jTweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
l Zaterdag 17 December.
Weekpraatje.
4'„Wit niet sterk is, moet slim zijnf\
(j&terk ie de liberale partij in de Twee-
yde Kamer niet, maar., slim, buitenge
woon. We hebben den laatsten tijd dik
wijls in de courant gelezen van de „ob
structie" der linkerzijde, dat wil in zui
ger HoILandsch zeggen het „dwarsboo-
jfnen" der linkerzijde. Ellenlange rede
voeringen houden, het .woord vragen'
ivoor 'n vermeende persoonlijke belee-
iicliging, dingen vertellen, die met de be-
jjhandelde zaak niets te maken hebben,
ft Zijn alle prachtige middelen1 om lar
'ter met 'het verwijt te kunnen komen,
Sat men onder oen rechtsch ministerie
[•toch weinig tot stand kan brengen. Men
Smaakt op die manier eerstens dat de
gehate rechterzijde de voorgenomen so-
kiale wetgeving niet ten uitvoer kam
(brengen, vervolgens dat in de handelin
gen en in de courantenverslagen 't groot-
iste deel wordt ingenomen door wat de
Sheeren van de linkerzijde hebben ge-
fjzegd. En de natie, blind voor de dief-
Istal van haar tijd, en voor het nadeel
[dat zij leidt door het op den langen
[baan sch,uiven' van de sociale wetten,
'staat in bewondering voor die mooie
'speechen. Slim is het van de heeren,
('maar.... principieel? Ach, principen vin-
iden ze mooidoch als 't voordeeliger
Ijs tegen de princiepen te handelen, wor-
[jden ze als ballast overboord gegooid.
HHet doel is aan het rechtsche minis
terie de taak zoo moeïelijk mogelijk)
[te maken, en... het doel heiligt de midde-
'delen. Hoe het volgent liberale begin
selen kan zijn, een motie voo rte stellen,
'als eergisteren de liberale heer Thom-
som heeft gedaan, is yoor mij een on
begrijpelijkheid. Voor eenlgen tijd heeft
[de minister tot inspecteur der caval-
lerie bevorderd een kolonel, die kort
te voren had geduelleerd. Nu heeft de
heer Thomson een motie voorgesteld
,van den volgenden inhoud: „De Kamer,
jhet duel onvoorwaardelijk afkeurende,
vertrouwt dat- in de toekomst elke maat
regel zql achterwege blijven, die, ge-
iijk bedoelde bevordering, den indruk
zou kunnen wekken, dat het tweegevecht
niet, of niet zoo afdoende wordt be
streden als noodzakelijk is". Wat zegt
fije van zoo iets
•/rijfheid, en vrijheid boven' alles. Mag
ik nu mijn leven niet in de waagschaal
'stellen? Kom,, liberale beginselen ver-
i zetten zich toch tegen deze vrijheidsbe-
rooving. Wat hebben ze altijd gekermd
en geschreeuwd als naar hun meening
werd beleed gel die hoogvereerde afn
god: de persoonlijke vrijheid.
Dat de Katholieken het eens zijn miet
(lie motie is zeer begrijpelijk. Dr. Nolens
/Iheeft- trouwens dit ook in naam
van den andere Katholieke Kamerleden
verklaard. De minister schijnt op dit
;punt den misslag van die kolonel te
.hebben over het hoofd gezien om zijn
werkelijke uitstekende begaafdheden.
Maar hoe het zij: de liberalen heb
ben geen recht zoo verontwaardigd te
'zijn.
„Als de vos de passie preekt, boep,
pas op je ganzen". Dat is van toepas-
fsing op deze kwestie, en ook, als de
^liberalen ons willen prediken om toch
geen Roomsche vereenigingen te stich-
t
LUCIFER.
