Het erfdeel der Malleroy's.
Gemengd Nieuws.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 17 September.
Uit de Pers.
Het decreet over de eerste
H. Communie.
i In een lezenswaardig artikel zet liet
V,Katholieke Volk'' uiteen van welk
Igroot belang |het Idecreet der eerste B,
i|Communie voor 'den werkmansstand js.
5,"De fabrieksarbeid mét lage Ioonen en
ilangen arbeidsduur, de onzekerheid van
IJjestaan, de aföeid der gehuwde vrouw,
de kinderarbeid en -als vette woeker
plant o'p Iden bodem dier sociale ellende
t— liet drankmisbruik,- hebben ^óp eene
brcede schare des volks een noocUottigan,
leen Semoraliseerenden Invlqad uitgeoe-
fend
Niet slechts in <fe stéden,- maar ook, zij
[het |dian in 'mindere mate,; op 't platteland,
'iwaar dia arbeiders tengevolge der in-
ijdtistrieéte ontwikkeling meer en méér
1 laimbulant, reizend en trekkend, geworden
'Zijn en zoodoende eveneens, ten gomtijds
önog meer,- den invloed ondergaan van de
1 sociale wanverhouding in onze dagen,
'En te midden van ziülke omgeving moet
opgroeien Jiet werkmanskind!
Dit kind zal meestal ihet [kwaad ken-
jnen vóór Ihet 't goede heeft gelieerd
De leiders in onze arbeidersbewieging,
ibeter dan anderen met al deze 'droevige
omstandigheden 'bekend, doen het moge
lijke om deze toestanden in goeden zin te
(wijzigen* en hun werk is niet te Ver-
geefschw Elke stoffelijke verbetering, wel
ke zij in Ihadren strijd) bevechten, heeft
zooals de ervaring leert op den duur
en in het 'algemeen goede (zjédelijke1 ge
volgen, Zij ruimen vele hinderpalen weg,
(die het hoogere leven in onzen lafbteL-
jdersstand belemmeren.
Maar om den tegen woo rdi gen ar
beidersstand in zijn geheel nog te bren
gen tot hooger peil van zedelijk leven, dat
kunnen Zij niet. Hun sociaal hervormings
werk moet door het toekomstig geslacht
tot zijn einddoel worden gebracht.
Daarom moeten alle pogingen worden
laangewen-d om het kind* om de jeugd te
bewerken en "te beschermen, op te voeden
en te vormen.
Daarvan hangt alles af voor de toe
komst.
Lang is dit ingezien. Veel werd en
(wordt er gedaan voor "de jeugd. Qeen
imiddel liet men onbeproefd om die jeugd
in stoffefijken en zedelijken zin meer
[weerbaar te maken voor de toekomst,
[Maar dat fnid'del wijst nu de grijze Wach
ter op het Vaticaan.
Onze kinderen zullen in 't vervolg, zoo
dra zij tot die jaren van verstand geko
men zijn, mogen naderen tot (de [Tafel
ides JHeeren om ziöh te sterken miet het
I.Brooa'der Engelen.
O! welk een rijkdom van (Zegeningen
'mogen wij hiervan verwachten.
"Menig 'arbeiderskind dat anders verlo
ren was gegaan, zal nu behouden blijven
[voor onze Kerk, voor onzen godsdienst,
Voor ons katholieke hervorrfiingswerk.
Een intieme .omgang met do Volwas
teen arbeiders van thans leert dit Zoo
FEUILLETON.
38)
XVde HOOFDSTUK
Ongeveer een maand later ontving )de
gravin de Malleroy een Ihofeflijk, maar
Streng bevel om bij den president 'der
rechtbank te komen.
Na eenige oogenblikken met mevrouw
jde Malleroy gespróken te hebben bleek
[duidelijk zijn doel: mevrouw de Malleroy
te verplichten terug te keenen tot -haar
echtgenoot.
De arme vrouw trachtte hem te bedui
den,- dat zij ernstige redenen had, (door
het verleden helaas maar al *'te zeer ge
rechtvaardigd, om zich niet aan de ge-
jnade van haar man en zoon over te
'leveren.
