EEN BEDELAARSKIND.
BINNENLAND.
-Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Donderdag 10 November.
Uit de Pers.
^Mr. Troelstra in strijd met de zijoen.
|j. jWi] lezen in het „Hulisgezin":
a' „Men is van socialistische zijde ge-
fjfofoon het menschdom in twee catego
rieën te vfijrcleelenp;roletariërs en be-
M ttersi
De bezitters dat zijn de bourgeois,
jVjan wie de sociaal-democratie een hei
ligen afkeer heeft.
iDe proletariërs dlat zijh de' ,groo|tje)
(menigte van loonslaven!.
Onderwijzers, kantoorklerken en' an-
jfltere heeren met boord1 en hoed wor-
jdien daar ook wel toe gerekend, maar
,]d'e „arbeiders" vormen er het pit en
(merg van, zij zijn het ware type.
Welnu, aan de proletariërs heeft de
Sociaal-democratie Jiaar liefde verpand
/jen het is een zeer gemeenzame truc van
^Jiaar, de proletariërs in massa bij de
Sociaal-democratie in te lijven.
Proletariër en sociaal-democraat zou
den dan ongeveer identieke begrippen
Mnn-
Daar komt Mr. Troelstra in jh'eft
*,Volk" dezen waan kalmweg verstoren.
Hij verklaart vlakaf, dat het Neder-
Jandsche proletariaat „grootendeels nog
feit onder de politieke en ideologische
ban der clericale burgerpartijen."
Wij laten Jjct beeld rusten om het
[wezen vast te houdend'e bekenteenisj,
dat de arbeiders grootendeels niet on
der den invloed staan der sociaaldemo
cratie.
Iets nieuws vertelt de heer Troelstra
|o ns daarmee niet, maar wel komt hij
in tegenspraak niet zijn eigen' geestver
wanten, die u zonder blikken of blozen
Zouden willen wijsmaken, dat de ar
beiders voor 't gros socialistisch zijn.
Wij zullen de uitspraak van Mr. Troel
stra vasthouden, tenzij zou mogen blij
ken, dat hij op dit stulc .even onbesten
dig is als ten aanzien van het algemleen
vrouwenkiesrecht: in 1903 er vóór, in
1906 er tegen, eh thans weer er vóór.
Over deze tegenstrijdigheid is nog al
tijd geen nader licht opgegaan.
Men wil het blijkbaar liefst blauw
blauw laten.
De Bakkerswet.
Mr. A(alberse) -schrijft in het „Ka
thol i e k Sociaal Weekblad1" on
der het opschrift „De Witte Mijnwier-
ïcers
„Zoo noemt men in Frankrijk de bak
kers.
Inderdaad is hun lot wel met dat der
mjjnvverkers te vergelijken.
Beiden werken in den nacht.
Begrijpelijk is 't dan ook, dat afschaf
fing van den nachtarbeid sympathie
vindt zelfs bij 't groote publiek, dat er
door zijn voorkeur voor versch brood
de groote oorzaak van is.
En toch... 't vlot niet m^t Minister
Talma's Bakkerswet.
Een der hoofdredenen hiervan' is de
concurrentie tusschen groot- en klein
bedrijf.
„Afschaffing van nachtarbeid zal 't
kleinbedrijf in sterker concurrentiestel-
ling tegenover 't grootbedrijf plaatsen",
zoo zegt men.
Waarom Wijl men moet erkennen1,
dat bij de broodbereiding inderdaad 't
kleinbedrijf krachtig weerstand bieder
kan aan de opslokking van het groot
bedrijf. De brochure van den heer Ver
kade bewijst het overduidelijk,.dat het
grootbedrijf eerst toen tegen ';t klein
bedrijf flink kon concurreeren, nadat 't
een continu-bedrijf was geworden, dat
ook de koek- en beschuitbakkerij zich
uitbreidde. Schaf den nachtarbeid af, en
het continu-bedrijf ligt tegen den grontdj
zoo vreest men daarom.
Hoe dit te verhelpen
De Heeren Goeman Borgesius c.s.