Reeds langen tijd was ons tooneel niet
meer wat het wezen moest, een plaats
waar reine kunst genoten werd; kunst,
de afspiegeling der emoties eener verhe
ven ziel; kunst, de zu.vere aspiratie van
^.God's adem, in den mensch geblazen
Lunst, die het dikwijls dorre, droge leven
maakt een vertoeven in weelderige Pa
radijs-tuinen; kunst, die veredelt en op-
.jVoeclt. Maar verwatert was ons tooneel
'[door laffe, zoutelooze kluchten, die onze
'vergrofde natuur een oogenblik deden op-
rscliateren door plompe scherts, of 'tbood
ons slechts een surrogaat van kunst, nog
'bemodderd door de perversiteit der intri
ge van het stuk.
En langzaam kwam een walging over
,011 s voor het tooneel, bleven wij vol af-
(Ischuw weg uit de theaterzaal, klonk het
Woord Schouwburg hard en scherp in
onze ooren, vluchtten we er voor als
-,voor sirenenzang.
Tot eensk.aps een waar kunstenaar in
'iernstig pogen om een frisscher at
mosfeer te doen opwaaien tusschen de
fejvaii bederf muffe coulisesn, ons weer
iKwarii brengen reine, hooge kunst,
hRöoyaarts-Vondel.
- Na eerst rijke lauweren geoogst te heb-
i,ben met „Josep.i in Dothan", daardoor
-bewijzend dat Vondels schoone dicht-tra-
gedies ook anders dan door lezing te ge
nieten zijn, durft hij nu nog hooger grij
pen en zijn krachten en die der zijnen he
rproeven op het schoonste treurspel, ooit
de pen eens waren dichters gevloeid:
<1, Lucifer".
Waar nu a.s. Maandag ons de gelegen
heid geboden wordt van deze hoogste
jjUiting van Roomsche kunst te genieten,
joelen we ons gedrongen daartoe op té
Qwekken en daarom te voren, indien het
•tons mogelijk is, een inzicht te geven jn dit
t&srheven kunstwerk.
ten. Ja, daar hebben ze deze week in de
Tweede Kamer ook tegen gesputterd;
dezelfde heer Thomson, toen hij 't had
over militaire vereenigingen. Roomsche
vereenigingen, dat was iets uit den boo
ze, deze brachten scheiding, waar een
heid en uniformiteit moet zijn. Onze
militairen zullen zich door zulke be
goochelingen niet laten misleiden.
Over vrjjheid hadden we 't, en dit
komt ons goed van pas, daar men 't
van de week in' Leiden's gemieenteraad
ook wel zal hebben over het beniemen
van persoonlijke vrijheid. Die zeer ge
wichtige kwestie mogen we nu el
eens in ons praatje besprekenwerke
lijk, lezer, is 't van groot belan'g, waar
't hier om gaat. De N. R. K. Volksbond
heeft 12 Juni 1909 aan' den raad een
adres gezonden, waarin deze verzocht om
in de bestekken' der van wege (le ge
meente aan' te besteden werken de aan
nemers te verplichten om hunnen ar
beiders, als deze buiten hun schuld zijn
verhinderd te arbeiden, toch het loon uit
te betalen. Buiten hun schuld; dit wordt
Ln bepaalde artikelen van het Burgerlijk
wetboek omschreven.
Pok is in die artikelen gezorgd, dat
met het uit te betalen loon niet samen
gaat een uitkeering van den ongevallen
wet enz., zoodat de arbeider beter zou
wordendie uitkeeringen worden (na
tuurlijk van het loon afgetrokken. Ver
volgens is deze bepaling slechts van
toepassing ,als het niet kunnen werken
slechts betrekkelijk korten tijd duurt*
Dit alles is nauwkeurig in de wet om
schreven.
Nu is de kwestie, als volgt: Mag de
aannemer van een door de gemeente
uitbesteed werk met zijn arbeiders een
contract sluiten; waarbij de arbeiders
zich het recht ontzeggen' om aanspraak
te maken op de u^keering van het loon
als zij buiten hzrn schuld gedurende be
trekkelijk korten tijd niet kunnen wer
ken. De minderheid van B. en W. ant
woordt bevestigend, de meerderheid ont
kennend.
