Het erfdeel der Malleroy's. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Donderdag 29 September. Uit de Pers. Het derde ontwerp. De S t a n d a a r d "- bespreekt het ont werp, Ziekteverzekering van Minister Tal- ma, Het trekt door zijn keurigen vorm, jmaar ook zakelijk wijkt het van de vori- jge projecten jaf. De decentralisatie 5s hier nog verder doorgevoerd an dn het ontwerp-Kuyper Dit eerste ontwerp rekende met: lo. er kende ziekenfondsen, 2o. districtszie- kenkassen, en 3o. ondernemersziekenkas- sen, en bet zocht de controle in Contro leurs en In Wet Oppertoezicht van de JRijksverzekeringsbank. Het ontwerp-Tal- ma heeft evenzoo: lo. erkende zieken fondsen, en 2o. kassen voor de afzonder lijke districten, maar geen ondernemers- kassen, terwijl het de controle zoekt niet dn Controleurs, maar in Verzekeringsra den, opzettelijk biervoor te kiezen door belanghebbenden. 'Deze "deqentralisatiei gaat alzoo verder, doordat ze de contro le grootendeels in eigen kring vormt. Ze gaat daarentegen veel' minder ver, door- fdien ze yeei groo'ter districten neemt. In het ontwerp-Kuyper was het minimum aantal inwoners '5000, in dit ontwerp 5s het gesteld op 25.000, vijfmaal zooveel. Voor sommige streken ten platten lande leidt dit tot de .insluiting van een zoo- groof aantal dorpen, 'dat toch weer het locale begrip te loor gaat. Anderzijds moet toegestemd, dat het voor meer be volkte streken dit bezwaar niet na zich sleept, en dat het voor de soliditeit der Ka sbetere kans biedt. Aansluiting van vrijwillig verzekerden vond men reeds in de beide vorige ont werpen, en is ook in dit ontwerp mo gelijk gesteld* Het sterkst (sprekend verschil komt eerst uit, zoo men let op de gevolgen van de ontwerpen voor de beurs van belanghebbenden. Het ontwerp-Kuyper (gaf lo. zieken geld^ 2o. geneeskundige verzorging van den verzekerde, 3o. geneeskundige ver zorging van het gezin van den verzeker de en 4o. begra'fenisgeldhet ontwerp- Talma gaat niet verder dan het eerste, en zegt alleen ziekengeld toe. En dit niet alleen, maar ook in het Ziekengeld zelf zit verschil. Het ontwerp van 1904 bood 70 pCt. van het gemiddeld gewonnen loon, 'te rekenen van den 3den dag af. Dit ontwerp krimpt dit in op 50 pCt. eerst van den 5en dag af. Dit verschil is niet onbeduidend* Stel, een arbeider verdient ieen ge- Imiddeld loon van f10 per week. Dus ontvangt hij volgens het .ontwerp-Kuy per: lo. f7 per week als ziekengeld, 2o. geneeskundige behandeling 'van dokter en apotheker; 3o. (geneeskundige verzor ging van izijn gezin, en 4o. begrafenis- geld. Nu mag men de geneeskundige be handeling per week, doktor en apothe ker saam op 71.50 stellen. Hij ontving alzoo ten minste f8.50. Volgens het nu ingediende ontwerp daarentegen ont vangt. hij slechts f5, en daar moet dan nog de geneeskundige behandeling af. Gerekend op f 1.50 per week. zou dc me dicatie alzoo het ziekengeld feitelijk op f3.50 doen slinken, en alzoo meer dan de helft verschillen van wat hem in 1904 was toegedacht. Dit verschil zal ernstig onder deoogen zijn te zien. Ieder weet uit eigen ervaring hoe in de dagen van ziekte de uitgaven eer oploopen dan verminderen voor heel |de huishouding. Op zich zelf echter behoeft dit voor het ontwerp geen gevaar op te leveren, daar Jhet hier een quaestie van cijfers geldt, |die bij amendement tot oplossing kan komen. Voor de uitsluiting van de geneeskun dige behandeling pleit veel, ai ligt het in den aard der zaak, dat ze aan geheel de FEUILLETON. 