EEN BEDELAARSKIND. Gemengd Nieuws. „Aanvaardt men nu echter een derge lijke aanvulling, dan is men daarmede niet alleen tot het Eestreden individli- eele kiesrecht teruggekeerd1, maar even eens tot de oude indeeling naar kentee kenen, Het wordt dan weer de vraag of iemand1 wegens 'bepaalde kenteekenen geschikt moet worden geoordeeld om kiezer te zijn". En het blad1 concludeert dan ook: „Wil men gezinshoofdenkiesrecht zon der eenige aanvulling, dan wordt het in de practijk de dwaasheid ten top. Zoo moest dit wel opgegeven. Komt men met eenige aanvulling aandragen, dan ont komt men nimmer aan indeeling maar kenteekenen. En dit wil men niet, en zeer terecht, een dergelijke onderschei ding heeft geen reden van bestaan bij de huidige volksontwikkeling. Zoo zou men feitelijk komen tot een gezinshoofdenkiesrecht, dus kiesrecht aan alle gezinshoofden, met aanvulling van een kiesrecht van alle mannelijke niet-gezinshcofden boven zekeren leef tijd'. Maar wat is dit anders dan een vol ledig algemeen stemrecht van mannen. Het gezinsleven kan niet hoog genoeg geschat worden; de geestelijke invloed! der huisvaders is van de allergrootste beteekenis voor het komend geslacht, vcor heel het nationale leven. Maar dit alles heeft met een gezinshoofdenkies recht schier niets uit te staan. Slechts in schijn organisch, is dit gezinshoofden kiesrecht in de practijk nimmer door te voeren dan met aanvullingen, die ons weer terugbrengen tot het geknutsel der huidige kieswet". Het blad ziet dan ook „alleen in al gemeen kiesrecht de minst slechte oplos sing". Voor kiesrecht is slechts noodig een besef der levensbeginselen, ook in ver band met de staatkunde. Hieivoor bezit ons volk in het algemeen de noodige ont wikkeling. En wil men in deze van meerdere of mindere bevoegdheid spre ken, dan blijven er bij een indeeling naar kenteekenen, zcoals thans, van hét kies recht verstoken, die dit gaarne zouden bezitten, en in ieder geval even bevoegd zijn, als duizenden, die dit recht wel be zitten". Niet teekenen, mannen. „Het sociaal-democratisch partijorgaan, „Het Volk", slaat de laatste dagen een heïtigen opwinden toon aan. Veel spreekt het over een volkspeti tionnement. In September 1911 zal aan de Re geering worden aangebeden een reuzen- verzoek om algemeen kiesrecht. Het zal en het moet. slagen zoo heet het in a lsrlel toonaard. „De groote brand" aldus het socialistisch blad „die op Zondag 18 September in de hoofdstad van het land zoo prachtig is uitgeslagen" moet nu over het gansehe land worden gebracht. Ongekende krachtsinspanning zal men zich getroosten, om duizenden en tien duizenden het te doen verkondigen, dat het algemeen kiesrecht niet kan worden ontbeerd. - Ook tot onze Christen-mannen zullen ze komen. „Niet teekenen, mannen!" zoo luidt ons parool." Zoo schrijft de anti-rev. „Rotter- da m mer" met welks advies wij het, ge lijk onze lezers weten, volkomen eens zijn. Jacobijnscn. In het „Centrum" lezen wij: „Wij hebben een Jacobijnsche regee ring. De regeerings-meerderheid bestaat, vcor een groot deel uit menschen, die tegen een Jacobijnsche regeeringsmetho de geen bezwaar hebben. Het ontwerp Bakkerswet is een Jaco- b'jnsch product. Tegenover het ploegenstelsel dreef minister Talma „zijn Jacobinisms op de spits". Daar kwamen z'n neigingen tot machts misbruik „niet enkel in strijd met goe de beginselen van staatsbeleid, maar grenzen aan het misdadige" De Jacobijnen achten, in strijd met de liberalen, dwang ten goede noodzake lijk en geoorloofd', en volgen in dit op zicht „de oude regeermethode der abso- lutistisch-clericalen met hun op den Bij bel steunenden dwang om in te gaan". Eerbied' voor de vrijheid bestaat prin cipieel niet bij sociaal-democraten en... Katholieken. Enz. enz. enz. Wij zouden deze