Wat ge daar zegt mevrouw, is zeer
[ernstig. Indien u werkelijk reden (hebt
Voor uw leven te vreezen....
Ja zeker, president!
Echter zullen er om op te wegen te
gen de voorschriften der wet bewezen
feiten noodig, zijn, en niet slechts ver-
Imoedeitts.
Maar hoe wilt ge, dat een vrouw,
teen móeder, den moed heeft haar man,
baar zoon aan te klagen
- Toch is dat noodig.
Indien ik zekerheid had, dat mijn
(aanklacht slechts dienen zou in (deze
zaak en men niet trachtte zich ervan te
bedienen tegen de Malleroy en Richard...
Dat kan ilc u niet beloven, mevrouw1,
Ónderbrak de president haar. Indien uw
man en uw zoon een misdaad bedreven'
hebben, kunt u door 't bewijs te leveren
Ontslagen worden van de verplichtinig
bij hen te wonen, maar de justitie zal 'de
Schuldigen achtervolgen en uwe vrij
heid.... -
Maar ik wil niet dat zij vervolgld
[worden
Dan moet ge u aan de wet onder
werpen en tot uw echtgenoot terugkee-
Zij begreep, dat hij beïnvloed was «door
overtuigend. „Ja, zoo moeten velen be
kennen, wij hebben het kwaad vóór het
goede gekend; wij hadden ons heiligste
goed, onze kinderlijke onschuld, al ver
loren, toen wij voor ;t eerst Onzenlie
ven Heer mochten ontvangen
Met groote |blijidischap is id'an ,ook in
arbeiderskringen het td'ecreèt over de
Eerste Hl- tCommunie ontvangen. Daar
weet en voelt men beter dan waar ook,
hoe juist onze TL Vader heeft gezien,
toen 'hij jdit decreet bekrachtigde.
Z. H. Paus Leo XIII z. g., de „Paus der
werklieden" genoemd, blijft onvergetelijk
voor êlken katholieken werkman, maar
niet minder idankbaaiheid Zal het iarbei-
dershart vervullen jegens den grooten
werkmanszoon, die thans zetelt op iden
Pauselijken 'troon.
P,aus Leo wees den weg naar een'e
goede sociale hervorming; Vader Pius gaf
aan de wijze waarop "die hervorming het
best aan elk individu ten goede kan ko
men Pans 'Leo leerde ons, 'hoe de hin
derpalen op "den weg naar liet hoogere
leven moesten worden opgeruimd, vader
Pius gaat ons in dat hoogere leven bin
nenleiden.
De gesloten retrajte, de veelvuldige H.
Communie en du weer de toelating der
jeugdiger kinderen Tot de Tafel des Hee-
ren, zijn schatten, die ons Toestrooinen op
het woord vain Christus Stedehouder.
iWij werklieden, vooral voelen ons tot
groote dankbaaiheid gestemd en beseffen,
dat al die wèlda[den vooral ten goede zul
len komen aan onzen stand, die in bijzon
dere gevaren Jeeft met bijzon-dtere moei
lijkheden moet kampen, maar ook een
een bijzondere rol te vervullen heeft jn
het verheven werk der maatschappij r—
hervorming 'in Christus".
Subsidie voor zendingsscholen.
Ook in onze koloniën geniet het bijzon-
dier onderwijs subsidie.
'Het is niet veël "men herinnert Zich
niet met name, waT er jarenlang over het
subsideerein van het bijzonder onderwijs
op Curasao is te doen geweest maar
het is toah iets.
Nu spreekt het van zelf, dat ook in de
koloniën niet overal die scholen ten volle
voldoen aan net model, dat voor de meer
ontwikkelde centra geldt, merkt „Het
Huisgezin" op.
Vooral in de meer afgelegen buitenbe
zittingen van onzen Oost hebben de scho
len, door missionarissen gehouden, een
primitief karakter, overeenkomende miet
het zeer primitieve standpunt van 'bescha
ving en ontwikkeling, waarop de inboor
lingen daar staan.