[willen hier tegen reageeren, door aan
9t grootbedrijf toe te staan, ook 's nachts
.te arbeiden, mits het drieploegenstel-
Sel worde ingevoerd.
FEUILLETON.
Vertelling vit Bohetnen, van J. VottdraJi.
15)
In Bokitz had1 men intusschen alles in
het werk gesteld om den nieuwen pas
toor een waardige ontvangst te berei
den toen deze op den vastgestelden dag
tnet den trein in het plaatsje aankwam,
Zag hij vanuit zijn coupé-raampje det
Vereenigingen van het stadje met' een
(muziekkorps aan het hoofdi opgesteld
iom hem in plechtigen optocht naar de
pastorie te geleiden.
„Hier schijnen het ook al beste men-
tschen te zijn", klonk het in zijn binnen
ste. „V/at een verrassing. Wat een ont
vangst".
's Avonds in het Lof sprak' hij zijn
parochianen in een stampvolle kerk voor
het eerst toe.
En toen hij hen vroeg om wat liefdie
en gehoorzaamheid, zie toen trilde zijn
Stem. Maar toen hij hen vertelde, dat
(hij in hun midden was gekomen om zijn
laatste dagen onder hen door te brengen
'fin dat Ihij bij hen zocht een rustigen
Doch ieder voelt, hoe daardoor juist
met één slag het kleinbedrijf én het
miiddelbedrijf zullen worden vernietigd.
Dit immers kan niet met drie ploegen
werken.
Practisch nu zal van het amendement
Goeman Borgesius en zijn mede-liberale
Unie-leden het gevolg zijn, dat 't groot
bedrijf des morgens versch brood zal
hebben, wijl 't's nachts mag arbeiden,
terwijl de kleine bakker eerst tegen 12
uur 's middags ,aan zijn klanten versch
brood kan aanbieden, wijl hij 's nachts
niet zal jnogen arbeiden.
En 't jpubliek, op versch broodl belust
laat den kleinen bakker m den steek
en betrekt zijn brood' van 't grootbedrijf.
„De guillotine van den Middenstand",
zoo mocht ik 't amendement Goeman
Borgesius wel noemen.
Terecht verklaarde de heer Passtoors
daarom, dat, werd het aangenomen, de
aldus geamendeerde wet voor ieder, die
hart heeft voor den Middenstand, on
aannemelijk zou zijn".
Buiten hun boekje.
De „Standaar driestart
„Het Bijzonder Onderwijs begint last
te krijgen van Toezicht en Inspectie.
Eerst liet de Districts-sdhooloplztenier
Gunning zidh smalend uit over onze
Schoolhoofden te Amsterdam, en toen
weer lliet die Inspecteur Fabius verlui
den, dat onze Schoolbesturen eigenlijk
bij hem om advies moesten komen, zoo
dikwijls een Schoolhoofd te benoemen
viel.
Nog het één noch het ander [kwalin1
te pas.
Ónze besturen mogen zelfs aan deze
zucht tot inmenging geen oogenblik toe
geven. Men weet, wat vrucht het Concor
daat in Frankrijk en Portugal droegv
Krachtens dit Concordaat kon de Re
geering zich in de benoeming der hoo-
gere geestelijkheid mengen. En wat an
ders had dat tengevolge, dan dat keer
op keer mannen in het episcopaat kwa
men, die half modernisten waren, en is
het oogenblik van gevaar de belangen
der Kerk in den steek lieten. En zoo
zou 't ook hier gaan. De minder begin
selvaste onderwijzers zouden in eere ko
men en een schreef vóór krijgen. De
trouwsten onder de broeders zouden op
de zwarte lijst komen. En het beginsel
zelf van onze scholen zou in die hoof
den worden aangetast. We doelen hier
mede niet persoonlijk op den heer Fa
bius, die althans vroeger sterke sympa
thieën voor het Bijzonder onderwijs haid;
maar wat hij voor zichzelf vraagt moet
hij voor geheel de Inspectie laten gel
den, en dan valt vanzelf de exceptie, die
voor hem allicht gelden mag, geheiel
weg.
