EEN BEDELAARSKIND. BINNENLAND. -Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Donderdag 10 November. Uit de Pers. ^Mr. Troelstra in strijd met de zijoen. |j. jWi] lezen in het „Hulisgezin": a' „Men is van socialistische zijde ge- fjfofoon het menschdom in twee catego rieën te vfijrcleelenp;roletariërs en be- M ttersi De bezitters dat zijn de bourgeois, jVjan wie de sociaal-democratie een hei ligen afkeer heeft. iDe proletariërs dlat zijh de' ,groo|tje) (menigte van loonslaven!. Onderwijzers, kantoorklerken en' an- jfltere heeren met boord1 en hoed wor- jdien daar ook wel toe gerekend, maar ,]d'e „arbeiders" vormen er het pit en (merg van, zij zijn het ware type. Welnu, aan de proletariërs heeft de Sociaal-democratie Jiaar liefde verpand /jen het is een zeer gemeenzame truc van ^Jiaar, de proletariërs in massa bij de Sociaal-democratie in te lijven. Proletariër en sociaal-democraat zou den dan ongeveer identieke begrippen Mnn- Daar komt Mr. Troelstra in jh'eft *,Volk" dezen waan kalmweg verstoren. Hij verklaart vlakaf, dat het Neder- Jandsche proletariaat „grootendeels nog feit onder de politieke en ideologische ban der clericale burgerpartijen." Wij laten Jjct beeld rusten om het [wezen vast te houdend'e bekenteenisj, dat de arbeiders grootendeels niet on der den invloed staan der sociaaldemo cratie. Iets nieuws vertelt de heer Troelstra |o ns daarmee niet, maar wel komt hij in tegenspraak niet zijn eigen' geestver wanten, die u zonder blikken of blozen Zouden willen wijsmaken, dat de ar beiders voor 't gros socialistisch zijn. Wij zullen de uitspraak van Mr. Troel stra vasthouden, tenzij zou mogen blij ken, dat hij op dit stulc .even onbesten dig is als ten aanzien van het algemleen vrouwenkiesrecht: in 1903 er vóór, in 1906 er tegen, eh thans weer er vóór. Over deze tegenstrijdigheid is nog al tijd geen nader licht opgegaan. Men wil het blijkbaar liefst blauw blauw laten. De Bakkerswet. Mr. A(alberse) -schrijft in het „Ka thol i e k Sociaal Weekblad1" on der het opschrift „De Witte Mijnwier- ïcers „Zoo noemt men in Frankrijk de bak kers. Inderdaad is hun lot wel met dat der mjjnvverkers te vergelijken. Beiden werken in den nacht. Begrijpelijk is 't dan ook, dat afschaf fing van den nachtarbeid sympathie vindt zelfs bij 't groote publiek, dat er door zijn voorkeur voor versch brood de groote oorzaak van is. En toch... 't vlot niet m^t Minister Talma's Bakkerswet. Een der hoofdredenen hiervan' is de concurrentie tusschen groot- en klein bedrijf. „Afschaffing van nachtarbeid zal 't kleinbedrijf in sterker concurrentiestel- ling tegenover 't grootbedrijf plaatsen", zoo zegt men. Waarom Wijl men moet erkennen1, dat bij de broodbereiding inderdaad 't kleinbedrijf krachtig weerstand bieder kan aan de opslokking van het groot bedrijf. De brochure van den heer Ver kade bewijst het overduidelijk,.dat het grootbedrijf eerst toen tegen ';t klein bedrijf flink kon concurreeren, nadat 't een continu-bedrijf was geworden, dat ook de koek- en beschuitbakkerij zich uitbreidde. Schaf den nachtarbeid af, en het continu-bedrijf ligt tegen den grontdj zoo vreest men daarom. Hoe dit te verhelpen De Heeren Goeman Borgesius c.s. [willen hier tegen reageeren, door aan 9t grootbedrijf toe te staan, ook 's nachts .te arbeiden, mits het drieploegenstel- Sel worde ingevoerd. FEUILLETON. Vertelling vit Bohetnen, van J. VottdraJi. 