Het erfdeel der Malleroy's. Gemengd Nieuws. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 17 September. Uit de Pers. Het decreet over de eerste H. Communie. i In een lezenswaardig artikel zet liet V,Katholieke Volk'' uiteen van welk Igroot belang |het Idecreet der eerste B, i|Communie voor 'den werkmansstand js. 5,"De fabrieksarbeid mét lage Ioonen en ilangen arbeidsduur, de onzekerheid van IJjestaan, de aföeid der gehuwde vrouw, de kinderarbeid en -als vette woeker plant o'p Iden bodem dier sociale ellende t— liet drankmisbruik,- hebben ^óp eene brcede schare des volks een noocUottigan, leen Semoraliseerenden Invlqad uitgeoe- fend Niet slechts in <fe stéden,- maar ook, zij [het |dian in 'mindere mate,; op 't platteland, 'iwaar dia arbeiders tengevolge der in- ijdtistrieéte ontwikkeling meer en méér 1 laimbulant, reizend en trekkend, geworden 'Zijn en zoodoende eveneens, ten gomtijds önog meer,- den invloed ondergaan van de 1 sociale wanverhouding in onze dagen, 'En te midden van ziülke omgeving moet opgroeien Jiet werkmanskind! Dit kind zal meestal ihet [kwaad ken- jnen vóór Ihet 't goede heeft gelieerd De leiders in onze arbeidersbewieging, ibeter dan anderen met al deze 'droevige omstandigheden 'bekend, doen het moge lijke om deze toestanden in goeden zin te (wijzigen* en hun werk is niet te Ver- geefschw Elke stoffelijke verbetering, wel ke zij in Ihadren strijd) bevechten, heeft zooals de ervaring leert op den duur en in het 'algemeen goede (zjédelijke1 ge volgen, Zij ruimen vele hinderpalen weg, (die het hoogere leven in onzen lafbteL- jdersstand belemmeren. Maar om den tegen woo rdi gen ar beidersstand in zijn geheel nog te bren gen tot hooger peil van zedelijk leven, dat kunnen Zij niet. Hun sociaal hervormings werk moet door het toekomstig geslacht tot zijn einddoel worden gebracht. Daarom moeten alle pogingen worden laangewen-d om het kind* om de jeugd te bewerken en "te beschermen, op te voeden en te vormen. Daarvan hangt alles af voor de toe komst. Lang is dit ingezien. Veel werd en (wordt er gedaan voor "de jeugd. Qeen imiddel liet men onbeproefd om die jeugd in stoffefijken en zedelijken zin meer [weerbaar te maken voor de toekomst, [Maar dat fnid'del wijst nu de grijze Wach ter op het Vaticaan. Onze kinderen zullen in 't vervolg, zoo dra zij tot die jaren van verstand geko men zijn, mogen naderen tot (de [Tafel ides JHeeren om ziöh te sterken miet het I.Brooa'der Engelen. O! welk een rijkdom van (Zegeningen 'mogen wij hiervan verwachten. "Menig 'arbeiderskind dat anders verlo ren was gegaan, zal nu behouden blijven [voor onze Kerk, voor onzen godsdienst, Voor ons katholieke hervorrfiingswerk. Een intieme .omgang met do Volwas teen arbeiders van thans leert dit Zoo FEUILLETON. 38) XVde HOOFDSTUK Ongeveer een maand later ontving )de gravin de Malleroy een Ihofeflijk, maar Streng bevel om bij den president 'der rechtbank te komen. Na eenige oogenblikken met mevrouw jde Malleroy gespróken te hebben bleek [duidelijk zijn doel: mevrouw de Malleroy te verplichten terug te keenen tot -haar echtgenoot. De arme vrouw trachtte hem te bedui den,- dat zij ernstige redenen had, (door het verleden helaas maar al *'te zeer ge rechtvaardigd, om zich niet aan de ge- jnade van haar man en zoon over te 'leveren. Wat ge daar zegt mevrouw, is zeer [ernstig. Indien u werkelijk reden (hebt Voor uw leven te vreezen.... Ja zeker, president! Echter zullen er om op te wegen te gen de voorschriften der wet bewezen feiten noodig, zijn, en niet slechts ver- Imoedeitts. Maar hoe wilt ge, dat een vrouw, teen móeder, den moed heeft haar man, baar zoon aan te klagen - Toch is dat noodig. Indien ik zekerheid had, dat mijn (aanklacht slechts dienen zou in (deze zaak en men niet trachtte zich ervan te bedienen tegen de Malleroy en Richard... Dat kan ilc u niet beloven, mevrouw1, Ónderbrak