We zagen dan ook met ingenomenheidl,
dat onze scholen aanstonds van zich af
sloegen, en aan beide heeren te Verstaan
gaven, dat we van hun ongeoorloofde
bemoeiing allerminst zijn gediend.
Wij hebben onze eigen inspectie, ten
voor alles wat het geheel private doen
van onze scholen aangaat, wijzen we alle
neveninspectie met beslistheid af.
De heer H. Pierson heeft het van mieet
af maar al te juist ingeziende scheids
lijn moet doorgetrokken tot in het exa
men en het toezicht."
Poor de „vrijheid".
In de Ned. Herv. Kerk te Dordrecht
heeft zich Zondag der vorige week een
weinig stichtend tooneel afgespeeld.
Wij zouden hiervan geen melding maken,
ware niet, dat de „Maiasbo.de", het
voorval vermeldend, er eenige behartens-
waardige wenken aan vastknoopt.
Laten we in het kort hier eerst |dé
feiten mededeelen, zooals deze zich, vol
gens verschillende bladen, hebben toege
dragen.
Zondagmorgen zou de bevestiging
plaats hebben van d's. J. L. N. Zillinger
Molenaar, modern predikant der Ned.
Herv. Kerk, overgekomen van Bolsward',
als predikant der Ned. Herv. Kerk te
Dordrecht in de vacature van den o r-
thod'oxér. ds. J. Schokking, die
naar Leiden vertrok. Als bevestiger
Hier wreekt zich de zonde der vade-
ouden dag, voor zoover die een geeste
lijke kon hebben en een klein plekje op
hun kerkhof, voor zijn graf zie, toen
werd hij zoo bewogen, dat hij geen
woord1 meer uitbrengen kon. De lieele
kerk voelde met h,em mee. In menig oog
blonk een traan en allen zagen met
aandoening naar den grijsaard, boven
hen op den kansel, die o pidat oogenblik»
veel ouder scheen, dan hij in werkelijk-
was.
Toen de pastoor na de drukte van
den dag een uurtje rust ging zoeken, in
zijn studeerkamer, vond hij, dat Rosa
lie daar alle meubelen evenzoo had ge
plaatst, als ze te Werbitz hadden ge
staan. De kamer zag er gezellig uit.
Hij trad voor het eene raam. Een ka
le muur trof zijn oog. Hij keek eens uit
het andere. Dat gaf een levendiger uit
zicht, want het kwam uit op den ttuin.i
Maar toch miste hij hier veel. En dat
was het kerkhof. Het kerkhof, waarop
zijn moeder rustte, en waar zijn stu
deerkamer in zijn vroegere pastorie op
uitzag.
De pastoor was a lheel gauw in de
pastorie- en in zijn parochie te huis.
Maar Rosalie. Van 's morgens vroeg
tot 's avond's laat gleed ze als een sahim
door het in haar oogen zoo groote en hol
huis. Alles was haar onbekend en ook
vreemd. jVlet de geme.entenaren yerjeeet;-
ren. Het leerend en ebsturend gezajg
ziou optreden ds. J. Keiler, die van ge
reformeerde richting is.
Nadat de nieuwe predikant Was bin
nengeleid beklom ds. Keiler het spreek
gestoelte, om voor te gaan in gebed1. In
dat „gebed1" werd o.'nr. volgens ver
slag van de „Ned." ^gezegld, dat de
ze dag een dag van oordeel was voor 'de
meente van Dordrecht. Deze dag is ver
diend en het is onze zonde dat we heden
zoo tegenover elkander staan. Het is heel
Nederland doorgeklonken, wat hier ge
schieden zal, en gansch kerkelijk Neder
land ziet uit tiaar wat heden in dezen
Dom van Dordrecht plaats zal vinden.
Het is alles om onze zonde, om de zon
de der gemeente Dordrecht."
De diomine hield vervolgens een pre
dikatie naar aanleiding van den tekst:
„Heere, Gij zijt rechtvaardig, en elk uwer
oordeelen is recht", in welke preek hij
andermaal opmerkte, dat hij in dezen
morgen daar stond voor eigen zoude en
wanneer God niet tot hem gezegd had':
Keiler, gij moet dit werk vanmorgen
doen, dan had hij veel liever in een an-
dier kerkgebouw gestaan. Men spreekt
wel van verdraagzaamheid, maar hoe kan
men verdragen, wat niet bij elkaar be
hoort
„Zoo zal hier hedenmorgen moeten
worden saamverbonden dood en leven."