Aan de eisChen gesteld om voor subsi
die in aanraking te komen, voldoen die
sdholeii uiteraard niet; maar niemand zal
ontkennen, da,t ze voor de intanüsche
jeugd evengoed waarde hebben als de in
richtingen, die op hooger peil staan en bij
gevolg van onmiskenbaar maatschappe
lijk belang zijn.
Minister de Waal Malefijt heeft op zijn
tweede Indische begrooting een post uit
getrokken voor de Zendingsscholen op
Halmaheira en Nieuw-Quinea.
Het „Huisgezin" zegt daarvan:
„Voor deze -scholen zijn de van 1895
dateerend'e regelen voor de toekenning
van subsi de en buiten werking gesteld1, en
is bepaald dat aan de zending, in diie stre-
haar man en Richard.
Moge God u vergeven, Wijnbeer,
sprak zij op een minachtend medelijden
den toon, die den rechter meer krenkte
dan welk verwijt ook.
Zij boog en vertrok zonder verder een
woord te spreken.
Twee dagen later ontving 'de graaf
een machtiging om zijn vrouw, desnoods
met geweld, uit het klooster te voeren.
Het was echter voor dien dag reeds te
laat.
Niettegenstaande de vreugde over 'deze
miachtiging was 'de graaf somber ge
stemd.
Wat mankeert u toch vader, vroeg
Richard, gij zijt (spmlber treurig als
waart ge veroordeeld.
Ik weet niet wat het is, antwoordde
de graaf, ik gevoel me niet wel.... Gelooft
ge aan voorgevoelens
Komzei de Richar d m et een ge
zicht, waarop men lezen kón dat hij aan
niets geloofde.
Nauwelijks was den volgeh'den dag
de ,zon boven den horizon gestegen' of
Richard liet door enkele bedieniden het
klooster omsingelen en klopte aan. Een'
zuster verscheen voor het raster. Hij
vroeg om (Je abdis, die spoedig kwam,
Hij stelde haar het gerechtelijk1 bevel ter
hand, -dat gravin de Malleroy 'beval zich
'onmiddellijk ten huize van haar man Te
vervoegen.
Uw moeder is op een' plaats waar
de menschelijke gerechtigheid niets ver
mag.
Wat wilt u zeggen
Zij is vannacht gestorven
Dat is onmogelijk, riep hij. Dood!..
Zoo plotseling, en juist op 't oogenblik'
dat.... Het is een list waaraan ik zal
ontgaan. Ik wil de gravin zien.
Goed... In jdie kerk kunt gij haar
zien in haar lijkkist. God zij mét
u, [mijn zoon.
Als in verscheidene kloosters was [de
kerk in twee deelen verdeeld, het eene
voor de geloovigen en het ahdere dóór
een fijn traliewerk er van gescheide(n,
voor de kloosterzusters.
Richard ging het klooster uit, en tra'd
de kerk binnen.
Aan de binnenzijde van'het traliewerk,
m.aar toch dicht bij de helft jder gelop-
ken drie vierden, van de feitelijke onder
wijskosten zal worden vergoed.
Deze maatregel zal, veronderstellen wij,
algemeen worden toegejuicht.
.Vooral indien het begrip „feitelijke on
derwijskosten"- niet al te benepen wordt
De scholen op idie afgelegen eilandien
zullen wat sohoolbouw, schoolmeiibelen
en schoolmid'delen betreft weinig kost
baar zijndte voornaamste uitgaaf is, wat
de katholiek^ zending aangaat, het levens
onderhoud der paters, broeders en (zus
ters, die zich aan het onderricht der in-
landische jeugd wijden.
Indien, zooals billijk is, dit levensonder
houd tot de „feitelijke onderwijskosten,"
wordt gerekend, zal de subsidie inderdaad
iets beteekenen.
Verwacht mag worden dat de minister
van Koloniën het zoo verstaat, en dat
op deze wijs aan de zending een kleine
tegemoetkoming zal worden gegeven in
hetgeen zij in „grooter Nederland" be
halve voor den godsdienst, voor de be
schaving en voor den Nederlandschen
naam lofwaardigs verricht".