48) XXste HOOFDSTUK. Den volgenden morgen was de zon nauwelijk opgegaan, of een bediende kwam aan de Rervarec melden, dat er iemand' hem voor een spoedeischende boodschap moest spreken. Laat hem binnen, zeide de Rerva rec. Blijf gij hier Raoul, ge weet wel dat ik g-een geheimen voor je heb. Ik weet niet welk voorgevoelen mij zegt dat dit bezoek u betreft. Terzelfder tijd trad een man in een .wijden mantel gehuld binnen. Hij wachtte tot de bediende die hem aangediend had, "verdwenen was, deed toen zijn mantel af, die zijn gelaat toft aan de oogen bedekte en naderde den ridder. tWas een man van ongeveer zestig- jarigen leeftijd ondanks zijn grijze ha ir en en de diepe groeven, die in alle Richtingen zijn gelaat doorploegden, was JfeiJ -nog vlug en krachtig. Hij wendde zich eerst tot de Rerva- £e-c> dien ide fenecfet Jiem bii feet fein- zaak iets onvolledigs geeft, en tot niet geringe bezwaren aanleiding kan geven* Snijdt men de geneeskundige behande ling af, dan ontwijkt rrfen e enerzijds ge vaar voor moeilijkheden. "Maar aan den anderen kant staat er 'tegenover, dat dan ook nu de kas door een éigen genees heer controle 'moét uitoefenen, ien dat dit leiden kan tot geschil tusschen den geneesheer van de kas en den genees heer die bij den zieke practiseert. Zeer scherpe bepaling van de wederzijdsche verantwoordelijkheid zal hier vooral zaak zijn. Tegen het wegvallen van de begra- fenisgelden bestaat geen overwegende be denking. En dat het gezin hu medisch buiten het 'geding blijft, spreekt op het standpunt, waarop 'het ontwerp zich plaatst, vanzelf, al neemt het de zeker heid weg, dat voor het gezin behoorlijk zal gezorgd worden. In het ontwerp 1904 Was de 'medische zorge voor alle be trokken arbeidersgezinnen een besliste zaak, nu zal dit weer aan ieders believen sfaan. Alleen voor zich zelf sprekend is de verzekerde tot voorzorg gehouden. De Raden van arbeid, onder wier be heer "de d/istrictskassen komen, zijn op zichzelf een uitnemende instelling, en er zou tegen hun instelling zelfs gansch geen bedenking Tijzen, indien ze alleen ad hoe bedoeld waren. Dit is echter niet het geval. Minister'Talma beoogt er meer mede. Hij wil in deze Raden van Arbeid een eerste begin van een bedrijfsorgani satie geven. |Hun taak en werkkring zal zich daarom allerminst tot de ziektever zekering, zelfs niet tot de verzekering van het gezin bepalen, maar zich uitstrek ken over een tamelijk breed terrein van arbeicfsaangelegenheden. Of de Minister hierin zal slagen, mag intusschen worden betwijfeldd. Een doublure van de Kamers van Arbeid mgogen ze niet zijn. Ze moe ten een lokaal houvast voor de regeerihg wordden, zoodra 'deze op hrbeidsterrein advies, inlichting oï een (instrument tot uitvoering van noode heeft Ze moeten alzoo een geneel algemeen karakter dra gen en voor alles wat voorkomt, ter be reddering en afdoening klaar 6taan. En juist dit doel nu wordt bijna altijd ge mist, zoo men een'instelling in het leven roept voor eén bepaalde aangelegenheid. Men bedoelt dan wel algemeen te regelen, jnaar regelt toch speciaal. Reeds de saamsteüing van deze Raden verraadt dit. Omdat 't hier geldelijk be heer geldt, moet er in de saamstelling