Aan het slot der preek overgaan die
tot de bevestiging, wenschte spr. er op
te wijizen, dat wel bezwaren tegen die
leer van d's. Zillinger Molenaar zijn in
gebracht, maar dat wegens den toe-
stand in den Kerk deze niet zijn geldig ver
klaard', waardoor het mogelijk is, dood
en leven, vrijzinnig en gereformeerd1 in
de Kerk aan elkaar te verbinden.
Toen ïja het voorlezen van het be
vestigingsformulier ds. Keiler aan den
nieuwen predikant de formulier-vragen
stelde, antwoordde deze met een voor
behoud'. Onder het talrijke gemeentenaren
ontstond' opschudding.
De bevestiger nam dan weer het
woord'.
„U omschrijft het antwoord1, dat bijt
formulier op de gestelde vragen geeft.
Ik vvensch mij echter aan het formulier
te houden."
Spr. wees er dan op, hoe de nieuwe
predikant geen beslist antwoord geven
kon, zonder te liegen. Het is de schuld
van de professoren aan de hoogescholen,
die van Gods Woord maken een men-
schen-woord. „De boeken van Mozes
zijn niet van Mozes, de brieven van
Paulus zijn niet alle van hem de eer
ste is van die, de tweedy van een ander,
de derde weer van een ander. De god
heid van Jeziis Christus wordt geloo-
gend'. Dat zijn onze zonden en het gevolg
ervan, dat wij verkeerd zijn onderwezen
de hoogescholén".
Ds. Keiler weigerde ten slotte dein
nieuwen predikant te installeeren en ver
klaarde de beslissing ten deze aan den
kerkeraad' over te laten."
„Na d'eze verklaring aldus het ver
slag was het een groot rumoer in de
kerk, bij stroomen verlieten de men-
schen 'het gebouw, het was een gestom
mel en gepraat, als zeker zelden in een
kerk is gehoord."
De „Maasbode" voegt hieraan toe:
Wat in Dordt gebeurde, ligt in de
logica der feiten. Het Protestantisme
is veroordeeld den weg op te gaan, waar
tegen deze orthodoxe predikant met
zooveel klem waarschuwt.
Wij kunnen een gevoel van deernisi
niet onderdrukken, als we dezen pre
dikant met den moed der wanhoop zich
zien vastklampen aan wat hij beschouwt
als de zuivere kerkleer, en als we hem
vooren betuigen, dat de zonde van het
volk dit oordeel Gods over de Kerk 'heeft
afgetrokken.
Wij voor ons dénken hier op de eer
ste plaats aan de zonde der vaderen,,
die zich van het verband der Roomsche
Kerk losscheurden, en zoo de oorzaak
werden van het steeds verder afglijlden
der Protestanten.
Het beginsel van het vrije onderzoek
moest noodwendig tot dit uiterste lei
den, dat menschen die alle geloof ver
loren niettemin in het kerk-verband zou
den moeten geduld worden.
deze op goeden voet. Ze ontving be
zoeken, maar tegenbezoeken bracht ze
niet en wees iedere uitnoodiging van
de hand. Het gevolg hiervan was, diat
ze hier spoedig even alleen stond als
te Werbitz en men haar niet meer met
bezoeken lastig viel. En dit was haar
niet onaangenaam, want ze had h,eell
wat meer werk te verrichten d'ain tei
Werbitz.
Zoo gingen weer eenige jaren voor
bij, jaren vol zorg en arbeid', alleen nu
en dan onderbroken door een uitstapje
naar Werbitz, waar ze dan telkens eenige
diagen bleef, met het doel om te zien
of moeders graf wel goed' onderhouden
werdi, waarvoor ze den doodgraver uit
haar eigen zak dan een flinke bekro
ning gaf. Keerde ze na die gelukkige
dagen want dat waren ze voor haar
weer naar Bokitz terug, dan vond ze
d'e pastorie aldaar, in vergelijking met
d'e vorige, stil en doodsch en koud en
kil als het graf.