15) In Bokitz had1 men intusschen alles in het werk gesteld om den nieuwen pas toor een waardige ontvangst te berei den toen deze op den vastgestelden dag tnet den trein in het plaatsje aankwam, Zag hij vanuit zijn coupé-raampje det Vereenigingen van het stadje met' een (muziekkorps aan het hoofdi opgesteld iom hem in plechtigen optocht naar de pastorie te geleiden. „Hier schijnen het ook al beste men- tschen te zijn", klonk het in zijn binnen ste. „V/at een verrassing. Wat een ont vangst". 's Avonds in het Lof sprak' hij zijn parochianen in een stampvolle kerk voor het eerst toe. En toen hij hen vroeg om wat liefdie en gehoorzaamheid, zie toen trilde zijn Stem. Maar toen hij hen vertelde, dat (hij in hun midden was gekomen om zijn laatste dagen onder hen door te brengen 'fin dat Ihij bij hen zocht een rustigen Doch ieder voelt, hoe daardoor juist met één slag het kleinbedrijf én het miiddelbedrijf zullen worden vernietigd. Dit immers kan niet met drie ploegen werken. Practisch nu zal van het amendement Goeman Borgesius en zijn mede-liberale Unie-leden het gevolg zijn, dat 't groot bedrijf des morgens versch brood zal hebben, wijl 't's nachts mag arbeiden, terwijl de kleine bakker eerst tegen 12 uur 's middags ,aan zijn klanten versch brood kan aanbieden, wijl hij 's nachts niet zal jnogen arbeiden. En 't jpubliek, op versch broodl belust laat den kleinen bakker m den steek en betrekt zijn brood' van 't grootbedrijf. „De guillotine van den Middenstand", zoo mocht ik 't amendement Goeman Borgesius wel noemen. Terecht verklaarde de heer Passtoors daarom, dat, werd het aangenomen, de aldus geamendeerde wet voor ieder, die hart heeft voor den Middenstand, on aannemelijk zou zijn". Buiten hun boekje. De „Standaar driestart „Het Bijzonder Onderwijs begint last te krijgen van Toezicht en Inspectie. Eerst liet de Districts-sdhooloplztenier Gunning zidh smalend uit over onze Schoolhoofden te Amsterdam, en toen weer lliet die Inspecteur Fabius verlui den, dat onze Schoolbesturen eigenlijk bij hem om advies moesten komen, zoo dikwijls een Schoolhoofd te benoemen viel. Nog het één noch het ander [kwalin1 te pas. Ónze besturen mogen zelfs aan deze zucht tot inmenging geen oogenblik toe geven. Men weet, wat vrucht het Concor daat in Frankrijk en Portugal droegv Krachtens dit Concordaat kon de Re geering zich in de benoeming der hoo- gere geestelijkheid mengen. En wat an ders had dat tengevolge, dan dat keer op keer mannen in het episcopaat kwa men, die half modernisten waren, en is het oogenblik van gevaar de belangen der Kerk in den steek lieten. En zoo zou 't ook hier gaan. De minder begin selvaste onderwijzers zouden in eere ko men en een schreef vóór krijgen. De trouwsten onder de broeders zouden op de zwarte lijst komen. En het beginsel zelf van onze scholen zou in die hoof den worden aangetast. We doelen hier mede niet persoonlijk op den heer Fa bius, die althans vroeger sterke sympa thieën voor het Bijzonder onderwijs haid; maar wat hij voor zichzelf vraagt moet hij voor geheel de Inspectie laten gel den, en dan valt vanzelf de exceptie, die voor hem allicht gelden mag, geheiel weg. We zagen dan ook met ingenomenheidl, dat onze scholen aanstonds van zich af sloegen, en aan beide