zekere garantie worden géboden. Van daar de gemengde saamstelling, het groo- te aantal stemmen van enkele patroons, en het benoemen van een voorzitter door de Kroon. Voor goede bedrijfsorganisa tie daarentegen moeten patroons en ar beiders altoos beginnen met op eigen terrein zelfstandig op "te treden, om eerst door delegatie tot samenwerking te ge raken. Tegen de Verzekeringsraden bestaat onzerzijds "geen bedenking. Ze geven aan .heel het (instituut meer zelfstandigheid dan het ontwerp van 1904 in de contro leurs en het opperbestuur van "de Bank bood, en deze verbetering moet worden toegejuicht. Make nu de Staten-Generaal met deze hoogst belangrijke aangelegenheid eens spoedi. De Minister 'heeft zijn woord gehouden. Straks komt het Invaliditeits- ontvverp. Voegt men daar de herziening van de*Ongevallenwet bij, dan is er werk te over vo<7r den boeg. Toch zal dit alles in twee jaar "tijds verkaveld moeten wor den. En dit krijgt men riiet gedaan, zoo men treuzelt. Een pijnlijke ontdekking. De „Residentiebode" schrijft: In de „N. Ct." stond dezef" dagen het volgende fraais te lezen „De Parijsche bankier Paumgart- ner kocht "voor eenigen tijd het kas teel der 'markiezin De Sevégnue te Livry, dat tot de scheiding van Kerk en Staat een "klooster van de Assumpti- onisten was. 'Bij reparaties idie dezer dagen uitgevoerd werden, vonden "de arbeiders onder een kapel, die tien ja ren geleden midden in den tuin werd nentreden had aangenomenmaar nau welijks had hij Raoul bemerkt of hij zweeg. Zijn oogen die op hem gericht waren, schenen zich niet van hem af te kunnen wenden. Mijnheer, zeide hij tot Raoul, hem een niet onderteekenden brief overhan digend, het is mij opgedragen dezen brief aan u te overhandigen. En eerbiedig voor den jongen man buigende, verwijderde hij zich haastig. Raoul opende de brief én las: „Bevind u dezen avond om u-egen uur voor de kleine tuindeur die op den hoek van de Val-de-Gracestraat naast het klooster der Benedictijner- bevindt. Klop zoodra het negen uur is driemaal op de tuindeur. Verlaat tot dan toe uw kamer niet en laat u zoo min mogelijk zien; het gaat om uw fortuin en uw leven. In naam van uw vader, wees voorzichtig ien houd vooral dit schrijven geheim". Toen de geheimzinnige bode in de gang kwam, stond Perinon jhem op te wachten. i En vroeg hij. Het zijn de personen, die piein, verwachtte. Perinon, indien God de plan- nén van mijn edele meesteres genadig is, beloof ik je, dat je op den dag van heden meer verdiend hebt, dan «n de laatste tien jaar. Moge de Hemel u doen (slagepV Hep, Perinon vel, vreugde,. gebouwd, vijftien geraamten, vermoe delijk van meisjes in den ouderdom van 14 tot 16 jaren. De geheimzinnige vondst heeft in den omtrek een pijnlij ken indruk gemaakt." 't Is om er een rilling van 'te krijgen! Vijftien lijken van jonge meisjes onder een kapel van Paters Assumptionisten En dat na het geval Crippen te Londen Kloostergruwelen, lieve menschen, van de ergste sqort. Ditmaal niet gecolpor teerd door liet ^Lampje" of door de Zondagsbode voor Doorn en Omstre ken", maar door de deftige oud-liberale „Nieuwe Courant"- van 7s Gravenhage. Het berichtje is ontleend aan de sen satie-beluste „Petit Parisien", én het komt ons voor, dat de redactie der „N* Crt." zich wel tweemaal had mogen be denken, voor het zoo'n onwaarschijn lijk bericht uit