De minderheid steunt haar meening
op dezen grondmen mag aan den aan
nemer zijn vrijheid om zoo'n contract
te sluiten, niet ontnemen. Maar zegt de
meerderheid: de aannemer heeft zoo'n
vrijheid niet; hij is zelf in dienst van
de gemeente, en moet dus zich aan de
bepalingen houden, welke de gemeente
ten opzichte van zijn arbeid stelt. De
gemeente heeft volkomen het recht de
wijze van werken te regelen, en te zeg
gen dat hij zoo'n contract niet mag slui
ten.
Deze laatste zienswijze komt ons zeer
juist voor. 't Is, dunkt ons, zeer ver
keerd gezien, dat degene, die een werk
aanbesteed, miet meer verantwoordelijk
is voor de wijze, waarop dat werk ge
schied. Het gebeurt toch met zijn geld,
en in zijn voordeel
Ik vermoei misschien mijne lezeres
sen en lezers met n\ijn droge beschou
wingen. Genoeg dus daarvanDit wil
ik nog zeggen, dat ook zal besproken
worden de vraag, of men dan ook de ar
beiders op algemeen erkende Chr. feest
dagen moet uitbetalen. Dit laatste
schijnt mij ook volkomen gewenscht toe.
Jongen, Zondag-vieren en minder geld
ontvangen, dat is een minder prettige
feestvreugde
Als gij u wat hebt verveeld bij dit za
kelijke praatje, gaat dan, geachte praat-
genooten, u Maand ig-avond in hpoger
sfeeren begeven en genieten v,an de'
hooge Roomsche kunst: Vondel's „Luci
fer". Door dezen welgemeenden raad
Den inhoud gaf de dichter zelf aldus
aan
„Lucifer d' Aertsengel, opperste en
dooriucihtigste boven alle Engelen, hoo-
vaerdig en staetzuchtigh, uit blinde lief
de tot zijn eige, benijde Godts onbepaalde
grootheid, oock den mensch, naar Godts
beelt geschapen, en in het weeligh Para
dijs met de heerschappije des aerdtbo-
dems begiftight. Hij benijde Godt en den
mensch te meer ,toen Gabriël, Godts He-
rout, alle Engelen voor dienstbare Gees
ten verklaerde, en de geheimenissen van
Godts toekomende menschworden ont-
deckte; waer door het Engelsdom voorbij
gegaan, de waeraclrtige menschelycke na
tuur met de Godheit vereenight, een ge-
lycke maght en Majesteit te verwachten
stout: waerom de hoovoerdige en nydige
Geest, po ogende zich zeiven Gode ge-
Iyck te stellen en den mensch buiten
den hemel te houden, door zijne mede
standers, ontelbare Engelen oprockende,
wapende en tegens Michaël, 's hemels
Veltheer, en zijne heirkrachten, onaenge-
zien Rafaëls waerschuwinge aenvoerde;
en afgestreden, na de neerlaegh, uit wrae-
cke den eersten mensch, en in hem alle
zyne nakomelingen, ten val broght, en hy
zelf met zyne weerspannelingen ter hel
le gestort, en eeuwigh verdoemt wert."
Zoo zien we dan in het le bedrijf Bel-
zebub en Belial verlangend naar den te
rugkeer van Apoliion, door Lucifer naar
de aarde gezonden om kennis te nemen
van Adam's leven in het Paradjjs.
Appollion keert weer en maalt in schit
terende kleuren het weelderig Paradijs
en de eerste menschen. Vol afgunst be
schrijft hij het Iet van den mensch, li
chamelijk1 %en wonder van schoonheid,
rijk aan alle gaven, gelukkig in den huwe-
lijksstaat, onsterfelijk door de vruchten
van den boom des levens.
Schrik slaat d' Engelen om het hart,
als zij zien hoe de mensch eenmaal zich
boven de engelen zal verheffen, te weer
blijkt u de toegenegen vriendschap van
JAN
Gemeentezaken.
De Gemeente-bestekken.