bloemlezing uit den zevenden staatkundigen brief (zooveel- ste reeks!) van Mr. S. van Houten, nog aanzienlijk kunnen uitbréiden. Het bovenstaande moge echter ruim voldoende worden geacht, om te weten, hoe de oud-minister de Urheber van onzen eersten socialen maatregel op wet gevend' gebied over het Bakkerswetje denkt. Er is slechts één ding, wat den heer van Houten verheugd1 heeft bij de be handeling van het wetje dat is de spion- nage waaraan het huishouden van den minister blootstond en waarover Zijn Exz. zich in het debat beklaagde. Daarover heeft de schrijver der Staat kundige Blieven „hartelijk gelachen", maar voor het overige weet hij niets dan kwaads te vertellen en van de wet, en van hare behandeling, en van hare bepa lingen en van haren ontwerper. Men staat hier voor een „onvervalscht Jacobijnsch product" getuige de Com mune, die in 1871 een decreet uitvaar digde, waarbij de nachtarbeid voor bak kers verboden werd. Er ontbreekt niets aan de vergelijking en gevolgtrekking nietwaar? Het eenig onbegrijpelijke is maar, dat nog niemand het Jacobijnschen „absolu- tistisch-clericale" karakter van wet en wet gever bij dit Bakkerswetje vermocht te onderkennen. Aai mr. Van Houten werd gelukkig de eer voorbehouden deze merkwaardige ontdekking te doen. En de klassieke vraag, zoo dikwerf op critieke momenten in het Staatkundig le ven gesteld, rijst ook thans: wat nu?" Eene afstraffing. In de (neutr.) „Oprechte Haar. lemsche Courant" ontvangt de be kende Bloemendaalsche advocaat Mr. Tideman bekend vooral uit de ge ruchtmakende lintjes-quaestie eene welverdiende afstraffing. Mr. Tideman heeft n.l. een citculaire verspreid, waarin de geheele Haarlem- sche Pers er van langs kri gt: We kunn n ons niet los maken van f nmtieele over wegingen. We moeten het alleen ven de greote massa hebben, heet het en dan volgen nog een paar hatelijkheden a n het adres van de Roomsch-Katholicken en het slot van deze circulaire luidt: Boeren, burgers en buitenlui, abo:n:ert li op mijn weekblad, zijnde een zeer „frisch" weekblad. De „O. H. Crt." teekent daarbij aan: Wij willen onzen jeugdigen collega er gaarne nog eens op wijzen dat deze manier van doen werkelijk niet de ware is. Om zóó stemming te maken voor zijn blad, zich op deze wijze tot de „massa" te wenden in de hoop er 'n paar abon -.és bij te vangen.... och, dat doet men toch zoo niet Een blad komt er nooit, door op zijn collega's een blaam te werpen en zoo doende te probeeren de aandacht op zich te vestigen. Dat kwaad straft zich zelf. Wanneer onze vriend n zijn blad iets leesbaars plaats, het beter laat cor- rigeeren en als oud-corrector van „De Telegraaf" kent hij dat nog wel och, dan zal het ook veel beter gaan. Dan zullen de abonnés, met een we'n'g goe den wil, eindelijk ook wel komen en be hoeft de redacteur zich niet te laücn verleiden tot praktijken die in de jour nalistiek niet thuis hooien. Hij neme dezen raad nu eens vrn ons aan. En verder, waarde confrater, we wil len met u nog wel even verder praten. Doe uw voordeel met deze goedgemeen de raadgeving: staak uw méér dan erger lijk optreden tegenover andersdenk'. n - den, zooals nu weer tegenover de Rcomsch-Kathoüeken. Het brengt u wer kelijk niets verder. Het is zoo verschrik kelijk goedkoop. Zoo heel erg.... infe rieur. Als journalist hebt gij het geloof van een ander te eerbiedigen als iets Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 12 November. Uit de Pers. Het oude liedje. ïn het „C e n t r u m" lezen wij1 De correspondent der „N. Rott. Ct." te Lissabon heeft een onderhoud gehad' met een der kopstukken van de voorloo- pige Portugeesche regeering, Bernardi no Mach ado, en in dat onderhoud heeft men het zoowaar weer over d'e Jezuïe ten gehad. £)e heer Machadb was erg trotsch op