Gemengd Nieuws. Dan verder b.v. de verklaring, 'dat "reeds (dadelijk ide herziening van de on- derwijswetgeving, die ieder begreep 'dat het gevolg van het werk van de ineen- schakelingscommissie moest zijn, ter hand 'zal worden genomen en dat het nog steedis stiefmoederlijk bedeelde vak onderwijs mede in He eerste plaats de aandacht zal vragen. Doch hier zal men wel doen niet te veel optimisme te koesteren. Immers verder zullen bij die herziening der 'onderwijs- wetgeving de aandacht vragen „de on derwerpen, wélke met de jongste wijzi ging der Wet op het L. O. in nauw ver band staan". Het is ons vólkomen raad selachtig wat daarmede bedoeld kan zijn. Die laatste wijziging 'had, voor zoover 'wij ons herinneren kunnen, slechts ten 'doel bijzondere scholen voor U. L. O. en M,. U. L. O. geldelijk te steunen. En de aaneenschakelingscommissie heeft juist voor het Lager Onderwijs wel de minste hervormingen voorgesteld. .Wat de financiën aangaat, zal het de aandacht trekken, dat een vernoogimg van onze zeer lage en weinig drukkende suc cessiebelasting, het vorige jaar in uitzicht gesteld, thans van het programma is af gevoerd. Dit voorspelt weinig goeds voor de indirecte belastingen Het „HbkL" eindigt: „*Een openingsrede dus, die slechts ont roering baren zal omdat zij de ver zekering inüoudlt, dat de regeering wel dra een eind zal pogen te maken aan den vrijen handel in ons land, en de schat kist met bevoorrechte industriëelcn de opbrengst wil doen "deelen van een belas ting op verbruiksartikelen." 'Uit „Het Vaderland": Wat de paragraaf aangaanue onze "be trekkingen mét buitenlandsche mogendhe den aangaat, waarschijnlijk heeft de tijd ontbroken, oin"daarin, al ware het slechts met een enkel woord, melding te maken van het Belgische bezoek, dat zoo niet in gegeven, dan toch vergezeld was door ge voelens welke de „betrekkingen van Hen meest vriendschappelijken aard", die jaar lijks in de Troonrede vermeld plegen tle- worden, in hartelijkheid en warmte te !boven gaan. Met de financieele paragraaf is het dit maal eenigszins zonderling gesteld. Nog altijd eischt 's lands financieele toestand (de grootste zorg. Maar niettemin blij ven de aangewezen hoofdmiddelen om het geschokte evenwicht te herstellen, nog steeds pareeren in het land der toezeg gingen, en prijken z$j nu voor 'de derdt Snaai in dien vorm in de openingsrede. [Van de herziening van ons tarief van in voerrechten in protectionistischen zin, dóe van den aanvang af op het programma van Idit Kabinet stond, spijt ons dat niet, maar niettemin blijft de opmerking geoorloofd, idat dit weinig past in het kader eener Regeering, die om principieele redenen (dat punt op haar program plaatste. De aigemeene inkomstenbelasting, bestemd om de Bedrijfs- en de Vermogensbelas ting te vervangen, eene heffing, die als mede sedert ihet optreden dezer 'Regee- ring werd toegezegd, verkeert desgelijks nog in het land der nevelen, terwijl, waar schijnlijk wegens den langen duur van de reis, de „Kapitaalbelasting als aanvulling" tinmiddels geheel over boord schijnt ge raakt. Het Xariefontwerp echter zou, volgens [de Openingsréde van '1909 nog voor den lafloop van dat zittingsjaar het licht zien, en de inkomstenbelasting was reeds des tijds in bewerking. Vlug gaaf het aan aan het Departement van Financiën onder iden heer Kolkman niet. Intusschen erkennen wij gaarne, dat de (soberheid, dde de geheele Troonrede ken- kenmerkt, over het algemeen dieze uit- lzonde ring'daargelaten ook hare belof- tenafdeeLing karakteriseert. Moge het bereiken