■Den 15en' Juli 1909 werd door tde
afd. Leiden van den Ned. R. K. Volks
bond aan den Raad het verzoek ge
daan om de aannemers van gemeente
werken de bepalingen van art. 1638
c en d Burg. Wetboek onveranderd te
doen naleven. Dit adres werd gevolgd
door een van den Bond' van patroons
in het timmervak te Leiden om afwijzend
op het verzoek van den Ned. R. K.
Volksbond te beschikken, of anders het
risico door de gemeente te doen dra
gen, waaraan de afd. Leiden van den
Ned. Aannemersbond adhesie betuigd.
Om verschillende redenen is de be
handeling van deze adressen belang
rijk vertraagd, ook omdat er in den boe
zem van B. en W. een zeer groot ver
schil van meening bestond, terwijl nog
bovendien gedurende den loop der be
sprekingen de praedomineerende mee
ning bij B. en W. niet steeds dezelfde is
geweest.
Dat meeningsverschil steunt op prin-
cipieelen basis. Want al moge nu al de
ingenieur van gemeentewerken, bij het
uitbrengen van zijn rapport als waar
nemend directeur van gemeentewerken
fungeerende, de Commissie van Fabri
cage en Commissarissen der Stedelijke
fabrieken van G. en E. het allen eens
zijn, dat tegen 'de inwilliging van het
verzoek van de afdeeling Leiden van den
N. R. K. Volksbond geen principieel
bezwaar kan bestaan, dit neemt niet weg
dat de minderheid van B. en W. den
Raad de inwilliging op principieele
gronden meent te moeten blijven ont
raden.
Het beroep op de indertijd door den
Raad vastgestelde bepalingen omtrent
minimum-loon en maximumarbeidsduur
in bestekken van gemeentewerken gaat
naar het oordeel der minderheid in ca-
su niet op. Daar toch stond de Raad
geheel vrijhier echter, waar het de
uitbetaling van het loon betreft over
tijden, waarin niet gearbeid wordt, be
staat thans een wettelijke regeling, met
de uitdrukkelijke verklaring van deni
wetgever tevens, dat werkgever en werk
nemer beiden van die regeling kunnen
afwijken.
Het geldt aldus niet de vraag, zooals
de commissie van Fabricage doet voor
komen, of door de overheid in cle
verhoudingen tusschen werkgever en
werknemer mag worden ingegrepen,
maar wel of, waar de wetgever een be
paalde regeling heeft getroffen, de ge
meente daarvoor een andere regeling
mag in de plaats stellen, die voor een
deel lijnrecht tegen de wettelijke rege
ling indruisCht.
De meerderheid van B. en' W. deelt
de bezwaren niet.
Voor haar is een nadere uitwerking
van de beginselen, in de arft. 1638c
en d. neergelegd, in de bestekken van
gemeentewerken, niets anders ,dan een
gebruik maken van de bevoegdheid, door
den werkgever zelf in de beide laatste
leden dier artikelen! (gegeven. De ge
meente is hier de eigenlijke werkgever
en de gemeente is bevoegd om met ge
bruikmaking van de vrijheid, haar in de
artt. 1638 c en d. laatste lid gegeven,
de wettelijke regeling nader aan te vul
len, daarvan min of meer af te wijken,
of ook ze geheel buiten werking te stel-
als Gabriël komt oin God's plannen ten
opzichte van het menschdom te ontvou
wen.
Dit bedrijf eindigt met de heerlijke
zang:
Wie is het die zoo hoog gezeten
beantwoord door den tegenzang:
Dat's Godt. Oneindig eeuwigh wezen
Van alle ding, dat leven heeft...
besloten met de driewerf heiligprijzing en
de gehoorzaamheidverklaring der enge
len.
Het tweede bedrijf toont ons Lucifer
morrend over de hem reeds bekende last,
door Gabriël gegeven. En al feller wordt
zijn gekwetste hoogmoed aangehitst door
Belzebub, die hem raadt in opstand tegen
God zijn vermeende recht te verdedigen.