het werk van hem en zijne vrienden en fiij trok maar vast een flinken wissel op ePe toekomst. Revolutionnairen 'dit is een' nooit ontbrekend' verschijhesl zijn altijd uitermate mild met beloften. En zoo sprak ook de heer Machado Wat Portugal nu wordt, dat dankt het aan de geregelde organisatie, aan de individueel e vrijheid, aan 't werk en aan het oeconomische bestuur. Por tugal was ziek, de operatie is gelukt, de wonde heeft slechts te genezen. De koning is verbannen, de Jezuïe ten zijn weg... dat is de glorierijkste d'ag vcor Portugal sinds eeuwen. Nietwaar, de heer Machado is nogal tevreden over zich en de zijnen. Maar nu komt het mooiste: Bernardino Machado zweeg, hij hald zich, hoewel langzaam sprekend, een weinig opgewonden. En toen ik van het papier opzag en hij zwijgen bleef, zei ik „Die Jezuïeten krijgen wij nu, van daag zijn er weer 57 naar Holland ver trokken." „Ik beklaag uw land, mijnheer". „Bij ons kunnen ze niet zoove/ell kwaad doen, Excellentie, nooit düen greoten invloed krijgen". „Misschien niet, maar heeft u hier wel eens de klokken hooren luiden Welnu, dat gaat zóó. Heel zacht... een slag... nog een... en nog een, heel lang zaam en bedeesd. En dan plots heel wild vangt het luider aan, machtig... alles overstemmend;,, te onverwacht... Zco is de tactiek der Jezuieten, mijn heer... eerst za'cht, bijna onmerkbaar.., dan met woest geweld. Oppassen, op passen. Ik beklaag het land, waar zij zich nestelen". Het is buitengewoon kiesch gezegd. En men krijgt hier weer een staaltje te genieten van de fijngevoelige wij'ze,- .waarop revolutionnairen gewoon zijn, hun tegenstanders te bejegenen. Eerst jaagt men de Jezuieten als ge- meene misdadigers koningsmoorde naars mogen blijven het land' uit, en 'dan maakt men hen nog zwart op den koop toe. Edelmoedig niet waar? Edelmoediger nog dan de uiting van den correspondent der „N. R. Ct." die goedig vei klaarde, dat de Jezuieten bij ons in Nederland' „zooveel kwaad" niet kunnen doen. Een verklaring, waarvan wij intusschep gaarne acte nemen, err die wij o.a. ter ernstige overweging en geruststelling aanbevelen aan de verschrikte „Nieuwe Courant" Kerk en Politiek. De „Standaard" heeft een drie star over de gebeurtenissen te-Dordrecht die ook voor ons van belang is. „Steeds is van liberale zijde staan de gehouden, dat de Kerk in de politiek niet mocht meespreken. Vreemd doet ;het daarom aan, te zien, hoe men van liberale- zijde thans doende is, om het Modernisme in de Ned. Herv. Kerk weer aan het roer te brengen. Vooral na der liberalen nederlaag bij de stembus van 1909 en 1910 is deze ac tie begonnen. Men wist, dat men in de groote steden verreweg de meerderheid der leden van het kiescollege op zijn 'hand had, en dat de orthodoxie in de kerken dier steden alleen daardoor tri- umfeerde, dat de liberale elementen aan d'e verkiezingen voor het kiescollege FEUILLETON. Vertelling uit Bohemen, van J. Vondrak. 17) XII. (Slot.) Maar ze stierf niet. Ze bleef leven en (dus moest 'ze trachten door werken in haar onderhoud te voorzien. Dit had ze al eerder willen doen, maar ze durfde den menschen niet meer om ;werk te vragen, uit vrees van een weige rend antwoord te ontvangen of bespot te worden. Eindelijk was de nood zoo hoog ge- Stegen dat ze m o e s t. „Net goed! Net haar verdiende loon," zei men tot elkaar. „Vroeger was ze te trotsch om zich met ons te bemoeien, of met ons om te gaan. 