in dit opzicht in om gekeerde réde staan tot het toegezegde^ 'De schapenhouderij is sterk vermin derd in vele dorpen. De verdeeling der gemeenschappelijke heide velden, welke 't houden van heideschapen bemoeilijkt, de lagere wolprijzen en de mindere be hoeften aan schapenmest, door de toe passing van kunstmest, en zijn factoren', die daartoe medewerken. In den laatsten tijd' nemen de wolprijzen weer toe en Iwordt ook het houden van heischapen •weer loonendkooplieden verzekerden pns, dat er bepaald behoefte is aan schapen. Als des morgens het vee in de weide en "de schapen naar de heide zijn, 'wordt het rustiger op het (dorp. Dan begeeft ook de boer zich naar akker of weide land uIn den zomer gééft het bouwland de meeste dirukte. Eigenaardig zijn de bouwlanden van het echt Drentsch land, de esschen, oaseachtig an de heiden ge legen afgeronde plekken. Menig dorp of buurtschap heeft aan den eenen kant het bouwland van den esch, aan 'den an deren kant reeds het heideveld; en op verderen afstand langs de stroompjes, dde er breede diluviale rivierdalen [doorslin geren, welke in den alluvialen tijd met moeras- of laagveen zijn aangevuld, vindt men het grasland*, dat in smalle, groene strooken het bruine tapijt der heiden doorslingert. De dorpen liggen niet on middellijk aan de riviertjes, zooals in Noord-Brabant, maar op een afstandl van den rand Her bouwlanden. Het moeras veen langs de riviertjes biedt ook geen geschikten grond voor iden huizenbouw der dorpen; in den winter worden deze dalen, evenals in den nadiluvialen tijd algemeen het geval was, overstroomd, en herneemt hêt sedert ingekroinjj-eu! idilti mede in dien zin, dat uit de in te dienen wetten meer overtuiging en elan spréke dan uit dit staatsstuk dat ook wat beslist heid en zeggenskracht betreft, bij het inee- rendeel ziiner voorgangers ten achter blijft De „Nieuwe Courantmeent, dat de meest nuchtere zinsnede uit de Troon rede tevens de inhoudrijkste is. „De bij U ingediende wetsontwerpen, alsmede drie, 'waarvan |d:e indiening reedis vroegerls toegezegd', zullen veel van Uw tijd en ,Uwe Inspanning eischen." Er is, met an dere woorden, overvloed van werk aan den winkel. Als de Kamers willen, zul len zflj in het volgende jaar heel wat kun nen afdoen. Het zal een drukke en ver moeiende Zitting zijn met veel arbeid' zoo,- wel in de secties als in de openbare ver gaderingen. In die omstandigheden kan de aankon diging van nieuwe omvangrijke wetsont werpen als de Troonrede bevat, niet als uit practisch oogpunt belangrijk be schouwd worden. Inzonderheid geldt dit van de ouderdoms- en invaliditeits-verze- kering, welke, zoo zegt de Regeering zon der nadere tijdsbepaling, U zal bereiken. Met en benevens een ontwerp tot wijzi- gingder Ongevallenwet 1901 waarmee dan wel 'de „groote" herziening zal be doeld zijn, want van de kleine, waarvan er reeds meer <ian dertien in het dozijn gegaan zijn, ware het nauwelijks voeg zaam in een Troonrede te spreken. Na dezen uitval over Sociale verzeke ringen, waarvan het oud-liberale orgaan nog maar niets wil weten, gaat het de aangekondigde ontwerpen na, waarover het haar oordeel ten beste geeft. Op een spoedgie behandeling van de tarief herziening zal 'dat blad niet aandringen evenmin afs op de invoering der méde aaangekondigde aigemeene rijks - inkom stenbelasting, op welker zegeningen de gemeente 'sGravenhage zich opmaakt haar burgers tijdig voor te bereiden. Een stevig werkjaar, aldus het slot van Ihet artikel gaat de Tweede Kamer te gemoet. Als zij nu> wat bondigheid van