Kustverdediging.
In een artikel over het bekende voor
stel inzake de .kustverdediging, conclu
deert „H et Nieuws van den Dag".
„Het schijnt ons toe, dat de groote
uitgave van 25 miillioen voor de verbete
ring en den aanbouw der forten niet ge
motiveerd is. Ja, dat ze schade zou doen,
omdat de ervaring maar al te zeer leert,
dat, als zulke groote sommen worden
besteed voor de doode weermiddel-en, de
iToog noodige verbetering van de mobiele
levende strijdkrachten daaronder lijdt.
De voorgestelde aanschaffing van nog
twee onderzeebooten en van de versper-
mijnen verdient alleszins toejuiching. "Nu
elke inlichting 'dli en aangaande ontbreekt,
mag de vraag worden gesteld of men in
die richting zelfs wel ver gëhoeg gaat: het
maakt wel eens den indruk of men in mili
taire kringen wat laag neerziet op die zoo
genaamde „kleine middelen". Velen 'zijn
reeds van de meening, dat, voor ons "land
en gelet op'den toestand' van de vaarwa
ters en de kusten, de waarde van die zoo
genaamde „kleine middelen" niethoog
genoeg geschat kunnen worden. iWat
gebleken is bij de laatste vloot-manoeu-
vres geeft hun die zoo denken geen on
gelijk.
Ook de versterking van 'de torpedoot-
flotille verdient toejuiching; maar minder
gunstig moet het oordeel luiden over den
aanbouw der paiïtserbooten. Het is niet
recht duidelijk of men van die booten veel
nut zal 'hebben: en óf het niet meer aan
beveling verdient, het geld, dat voor
pantserbooten wordt gevraagd, te beste
den tot aanschaffing van nog meer torpe
do- en onderzeebooten".
Het blad - besluit zijn beschouwingen
met een protest naar twee [zijden, nl, voor
eerst tegen degenen, idle van. m'eenlng zijn,
dat wïj liiets moeten doen, [maar oo*k tegen
de niet minder af te keuren richting, die
redeneert, dat wij slechts hebben aan te
nemen wat |de deskundigen voorsTellen.
Kunnen die deskundigen zich niet ver
gissen
Is Ihun geleidelijke vorming er [niet naar,
dat zij zich „blind staren" in een bepaal
de richting?.
Daarenboven: 'tegenover die deskundi-
vigen stond een geopende lijkkist.
Richard herkende de persoon, die er
in lag als zijn moederer was geen ver
gissing mogelijk. Hoe verhard en godde
loos hij ook was, sidderde Richard. Haar
onbewogen, bleek en verstijfd gelaat
ïiiaakte een zonderlingen indruk op hem.
Het sombere en plechtige van de kerk,
de doodsche stilte rondom' hem, en
de eenzaamheid waarin hij zich bevond,
boezemden hem een vage schrik in.
Kom', kom, zeide hij, laat jk piet
onder den indruk komen. Ik' moet mijn-
vader gaan waarschuwen -en beraadsla
gen met hem, wat ons bij deze onvoor
ziene gebeurtenis te doen staat.
Naar huis terugkeerende overdacht hij,
hoe deze plotselinge dood jammerlijk de
plannen van den graaf kwam te niet
doen.
Ik vertrouw het niets. Ik zal de
kerk doen bewaken, Mijn vader moet
het lijk opeischen, onder voorwendsel
het te Ronceval te doen begraven, naast
haar vader.
Terwijl hij zich naar de kamer van den
graaf begaf, kwam hem weer het bleeke,
kalme gelaat van den doode voor oogen.
Hij overdacht, dat deze vrouw zijne
moeder was, hoe zij hem verzorgd en
geliefdkoosd had -en hem met liefde bad
overladen.
Te middén van deze overpeinzingen
kwam' hij aan de kamer van zijn vader.
De kamerdienaar opende op zijn klop
pen.
De graaf is bij baron de Canisy,
antwoordde hij hém op Zijn vraag. Van
mórgen is de baron woédend gewor
den, omdat zijn vrouw er niet was. Daar
ihij zoo hard schreeuwde, is de graaf
naar hein' toegegaan om hem te .kalmee-
ren en te doen zwijgen.