't Moest nog maar 'erger met haar worden, dan moest ze be delen om haar brood!" Zoo hardvochtig is de wereld! Zoo :ooi deelt men naar den schijn Rosaije kreeg naajwerk. Z,e maakte, het geen deel namen. Hieraan schrijft het liberalisme voor een deel zijn nederlaag op politiek! gebied toe. En nu maakt het zich op, o n weer moderne actie in d'e Kerk te brengen, in d'e hoop dat het hierdoor gelukken zal, de macht der or thodoxie in de groote steden te fnuiken, en door den invloed der moderne predi kanten, ouderlingen en diakenen de kie zers ook op politiek gebied in andere koers te sturen. Reeds is in meer dan één stad het kiescollege dan ook omgeslagen en werd te Dordrecht reeds een moderne predi kant beroepen. De Protestantenbond, sloot zich bij die actie aan erkende dat ze ditmaal geen religieus doel voor oogen had, en men dus zorgen moest, dat er gelden werden bijeengebracht, om de 25 cents aan de onwillige te ver goeden. En wat ook interessant is, de liberale pers gaat hierin mee, neeint alle berichten omtrent die actie, soms in bree dé kolommen op, en neemt al meer ker kelijke allures aan. Over het gebeurde IbijUl ebevestiging van den modernen pre dikant te Dordrecht werd in een harer organen kolom na kolom volged'rukt. Kennelijk bestaat er 'alzoo ten deze ver standhouding tusschen de Modernen in de kerk, de leiders op politiek gebied en de liberale pers. Het geld een scherp opgezette actie, om door terugkeer naar het kerkelijk terrein, van uit de kerk, al- frans £en deel van het op politiek erf verloren terrein te herwinnen. En wat hun hierbij vooral toelacht, is dat vele ethischen en Groningers daarbij meedoen om de Gereformeerde elementen in de Ned. Herv. kerk den voet dwars te zet ten. Wij voor ons kunnen niet anders, dan deze actie toejuichen. Ze haalt toch een streep door hetgeen de liberalen steeds tegenover ons beweerd' hebben, dat de kerk en politiek niets met elkaar gemeen hébben. En wat ons ook iets waard' is, deze actie stelt op de duidelijkste wijze in het licht, dat de liberalen met de Modernen ééns geestes kinderen zijn. Wie het gevaar van het Modernisme in ziet, zal thans nog beter dan vroeger gevoelen, hoe het liberalisme met dit Modernisme heult, en hoe een iegelfk die in het Modernisme de ondermijning van het geloof in de Ned. Herv. Kerk ziet, zich te beslister van het Liberalis me ook op politiek terrein zal hebben af te keeren. Het is juist, dat het or|üliodoxe ele ment in de Ned. Herv. Keirk hierdoor tij delijk schade zal lijden. Maar hier staat tegenover, dat dit element in de groote steden, dusver uitsluitend dcor de laks heid cler modernen de zegepraal be haalde; en de ware triomf zat toch wel altcos deze blijven, dat men overwint niet dcor de laksheid van zijn tegenstan der, maar dcor ontplooiing van eigen kracht"- Algemeen kiesrecht. !n twee artikelen heeft „De Beuke laar" zijn bezwaren tegen het huis manskiesrecht als zoogenaamd orga nisch kiesrecht uiteengezet. Het blad merkt daarbij op: „Theoretisch kan dit alles zeer wel aldus uitgestippeld. Maar practisch liep men zoo. bij zijn stelsel, bij zijn eersten stap in organisch kiesrecht hopeloos vast. In tweeërlei opzicht, In de wer kelijke levenspractijk, bij de feitelijke maatschappelijke toestanden, zou een der gelijk kiesrecht bij uitsluiting aan ge zinshoofden toegekend, de dwaasheid ten top worden; Aan een man van beteekenis, van groo- ten geestelijken invloed, aan een geleer de, een politicus, desnoods een Kamer lid', wordt het kiesrecht ontzegd, hij is immers yoor het geestelijk leven „een dcodloopenid slop", zooals dan ook Pau- Ius een doodloopend slop was, maai de een of andere slampamper, die op zijn 20ste jaar in volkomen zorgeloos heid' er maar op los trouwt, ontvangt aanstonds Jiet kiesrecht, hij is immers „de door God aangewezen vertegen woordiger" van zijn kring". Daar dit al te ver ging, „nam het ge knutsel en geschipper een aanvang." Men gaf ter aanvulling het capaciteiten- kiesrecht. netjes af. Maar bij het thuis brengen durf de ze geen geld te vragen. „Hoeveel heb je er aan verdiend), Ro salie?" „Dat laat ik aan u over." En men scheepte