Gabriël bij wien hij zTjn morrende ziel
uitstort, kan hem niet met zachte woorden
tot gehoorzaamheid bewegen.
Nog één woord van Belzebub en de
gekrenkte trots vloekt woedend.
Nu zweer ik bij mijn troon het al
[op een te zetten,
Te heffen mijnen stoel in aller
[heem'len trans.
Laet zien wie Lucifer durft trotsen
[en braveeren.
Dan zet men het schelmstuk ineen om
ook anderen voor den opstand te win
nen.
In het derde bedrijf tracht de Rey ver
geefs de morrende Luciferisten tot rede
te brengen. Hun onwil wordt nog aan
gewakkerd door Apoliion en BeliaL Als
Belzebub verschijnt is het plijt gewonnen
en kan Michael God's Veltheer, ondanks
dreigementen en "bevelen hen niet meer
tot orde krijgen.
Dan wordt Ludfer tot aanvoerder ge
kozen die veinst voor hun aandringen
te zwichetn en zich als opperheer bevvie-
rooken laat door <Je Luciferisten, die hun
krijgshaftig;
len. De aannemer is hier eenvoudig de
tusschenpersoon. Niets of niemand im
mers verplicht hem een werk aan te
nemen, wanneer de wijze, waarop zijn
verhouding Tot den' werknemer in het
bestek geregeld is, hem niet aanstaat.
Maar omgekeerd moet ook de gemeente
hare volle vrijheid behouden om de door
haar uit te vperen werken alleen aan
die aannemers te gunnen, die ten aan
zien van de uitbetaling van het loon
voor niet-verriditen arbeid de door haar
billijk geachte regeling zullen in acht
nemefc.
Hei bezwaar van de minderheid is
dan ook alleen dit, dat men den aanne
mer dwingt een bevoegdheid prijs
te geven, die hem bij de wet Is toege
kend. Practisch zal de zaak waarschijn
lijk alleen hierop neerkomen, dat de
gemeente voor de uitvoering harer wer
ken meer zal moeten betalen.
Zoowel de Commissie van Fabricage
als commissarissen der fabrieken van
gas- en electriciteit meen-en, dat het
wenschelijk is op het verzoek van den
Nederl. R. K. Volksbond in te gaan.
De eerste commissie trekt een parallel
tusschen de werklieden, in dienst van
aannemers van gemeentewerken en die,
welke in onmiddellijken dienst van de
gemeente zijn. Welnu waar de gemeente
in haar werkliedenreglement tegenover
haar eigen werklieden vrijwillig allerlei
verplichtingen lyeeft aanvaard, als nu
ook in de artt. 1638 c en d. van het
B. W. geregeld zijn, daar is het niet
meer dan billijk, dat zij ook aan de
werklieden, in dienst van de aannemiers
van voor haar rekening uitgevoerde wer
ken, vele dier voordeel en verzekert. En
commissarissen der gasfabriek spreken
als hun gevoelen uit, dat, nu de wet
gever in de artt. 1638 c en d aan de
positie der werklieden in dienst van
particuliere werkgevers eenjge vastheid
heeft willen geven, het veel meer op
den weg der gemeentebesturen ligt om
die poging te steunen, dan om goed te
keuren, dat patroons en aannemers ge
bruik maken van hunne bevoegdheid om
bij schriftelijke overeenkomst de ge
noemde bepalingen doorloopend ter zij
de te stellen.
Terecht evenwel, zeggen B. en W.,
merkt de Commissie van Fabricage op,
dat de bij de artt. 1638 c en d aartl-e
werkgevers opgelegde verplichtingen in
de bestekken nader behooren te wor
den omschreven, omdat het anders voor
de aantremers niet wel mogelijk is, de
verplichtingen, welke hun door het B.
W. worden opgelegd, in geld om te zet
ten. Commissarissen van de Fabrieken
van G. en E. zouden aan deze gele
genheid nog gebruik willen maken om
den werkman "de uitbetaling van het
loon te verzekeren voor a l genreen
erkende Chr. feestdagen, wan
neer deze in den loop der week vallen.