zulk een blad vertaalde. Wat er van aan is. Natuurlijk niets. De „Croix" heeft Zaterdagavond on der den titel van „Een belachelijke ro man" het geheele verhaal al tegengespro ken en het „Dagbl. v. Noordbr." vertelt dat als volgt: „Er bestaat in he.t bewuste park nota bene niet eens een kapel! Wel is ereen kerkhof, waar de As sumptionisten huil overleden medebroe ders, gêhecu'overeenkomstig de bepalin gen der Fransche wet, begroeven. Er zijn ;in dat kerkhof verschillende paters begraven en van dezen kan men de overblijfselen hebben opgegraven. Elk die er begraven is, staat behoorlijk op 't stadhuis ingeschreven. De verdreven Assumptionisten hebben herhaaldelijk aan den tegenwoordigen ei genaar van het park gevraagd, 'dat zij de overblijfselen hunner overleden ordebroe ders mochten meenemen naar hun nieu we woonplaats, maar clat is hun steeds geweigerd. De „pijnlijke ontdekking", waarvan de „N. Ct." spreekt, is niet geschied te Livry, maar zal gebeuren op het bureau der.„N. Ct.", als dit blad zal inzien, hoe zij er ingevlogen Is." Dat lichtvaardig overnemen ook van anti-clericale romannetjes uit onbetrouw- bara Fransche kranten, waarop de vrij zinnige pesr ten .onzent zoo aast! Onze pers. Met instemming nemen wij het vol gende stuk van R. uit het „C entru m" over en bevelen het ook onzen vrienden ter navolging aan. „Hoewel, wat betreft het aanwezig zijn van onze bladen op de leestafel in hotels en restauraties, gaandeweg eenige verbetering valt waar te nemen, is het toch nog niet zooals net wezen moest. Daar zijn nog o zooveel hotel en café houders, die in den waan verkeeren, dat het beter is de Rechtsche, maar vooral de katholieke bladen van hunne lee,5'ttafels te weren. Welnu, laten ze het zich dan voor gezegd houden, dat dit niet in hun voordeel zal zijn. De tijden waarop wij dat stelselmatig weren en negeeren van onze pers nog duldden, zijn reeds lang voorbij. Wij eischen voor onze bladen minstens de zelfde rechten op als voor die der vrij zinnigheid'. Of is het niet treurig en be lachelijk als men daar in hotels en res tauraties, waar menschen van allerlei richting komen, wel de ^"Nieuwe Rott. Ct." „Nieuws v. d. Dag", „Handels blad", „Telegraaf" enz. ziet liggen, maar geen katholiek blad? Daar moet verandering in komen. Men vrage altijd en overal om onze bladen. Komt er dan nog geen verandering, dan negeere men gewoonweg het hotel of café, dat weigert aan deze billijke eischen te voldoen. Bij ondervinding is mij gebleken, dat dit een uitstekend-werkend middel is. Als alle vrienden en propagandisten on zer pers de zaak aldus aanpakken, zal er spoedig verandering komen. Het zou al te dwaas zijn om zoo'n be- lachelijken wantoestand' en dat in een land dat in meerderheid rechts is k nog langer te dulden. Maar indien uw gasten en vooral dien jongen man een ongeluk overkomt, zorg dan dat je testament gereed ligjt, want dan is 't heden je laatste "dag. Dank je wel, bromde de herbergier wiens vroolijk uiterlijk plotseling op dit vooruitzicht somber werd1. Maar .wat is dat weer Een man in 't zwart, met een onder zoekenden en wantrouwenden blik waaruit men d!en politieman kon her kennen, kwam juist in de keuken binnen. Logeert hier ridder de Rervarec? vroeg hij. Inderdaad, antwoordde Perinon. Ik moet hem een brief overhandi gen. Dan zal ik n bij hem brengen. Hij 