haar af met wat meel, brood oï aardappelen. Toch kwam haar dit alles goed te pas en behoedde haar tegen gebrek. Als er een bruiloft was in het dorp, werd ze gevraagd om te koken. Dat be zorgde haar niet alleen een lekker maal, maar er vielen ook fooien af. Als men eens uit wilde vroeg men haar op de kinderen te passen. Kortom, men gebruikte haar voor alles en nog wat, maar, voor weinig of geen loon. Rosalie was nu een oude vrouw ge worden, met al de gebreken van den ou derdom. Het grootste ongeluk echter, dai haar in haar ouden dag trof, was het verlies van haar gezicht. Door het vele en aanhoudende ge bruik harer oogen bij het naaien, waren deze allengs minder geworden. Ze moest aan een bril. Maar later kon ze met be hulp daarvan ook niet meer zien en ein delijk kwam het zoover, dat ze stekeblind werd. Nu brak er een ellendige tijd aan voor 4e oqde Ze wa£ zuinig uiterst zu^ijg. Koffie dronk ze nooit meer. Van stoken in den winter was geen sprake. Ze wikkelde zich in een paar wollen dekens en tracht te zich op deze wijze tegen de koude te beschutten. En toch verminderde haar spaarbankboekje op schrikbarende wij ze. Sterven was haar eenig verlangen. De dood alleen kon uitkomst, kon red ding brengen, haar bewaren voor het vreeselijkste van alles den honger. En hoe dikwijls leed ze henger! En dat zonder dat haar buurvrouw het merkte.' Want die was zoo kwaad niet Die had gaarne de oude ziel naar vermogen bij gestaan! Maar zij kon onmogelijk we ten, dat het zoo erg met Rosalie gesteld was. Op zekeren dag vroeg ze haar buur man „Och, buurman, kijk eens even, hoeveel geld ik nog op mijn boekje heb." Buurman bladerde het boekje door, keek, maar zei niets. „Nu, hoeveel is 't nog?" „Vijf gulden," zei hij aarzelend. „Vijf gulden!" En met dien uitroep viel het oude vrouwtje, als door dien bliksem getroffen, ter aarde. „Mijn hemel, wat gebeurt daar!" riep buurvrouw, die den slag gehoord had en ijlings Kwam Jo^scJijeten. In beiden ontwaakte nu plotseling een groot medelijden met dat bleeke, arme vrouwtje, dat daar lag, bewegingloos en stil. Ze tilden haar op en legden haar te bed. „Ze is zoo licht als een veer", sprak de man. „Ik geloof 't best," zei de vrouw, „het komt mij voor, dat de arme ziel heele- maal uitgehongerd is. Als ik dat had kun- nqn vermoeden, dan zou ik ze toch wel geholpen hebben En ze barstte in tranen uit. De man haalde den dokter. „Een beroerte. Niets aan te doen," was zijn oordeel, 's Anderendaags stierf ze in den vroegen morgen bij 't luiden van den Angelus. En even later verkondigde de doods klok het overlijden van een parochiaan. „Voor wie heb je geluid?" vroeg men nieuwsgierig aan den koster. „Vcor Rosalie. Van morgen gestorven. Aan eer. beroerte", antwoordde hij kort. „Wel heb je van mijn leven, dat 's ook gauw gedaan. Ik wist niet eens, dat ze ziek was." En dan ontwaakte in de menschen het betere gevoel en men sprak er van met hoeveel geduld ze; haar blindheid, Jia,ar j 1 heiligs. Gij, als predikantszoon moet dat toch nog weten. Gij zijt niet in de we» reld gebracht om, voor u zelf op de groo- te trom slaande, de menschen tegen el kaar in 't harnas te jagen. En nu zijn wij wel bereid veel op rekening van de jeugdige onbezonnenheid van u, evenwichtloozete boeken, maar... niet alles. Gij hebt it in de zaak van mej, W(estmeijer) gedragen op een wijze, die een fatsoenlijk mensch kwalijk kan bil lijken, en in plaats nu over dat gebeurde heel stille te zijn en van dergelijke recla me-middelen af te zien, gaat gij voort scheldend en leven makend. Werkelijk l het brengt u geen stap vooruit. Wij willen het nu hierbij laten. Neem! onzen raad ter hartg. Het is om uw best- wl.i Het is voor u een levensquaestie. Zoo ge mogelijk wat talent hebt... er. staat nergens geschreven, dat