XI
^Neen, de pastoor ziet et heel niet
goed uit. Hij bevalt me niet", mompel
de Rosalie nu en dan, als ze haar eer
waarden heer oplettend' aanzag.
Inderdaad, hij zag er al geruimen tijd
niet best jjjt. Hij vermagerde ^iqhtbaar.
der Roomsche Kerk' heeft men verwor
pen en zie nu de vrudhten van die Ver
werping. i
Daar is in de Protestantsché kringelt
geen maatstaf voor de leer. De doode
letter van de H. Schrift geldt als eeni
ge normaen ieder verstaat de heilige
boeken naar eigen ingeving. Men heeft
wel ten alle tijde gepoogd', die leer der
zich steeds splitsende kerkgenootschap
pen te formuleeren, maar die formulie
ren bleken altijd elastisch en toch niet
baar genoeg, en aan het beginsel van
vrijheid van onderzoek' moesten ze tel
kens worden opgeofferd.
Daar is bij de Protestanten ook Van
geen eigenlijk gezegd gezag in de Kerk
sprake. Daar is geen leiding in |d'en[
eigenlijken zin zooals Christus ze op
droeg aan de bestierders Zijner Kerk.
Het geloovige volk kiest zelf zich den
leider, die het „leidt" zooals het geleid
wil worden.
De RoomsChe Kerk huldigt een on
feilbaar leergezag, dat in punten vam
geloof en zeden niet dwalen kan. Door
alle eeuwen heen heeft dit instituut,
dat blijkens den schriftuurtekst <Van
Christus zijn oorsprong nam, de een
heid' in de Roomsche Kerk gewaarborgd!,
die onverbreekbare eenheid, welke de
Heiland in het Hoogepriesterlijk-gebed
voor de Zijnen heeft afgebeden en die
Hij tot een der kenteeken en gesneld»
heeft van Zijne stichting.
Het raakt ons weinig, dat van de zij
de der niet-katholieken op die eenheid,
welke hare bekroning vindt in den
éénen Opperherder, gestadig wordt af
gegeven.
Het „Christendom" buiten de Katho
lieke Kerk, mist eiken solieden grond
slag, is de speelbal van den grilligen
menschengeest.
De besten onder de niet-k'athoili/ekié
Christenen, die voor de teekenen djes
tijds niet blind zijn, zien het met (be
grijpelijke weemoed aan, dat de ge
loofsleer onder de hunnen steeds meer
aan inhoud verliest en wij verstaan het
verzet, dat de orthodoxe richting (te
gen het opdringend modernisme voert.
Maar ééne zaak is zeker. Dat verzet
zooals het nu weer in de kerk van
Dordrecht tot uiting kwam ontspruit
niet aan het zuiver Protestanjtsch begin
sel, dat de vrijheid van onderzoek pre
dikthet gaat er integendeel dwars (te
gen in.
Die hopelooze a.ctie in de Protestant-
sche Kerk tegen het modernisme ge
voerd, is een stille hulde aan het Room
sche princiep, dat alleenlijk in staat is
de zuiverheid der leer ongerept te be
waren.
Woningen van Commissarissen.
De Haagsehe correspondent van de
„Leeuw. Crt." schrijft aan dat blad:
Ik dank aan de welwillendheid van jhr.
mr. Victor de Stuers eenige waardevolle
gegevens omtrent den eigendom van de
woningen der Commissarissen van de Ko
ningin. Leeuwarden is eigendom der Ko
ningin. Arnhem, Haarlem en 's Graven-
hage van de respectievelijke provinciën,
waarvoor, naar ik hoorde, 't Rijk 3200,
3000 en 3900 als jaarhuur betaalt.
„De anderen zijn Rijkseigendom",
schreef jhr. de Stuers mij. „Groningen en
Zwolle zijn in mijn tijd geheel nieuw ge
bouwd. Leeuwarden, Utrecht Middelburg
en Den Bosch werden ingrijpend geres
taureerd. Te Arnhem liet de provincie
een balzaal bijbouwen.