stijl en kortheid van zegswijze betreft, /maar aan de Troonrede een voorbeeld ne men wil.!" Het „Nieuws van den Dag" dat zeer scherp tegen de regeering uit de hoek komt, noemt het staatsstuk, dat de Regeering ter voorlezing in handen stelde aan de Koningin „treffend on belangrijk" is. In geen jaren heeft het blad een zoo mager werkprogram on der de oogen gehad. „Let op, hoe de beloften elk jaar soberder worden en vager. Dit, en nog veel meer, is gereedelijk verklaarbaar als men aanneemt, dat dit „christelijke ministerie" in hoofdzaak een conserva tief ministerie is. Alleen vergete men niet dat ide ver opgedreven siibsidiën aan allerlei bijzondere en sectescholen op elk terrein van onderwijs de hoofdL oorzaak zijn van den zeer zorgelijken toe stand, waarin de geldmiddelen van het Rijk, volgens de verklaring van het mi nisterie zelf, thans verkeeren. Het schermen met „christelijke rechts beginselen" e.d1. is uit, dit jaar. Het is bevredigend dat de regsering niet lan den schijn tracht te redden, en in haar program geen christelijke woor.den meer geeft in plaats van christelijk-po- litieke daden die immers in het practische staatsbeleid zoo goed als on bestaanbaar zijn Op dit gev l3 de aankondiging van een (tvent) eedswetje. Maar dat zal er rocli wel een moe ten zijn in vrijzinnigen geest of wat voor verrassingen staan ons anders te wachten Eenige toelichting vereischt de aange kondigde herziening der bepaling van het Burgerl. Wetboek betreffende de verbintenis uit onrechtmatige daad. Om trent de verplichting tot schadeloosstel- viale stroombed weer zijn bijna vroe gere breedte. Typische natuurvormen zijn de esschen, zadht oploopende, lage heuvels, waar eenig leem in den bodem dazie vrucht baar maakt, terwijl de omliggende heide mèest uit schraal heidezand bestaat. De esschen zijn de oudste bouwlanden in dit gewest. Oorspronkelijk waren zij het gemeenschappelijk bezit van de neder zetting, de eigenerfde boeren van het dorp op den rand, en vonden er 'telkens afwisselende gebruiksverdeelingen plaats. Wegens het verschil in cjualiteit van den bodem en van de ligging was dit noodig. Doch de aard 'dier cultuur voor den bouw- bodem maakte het wenschelijk, dat de grond steedis in handen van denzelfden bezitter bleef. Dit gaf aanleiding tot ver deeling in vast bezit, doch zoodanig, dat ieder in elk der deelen van dien esch zijn aandeel verkreeg. Dit was aanvankelijk een meer vaste verdeeftng van het ver- bruiksrecht, dat later in eigendomsrecht overging. Daardoor Liggen op He esschen de bezittingen in akkers, alle door el kander verspreid, niet zelden zoodlanig dat bi] de bewerking van den grond of in den oogst de eene boer over het land van den ander moet om bij zijn bezit te komen Die toestand maakte, dat de boeren van het dorp op elkander aangewezen wa ren, 0111 den oogst, het zaaien enz. te beginnen. De een kon niet vóór den an der. Dat was van ouds aldus, en dewijl de bewoners van een 'dorp zich sterk een eenheid gevoelden, werd de tijd van oog sten enz. op een aigemeene vólksver gadering beslist. Met een groo'te koe hoorn werd door Jiet (dorp rond gel ling wegens onrechtmatige daad bestaan onder de geldende wet tvvee opvattin- tingen. Het engere standpunt is, dat in breuk' op de wet of op subjectief recht moet aangetoond' worden het ruimere dat vaststelling eener maatschappelijk ongeoorloofde handeling voldoende is. De Hooge Raad plaatste zich onlangs op het engere standpunt. Klaarblijke lijk wil de regeering nu de bewoondin- gen van art. 1401 B. W. wijzigen in