heeren te Verstaan gaven, dat we van hun ongeoorloofde bemoeiing allerminst zijn gediend. Wij hebben onze eigen inspectie, ten voor alles wat het geheel private doen van onze scholen aangaat, wijzen we alle neveninspectie met beslistheid af. De heer H. Pierson heeft het van mieet af maar al te juist ingeziende scheids lijn moet doorgetrokken tot in het exa men en het toezicht." Poor de „vrijheid". In de Ned. Herv. Kerk te Dordrecht heeft zich Zondag der vorige week een weinig stichtend tooneel afgespeeld. Wij zouden hiervan geen melding maken, ware niet, dat de „Maiasbo.de", het voorval vermeldend, er eenige behartens- waardige wenken aan vastknoopt. Laten we in het kort hier eerst |dé feiten mededeelen, zooals deze zich, vol gens verschillende bladen, hebben toege dragen. Zondagmorgen zou de bevestiging plaats hebben van d's. J. L. N. Zillinger Molenaar, modern predikant der Ned. Herv. Kerk, overgekomen van Bolsward', als predikant der Ned. Herv. Kerk te Dordrecht in de vacature van den o r- thod'oxér. ds. J. Schokking, die naar Leiden vertrok. Als bevestiger Hier wreekt zich de zonde der vade- ouden dag, voor zoover die een geeste lijke kon hebben en een klein plekje op hun kerkhof, voor zijn graf zie, toen werd hij zoo bewogen, dat hij geen woord1 meer uitbrengen kon. De lieele kerk voelde met h,em mee. In menig oog blonk een traan en allen zagen met aandoening naar den grijsaard, boven hen op den kansel, die o pidat oogenblik» veel ouder scheen, dan hij in werkelijk- was. Toen de pastoor na de drukte van den dag een uurtje rust ging zoeken, in zijn studeerkamer, vond hij, dat Rosa lie daar alle meubelen evenzoo had ge plaatst, als ze te Werbitz hadden ge staan. De kamer zag er gezellig uit. Hij trad voor het eene raam. Een ka le muur trof zijn oog. Hij keek eens uit het andere. Dat gaf een levendiger uit zicht, want het kwam uit op den ttuin.i Maar toch miste hij hier veel. En dat was het kerkhof. Het kerkhof, waarop zijn moeder rustte, en waar zijn stu deerkamer in zijn vroegere pastorie op uitzag. De pastoor was a lheel gauw in de pastorie- en in zijn parochie te huis. Maar Rosalie. Van 's morgens vroeg tot 's avond's laat gleed ze als een sahim door het in haar oogen zoo groote en hol huis. Alles was haar onbekend en ook vreemd. jVlet de geme.entenaren yerjeeet;- ren. Het leerend en ebsturend gezajg ziou optreden ds. J. Keiler, die van ge reformeerde richting is. Nadat de nieuwe predikant Was bin nengeleid beklom ds. Keiler het spreek gestoelte, om voor te gaan in gebed1. In dat „gebed1" werd o.'nr. volgens ver slag van de „Ned." ^gezegld, dat de ze dag een dag van oordeel was voor 'de meente van Dordrecht. Deze dag is ver diend en het is onze zonde dat we heden zoo tegenover elkander staan. Het is heel Nederland doorgeklonken, wat hier ge schieden zal, en gansch kerkelijk Neder land ziet uit tiaar wat heden in dezen Dom van Dordrecht plaats zal vinden. Het is alles om onze zonde, om de zon de der gemeente Dordrecht." De diomine hield vervolgens een pre dikatie naar aanleiding van den tekst: „Heere, Gij zijt rechtvaardig, en elk uwer oordeelen is recht", in welke preek hij andermaal opmerkte, dat hij in dezen morgen daar stond voor eigen zoude en wanneer God niet tot hem gezegd had': Keiler, gij moet dit werk vanmorgen doen, dan had hij