Waar is mevrouw de Canisy dan
Dat weet ik niet, (mijnheermen
heeft haar reeds overal gezocht. Ik ih'ajd
den graaf willen vergezellen, omldat mijn
heer de Canisy zoo woedend was, maar
hij verbood het mij en1 gaf mij las(T.
zelfs niémand in dein gang toe te laten,
m|aar dit verbo'd geldt natuurlijk niet
Voor iu.
Mijn Zuster zal waarschijnlijk in
ihet klooster zijn bij de gra,vin, dacht
£ichard, terwijl hij ^iqh p&ar dg yertrejk;-
gen, die over bet voorgestelde andiers «dén
ken.
Protestantisme".
Hebben wij over het jammerlijk gedoe
der Evangelische Maatschappij reeds ge
meld, wat het „Huisgezin" ervan schreef
in hét (A. R. „Friesch Dagblad"*
treffen wij nog Ihet volgende aan
„Dat is óók.... „protestantisme"!
De „Evangelische Maatschappij", die te
Wageningen 'bijeenkwam, liet daar o. m.
ook een gewezen roomsch priester juit
Frankrijk spreken.
Deze man deelde mede, dat in dien laat-
sten tijd niet minder dan 1500 [priesters
hun dienst verlaten hebben.
Men vond dat heerlijk.
Maar die menschen konden nu, geen
protestants che predikanten worden, zei "de
spréker. Daar moést men van 'jongsaf in
„opgebracht" Zijn.
[Hm! dat vohd de vergadering ook.
De spreker wilde daarom sommigen
hunner opleiden ,en uitzenden jn groote
zalen, schouwburgen desnoods, om erTe
verkondigenwat?....
Dat Ghristus in de wereld gekomen ïs
om zondaren zalig te maken,?,
Neen, -dat niet.
Dat is te ou-tferwetsch.
Neen om er te verkondigen;
a. dje vrijheid van gedachte.
b. de gelijkheid voor God.
c. de broederschap der mensóhheid.
Dat vojid die Evangelische Maatschap
heerlijk. En om dit modern gedoe 'te be
vorderen, zou ze 7n subsidie geven!
Öok dat is protestantisme"...
Ja, waar Calvijm z'n scherpste wapenen
tegen zou gekeerd hebben."-
Invaliditeitswet.
De (A. R.) „Hilver- en Vechtbo-
d e schrijft hierover
Cijfers blijven toch maar hoogst leer
zaam. Getallen bewijzen dikwijls meer
dan argumenten. Zoo zijn de getallen, die
ons de statistiek over de Duitsche invali-
diteits-verzekering geeft, een zeer sterk
pleidooi voor invaliditeits-verzekering.
Volgens deze statistiek ontvingen van
de 1000 personen invalidenrente op de
volgende leeftijden:
1906 1907 1908
20—29 jaren 70 74 72
30—39 85 '95 95
40—49 122 126 124
50—59 "255 233 230
60—69 385 366 371
70 en meer 'j. 83 106 109
Uit dit lijst blijkt, dat er öp de 1000
invaliden, vóór het 50ste jaar 291 waren
dat is meer dan 1/4 deel, vóór het 60ste
jaar 521, dat is meer -dan de helft en voor
■het 70ste jaar 892, dat is bijna 9/10 deel.
De noodzakelijkheid van invali-diteifcs-
zekering is bijna nog grooter dan die van
ouderdomsverzekering.
Een snuggere bol! 1"Voor een
paar idagen had te Haaften op het kantoor
een leuk geval plaats. Iemand had iets te
ontvangen en moest daarvoor op'het kan
toor zijn ihandteekening plaatsen, daar 'hij
het anders niet kon krijgen. Onze vriend
begaf zioh naar de plaats, waar hij het
moest oiftvangen; hij kon dat krijgen,
werd er geantwoord, teeken dat .stuk maar
ken van de Canisy aan het einde vaat
den langen gang gebracht.