een zin die de ►'«imere opvatting veroor looft. De zaak is, voorat met het oog op de deloyale concurrentie, bescherming van handelsmerken, enz., van belang. Graaf de la Ramce. Men heeft aan de „Nieuwe Courant" gevraagd: waarom hebben de Indische bladen nooit ont hullingen gedaan over het iiiustre gezel schap baron von König c.a., indien juist is dat men ten laatste ontwaarde welk vleeseh men in de kuip 'had. En het blad zegt naar aanleiding van die vraag: „Ja, waarom niet? Een blad, dat ab soluut onafhankelijk is, dat noch links noch reehts behoeft te zien (politiek links en rechts wordt hier niet bedoeld)... of zoo een blad ginds bestaat, daarover kan een geweldige boom worden opge zet en 'dan weet inen't nóg niet. En bij de kwestie baron von König waren zoo vee! ,,'hoogen" van verschillende hoogten betrokken en gecompromitteerd, dat „Nemen -we 'b.v. eens consuls. ,,'t Is een bekend feit, dat sommige consuls in de koloniën zich 'n soort ge zanten wanen, maar al te vaak het air aannemen van te zijn vertegenwoordigers der politieke belangen in plaats van de commercieele der mogendheden die hen benoemden. "Zij vormen gezamenlijk een „corps consulair" met de allures van een corps diplomatique, ze houden er een cloyen op na, die het woord voert bij de audiënties, begeeren afzonderlijk ontvan gen te worden, enz. Maar ze missen de diplomaten neus, die hen er voor moest behoeden om zonder voldoende informa- tiën, zich af te geven met graven en ba ronnen, pseudo of moreel aan lager wal. Vandaar dat het wel eens geschiedt, dat ze ginds een soort "trait-d'union vormen tusschen dergelijke typen en de Indische bestuurlijke hoogheden. Dat ze ten be hoeve van zulke lui met aanbevelings brieven werken, om hun bij het reizen over Java de meest mogelijke faciliteiten te bezorgen bij residenten enz. Zonder voldoende niformatiën te hebben inge wonnen omtrent him .beschermelingen, zeiden we. Want in, het hier bedoeld geval b.v. zou een enkel telegrammetje naar Berlijn, Rome o^ Parijs voldoende zijn geweest om te weten te' komen dat deze adellijke personen er al achter de tralies hadden gezeten. Den toenmaligen Jiandvoogd en den ambtenaren aan de alg. secretarie kan in deze geen blaam tref fen. Zij waren bona fide en moesten de internationale courtoisie in acht nemen. In zekeren zin zijn ze slachtoffers geweest Van de laksheid en de onbedrevenheid der zoogenaamde vertegenwoordigers van vreemde natiën, die evenveel weg hebben van diplomaten als hun respectieve groot- ïnoeders van aeroplanes. „Naar papieren van graaf en baron is nimmer gevraagd geworden. Terwijl ze toch dit weten we in een"der kof fers van Von König in Hülle und Fülle aanwezig waren. Duitsche, Itaüaansche en Fransche couranten met conterfeitsels, doopceel en verzoeken van justitie en poli tie om aanhouding, aan al deze eigen aardige documenten was een speciale kof fer gewijd. „Caïro, het werd reeds gezegd, is de hoofdzetel dezer bende. De plaats ligt op de grens van twee werelden, de Oos- jtersche en de Westersche; men kan er zuind dat er een volksvergadering, m. a. w. een „Oververgadering" zou worden gehouden. Onder de hooge eiken van dén brink kwam men tegen den avond bijeenbij slecht weer in de school. Daar werd het besluit genomen, op welken dag de oogst beginnen zou. En op die dagen verkondigde hoorngetoeter èlkien dag het uur van begin en het eindigen van den arbeid. Zoo geschiedde liet op dorpen tot nog voor korten tijd. Men gevoelde zich bij de bewerking van den esch nog eenigszins als gemeenschap pelijk bezitter, hoewel het particulier 'ei gendom hier reeds jaren bestond. Die gewoonten zijn wel verzwakt, maar ble ven toch hier en daar ten deele stand 'houden. 