veel liever in een an- dier kerkgebouw gestaan. Men spreekt wel van verdraagzaamheid, maar hoe kan men verdragen, wat niet bij elkaar be hoort „Zoo zal hier hedenmorgen moeten worden saamverbonden dood en leven." Aan het slot der preek overgaan die tot de bevestiging, wenschte spr. er op te wijizen, dat wel bezwaren tegen die leer van d's. Zillinger Molenaar zijn in gebracht, maar dat wegens den toe- stand in den Kerk deze niet zijn geldig ver klaard', waardoor het mogelijk is, dood en leven, vrijzinnig en gereformeerd1 in de Kerk aan elkaar te verbinden. Toen ïja het voorlezen van het be vestigingsformulier ds. Keiler aan den nieuwen predikant de formulier-vragen stelde, antwoordde deze met een voor behoud'. Onder het talrijke gemeentenaren ontstond' opschudding. De bevestiger nam dan weer het woord'. „U omschrijft het antwoord1, dat bijt formulier op de gestelde vragen geeft. Ik vvensch mij echter aan het formulier te houden." Spr. wees er dan op, hoe de nieuwe predikant geen beslist antwoord geven kon, zonder te liegen. Het is de schuld van de professoren aan de hoogescholen, die van Gods Woord maken een men- schen-woord. „De boeken van Mozes zijn niet van Mozes, de brieven van Paulus zijn niet alle van hem de eer ste is van die, de tweedy van een ander, de derde weer van een ander. De god heid van Jeziis Christus wordt geloo- gend'. Dat zijn onze zonden en het gevolg ervan, dat wij verkeerd zijn onderwezen de hoogescholén". Ds. Keiler weigerde ten slotte dein nieuwen predikant te installeeren en ver klaarde de beslissing ten deze aan den kerkeraad' over te laten." „Na d'eze verklaring aldus het ver slag was het een groot rumoer in de kerk, bij stroomen verlieten de men- schen 'het gebouw, het was een gestom mel en gepraat, als zeker zelden in een kerk is gehoord." De „Maasbode" voegt hieraan toe: Wat in Dordt gebeurde, ligt in de logica der feiten. Het Protestantisme is veroordeeld den weg op te gaan, waar tegen deze orthodoxe predikant met zooveel klem waarschuwt. Wij kunnen een gevoel van deernisi niet onderdrukken, als we dezen pre dikant met den moed der wanhoop zich zien vastklampen aan wat hij beschouwt als de zuivere kerkleer, en als we hem vooren betuigen, dat de zonde van het volk dit oordeel Gods over de Kerk 'heeft afgetrokken. Wij voor ons dénken hier op de eer ste plaats aan de zonde der vaderen,, die zich van het verband der Roomsche Kerk losscheurden, en zoo de oorzaak werden van het steeds verder afglijlden der Protestanten. Het beginsel van het vrije onderzoek moest noodwendig tot dit uiterste lei den, dat menschen die alle geloof ver loren niettemin in het kerk-verband zou den moeten geduld worden. deze op goeden voet. Ze ontving be zoeken, maar tegenbezoeken bracht ze niet en wees iedere uitnoodiging van de hand. Het gevolg hiervan was, diat ze hier spoedig even alleen stond als te Werbitz en men haar niet meer met bezoeken lastig viel. En dit was haar niet onaangenaam, want ze had h,eell wat meer werk te verrichten d'ain tei Werbitz. Zoo gingen weer eenige jaren voor bij, jaren vol zorg en arbeid', alleen nu en dan onderbroken door een uitstapje naar Werbitz, waar ze dan telkens eenige diagen bleef, met het doel om te zien of moeders graf wel goed' onderhouden werdi, waarvoor ze den doodgraver uit haar eigen zak dan