de president haar. Indien uw man en uw zoon een misdaad bedreven' hebben, kunt u door 't bewijs te leveren Ontslagen worden van de verplichtinig bij hen te wonen, maar de justitie zal 'de Schuldigen achtervolgen en uwe vrij heid.... - Maar ik wil niet dat zij vervolgld [worden Dan moet ge u aan de wet onder werpen en tot uw echtgenoot terugkee- Zij begreep, dat hij beïnvloed was «door overtuigend. „Ja, zoo moeten velen be kennen, wij hebben het kwaad vóór het goede gekend; wij hadden ons heiligste goed, onze kinderlijke onschuld, al ver loren, toen wij voor ;t eerst Onzenlie ven Heer mochten ontvangen Met groote |blijidischap is id'an ,ook in arbeiderskringen het td'ecreèt over de Eerste Hl- tCommunie ontvangen. Daar weet en voelt men beter dan waar ook, hoe juist onze TL Vader heeft gezien, toen 'hij jdit decreet bekrachtigde. Z. H. Paus Leo XIII z. g., de „Paus der werklieden" genoemd, blijft onvergetelijk voor êlken katholieken werkman, maar niet minder idankbaaiheid Zal het iarbei- dershart vervullen jegens den grooten werkmanszoon, die thans zetelt op iden Pauselijken 'troon. P,aus Leo wees den weg naar een'e goede sociale hervorming; Vader Pius gaf aan de wijze waarop "die hervorming het best aan elk individu ten goede kan ko men Pans 'Leo leerde ons, 'hoe de hin derpalen op "den weg naar liet hoogere leven moesten worden opgeruimd, vader Pius gaat ons in dat hoogere leven bin nenleiden. De gesloten retrajte, de veelvuldige H. Communie en du weer de toelating der jeugdiger kinderen Tot de Tafel des Hee- ren, zijn schatten, die ons Toestrooinen op het woord vain Christus Stedehouder. iWij werklieden, vooral voelen ons tot groote dankbaaiheid gestemd en beseffen, dat al die wèlda[den vooral ten goede zul len komen aan onzen stand, die in bijzon dere gevaren Jeeft met bijzon-dtere moei lijkheden moet kampen, maar ook een een bijzondere rol te vervullen heeft jn het verheven werk der maatschappij r— hervorming 'in Christus". Subsidie voor zendingsscholen. Ook in onze koloniën geniet het bijzon- dier onderwijs subsidie. 'Het is niet veël "men herinnert Zich niet met name, waT er jarenlang over het subsideerein van het bijzonder onderwijs op Curasao is te doen geweest maar het is toah iets. Nu spreekt het van zelf, dat ook in de koloniën niet overal die scholen ten volle voldoen aan net model, dat voor de meer ontwikkelde centra geldt, merkt „Het Huisgezin" op. Vooral in de meer afgelegen buitenbe zittingen van onzen Oost hebben de scho len, door missionarissen gehouden, een primitief karakter, overeenkomende miet het zeer primitieve standpunt van 'bescha ving en ontwikkeling, waarop de inboor lingen daar staan. Aan de eisChen gesteld om voor subsi die in aanraking te komen, voldoen die sdholeii uiteraard niet; maar niemand zal ontkennen, da,t ze voor de intanüsche jeugd evengoed waarde hebben als de in richtingen, die op hooger peil staan en bij gevolg van onmiskenbaar maatschappe lijk belang zijn. Minister de Waal Malefijt heeft op zijn tweede Indische begrooting een post uit getrokken voor de Zendingsscholen op Halmaheira en Nieuw-Quinea. Het „Huisgezin" zegt daarvan: „Voor deze -scholen zijn de van 1895 dateerend'e regelen voor de toekenning van subsi de en buiten werking gesteld1, en is bepaald dat aan de zending, in diie stre- haar man en Richard. Moge God u vergeven, Wijnbeer, sprak zij op een minachtend medelijden den toon, die den rechter meer krenkte dan welk verwijt ook. Zij boog en vertrok zonder verder een woord te spreken. Twee dagen later ontving 'de graaf een machtiging om zijn vrouw, desnoods met geweld, uit het klooster te voeren. Het was echter voor dien dag reeds te laat. Niettegenstaande de vreugde over 'deze miachtiging was 'de graaf somber ge stemd. Wat mankeert u toch vader, vroeg Richard, gij zijt (spmlber treurig als waart