Een gek geval schijnt zich te Haar
lem te ihebben voorgedaan.
Daar had het Rijk in huur een aan de
provincie Noord-Holland behoorend huis
dat 'het verlaten moest onfdat de provin
cie 'het wilde verkoopen. Naar mij verteld
werd vervolgt jhr. de Stuers, bleek dat het
eigendomsrecht der provincie zeer twijfel
achtig was en dat vermoedelijk het Rijk
eigenaar was. Of het waar is, heb ik niet
kunnen controleeren."
Gemeentezaken.
Voor de benoeming van onderwij
zend personeel hebben B. en W. de vol-
Zijn toog flodderde hein om 't lijf. Zijn
gang werd onzeker en zijn handen be
gonnen te beven. Eten deed hij weinig.
Ook sliep hij slecht. Dat merkte Rosalie
wel, als ze 's morgens zijn bed opmaak
te. Duidelijk bleek het haar dan, diat
hij den heelen nacht had liggen woelen
en geen oog dichtgedaan had.
„Als het zóó doorgaat", dacht ze,
„loopt het nog eens slecht met hem af."
Eindelijk kon ze het niet meer uit
houden. Ze wilde, ze moest er hem over
spreken.
„Pastoor", begon ze, „scheelt er wat
aan? U eet weer niet en u ziet zoo ver
schrikkelijk bleek. Als ik u was, sprak ik
den dokter eens aan."
Maar daar kreeg ze den wind van vo
ren, dat verzeker ik je.
Hij mankeerde niets, heelemaal niets,
't Was beter, dat ze zich met haar eigen
zaken bemoeide. Al lang had hij ge
merkt, dat ze hem nu en "dan zoo vreem|d
aankeek. Dat kwam haar heel niet te
pas. Hij werd' wat ouder. Dat was 't
eenige. Hij zou wel weer gauw opknap
pen.
Rosalie zei niets. Maar de tranen scho
ten haar in de oogen en ze verliet de
kamer zonder een woord tegen fe spre
ken.
Toen de pastoor later over Rosalie's
jvjo,orden nadacht, speet Jiet hem in dein,
gende voordrachten bij den Raad jngd*
da end
Openb'. lagere school 3e klasse no.
(Maresingel) voor een onderwijzer (vay
cature J. A. Zuidhoff): lo. J. Bolle, on«
derwijzer te „de Lier" (gem. Naaldwijk);
2o. E. Til. Verhoosel, onderwijzer te
Steenbergen, 3o. J. H. J. Sengers, onder,
wijzer te Oud-Gastel.
Voor een onderwijzer (vacature J. Wiv»
nink): lo. E. Th. Verhoosel te Steen-
bergen2o. J. H. J. Sengers te Oud-Gas
tel en 3o. O. de Boer, onderwijzer te
Nieuwerkerk aan den IJsel.
Openbare lagere school 3e klasse no.
(Zuidsingel) voor een onderwijzer lo.
H. J. Sengers te Oud-Oastel, 2o. O. did
Boer te Nieuwerkerk a. d. IJsel en 3o. ,Wi,
A. Akkersdijk onderwijzer te 's Graven.
hage. i:
Openbare 1. school 2e kl. no. 1 (Plantl
soen) voor een onderwijzer: lo. J. d#
Boer, te Nieuwerkerk aan den IJsel, 2o<
W. A. Akkersdijk te 's-Gravenhage en
3o. J. Crans, onderwijzer te Stompwijk,
STATEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag 9 'Novenibg^
(Vervolg).