'trad' het eerste binnen, om den boodschapper aan te dienen, en wees Raoul aan zich te verwijderen in de aangrenzende kamer. De boodschapper trad binnen, over handigde den brief en verwijderde zich terstond1, zeggende dat hij geen ant woord behoefde mede te brengen. Raoul, Raoul, zie .eens, riep de rid der, de volgende kamer openende, een brief van graaf de Maurepas, met ver zoek mij dezen middag om twaalf uur op zijn kabinet te vervoegen. Hebt ge hem dlan jojn' een onder houd verzocht? ss Totaal niet. Hoe jvee.t fejj jfen. &at feier Hit? Ook de „Nederlander" bevatte dezer dagen een hoofdartikel over „De Pers", die een macht is, welke niet on derschat mag worden. Een macht ten kwade, doch geluk»- kig ook ten goede. Ten kwade. De be wijzen ervan in de historie zijn over vloedig, zooals de weinige grepen uit Frankrijks geschiedenis 'aantoonen. Een macht ten goede. ,Ook dit kan de pers zijn. Dit gelde vooral van on christelijke pers. Chris t e 1 ij k e pers. Wat houdt die benaming in? Een pérs, die Christelijke beginselen verspreidt, voeddt en versterkt en aldus medewerkt tot uitbreiding van het Koninkrijk Gods een pers, die beantwoordt aan de eischen door 's Heeren Woord gesteld, die dus geeft den Keizer wat des Kei zers is, en Gode wat Gods iseen pers, aan wie de plicht is opgelegd, in alles door inhoud en vorm den Naam' Ides Heeren te verheerlijken. Grootsch is de ze hare roeping, zwaar hare taak, groot hare verantwoordelijkheid. Mocht zij, zich van die verantwoordelijkheid be wust, door een beginselvastheid, idie toont God' lief te hebben met geheel zijn hart, ziel en verstand', doch gekleed in een vorm, die blijk geeft, dat men de andere hoofdzaak, het den naaste lief te hebben als zichzelven, evenmin ver geet, hare grootsche roeping vervullen, en zich van deze zware taak kwijten. De meerdere tariefopbrengst. In de „Standaard" lezen \vij de volgende driestar: „Van liberale zijde legt men er na druk op, dat de hoogere tariefopbrengst al spoedig in de algemeene kas zal vloeien, en dat, uitgenomen nu de kos ten voor dé Ziekteverzekering, ql het overige al spoedig zal moeten strek ken, om het tekort, waarvoor we staan, te dekken. Zelfs Iaat men doorschemeren, 'dat voor de verdere sociale maatregelen dan geen geld in kas zal zijn, en dat deze alzoo óf zullen moeten uitblijven, óf meer lasten op de burgerij zullen leg gen. Hiervan nu moet worden toegegeven, dat er in de millioenennqta ééne uitdruk king is, die aan dit vermoeden grond zou kunnen geven. De Minister geeft toch de mogelijkheid toe, dat een over schot van deze inkomsten zou kunnen strekken, om ook de kas te stijven. Hier staat echter tegenover, dat de Minister uitdrukkelijk spreekt van een overschot, nadat eerst de gelden voor de sociale maatregelen uit de totaal-opbrengstf zul len gekweten zijn. Is het nu aan te nemen, dat een Mi nister van Financiën, die natuurlijk weet wat zijn ambtgenoot van Landbouw acht voor sociale wetten noodig te hebben, zoo lichtvaardig zijn nota zou hebben gesteld, dat hij uitsluitend doelen zou op de Ziekteverzekering? Dit hem toe te schrijven, is kort-( weg onredelijk. Zoo doet geen man van ernst. En te minder gaat deze opvat ting door, daar natuurlijk heel het Kabi net, en dus ook Minister Talma voor de millioenen-nota verantwoordelijk is. De invaliditeitsverzekering komt nog