B. en W. kunnen zich hiermede niet
vereenigen het geldt hier extra vrije
dagen en zij kunnen niet inzien, waar
om den werkgever de verplichting zou
moeten worden opgelegd om voor deze
extra vrije dagen, waarop evenmin als
op den Zondag gewerkt wordt, loon te
betalen.
Met de commissie van Fabricage mee-
nen B. en W. echter, dat er alleszins
aanleiding bestaat, om voor de z.g. „o>n-
werkbare dagen", althans ten dee-
le, het toon uit te keeren. Deze dagen,
waarin wegens de ongunstige weersge
steldheid niet kan worden gewerkt, zijn
onder geen van de in het B. W. gere#-
gelde gevallen begrepen.
Op, treckt op, o ghij Luciferisten,
volgt dees vaen,
door de hemelbogen doen schallen.
En de getrouwe engelen klagen:
.Waar zijn we toe gekomen
Dat 's hemels burgertwist
De regimenten splitst..,.
JHelaes! waer toe verdwalen
De Geesten?
Staetzucht kent Godt noch bloet
Het vierde bedrijf ziet den ganschen
hemel in laaien gloed van oproer en ver
raad. De getrouwe hemelingen zullen op
trekken tegen den oproerigen Ludfer.
Nog wil Rafaël een poging wagen om Lu
cifer tot inkeer te brengen, maar deze
jammert:
Ik zwoer mijn Schepper af. Hoe
[kan ik voor dat licht
Mijn lasterstucken ,mijn verwaten
heid vermommen?
iW,at ra et?
Maer 't is te spa en hier geen boete
[voor ons smet
De hoop is uit.
Apoliion komt dan den wijfelenden Lu
dfer waarschuwen dat Michaël met zijn
leger in aantocht is en de strijd breekt
los terwijl de Rey nog bidt tot God.
Gedoogh niet dat de schoonste ziel
Waer op uw oogh genadigh viel
Gedoogh nLddatd' Aartsengel sneve.
Jubel klinkt in het laatste bedrijf over
de overwinning van Gods getrouwen, tot
Gabriël de treurige tijding brengt dat de
overwonnen Ludfer den mensch heeft te
val gebracht. Doch we hooren alree hoe,
terwijl Ludfer voor eeuwig in de poel der
ellende en rouw gestort is, het mensch
dom zal verlost worden, en de Rey be
zingt den Verlosser:
Verlosser, die de Slang het hoofd
[verpletten zult
't Vervallen Menschdom eens van
lAdanis erref&diuid
Zij stellen daarom voor de helft van;
het minimum-uurloon' aan de werklie
den door de gemeente te doen uit
betalen, berekend over zooveel uren als;
het werk stilligt, maar tot ten hoogste
3 achtereenvolgende werkdagen. De di
rectie van gemeentewerken zal Ji ebben
aan te geven, welke dagen als onwerk
bare dagen moeten worden beschouwd*
De bepalingen zullen gelden zoowel
voor aannemers van gemeentewerken als
voor onder-aanneimers.
Resumeerend geven B. en W. den.
Raad in overweging de gemeentebestek
ken met bovenbedoelde bepalingen aan'
te vullen, alsmede met de volgende ver
plichtingen voor den werkgever, voort
spruitend uit de artt. 1683 c. en' d. B.
Wetboek.
Ingeval van ziekte, waaronder begre
pen wordt ongeschiktheid tot werken,-
ten gevolge yan een ongeval, is de aan
nemer verplicht voor een tijd, gelijk aan!
den opzeggingstermijn 3/^ gedeelte van
het minimum-uurloon als ziekengeld uit
te betalen.
Voor den eersten' dag van de ziekte!
wordt echter geen ziekengeld uitbetaald!.