De heer De Meester sloot zich aan
bij den heer Colijn in diens aandrang naai;
exploratie der buitenbezittingen. Wat A.Ü
jeh betreft, verweet spr. de regeering
imperialisme, maar wensChte hij vast fd
stellen «Lat wij ten aanzien van het In-
landsche zelfbestuur in de Buitenbezittin
gen in tact en beleid zijn te kort gescho
ten. Indien we op Atjeh willen komen*
waar we zijn willen, zullen we hebben toe
te zien dat de bevolking niet noodeloo*
verbitterd worde en dat haar recht worde
gedaan. Spreker critiseerde, met alle
waardeering voor de leden en van den
Gouverneur Generaal Idenburg, diens be
leid betrekkelijk de circulaires nopens de
Zondagsrust. Hier wordt overheidsdwang
uitgeoefend' om de ambtenaren van een,
naar sprekers gevoelen, onschuldig ge
noegen af te houden. Spr. vroeg wat er
waar was van een bericht, dat sprak van
sluiting der Gouvernementspandhuizen op
Zondiag. Ten slotte sloot spreker zich aan
bij de financieele beschouwingen van den
heer Colijn.
De 'heer Bogaardt bepleitte bezuini
ging op hooge traktementen van Indisch**
ambtenaren, welke zaak grondig onder
zocht, hetzij door een regeeringscommis-
saris, hetzij door een speciale commissie.
Tegelijkertijd moeteen regeling hunner
rechtspositie ter hand genomen. In den:
loop der verdere beschouwingen her
nieuwde spreker zijn vroegeren aandrang
naar opening van gelijkheid om Indische
jongelui van goeden aanicg aan Nedcr-
landsche universiteiten op te leiden opf
gouvernementskosten en bestreed hij zoo
danige financieele zelfstandigheid van In-
dië, daar daardoor het budgetrecht der
Staten-Generaal wordt aangerand.
Spr. komt er, bij de behandeling van
eenige afzonderlijke regeeringsdaden, te
genop, dat het leger des heils gelijkge
steld werd met Indische christenen.
Ten slotte eene beschouwing wijdende
aan den godsdienst van den Javaan,
noemde spr. de stelling, dat de Javanen
Mahomedanen zijn, valsch. Zij belijden
in hun groote meerderheid het Hindoe-
Javanisme.
Spreker eindigde met een krachtig be
roep te doen op bevordering, tusschen
het blanke en het bruine ras, van ver
broedering. De leuze moet zijn één ras,
één land, één volk.
Donderdag 101^ uur voortzetting.
Ontslag van spoorweg-conducteurs.
De Minister van Waterstaat heeft in
lichtingen verstrekt op de adressen van
het hoofdbestuur der Nedei landsche Vcr-
eeniging van Spoor- en Tramwegperso
neel, d.d. 19 Februari en 12 April 1910,
omtrent het opzeggen van de dienstbe
trekking aan drie conducteurs der Ne-
derlandsche Centraal Spoorweg-Maat
schappij.
De Minister herinnert er aan, dat hij
in de vergadering van de Tweede Ka-
hernieuwd grondig onderzoek geene wij
ziging daarin heeft gebracht, meent hij
thans te kunnen volstaan met de nadere
grond van zijn hart, dat hij haar zoor
bejegend1 had. Want hij moest ze .gelijk
geven. Hij voelde zelf maar al te goed
dat het zoo niet kon blijven doorgaant
Hij moest den dokter raadjplegen. En
dan, Rosalie had toCh niets miszegd! 't
Was enkel belangstelling van haar. Nog
niemand had zich over zijn toestand be
kommerd gemaakt. Zij was de eenige!
Een week of wat daarna hij had
juist de H. Mis gelezen overviel hen*
een flauwte.
Men bracht hem dadelijk te béd ent
liet den dokter komen. Deze onderzocht
den zieke en haalde de schouders op.
,,'t Kan nog wel een tijdje duren", zei
hij bij 't heengaan tot den kapelaan^
„maar beter worden daar is geen sprake
van. Als hij bij kennis komt, dbet u wijs
hem te bedienen."
Voor Rosalie brak nu een droevige
tijd aan. Telkens wanneer zij de zieke-
kaïner betrad om de zuster af te lossen*
die hem verpleegde, vond ze hem min-»
der. Met bezorgde blikken beschouw
de zij dat wasgele gelaat, nog geler
door het helderwit van 't beddegoed eil
vol ai^gst keek ze naar de ho-eken va<*
het vertrek, of daar de dood misschien
reeds zat te loeren op zijn prooi.
H n .1 .1 II
(Wordt .vervolgd*)'