in deze zitting in. Dan zal men dus we ten, wat de sociale wetten aan het Rijk kosten zullen. En wat spoed de Kal mer ook make, vast staat, dat er van een invoering van het nieuwe tarief in elk geval dit jaar geen sprake kan zijn, ook al neemt men dat jaar tot Septem ber 1911. Al zulk geschrijf strekt dan ook tot niets anders, dan om kwaad vermoeden tegen het Kabinet te wekken, als zou het aan zijn Ministers geen ernst zijn, om met de sociale mataregelen door te tasteneii niets is er dat rechit geeft om hun zulk boos opzet toe te dichten. Naar recht mag men jn d'e millioenen- nota dus niet anders lezen, dan dat de sociale maatregelen zullen voor gaan, en dat alleen bijaldien het tarief meer in de schatkist bracht dan deze maat regelen aan het Rijk zullen kosten, liet overschot, dat toch niet ongebruikft be- Dat weet ik niet. Wat kan hij u dan te vragen heb ben j Ook dat weet ik niet. Gaat gij naar hem toe? Ongetwijfeld. Na veel praten en overwegen kwa men zij tot de conclusie dat het goed zou zijn eens de Bussy te raadplegen. De Kervarie nam zijn hoed en degen en begaf zich op weg. Een zonderlinge samenloopriep d!e Bussy bij het lezen van den brief, dien de Kervarie ontvangen had. iDe- zen morgen liet ook ik een order ont vangen mij om één uur bij d'e Maure pas te vervoegen. En ik om twaalf uur, merkte de Kervarie op. Misschien gaat het voor u om een zending naar Indië. i Misschien! De Kervarie verhaalde hem vervol gens wat er dien ochtend voorgevallen was en de boodschap die Raoul ontvan gen had. Toen kwam het gesprek op 't duel. Ik heb dezen morgen de getui gen van uw tegenstander gesproken, zei de de Bussy. De Novere verzoekt u twee dagen te wachten daar hij heden en morgen door een zeer dringende! Zaak verhinderd is. Alhoewel jk feem niet zeer hoogacht, weet ik toch dat hij (dapper is .en jdat ,dit verlangen dan hoeft te blijven liggen, de algeineehe kas zal kunnen stijven. En dit nu spreekt (zoo'vanzelf en ligt zoozeer in den aard der zaak, dat het zelfs In de nota niet behoefde gezegd te worden. Laat men nu .eerst eens afwachten,! wat de 'sociale wétten Tcosten zullen en op hoeveel dé opbrengst van feet ver hoogde tarief zal worden geraamd, en laat men dan spreken. Eer niet." i Vervoer van rijwielen pèr spoor. De „Arnh. Cou,rant" schrijft uit voerig over" het onlangs vefllfid en niet te gengesproken gerucht, dat er een groófiej verandering in het rijwielenvervoer zon gebracht worden. De invoering van eert nieuw algemeen tarief zal het verkeer bed Iémmeren en de verplichting om zelf voor het brengen der rijwielen naar den trein te zorgen, Zal ^evenals in Duitschland)' tot moeilijkheden [leiden, tot oponthoud en tot fooien. 'Het blad schrijft dan: j,We weten wel, dat rijwielen voor de spoorwegmaatschappijen lastige meu bels zijn. Doch daar staat tegenover, dat door het rijwiel het verkeer op groóte en vooral op kleine afstanden per spoor ge* weldiig is toegenomen, dat zeer vele rei* zen zouden achterwege blijven, zoo de reiziger geen wielrijder ware. Het fietsen lokt uit tot reizen, tot het gaan bereiken van een .of ander mooi punt, van waaf uit de omgeving kan worden „afge trapt." Ook wordt voor het rijwiel vracht betaaldj'op de Staatsspoorwegen zelfs nog al aanmerkelijk. Het eene met hot andere bezorgt de Maatschappij eene goe de recette. Daarop mag wel