ge veroordeeld. Ik weet niet wat het is, antwoordde de graaf, ik gevoel me niet wel.... Gelooft ge aan voorgevoelens Komzei de Richar d m et een ge zicht, waarop men lezen kón dat hij aan niets geloofde. Nauwelijks was den volgeh'den dag de ,zon boven den horizon gestegen' of Richard liet door enkele bedieniden het klooster omsingelen en klopte aan. Een' zuster verscheen voor het raster. Hij vroeg om (Je abdis, die spoedig kwam, Hij stelde haar het gerechtelijk1 bevel ter hand, -dat gravin de Malleroy 'beval zich 'onmiddellijk ten huize van haar man Te vervoegen. Uw moeder is op een' plaats waar de menschelijke gerechtigheid niets ver mag. Wat wilt u zeggen Zij is vannacht gestorven Dat is onmogelijk, riep hij. Dood!.. Zoo plotseling, en juist op 't oogenblik' dat.... Het is een list waaraan ik zal ontgaan. Ik wil de gravin zien. Goed... In jdie kerk kunt gij haar zien in haar lijkkist. God zij mét u, [mijn zoon. Als in verscheidene kloosters was [de kerk in twee deelen verdeeld, het eene voor de geloovigen en het ahdere dóór een fijn traliewerk er van gescheide(n, voor de kloosterzusters. Richard ging het klooster uit, en tra'd de kerk binnen. Aan de binnenzijde van'het traliewerk, m.aar toch dicht bij de helft jder gelop- ken drie vierden, van de feitelijke onder wijskosten zal worden vergoed. Deze maatregel zal, veronderstellen wij, algemeen worden toegejuicht. .Vooral indien het begrip „feitelijke on derwijskosten"- niet al te benepen wordt De scholen op idie afgelegen eilandien zullen wat sohoolbouw, schoolmeiibelen en schoolmid'delen betreft weinig kost baar zijndte voornaamste uitgaaf is, wat de katholiek^ zending aangaat, het levens onderhoud der paters, broeders en (zus ters, die zich aan het onderricht der in- landische jeugd wijden. Indien, zooals billijk is, dit levensonder houd tot de „feitelijke onderwijskosten," wordt gerekend, zal de subsidie inderdaad iets beteekenen. Verwacht mag worden dat de minister van Koloniën het zoo verstaat, en dat op deze wijs aan de zending een kleine tegemoetkoming zal worden gegeven in hetgeen zij in „grooter Nederland" be halve voor den godsdienst, voor de be schaving en voor den Nederlandschen naam lofwaardigs verricht". Kustverdediging. In een artikel over het bekende voor stel inzake de .kustverdediging, conclu deert „H et Nieuws van den Dag". „Het schijnt ons toe, dat de groote uitgave van 25 miillioen voor de verbete ring en den aanbouw der forten niet ge motiveerd is. Ja, dat ze schade zou doen, omdat de ervaring maar al te zeer leert, dat, als zulke groote sommen worden besteed voor de doode weermiddel-en, de iToog noodige verbetering van de mobiele levende strijdkrachten daaronder lijdt. De voorgestelde aanschaffing van nog twee onderzeebooten en van de versper- mijnen verdient alleszins toejuiching. "Nu elke inlichting 'dli en aangaande ontbreekt, mag de vraag worden gesteld of men in die richting zelfs wel ver gëhoeg gaat: het maakt wel eens den indruk of men in mili taire kringen wat laag neerziet op die zoo genaamde „kleine middelen". Velen 'zijn reeds van de meening, dat, voor ons "land en gelet op'den toestand' van de vaarwa ters en de kusten, de waarde van die zoo genaamde „kleine middelen" niethoog genoeg geschat kunnen worden. iWat gebleken is bij de laatste vloot-manoeu- vres geeft hun die zoo denken geen on gelijk. Ook de versterking van 'de torpedoot- flotille verdient toejuiching; maar minder gunstig moet het oordeel luiden over den aanbouw der paiïtserbooten. Het is niet recht duidelijk of men van die booten veel nut zal 'hebben: en óf het niet meer aan beveling verdient, het geld, dat voor pantserbooten wordt gevraagd, te beste den tot aanschaffing van nog meer torpe do- en onderzeebooten". Het blad - besluit zijn beschouwingen met een protest naar twee [zijden, nl, voor eerst tegen