Toen hij nog enkele passen van 'de
kamer van den baron verwijderd was,
hoorde hij reeds hoe deze zong, met die
vreemde intonatie's, (die een gek eigen
zijn, terwijl hij telkens van het eene lied
op het andere overging.
De kamer van den baron had men,
een aanval van woedende krankzinnig
heid voorziende, in twee deelen ver
deeld. Een sterk [ijzer traliewerk vormde
de afscheiding terwijl de deur die jn
't midden ervan aangebracht was, ,aan
een zijde slechts geopend of gesloten
kon worden, om de Canisy zonder uit
het gezicht te verliezen ,te kunnen pa
sluiten.
Toen Richard binnenkwam', trof hem
een afzichtelijk schouwspel.
Overdekt met flarden, die eens zijn
kleeding gevormd hadden, verwarde ha
ren en verwilderde oogen, hield de Ca
nisy een koord in zijn hand, dat in een
strik eindigde, dien hij rondom den hals
van de Malleroy geworpen had.
Hij had hem <de handen op de rug
bonden, terwijl -een koord dat hij hem;
om de enkels gebonden had, het hem
slechts mogelijk maakte, springend voor
waarts te gaan. Hij was door den gek
tot zijn middel ontkleed, behalve een
lap dien hij hem als sjerp omgehangen
had. In -de eene hand hield Canisy het
koord dat om den hals van 'die Malleroy
bevestigd was, terwijl hij met de an
dere den sabel van den graaf, dien- hij
voor een penseel aanzag, hanteerde, zoo
dat het bloed langs de Malleroy's rug
en schouders droop.
Van tijd tot tijd trachtte de graaf te
ontkomen, maar dan trok de Canisy met
geweld aan het koord en werd het ge
laat van den halfgeworgden graaf,
blauwachtig rood.
Toen hij dit alles aanschouwde, was
Richard's eerste beweging te vluchten,
om1 te ontkomen aan de bedreigingen en
verwenschingen van de Canisy, wiejn's
Woede verdubbeld was op het zien van
Richard.
Help Richard ,help, riep de graaf.
Deze wanhopige uitroep deed Richard
nader treden tot het hek dat hem van
zijn vader, en, dé Canisy scheidde. .De
en men wees tevens met clen vinger aan*
waar hij zijn handteekening moest stellen.
Nu begon hij te mopperen dit e ndat, hij
kon slecht schrijven, enz.
"Nu, zegt iae ambtenaar, je kunt toch
je (handteekening wel zetten, doe het maar.
zoo goéd als je kunt. [Nu dat kon ti;i|
wet en zou hij het (dan maar (doen.
De ambtenaar ging aan zïj'n werk en
onze vriend aan het teekenen, jToen dat
zoo wat eenlcwartier geduurd had, keek
de ambtenaar eens even en vroeg waarom
het zoolang duurde en jawel, onze vriend
was aan het teekenen, had al heel nietjes,
zijn hand met vier vingers en een duim
er aan geteekend.
Wat doe je hou? vroeg'de ambtenaar
Wel zei de hij met een gezicht van [62i/<j
c.M. lang, ik moét' Toch imijh hand tee
kenen.
De$!,mbtena[a;r fhield zich goed en be
dwong zidh om niet in een (schaterlach
uit te barsten en maakte hem nog
eens duidelijk wat hij schrijven moest en,
zei letter voor letter voor.
Nu ging het enklaar was de Zaak,
De maagd [van Amsterdam.. 1-^
Een „verbeterd bericht" is nooit pange
naam voor een dagblad, maar dezen keer
is het toch te aardig, om er niet eenige re
gels aan te besteden, zoo (schrijft het
„Hbl."