'De esschen, een geheel van golvend graanland, meestgewijze afgewisseld met aardappelvelden en boekweit, bieden in den oogsttijd tooneelen aan van afwis selend landelijk leven. De korenoogst, als de zeisen door het goudgele graan klinken, en de schovenbindsters in het wit gékleecl de maaiers volgen, is een mooie tijd, vol druk beweeg. Op het sein van het dorp uit gegeven, eindigen steeds de maaiers 'den atbeid, en onder druk gepraat worden tegen den avond de scho ven in hokken op het land gezet te dro gen. Met vroolijk gezang, gepraat en gelach keeren de maaiers, bindisters enz., bij de ondergaande zon huiswaarts. De koren molens, die veelal langs den rami van den esdh staan, wachten op nieuwe grond stof voor thun bedrijf. Toch is de boer veelal angstvallig, om de eerste te zijn die het jüeuwe jioren ,op jclen /nol en brengt B spoedig uitwijken. En... er komen men- söhen met „pitten", Maar geen plaats van eenige beteekenis is voor hert "heilig ge weest. „J'en ai pavé de ma peau" h- zei :Von König tot den vroeger reeds ge noemden Franschman, wiens naam we voorloopig maar zullen sparen. ,HVtais iriaïntenant, je connais les lois -de tout pays"* „Te Batavia noemde v. K. het meerma len zijn illusie, eens in de gelegenheid) te kunnen zijn niet tegen een tafeltje, maar tegen een gansche zaal te kunnen spelen. Ach, wat beteekenden die enkele lapjes van f 1000. „Kom naar "Bandoeng en Djokja mèt de races, luidde 't antwoord. Djokja, het Klondyke voor den ecarté-speler tijdens de coursedagen, met Javaansche prinsen aan 't groene laken, met suikerlords dde met tienduizenden spelen. En Djokja kreeg "z'n beurt. Hij streek er 's duivels prentenboek op de tafeltjes uit en Üe zakken der Djokjaanen kregen eenlrische aderlating. Hoogst voldaan verliet o'nze baron dan ook Java „the wonderland" om aan boord van de „Goeben" naar Europa terug te keeren. De Amerikaan was reeds eerder verrtokk :nhij moest naar"gt heette met naar Londen, een telegram had hem ge roepen. Maar feitelijk was 't Cairo. Want hij is weer ontdekt, toen hij te Suez aan boord van de „Prins Ludwig" stapte, welk schip 14 dagen vóór de „Goeben" uit Singepore was vertrokken. *En den len Mei 1909 zette hij voet aan wal te Napels. „Met uitzondering van baron Von Kö nig ih ebben de leden van'dit duistere ge- schap allen mooie levensgezellinnen". Pech. 't Gebeurde zegt de „Prov. Gron. Ct." gisteravond met den trein die om 7 uur uit Groningen naar Holland vertrekt. Het sein tot vertrek v/as gegeven, langzaam zet zich de trein in beweging, daar komt nog in allerijl een heer uit de wachtkamer vliegen, rukt een deur van het achterste rijtuig open en zet zich in den reeds in beweging zijnden trein. Met een breed vergenoegd gebaar sluit hij zich in de zachte kussens van het rijtuig, waarin toevallig? niemand plaats heeft genomen. Sneller en sneller rolt het rijtuig voort, totdat, in de nabijheid van het viaduct gekomen, de snelheid plotseling vermin dert, om dan met een ruk geheel stil te staan. Nieuwsgierig kijkt de reiziger uit het portier en ziet dat de sneltrein (zijn trein) met steeds toenemende vaart zijn reis vervolgt. De arme had in een rijtuig plaats ge nomen voor de locomotief die gebezigd wordt voor het opduwen van den trein en los achter den trein hing. Reiziger boos, keert heel langzaam naar het station terug, waar hij nog proces-verbaal op den koop toe