degenen, idle van. m'eenlng zijn, dat wïj liiets moeten doen, [maar oo*k tegen de niet minder af te keuren richting, die redeneert, dat wij slechts hebben aan te nemen wat |de deskundigen voorsTellen. Kunnen die deskundigen zich niet ver gissen Is Ihun geleidelijke vorming er [niet naar, dat zij zich „blind staren" in een bepaal de richting?. Daarenboven: 'tegenover die deskundi- vigen stond een geopende lijkkist. Richard herkende de persoon, die er in lag als zijn moederer was geen ver gissing mogelijk. Hoe verhard en godde loos hij ook was, sidderde Richard. Haar onbewogen, bleek en verstijfd gelaat ïiiaakte een zonderlingen indruk op hem. Het sombere en plechtige van de kerk, de doodsche stilte rondom' hem, en de eenzaamheid waarin hij zich bevond, boezemden hem een vage schrik in. Kom', kom, zeide hij, laat jk piet onder den indruk komen. Ik' moet mijn- vader gaan waarschuwen -en beraadsla gen met hem, wat ons bij deze onvoor ziene gebeurtenis te doen staat. Naar huis terugkeerende overdacht hij, hoe deze plotselinge dood jammerlijk de plannen van den graaf kwam te niet doen. Ik vertrouw het niets. Ik zal de kerk doen bewaken, Mijn vader moet het lijk opeischen, onder voorwendsel het te Ronceval te doen begraven, naast haar vader. Terwijl hij zich naar de kamer van den graaf begaf, kwam hem weer het bleeke, kalme gelaat van den doode voor oogen. Hij overdacht, dat deze vrouw zijne moeder was, hoe zij hem verzorgd en geliefdkoosd had -en hem met liefde bad overladen. Te middén van deze overpeinzingen kwam' hij aan de kamer van zijn vader. De kamerdienaar opende op zijn klop pen. De graaf is bij baron de Canisy, antwoordde hij hém op Zijn vraag. Van mórgen is de baron woédend gewor den, omdat zijn vrouw er niet was. Daar ihij zoo hard schreeuwde, is de graaf naar hein' toegegaan om hem te .kalmee- ren en te doen zwijgen. Waar is mevrouw de Canisy dan Dat weet ik niet, (mijnheermen heeft haar reeds overal gezocht. Ik ih'ajd den graaf willen vergezellen, omldat mijn heer de Canisy zoo woedend was, maar hij verbood het mij en1 gaf mij las(T. zelfs niémand in dein gang toe te laten, m|aar dit verbo'd geldt natuurlijk niet Voor iu. Mijn Zuster zal waarschijnlijk in ihet klooster zijn bij de gra,vin, dacht £ichard, terwijl hij ^iqh p&ar dg yertrejk;- gen, die over bet voorgestelde andiers «dén ken. Protestantisme". Hebben wij over het jammerlijk gedoe der Evangelische Maatschappij reeds ge meld, wat het „Huisgezin" ervan schreef in hét (A. R. „Friesch Dagblad"* treffen wij nog Ihet volgende aan „Dat is óók.... „protestantisme"! De „Evangelische Maatschappij", die te Wageningen 'bijeenkwam, liet daar o. m. ook een gewezen roomsch priester juit Frankrijk spreken. Deze man deelde mede, dat in dien laat- sten tijd niet minder dan 1500 [priesters hun dienst verlaten hebben. Men vond dat heerlijk. Maar die menschen konden nu, geen protestants che predikanten worden, zei "de spréker. Daar moést men van 'jongsaf in „opgebracht" Zijn. [Hm! dat vohd de vergadering ook. De spreker wilde daarom sommigen hunner opleiden ,en uitzenden jn groote zalen, schouwburgen desnoods, om erTe verkondigenwat?.... Dat Ghristus in de wereld gekomen ïs om zondaren zalig te maken,?, Neen, -dat niet. Dat is te ou-tferwetsch. Neen om er te verkondigen; a. dje vrijheid van gedachte. b. de gelijkheid voor God. c. de broederschap der mensóhheid. Dat vojid die Evangelische Maatschap heerlijk. En om dit modern gedoe 'te be vorderen, zou ze 7n subsidie geven! Öok dat is protestantisme"... Ja, waar Calvijm z'n scherpste wapenen tegen zou gekeerd hebben."