312
DoodeenvoudigEen kapitein tot een schutter
die buiten de schijf schoot: „Onhandige kerel, gee
mij uw geweer, het is dood eenvoudig." Hij schie
en mist, maar zonder van zijn stuk te raken zegt hij
„Ziet ge, zoo doet gij let nu op." Opnieuw schiel
hij, maar het schot gaat niet af. „Ziet ge, zoo doei
anderen," zegt hij tot den schutter en hij legt voor
den derden keer aan Ditmaal raakt hij de schijf
„Ziet ge, zoo moet gij ook doen," sprak hij daacop
Vewolg van pagina 309.)
De naam Merlis, vroeger zoo bekend, was vergeten
bovendien had het publiek zoo vaak apen gezien, dat dit
een afgezaagd thema mocht heetener moest iets nieuws
zijn, iets dat nog onbekend, nog niet uitgevonden was.
Evenwel, papa Merle verkreeg toch door sterk aandrin
gen en stoutmoedigheid gehoor bij den directeur van een
groot theater
Hij had nooit een zoo heftigen aandrang ondervonden
als toen hij stond voor den man, van wien zijn leven als
het ware afhing. Hij bezat als zijn geheele fortuin een
geldstuk van tien mark en eenige groschen en Sam.
Op dezen was al zijn hoop gevestigd en hij gevoelde zich
door een angst, zooals hij nooit had gekend, aangegrepen.
De directeur zat met een onverschillig gelaat op een
stoel op zijn gemak een sigaar te rooken.
„Het gaat niet," bromde de directeur, de schouders
ophalende, „altijd dezelfde historie, alle apen doen dit,
zitten, zich van iets bedienen, een servet omdoen, rooken
dat doen zij allen, men ziet niets anders..."
„Hij gaat nu kunsten maken," onderbrak hem Merlis
angstig, „als hij goochelt is hij verwonderlijk."
Sam gehoorzaamde en greep drie borden. Hij wierp
het eerste omhoog, toen het tweede en daarna het derde
en toen het eerste weer omlaag kwam, wilde hij het
grijpen, maar hij miste het en kreeg het juist op den
neus. Hij stiet een scherpen kreet uit en sprong achteruit.
„'t Is genoeg," zei de directeur norsch. „Hebt ge mij daarvoor
opgehouden om mij dat te laten zien '9
„Hij zal het overdoen, 'twas een ongeluk,.'t is de eerste maal,
dat hem dit overkomt."
Papa Merle snelde op Sam toe, die zich den neus wreef, terwijl
hij onder allerlei grimassen zijn kleine oogen heen en weer
wendde. Hij liefkoosde en vleide hem, sprak hem zacht aan en
DE VLEESCHWARENFABRIEK VAN DE FIRMA NOACK VERBRAND:
een zeer felle brand verwoestte de vorige week de bekende fabriek van vleesch
waren der firma Noack te Groningen. Heel het groote gebouw brandde uit, en
ons kiekje laat duidelijk zien hoe groot de verwoesting was.
zacht, bijna feeder begon hij van diens gelaat de tranen af t(
drogen, zooals hij hem dit vaak had zien doen, want het was nie
de eerste maal, dat de arme man zoo wanhopig begon
schreien.
Maar nu scheen plotseling de directeur als omgekeerd. Me
de grootste geestdrift drukte hij bijna schreeuwend, zijn verwon
dering, zijn verbazing uit:
„Daar hebben wij het! Nu is het klaar! Daa
hebben wij het sensatienummerI „De oude gooche
laar met grijze haren ge moet daarvoor een cos
tuum en een pruik kiezen zijn aap, wien eei
toer niet wil gelukken, de oude man weent en d
aap troost hem. Dat is aandoenlijk, dat is liefderijk
buitengewoon. Wij noemen het „De mislukte goo
cheltoer." Dat zal het publiek doen toestroomen
Ha. oude vrind, ik weet niet hoeveel ge mij wei
waard zijt, maar laten we dadelijk een contract
sluiten." jgt-a
HET REGIMENT GRENADIERS EN JAGERS IN ROTTERDAM:
een voor Rotterdam gansch ongewoon schouwspel was de doortocht van het Regiment
Grenadiers en Jagers en het 8e Regiment Veldartillerie, die op oorlogssterkte een grooten
marsch hebbea gemaakt van den Haag over Gouda, Oudewater, Vreeswijk en Rotterdam
weer naar de Residentie terug. Buitengewone belangstelling hadden de soldaten en hartelijk
zijn ze ontvangen door de burgerijonze foto geelt de aankomst uit Vreeswijk aan de
Parkkade weer, waar een oogen blik gerust werd.
De oiide hoed. Een heer, die in he*- stadje zijne
inwoning een ouden smerigen hoed droeg, wer
daarop door een vriend opmerkzaam gemaakt
„Och," was zijn antwoord, „iedereeD weet toch wii
ik ben." Op de tentoonstelling te Parijs droeg hi
denzelfden hoed. Zijn vriend, hem nu ontmoetende
maakt dezelfde opmerking. „Och, niemand kent mi
hier," zeide de ander.
bracht hem weer bij de tafel met Eborden.
Sam beefde over al zijn leden. Met een
smeekenden blik op zijn meester, greep hij de
borden met de toppen der vingers, wierp het
eerste omhoog, het tweede en het derde.
maar zonder af te wachten, dat zij naar beneden
kwamen deed hij een grooten sprong achter
waarts, en hield zich verschrikt en klappertan
dend buiten schot,, terwijl de borden op den
vloer in scherven vielen.
„Och hemel," riep de arme Merlis.
„Gij ziet het, hij is bang, ge behoeft het
niet weer te beproeven," zei de directeur
sarcastisch, „'tjls uit. lederen keer dat hij het
weer probeert, zal hij hetzelfde doen, zoover
zult ge de apen wel kennenAls ge van mij
een raad wilt hebben, mijn goede Merle, ga
dan kool planten op het land. Ge zijt te oud
voor het circus, ge hebt de vaste hand niet meer."
De arme man antwoordde niet. Een ouder
dom vol ellende, lijden en ontbering ontrolde
zich voor zijn oog, en hij weende.
Sam had zich hersteld van zijn schrik en
stond hem aan te kijken. Met drie schreden
was hij bij hem. Hij stak de hand uit, greep
uit den zak van zijn meester zijn zakdoek en
DE EERSTE STEENLEGGING DER NIEUWE SINT BAVO SCHOOL TE HAARLEM:
met groote plechtigheid werd Dinsdag j.l. de eerste steen gelegd voor de nieuwe parochiale jongens
school der St. Bavoparochie te Haarlem. De HoogEerw. Heer Plebaan Rikmenspoel verrichtte d<
kerkelijke wijding en legde den steen op de daarvoor bestemde plaatsvele belangstellenden warer
met het kerkbestuur der Kathedraal, op het terrein aanwezig, en onze fotograaf mocht van d
groep een aardig kiekje nemen', dat we hierboven onzen lezers aanbieden.