gelet wor den, voordat men bemoeilijkende maat regelen neem"t tegen bet rij\vieL Tegen over de lusten mogen ook de lasten staan. Wat nu voortaan van de reizigers met rijwiel in ons land gevraagd zal worden,- is een, in goe'd Nederlandsch uitgedrukt „echt vervelende geschiedenis". Men den- ke zich op een nauw, ii> de lengte uitge meten en van ondergrondsche perron- verbindingen voorzien station, als b. v* het Arnhemsche, liet geploeter van üien reiziger met rijwiel, van de dame, die e^n fiets bij jzich heeft, vóórdat het karretje „besorgt und aufgehoben" is. [Wat zul len de fooien, die aan stations toch al zoo rijkelijk vloeien, weer vermeerderd wor den en de fooikruiperigheid doen toene men. Wie ze niet geeft, en niemand is er toe gedwongen, moet zich zelf helpen, en dat moge niet al te bezwarend zijn, wan neer hij of zij alleen is, maar stel eens wat toch gebeurt dat eene familie mét kinderen op réis gaat; de ouders hebben een paar "fietsen. Men ziet het bezwaar "der rijwiel-toerende ouders, die tevens voor de kleinen hebben te zorgen. Of de kinderen hebben óók fietsen, d'e kleinen en de grooten. En allen, ouders en kinderen, seulen trap op trap af op ons woelig en nauw station door. We zouden willen vragen of er bij de ontworpen nieuwe bepalingen wel vol doende gedacht is aan het niet te ontken nen iu ,.dat de rijwielsport een bestand deel is geworden van Dijna élk gezin in Nederland. Dat men maatregelen noemt om het vervoer der rijwielen per spoor goecl te regelen, is natuurlijk opperbest,- (doch dat men een -deel dier regeling, afneemt van de besturende verkeersor- ganen, cn die legt op de schouders van het publiek, lijkt ons niet goed gezien* Kamerverkiezing Rotterdam V. Het „Hbld" meldt, dat drie vrijzinnige kiesvereeniginhen in Rotterdam V vrij zeker unaniem zullen uitkomen met den heer G. J. de Jongh, oud-directeur van gemeentewerken. Alleen het feit dat de heer De Jongh te St. Petersburg vertoeft, zoodat de correspondentie met hem over verschillende politiek vraagstukken van den dag, waaromtrent men zijn pertinente verklaring wenscht, eenigen tijd vorderen, is de oorzaak dat nog niet definitief tus- ook geen voorwendsel is om zijn angst te verbergen. Ik heb dus in uw naam dit uitstel goedgekeurd. Uitstekendantwoordde de Ker- varec. 't Is juist, wat ik verlang, nl. dat ik den tijd heb om eerst voor de toe komst van Raoul te zorgen. Ik weet niet wat de toekomst ons brengen zal, ridder, maak als hij mij noo dig heeft, kunt ge hem verzekeren dat ik hem steeds met genoegen terwille zal zijn. Ik dank u van ganscher harte, Ant woordde 'de Kervarec. "Maar sta mij toe,- u om een kleine verlichting te verzoe ken. Wat ik bezit is wel niet veel, maar toch zou ik gaarne het aan Raoul nala ten. Kent gij hier in den omtrek een ge- schikten notaris aan wien jk op kan dra gen, mijn testament op te maken? In de rue Saint Jacques woont notaris Armantaud, die naar jk hoor zich in de algemeene achting verheugt. Dank u zeer.... Van avond zal ik u, als 't u schikt, het res\iltaaji van het onderhoud met de Maurepas jnede ko men deelen. 1 Zij groetten elkaar met de buitenge wone hoffelijkheid van dien tijd, en de Kervarec "begaf frich naar {den nofaris,- terwijl de Bussy zich gereed maakte na,ar den minister te gaan. (Wx*dt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5