- Invaliditeitswet. De (A. R.) „Hilver- en Vechtbo- d e schrijft hierover Cijfers blijven toch maar hoogst leer zaam. Getallen bewijzen dikwijls meer dan argumenten. Zoo zijn de getallen, die ons de statistiek over de Duitsche invali- diteits-verzekering geeft, een zeer sterk pleidooi voor invaliditeits-verzekering. Volgens deze statistiek ontvingen van de 1000 personen invalidenrente op de volgende leeftijden: 1906 1907 1908 20—29 jaren 70 74 72 30—39 85 '95 95 40—49 122 126 124 50—59 "255 233 230 60—69 385 366 371 70 en meer 'j. 83 106 109 Uit dit lijst blijkt, dat er öp de 1000 invaliden, vóór het 50ste jaar 291 waren dat is meer dan 1/4 deel, vóór het 60ste jaar 521, dat is meer -dan de helft en voor ■het 70ste jaar 892, dat is bijna 9/10 deel. De noodzakelijkheid van invali-diteifcs- zekering is bijna nog grooter dan die van ouderdomsverzekering. Een snuggere bol! 1"Voor een paar idagen had te Haaften op het kantoor een leuk geval plaats. Iemand had iets te ontvangen en moest daarvoor op'het kan toor zijn ihandteekening plaatsen, daar 'hij het anders niet kon krijgen. Onze vriend begaf zioh naar de plaats, waar hij het moest oiftvangen; hij kon dat krijgen, werd er geantwoord, teeken dat .stuk maar ken van de Canisy aan het einde vaat den langen gang gebracht. Toen hij nog enkele passen van 'de kamer van den baron verwijderd was, hoorde hij reeds hoe deze zong, met die vreemde intonatie's, (die een gek eigen zijn, terwijl hij telkens van het eene lied op het andere overging. De kamer van den baron had men, een aanval van woedende krankzinnig heid voorziende, in twee deelen ver deeld. Een sterk [ijzer traliewerk vormde de afscheiding terwijl de deur die jn 't midden ervan aangebracht was, ,aan een zijde slechts geopend of gesloten kon worden, om de Canisy zonder uit het gezicht te verliezen ,te kunnen pa sluiten. Toen Richard binnenkwam', trof hem een afzichtelijk schouwspel. Overdekt met flarden, die eens zijn kleeding gevormd hadden, verwarde ha ren en verwilderde oogen, hield de Ca nisy een koord in zijn hand, dat in een strik eindigde, dien hij rondom den hals van de Malleroy geworpen had. Hij had hem <de handen op de rug bonden, terwijl -een koord dat hij hem; om de enkels gebonden had, het hem slechts mogelijk maakte, springend voor waarts te gaan. Hij was door den gek tot zijn middel ontkleed, behalve een lap dien hij hem als sjerp omgehangen had. In -de eene hand hield Canisy het koord dat om den hals van 'die Malleroy bevestigd was, terwijl hij met de an dere den sabel van den graaf, dien- hij voor een penseel aanzag, hanteerde, zoo dat het bloed langs de Malleroy's rug en schouders droop. Van tijd tot tijd trachtte de graaf te ontkomen, maar dan trok de Canisy met geweld aan het koord en werd het ge laat van den halfgeworgden graaf, blauwachtig rood. Toen hij dit alles aanschouwde, was Richard's eerste beweging te vluchten, om1 te ontkomen aan de bedreigingen en verwenschingen van de Canisy, wiejn's Woede verdubbeld was op het zien van Richard. Help Richard ,help, riep de graaf. Deze wanhopige uitroep deed Richard nader treden tot het hek dat hem van zijn vader, en, dé Canisy scheidde. .De en men wees tevens met clen vinger aan* waar hij zijn handteekening moest stellen. Nu begon hij te mopperen dit e ndat, hij kon slecht schrijven, enz. "Nu, zegt iae ambtenaar, je kunt toch je (handteekening wel zetten, doe het maar. zoo goéd als je kunt. [Nu dat kon ti;i| wet en zou hij het (dan maar (doen. De ambtenaar ging aan zïj'n werk en onze vriend aan het teekenen, jToen dat zoo wat eenlcwartier geduurd had, keek de ambtenaar eens even en vroeg waarom het zoolang duurde en jawel, onze vriend was aan het teekenen, had al heel nietjes, zijn hand met vier vingers en een duim er aan geteekend. Wat doe je hou? vroeg'de ambtenaar Wel zei de hij met een gezicht van [62i/<j c.M. lang, ik moét' Toch imijh hand tee kenen. De$!,mbtena[a;r fhield zich goed en be dwong zidh om niet in een (schaterlach uit te barsten en maakte hem nog eens duidelijk wat hij schrijven moest en, zei letter voor letter voor. Nu ging het enklaar was de Zaak, De maagd [van Amsterdam.. 