kreeg. Goede vangst. Te Millingen is, zoo meldt de „Gelderl.", Zaterdag door schipper Heemstede, met de hand, een zalm gevangen ter zwaarte van dertig pond, die hij onmiddellijk tegen een gul den per pond verkocht heeft. De vlieger. De Schied. Ct. ver telt Zondagnamiddag omstreeks 6 uur werd boven deze gemeente gezien de vlieg machine van den bekenden aviateur, die in Rotterdam omhoog zou stijgen, Jan Olieslagers. Overal zag men weldra de menschen naar de lucht kijken en wer kelijk, men zag heel duidelijk den vlieger, men wees elkander den eigenaardigen vorm van dit toestel, zelfs waren er die Jan Olieslagers zagen zittende afstand was echter te groot om hem te her kennen. En toen men den vlieger in zijn vlieg machine had gezien, toen wist men ook Dat: zou eenigermate armoede verra den, en "die wil men niet aan den dag doen komen. Vroeger was de rogge een artikel van uitvoer van de Drentsche naar de an dere provincies. Op de graanmarkt te Groningen werd veel Drentsche rogge verhandeldde zware boerenwagens, met twee of meer paarden bespannen, 'voer de nhet graan langs de moeilijk berijd bare, inlet gehard zandwegen naar deze stad of de kleinere locale markten. "Die toestand is veranderd. Drente verbruikt meer graan dan er verbouwd wordt; de varkeusmesterij en veevoederi-ng iheeft steeds inecr ébhoefte aan buiten Landsch graan. De teelt van boekweit, welke vroe ger mede op de hoogvenen geschiedde door de z.g. veehbrandcultuur, "is sterk verminderd, en zelfs zeer gering gewor den. De graanmolenaars zijn veelal te vens handelaren in bnitenlandsch graan en meel gewofden. De gemeenschappelijke weiden in Drente, die langer bleven bestaan dan het gemeenschappelijk bezit der bouw landen, zijn zoo goed als verdwenen, en verdeeld geworden. Ook de heiden, die het Langst als gemeenschappelijk bezit der markgenocten bleven bestaan, z'ijn bijna alle verdeeld. Alleen de brinken in de dorpen bicven meestal nog gemeenschap pelijk eigendom. De dorpsstaatshuiskun- de van het gemeenschapswezen, aan dien vorm van gemeenschappelijk grondbezit nauw verbonden, heeft _plaats gemaakt voor de individualistische. Toch heeft ook deze slechts ten ideele stand gehouden. Want in de meeste dorpen heeft zich ook hier de coöperatie ontwikkeld bij produ,ctjie. .e.h consumptie,. (Coöperatieve van waar hij kwam. Zaterdagavond had hij nog in Leeuwarden gevlogenZon dagmiddag was hij daar weer opgeste gen en vloog nu naar Rotterdam na tuurlijk zou hij daar op Woudenstein neerkomen, waar de loods immers gereed stond om de machine op te bergen Jammer is het eehter, èn voor Olie slagers, èn voor het publiek, dat men was beetgenomen. Iemand had in den Mathenesserpolder een vlieger opgelaten die den vorm eener vliegmachine heeft, die vlieger stond prachtig hoog in de luchtde man heeft pleizier van zijn aardigheid gehad. Er zijn er heel wat ingeloopen. Miskend g e zag.— Een rijksveld wachter in politiek met vrouw en kennis op stap gegaan, stootte in de Hoogstraat te Rotterdam op een troep vechtende mannen, die hij onder den uitroep van „'k ben van de politie", trachtte uiteen te drijven. Daar hij echter de kenteekenen zijner waardigheid niet kon toonen stoor den de mannen zich weinig aan zijn be vel. De veldwachter in kwestie liep zelfs nog eenige slagen op, en ondekte naaf loop van den strijd, dat zijn portemonnaie met ruim f 5 gerold was. Gebroken Hulde. De Zaterdag te Breda gehouden gemeenteraadzitting onderscheidde zich o.a. ook hierdoor, dat er een zeldzaam voorkomend jubileum herdacht werd. De nestor