een flinke bekro ning gaf. Keerde ze na die gelukkige dagen want dat waren ze voor haar weer naar Bokitz terug, dan vond ze d'e pastorie aldaar, in vergelijking met d'e vorige, stil en doodsch en koud en kil als het graf. XI ^Neen, de pastoor ziet et heel niet goed uit. Hij bevalt me niet", mompel de Rosalie nu en dan, als ze haar eer waarden heer oplettend' aanzag. Inderdaad, hij zag er al geruimen tijd niet best jjjt. Hij vermagerde ^iqhtbaar. der Roomsche Kerk' heeft men verwor pen en zie nu de vrudhten van die Ver werping. i Daar is in de Protestantsché kringelt geen maatstaf voor de leer. De doode letter van de H. Schrift geldt als eeni ge normaen ieder verstaat de heilige boeken naar eigen ingeving. Men heeft wel ten alle tijde gepoogd', die leer der zich steeds splitsende kerkgenootschap pen te formuleeren, maar die formulie ren bleken altijd elastisch en toch niet baar genoeg, en aan het beginsel van vrijheid van onderzoek' moesten ze tel kens worden opgeofferd. Daar is bij de Protestanten ook Van geen eigenlijk gezegd gezag in de Kerk sprake. Daar is geen leiding in |d'en[ eigenlijken zin zooals Christus ze op droeg aan de bestierders Zijner Kerk. Het geloovige volk kiest zelf zich den leider, die het „leidt" zooals het geleid wil worden. De RoomsChe Kerk huldigt een on feilbaar leergezag, dat in punten vam geloof en zeden niet dwalen kan. Door alle eeuwen heen heeft dit instituut, dat blijkens den schriftuurtekst <Van Christus zijn oorsprong nam, de een heid' in de Roomsche Kerk gewaarborgd!, die onverbreekbare eenheid, welke de Heiland in het Hoogepriesterlijk-gebed voor de Zijnen heeft afgebeden en die Hij tot een der kenteeken en gesneld» heeft van Zijne stichting. Het raakt ons weinig, dat van de zij de der niet-katholieken op die eenheid, welke hare bekroning vindt in den éénen Opperherder, gestadig wordt af gegeven. Het „Christendom" buiten de Katho lieke Kerk, mist eiken solieden grond slag, is de speelbal van den grilligen menschengeest. De besten onder de niet-k'athoili/ekié Christenen, die voor de teekenen djes tijds niet blind zijn, zien het met (be grijpelijke weemoed aan, dat de ge loofsleer onder de hunnen steeds meer aan inhoud verliest en wij verstaan het verzet, dat de orthodoxe richting (te gen het opdringend modernisme voert. Maar ééne zaak is zeker. Dat verzet zooals het nu weer in de kerk van Dordrecht tot uiting kwam ontspruit niet aan het zuiver Protestanjtsch begin sel, dat de vrijheid van onderzoek pre dikthet gaat er integendeel dwars (te gen in. Die hopelooze a.ctie in de Protestant- sche Kerk tegen het modernisme ge voerd, is een stille hulde aan het Room sche princiep, dat alleenlijk in staat is de zuiverheid der leer ongerept te be waren. Woningen van Commissarissen. De Haagsehe correspondent van de „Leeuw. Crt." schrijft aan dat blad: Ik dank aan de welwillendheid van jhr. mr. Victor de Stuers eenige waardevolle gegevens omtrent den eigendom van de woningen der Commissarissen van de Ko ningin. Leeuwarden is eigendom der Ko ningin. Arnhem, Haarlem en 's Graven- hage van de respectievelijke provinciën, waarvoor, naar ik hoorde, 't Rijk 3200, 3000 en 3900 als jaarhuur betaalt. „De anderen zijn Rijkseigendom", schreef jhr. de Stuers mij. „Groningen en Zwolle zijn in mijn tijd geheel nieuw ge bouwd. Leeuwarden, Utrecht