ge dit moogt misbruiken. „S Ia c h t va ca nti e". In een der. Zeeuwsche dorpen is de openbare slacht plaats, waar vooral in de maand Novem ber de varkens der boeren geslacht wor den, gelegen in onmiddellijke nabijheid van de pastorie der Hervormde gemeente aldaar. De predikant van het dorp i die bovendien al svoorstander van een vegetarische leefwijze op dit punt dubbel gevoelig is heeft van dit landelijk „slachthuis" veel verdriet. Zijn pogingen om het verplaatst te krijgen, hebben ech ter bij de dorpsoverheid geen steun ge vonden. .Thans heeft de kerkeraad. der Ned. Hervormde Gemeente, om aan zijn be zwaren tegemoet te komen, goedgevon den, dat hij en zijn vrouw elk najaar,- zoodra November in het land is, geduren de vijf weken buiten het dorp mogen doorbrengen. Ligt het vleesch der dor pelingen goed en wel in de kuipen, dan keeren de predikant en zijn cchtgenoote opgewekt in hun doip terug tot hervat ting van den geestelijken arbeid. Van een hond en f 10 0. Een winkelier aan het Strooveer II, te Rot terdam deed aangifte van de vermissing van een bankbiljet van f 100. Het ver moeden bestaat intusschen, datde hond het heeft opgegeten De inbraak te Arnhem. Door de Arnhemsche politie is na lang zoeken te Arnhem aangehouden de per soon, die eenige dagen geleden bij den heer j. Meijer aan h-t Roermondsplein, zijn vroegeren patroon, diefstal met inbraak pleegde en 's nachts wist te ontsnappen. De aangehoudene heeft bekend. Een kwaad gerucht. In ver band met een kwaadwillige, anoniem op gestelde circulaire heeft gister op de Birkbeck-Bank te Londen een „run" p/aals gehad. Deze Bank heeft een groot maat schappelijk kapitaal en een zeer groot aantal deposito-houders, die hedenmorgen „queue" maakten voor de deuren der Bank, honderd yards lang. Allen werden geregeld uitbetaald. R o o v e r b e n d e n in Bohemen. Groot opzien is in Praag teweeg ge bracht door het bericht van een aan val op een trein die in de buurt der stad gepleegd werd. Dinsdagmiddag werd een goederentrein, die ook passa giers vervoerde, in de nabijheid van het stafion Wolowitz door een talrijke ben de aangehouden. De roovers bedreigden het treinpersoneel met den dood wanneer het zich zou verzetten. Na een gedec' e van de lading te hebben geplunderd, lie ten zij den trein weer verder gaan. Na een poos werd hij echter opnieuw aan gehouden en opnieuw geplunderd. Er is een streng onderzoek ingesteld naar dit mysterieuse geval. Een vreemdelingbestolen.— Een beeldhouwer uit Lemberg, tijdelijk in een logement op de Pr. Hendrikkade te Rotterdam verblijf houdende, is in een café op de Zuidblaak aldaar een bedrag van 500 kronen in bankpapier uit zijn portefeuille ontstolen. De dader legde voor het gestolene waardeloos papier in de plaats. ellende gedragen had. En opnieuw werd bewaarheid het al oude spreekwoord: Van dc dooden niets dan goeds. Een paar dagen later werd ze begra ven. Van de armen, zooals men dat noemt Een menigte vrouwen volgde de baar. Er luidde geen klok. Geen zanger zong het De profundus of de Miserere, maar in de heldere zomerlucht steeg een leeu werik hoog op en zong zijn heerlijk lied om te loven den Heer van dood en le ven, terwijl 'de priester bad: „Heer, geef haar de eeuwige rust. „Dat het eeuwig licht haar verlichtte. „Dat zij ruste in vrede. „Amen. „Amen", herhaalden allen en verljeten stil en aangedaan het kerkhof bij zich zelf denkend, hoe geheel anders het leven van dat vrome, eenvoudige mensch je had kunnen zijn, indien men minder liefdeloos jegens haar geweest was en men zich haar lot wat meer had aangetrokken. Zoo luidt de levensgeschiedenis van Rosalie Chora, die arm was geboren, arm had geleefd en arm stief. God hebbe haar ziel. L., 12-9-10.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 9