De aannemer is evenmin verplicht zie
kengeld uit te betalen, indien
a. door den werkman geene verklaring!
van een geneesheer wordt overgelegd,
waaruit blijkt, dat en waarom de werk
man geen arbeid kan verrichten
b. de ziekte of het ongeval door op
zet of onzedelijkheid van den werkman
is veroorzaakt of het gevolg is van eert
lichaamsgebrek, waaromtrent hij bij het
aangaan der overeenkomst den werk
gever opzettelijk valsche inlichtingen go-
geven heeft;
c. de werkman de hem door zijn ge
neesheer gegeven ^oorschriften niet op
volgt.
Komt den werkman' in geval van ziek
te of ongeval eene geldelijke vergoe
ding of uitkeering toe krachtens eenige
wettelijk voorgeschreven ziekte- of on
gevallenverzekering, of krachtens eeni
ge verzekering of uit eenig fonds, waar
in de deelneming is bedongen bij of
voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst,
dan wordt het ziekengeld verminderd
met het bedrag dier vergoeding of .uit
keering.
De aannemer is verplicht den werk
man het op zijn aanstelling vermelde
loon uit te betalen voor een korten,
naar billijkheid te berekenen tijd, doch
voor niet langer dan één dag, wanneer,
deze hetzij tengevolge van de vervul
ling eener door wet of overheid, zon
der geldelijke vergoeding, opgelegde'
verplichting, die niet in zijn vrijen tijd
kon geschieden, hetzij tengevolge van
zeer bijzondere, buiten zijn schuld ont
stane omstandigheden verhinderd is ge
weest zijn arbeid te verrichten.
Onder deze bijzondere omstandighe
den worden begrepen: de bevalling van
de eChtgenoote van den arbeider zoo
mede het overlijden en de begrafenis
van een zijner lruisgenooten oï v,m een
zijner bloed- en aanverwanten in dei
rechte linie onbepaald en in den twee
den graad der zijlinie. Evenzoo wordt
onder de vervulling eener door de wet
of overheid opgelegde verplichting be
grepen de uitoefening der kiesbevoegd
heid.
De aannemer is verplicht den werk
man het op zijne aanstelling vermelde
loon uit te betalen, indien deze bereid!
was den bedongen arbeid te verrichten,
doch de aannemer daarvan door eigen
schuld geen gebruik gemaakt heeft, waar
onder ook begrepen moet worden het
Verlossen 't zijner tijt, en weer
[voor Evaes spruiten
Een schooner Paradijs hier boven
[opensluiten;
Wij tellen d' eeuwen, en het jaar
ja dagh, en uur
Dat uw gena verschijn'de quy-
[nende natuur*
Herstell', verheerelijcke, in iicha-
[men en zielen
Stoffeerende den troon, daar d' En-
[geien uit vielen*
Dit is de inhoud van het meesterwerk
vol krachtige tragiek en verheven poëzie*
Nu nog iets over de decors en de kos
tuums, ontworpen door Roland Holst. De
figuren in het drama spreken zelf van een
hoog en ruim paleis. Daarom gaf Holst
ons als tooneel in een blauw oneindig
den top van een paleis, waarvoor hij
bouwde een reeks van trappen beginnend
ver beneden het oog van den toeschou
wer en eindigend in een bogenrij, be-,
kroond door een open koepel. De trappen
geven de illusie van het zweven der gees
ten die bij hun komen en gaan, steeds stij
gen of dalen, terwijl de handeling op het
tusschenliggend platform plaats heeft.
Ook de kleeding heeft hij zich anders
gedacht en gelukkig gebroken met de tra-
ditloneele Engelenvleugels die zoo on
werkelijk aandoen. In plaats daarvan kwa
men aan de armen vastgehechte mantels
die illusie van vleugels wekken.
Ook de leelijke pruiken laat hij weg*
doch vervangt ze door strak geplooide
sluiers onder de kronen uithangend.
Orootendeels Is aan de kostuums or
nament vermeden en ook de gebruikelijke
tooneelharnassen wist hij door een meer
passend metaa[glanzend weefsel te ver-
vervangen.
Zoo heeft hij allen tooneelschijn trach
ten te mijden en daardoor een, als mee
zoo mag spreken, ideëele werkelijkheid
geschapen*