der raadsleden, de heer F. J. M. Heylaerts, herdacht zijn 40-jarig onafgebroken lidmaatschap van den Bredaschen Gemeenteraad. Door een commissie uit den Raad afge haald, werd hij in warme bev/oordingen door den voorzitter toegesproken. "Hij noemde hem een der groote mannen van Breda en bood hem namens de mede leden een prachtige vaas aan, een nieuw product der firma Roosenburg. Aan deze vaas is een zilveren plaque gehecht met een waardeerend opschrift. Na afloop van de vergadering sttet een der Raadsleden tegen de vaas en ze was stuk. (»'s-H. Ct.") Ongelukken. De 60-jarige schildersknecht D. W. te Groningen is hedenmorgen van een dakgoot gevallen van een huis aan den Oosterweg. De man was onmiddellijk dood. Uit het „Algemeen Militair Weekblad": Met ingang van 1 September gepensi- onneerd, op verzoek, de serg. maj. adm. J. B., wegens benoeming tot Vader en Moeder in het Weeshnis te Alkmaar. Bij de manoeuvres in Saksen ls in de omstreken van Annaberg artillerie door infanterie gereden met het noodlottig gevolg, dat de luitenant Grimm van het reg. inf. no. 113 onder de wielen van een kanon verpletterd, een ander officier van hetzelfde regiment met paard en al om geworpen, zwaar gekwetst en een reser vist doodelijk gewond werden. Bij Senora de Hora Portugal is een trein van het spoor geloopen. Er zijn 100 gekwetsten. Bij Bottenmann (Stiermarken), kwa men twee expresstreinen in botsing7 personen werden gedood, 12 ernstig ge wond1. j De twee en een half-jarige A. M., te Zutfen, dronk gisterenmiddiag uit een flesch met carbol. Zij werd spoedig bij een geneesheer binnengebracht, alwaar zij onder behandeling overleed. Gevaarlijke zieken. Volgens de Popoio Roinano heeft de politie te Rome wegens de toenemende misdaden een onderzoek ingesteld in de verschil lende hospitalen aldaar en in een ervan bij de verpleegden 46 verboden messen, 10 vijlen, 14 priemen, 7 dolken en twee scheermessen in beslag genomen. De Popoio begrijpt niet hoe de zieken al dat wapentuig bij zich hebben kunnen houden. bóterfabrieken, coöperatieve dorpsveree- nigingen voor den aankoop van veevoe der en kunstmest enz., landbouwbanken tot den coöperatieven aankoop voor een, grooter gebied, diit zijn de moderne vor men van gemeenschapswezen, die in dq plaats van de oude marktgewoomen op getreden zijn. Hetgeen wij boven beschreven, geldt' voor de dorpen in ihet hart van 'Drente* in ihet echt Drentsche landschap. Maar ten oosten van Iden Hondsbrug is het Groningsche veenkolonie element over- heerschend geworden. Aan den oostrandi van dien heuvelrug houdt het karakte ristiek Drentsche landschap en 'volkska rakter op. Y.00 vindt men ook in het zui den westen en noorden gemengde toe standen. "Dm Drente in (zijn ethnische eigen aardigheden en typische natuurschoon heid te bewonderen, moét men zied naar de binnendorpen weniien. Dalen, |Em- men met de gehuchten Zuid- en Noord-» Barge, Odoorn, Borger, Drouwen, Gas-« seïte, Gieten, Eext, Anloo en Zuidlaren* zijn de [mooiste idorpën in het oosten. Ver-, der: Vries, Norg en Roden in het noor-< den, Rolde, Westerbork, Zwecloo, SI eert en Oosterebsselen in het midden, en Ha-( vette in het zuidwesten, ziedaar een reeks! van 'dorpen, die verdiénen bezocht te worn den om hun natuurschoon en Drentschej eigenaardigheden. Is de (vólle zomer ej} heerlijk, niet minder is het de |nazome< en de vroege herfst, als tonen en tintetf zoo overeenstemmen met het geheele stemmige karakter van het oude lan^ schap en "zijn bevolking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6