De ETam wordt electrisch verlicht, deel
den we jn het Avondblad mede, en vier,
booglampen zullen worden opgehangen
aan de opstijgpalen van de tram
Maar dat zou de bereekning van ons
gemeentebestuur niet toelaetn. Natuurlijk
als de Amsterdammers eenmaal den Dam
electrisch verlicht hebben gezien, dan zoh
er een storm vna verontwaardiging op
gaan, als men de lampen ,wéer zou in
nemen.... Want het schijnt nu eenmaal in
den Raad der Goden besloten, dat de
Dam ni-t behoorlijk verlicht mag worden
vóór de „Damplannen" zijn uitgevoerd.;
Een schitterend denkbeeld is toen ge
rezen in het brein van ëén onzer P. W.-
pmbtenaren. Was daar niet het stand
beeld der Eendracht, het gedenkteeken
aan den strijd met de Belgen, gekroond
door de éénarmige Maagd, waar nie
mand weet, wat er mee aan te vangen?
En heeft niet Mr. van Iden ,Bergh ver
klaard, dat hij ernstig overweegt, 0111 het
nog on'der znïj wethoudierlijk bewind een
„andere bestemming" te verzekeren?
"Aldus overwegende, dat deze sta-in-
den-weg zeker zal Verdwijnen, en zielfs
binnen koretjn tijd, heeft onze ambtenaar
besloten, om het veelgesmade standbeeld
als den drager des lichts te beschouwen
voor den komenden feestavond.
En zoo heeft onze Maagd het gisteren
avond moeten aanzien, dat aan haar voet
in den steenklomp, een viertal ijzeren ha-
-ken werden geslagen, waaraan straks de
lichtballen zdllen worden oj>geheschen....
Zelfs Brakensiek was op zoohi il-lumi-
neus denkbeeld niét gekomen! Had onze
wethouder nu deze smaa'd niet aan de
Maagd van Amsterdam kunnen bespa
ren?
Dien stb'o d eve rd wenen Door
ihaar patroon ';H. B. J. ,T. N. wonende
Gedempte Slaak te Rotterdam, wordt de
opsporing verzocht van de 22-jarige
'dienstbode M. G. van W., die naar Den
Haag is vertrokken, 'doch sedert niet is
teruggekeerd.
ze laatste plaatste zich oogenblikkelijk
voor de deur, gereed hem te doorsteken'
met zijn degen als hij binnentrad.
Richard aarzelde het hek te openen.
Hij was laf en de woed-e van de Ca
nisy was werkelijk schrikaanjagend.
Red mij, Richard... mompelde |de
Malleroy. O. Ben je dan werkelijk een
lafaard, zooals mij zoo dikwijls gezegd
is liet hij er op volgen ,toen hij de aar
zeling van Richard zag.
Op deze wanhopige kreet vatte Ri
chard de sleutel. Canisy stak 'zijn de
gen door het traliewerk en trof hem]
licht aan den schouder. Richard vlucht
te ijlings weg,
Ik ga hulp halen, vader, riep hij.
Vervloekte lafaard ,die toeziet hoe
zijn vader vermoord wordt, riep de graaf
verpletterd door dezen laagsten slog.
Teleurgesteld tloor de vlucht van Ri
chard koelde de Canisy zijn woede op
den ongelukkigen de Malleroy.
Toen Richard met verscheidene be
dienden terugkeerde, lag de Malleroy
onbeweeglijk op den grond. De Canisy
naast hem neergehurkt, sprak op effen
sleependen toon alsof hij hem een ver
haal vertelde.
Terwijl een der bedienden met den ar
me krankzinnige sprak, drongen de an-
ter het traliewerk binnen. Hjj stortte
zich op hen. Maar men wierp hem een
grooten linnen doek over het hoofd omj
hem alle beweging onmogelijk te maken.
Ondanks zijn heftigen weerstand was
hij spoedig overmeesterd en gebonden.
Men legde hem op zijn bed waarbij
twee der bedienden de wacht bleven
houden, terwijl anderen he.en snelden',
om den geneesheer en de baronesse de
Canisy te gaan halen.
Graaf de Malleroy werd naar zijn ka
mer gebracht. Hij stierf eenige minu
ten later, zonder iets anders gesproken'
te hebben dan enkele woorden, die hij
voortdurend op somberen, beangstigen1-
genden toon apndc:
Een lafaard.... Gold is rechtvaar*
dig. God is rechtvaardig.
EINDE VAN HET EERSTE DEEIV'
(Wordt vervolgd),