Middelburg en Den Bosch werden ingrijpend geres taureerd. Te Arnhem liet de provincie een balzaal bijbouwen. Een gek geval schijnt zich te Haar lem te ihebben voorgedaan. Daar had het Rijk in huur een aan de provincie Noord-Holland behoorend huis dat 'het verlaten moest onfdat de provin cie 'het wilde verkoopen. Naar mij verteld werd vervolgt jhr. de Stuers, bleek dat het eigendomsrecht der provincie zeer twijfel achtig was en dat vermoedelijk het Rijk eigenaar was. Of het waar is, heb ik niet kunnen controleeren." Gemeentezaken. Voor de benoeming van onderwij zend personeel hebben B. en W. de vol- Zijn toog flodderde hein om 't lijf. Zijn gang werd onzeker en zijn handen be gonnen te beven. Eten deed hij weinig. Ook sliep hij slecht. Dat merkte Rosalie wel, als ze 's morgens zijn bed opmaak te. Duidelijk bleek het haar dan, diat hij den heelen nacht had liggen woelen en geen oog dichtgedaan had. „Als het zóó doorgaat", dacht ze, „loopt het nog eens slecht met hem af." Eindelijk kon ze het niet meer uit houden. Ze wilde, ze moest er hem over spreken. „Pastoor", begon ze, „scheelt er wat aan? U eet weer niet en u ziet zoo ver schrikkelijk bleek. Als ik u was, sprak ik den dokter eens aan." Maar daar kreeg ze den wind van vo ren, dat verzeker ik je. Hij mankeerde niets, heelemaal niets, 't Was beter, dat ze zich met haar eigen zaken bemoeide. Al lang had hij ge merkt, dat ze hem nu en "dan zoo vreem|d aankeek. Dat kwam haar heel niet te pas. Hij werd' wat ouder. Dat was 't eenige. Hij zou wel weer gauw opknap pen. Rosalie zei niets. Maar de tranen scho ten haar in de oogen en ze verliet de kamer zonder een woord tegen fe spre ken. Toen de pastoor later over Rosalie's jvjo,orden nadacht, speet Jiet hem in dein, gende voordrachten bij den Raad jngd* da end Openb'. lagere school 3e klasse no. (Maresingel) voor een onderwijzer (vay cature J. A. Zuidhoff): lo. J. Bolle, on« derwijzer te „de Lier" (gem. Naaldwijk); 2o. E. Til. Verhoosel, onderwijzer te Steenbergen, 3o. J. H. J. Sengers, onder, wijzer te Oud-Gastel. Voor een onderwijzer (vacature J. Wiv» nink): lo. E. Th. Verhoosel te Steen- bergen2o. J. H. J. Sengers te Oud-Gas tel en 3o. O. de Boer, onderwijzer te Nieuwerkerk aan den IJsel. Openbare lagere school 3e klasse no. (Zuidsingel) voor een onderwijzer lo. H. J. Sengers te Oud-Oastel, 2o. O. did Boer te Nieuwerkerk a. d. IJsel en 3o. ,Wi, A. Akkersdijk onderwijzer te 's Graven. hage. i: Openbare 1. school 2e kl. no. 1 (Plantl soen) voor een onderwijzer: lo. J. d# Boer, te Nieuwerkerk aan den IJsel, 2o< W. A. Akkersdijk te 's-Gravenhage en 3o. J. Crans, onderwijzer te Stompwijk, STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag 9 'Novenibg^ (Vervolg). De heer De Meester sloot zich aan bij den heer Colijn in diens aandrang naai; exploratie der buitenbezittingen. Wat A.