de gebruikelijke tooneelharnassen wist hij door een meer passend metaa[glanzend weefsel te ver- vervangen. Zoo heeft hij allen tooneelschijn trach ten te mijden en daardoor een, als mee zoo mag spreken, ideëele werkelijkheid geschapen*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5