1-^ Een „verbeterd bericht" is nooit pange naam voor een dagblad, maar dezen keer is het toch te aardig, om er niet eenige re gels aan te besteden, zoo (schrijft het „Hbl." De ETam wordt electrisch verlicht, deel den we jn het Avondblad mede, en vier, booglampen zullen worden opgehangen aan de opstijgpalen van de tram Maar dat zou de bereekning van ons gemeentebestuur niet toelaetn. Natuurlijk als de Amsterdammers eenmaal den Dam electrisch verlicht hebben gezien, dan zoh er een storm vna verontwaardiging op gaan, als men de lampen ,wéer zou in nemen.... Want het schijnt nu eenmaal in den Raad der Goden besloten, dat de Dam ni-t behoorlijk verlicht mag worden vóór de „Damplannen" zijn uitgevoerd.; Een schitterend denkbeeld is toen ge rezen in het brein van ëén onzer P. W.- pmbtenaren. Was daar niet het stand beeld der Eendracht, het gedenkteeken aan den strijd met de Belgen, gekroond door de éénarmige Maagd, waar nie mand weet, wat er mee aan te vangen? En heeft niet Mr. van Iden ,Bergh ver klaard, dat hij ernstig overweegt, 0111 het nog on'der znïj wethoudierlijk bewind een „andere bestemming" te verzekeren? "Aldus overwegende, dat deze sta-in- den-weg zeker zal Verdwijnen, en zielfs binnen koretjn tijd, heeft onze ambtenaar besloten, om het veelgesmade standbeeld als den drager des lichts te beschouwen voor den komenden feestavond. En zoo heeft onze Maagd het gisteren avond moeten aanzien, dat aan haar voet in den steenklomp, een viertal ijzeren ha- -ken werden geslagen, waaraan straks de lichtballen zdllen worden oj>geheschen.... Zelfs Brakensiek was op zoohi il-lumi- neus denkbeeld niét gekomen! Had onze wethouder nu deze smaa'd niet aan de Maagd van Amsterdam kunnen bespa ren? Dien stb'o d eve rd wenen Door ihaar patroon ';H. B. J. ,T. N. wonende Gedempte Slaak te Rotterdam, wordt de opsporing verzocht van de 22-jarige 'dienstbode M. G. van W., die naar Den Haag is vertrokken, 'doch sedert niet is teruggekeerd. ze laatste plaatste zich oogenblikkelijk voor de deur, gereed hem te doorsteken' met zijn degen als hij binnentrad. Richard aarzelde het hek te openen. Hij was laf en de woed-e van de Ca nisy was werkelijk schrikaanjagend. Red mij, Richard... mompelde |de Malleroy. O. Ben je dan werkelijk een lafaard, zooals mij zoo dikwijls gezegd is liet hij er op volgen ,toen hij de aar zeling van Richard zag. Op deze wanhopige kreet vatte Ri chard de sleutel. Canisy stak 'zijn de gen door het traliewerk en trof hem] licht aan den schouder. Richard vlucht te ijlings weg, Ik ga hulp halen, vader, riep hij. Vervloekte lafaard ,die toeziet hoe zijn vader vermoord wordt, riep de graaf verpletterd door dezen laagsten slog. Teleurgesteld tloor de vlucht van Ri chard koelde de Canisy zijn woede op den ongelukkigen de Malleroy. Toen Richard met verscheidene be dienden terugkeerde, lag de Malleroy onbeweeglijk op den grond. De Canisy naast hem neergehurkt, sprak op effen sleependen toon alsof hij hem een ver haal vertelde. Terwijl een der bedienden met den ar me krankzinnige sprak, drongen de an- ter het traliewerk binnen. Hjj stortte zich op hen. Maar men wierp hem een grooten linnen doek over het hoofd omj hem alle beweging onmogelijk te maken. Ondanks zijn heftigen weerstand was hij spoedig overmeesterd en gebonden. Men legde hem op zijn bed waarbij twee der bedienden de wacht bleven houden, terwijl anderen he.en snelden', om den geneesheer en de baronesse de Canisy te gaan halen. Graaf de Malleroy werd naar zijn ka mer gebracht. Hij stierf eenige minu ten later, zonder iets anders gesproken' te hebben dan enkele woorden, die hij voortdurend op somberen, beangstigen1- genden toon apndc: Een lafaard.... Gold is rechtvaar* dig. God is rechtvaardig. EINDE VAN HET EERSTE DEEIV' (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 9