Ü jeh betreft, verweet spr. de regeering imperialisme, maar wensChte hij vast fd stellen «Lat wij ten aanzien van het In- landsche zelfbestuur in de Buitenbezittin gen in tact en beleid zijn te kort gescho ten. Indien we op Atjeh willen komen* waar we zijn willen, zullen we hebben toe te zien dat de bevolking niet noodeloo* verbitterd worde en dat haar recht worde gedaan. Spreker critiseerde, met alle waardeering voor de leden en van den Gouverneur Generaal Idenburg, diens be leid betrekkelijk de circulaires nopens de Zondagsrust. Hier wordt overheidsdwang uitgeoefend' om de ambtenaren van een, naar sprekers gevoelen, onschuldig ge noegen af te houden. Spr. vroeg wat er waar was van een bericht, dat sprak van sluiting der Gouvernementspandhuizen op Zondiag. Ten slotte sloot spreker zich aan bij de financieele beschouwingen van den heer Colijn. De 'heer Bogaardt bepleitte bezuini ging op hooge traktementen van Indisch** ambtenaren, welke zaak grondig onder zocht, hetzij door een regeeringscommis- saris, hetzij door een speciale commissie. Tegelijkertijd moeteen regeling hunner rechtspositie ter hand genomen. In den: loop der verdere beschouwingen her nieuwde spreker zijn vroegeren aandrang naar opening van gelijkheid om Indische jongelui van goeden aanicg aan Nedcr- landsche universiteiten op te leiden opf gouvernementskosten en bestreed hij zoo danige financieele zelfstandigheid van In- dië, daar daardoor het budgetrecht der Staten-Generaal wordt aangerand. Spr. komt er, bij de behandeling van eenige afzonderlijke regeeringsdaden, te genop, dat het leger des heils gelijkge steld werd met Indische christenen. Ten slotte eene beschouwing wijdende aan den godsdienst van den Javaan, noemde spr. de stelling, dat de Javanen Mahomedanen zijn, valsch. Zij belijden in hun groote meerderheid het Hindoe- Javanisme. Spreker eindigde met een krachtig be roep te doen op bevordering, tusschen het blanke en het bruine ras, van ver broedering. De leuze moet zijn één ras, één land, één volk. Donderdag 101^ uur voortzetting. Ontslag van spoorweg-conducteurs. De Minister van Waterstaat heeft in lichtingen verstrekt op de adressen van het hoofdbestuur der Nedei landsche Vcr- eeniging van Spoor- en Tramwegperso neel, d.d. 19 Februari en 12 April 1910, omtrent het opzeggen van de dienstbe trekking aan drie conducteurs der Ne- derlandsche Centraal Spoorweg-Maat schappij. De Minister herinnert er aan, dat hij in de vergadering van de Tweede Ka- hernieuwd grondig onderzoek geene wij ziging daarin heeft gebracht, meent hij thans te kunnen volstaan met de nadere grond van zijn hart, dat hij haar zoor bejegend1 had. Want hij moest ze .gelijk geven. Hij voelde zelf maar al te goed dat het zoo niet kon blijven doorgaant Hij moest den dokter raadjplegen. En dan, Rosalie had toCh niets miszegd! 't Was enkel belangstelling van haar. Nog niemand had zich over zijn toestand be kommerd gemaakt. Zij was de eenige! Een week of wat daarna hij had juist de H. Mis gelezen overviel hen* een flauwte. Men bracht hem dadelijk te béd ent liet den dokter komen. Deze onderzocht den zieke en haalde de schouders op. ,,'t Kan nog wel een tijdje duren", zei hij bij 't heengaan tot den kapelaan^ „maar beter worden daar is geen sprake van. Als hij bij kennis komt, dbet u wijs hem te bedienen." Voor Rosalie brak nu een droevige tijd aan. Telkens wanneer zij de zieke- kaïner betrad om de zuster af te lossen* die hem verpleegde, vond ze hem min-» der. Met bezorgde blikken beschouw de zij dat wasgele gelaat, nog geler door het helderwit van 't beddegoed eil vol ai^gst keek ze naar de ho-eken va<* het vertrek, of daar de dood misschien reeds zat te loeren op zijn prooi. H n .1 .1 II (Wordt .vervolgd*)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5