Gemengd Nieuws.
J, ik^LJULU u:
èpoelsel werd bij de melk geworpen. Dit
verklaart beklaagde's fout rechtvaar
digt ook die clementie d :.k. En
idaarori drong pleiter aan ..a bof op
zoo mogelijk nog grootere clementie, in
elk geval vroeg "hij het hof, niet ook de
zware bijkomende straf van openbaarma
king der uitspraak aan beklaagde op te
leggen.
I itspraak 22 dezer.
ALLERLEI.
Photographische sculptuur.
De Romeinsche Corr. van de N. R.
Ct. bericht dat een Cremoneesch jong-
mensch een methode heeft uitgevonden
om langs photografisdien weg borst
beelden te maken.
De allerzonderlingste uitvinding is
niet zoo geheel nieuw als men wel den
ken zou, want liet pholographeeren in
relief is reeds twee jaar geleden door
den ingenieur Raese in Florence uitge
vonden. Hij nam daarop een patent, en
1de uitvinding wordt thans geëxploi
teerd doo rde naamlooze vennootschap
Fotoscultura Baese. Of het procédé nog
geheim is of niet, is mij geheel onbe
kend. Zooveel is zeker dat de jonge uit
vinder in Milaan heel wat verder is ge
gaan en volmaakte borstbeelden te voor
schijn toovert.
Hij heeft eenige jaren lang in het bui
tenland op natuurkundige laboratoria ge
werkt, keerde in Milaan terug en begon
er in alle geheimzinnigheid te prutsen
en te peuteren, zonder hulp, zonder mid
delen. Maar zijii doel werd bereikt; hij
slaagde er in, ide mysterieuze machine
in elkaar te zetten, waarvan nietnan!d
ook maar het minste begrip heeft hoe ze
.werkt.
Een van hen, die geposeerd hebben,
vertelt zijn ondervindingen aldus
„Het kamertje, waar de uitvinder nu
werkt en laat poseeren, is piet groo-
ter dan acht vierkante Meterhet is
niet behangen en in een1 hoek staat Het
toesteleen groote kist van twee en een
halven meter en 75 c.M. diep. Ze is
heelemaal bedekt met een zwarte stof.
In de benedenhoeken voor het voor-
gedeelte zijn twee objectieven van nau
welijks 4 centimeter middellijn; tus-
schen deze beide in, precies in het mid
den maar iets hooger, is een derde ob
jectief van 8 c.M. midjdellijn. Opzij van
de kist, om het toestel nu maar zoo te
noemen, treedt een groote electrische ka
bel voor het licht binnen.
Het object wordt voor het middelste
objectief geplaatst op een afstand van
twee meter en zit zoo dat het koord' van
een schietlood hem midden over den nek
hangt.
Is het object in de gewenschte hou
ding neergezet, dan worden ramen en
deuren gesloten, zoodat volslagen duis
ternis heersch.
De uitvinder bemoeit zich heelemaal
niet met het toestel, zooals photogra-
phen altoos doen, maar staat steeds bij
het object, opdat het zich niet beweegt
en goed poseert. Zit het sltadhioffer
in kwestie volkomen stil, dan opent de
.uitvinder een kleine klep en gedurende
slechts twee seconden projecteert het
ïniddelste objectief een grooten bundel
violet licht, geheel bestaande uit lood
rechte strepen, wier breedte varieert tus-
schen een centimeter tot bijna nul.
Na deze pose van twee seeom'JJen.
sluit men het licht af de ramen gaan
weer open en.... de zaak is afgeloopen.
Voor het slachtoffer althans. De machine,
de geheimzinnige doos, pruttelt nog wat
na met veel gesis en veel rook gedurende
ongeveer twee uur. Eindelijk haalt de
uitvinder het gemaakte object er uit, ma
nipuleert er nog een vijf mintuen mee
en komt dan voor den dag met het borst
beeld in plasteline gemaakt nog heele
maal nat en warm en dampend.
En daarmee is de zaak afgeloopen".
Aldus een der heeren die poseerde en
die er blijkbaar geen haar van begre
pen heeft, evenmin als wij er een sikke
pit wijzer op geworden zijn na dit span
nende verhaal. Toch is het geen kinder
achtig boerenbedrog. Verschillende borst
beelden zijn uitgevoerd, o.a. van den be
kenden muziekhandelaar Ricordi, die zijn
op deze wijze vervaardigd borstbeeld in
zijn winkelraam heeft uitgestald, wat
veel bekijks trekt. Ook Rosetti, de be
kende directeur van het Constanzi thea
ter in Rome. De kranten geven een draag
lijke photo van de laatste buste, en we
moeten toegeven dat ze merkwaardig
goed lijkt. De oogen werden vlak bol
vormig als bij antieke beelden
slechts een heel geringe indruk duidt de
plaats van de pupil aan.
Alles wat men van het toestel weet
of heet te weten is dat de objectie
ven door een stelsel van prisma's het
beeld van den patient op de plasteline-
massa overbrengen, welke massa vermoe
delijk zóó geprepareerd is ,dat ze voor de
indrukken van violet licht uiterst gevoe
lig is. Waarom dat licht dan echter door
verticale banden wordt onderbroken,
daarvan vindt men de verklaring niet.
Het eigenaardige der gemaakte borst
beelden is, dat voor- en zijkanten vol
komen zijn, doch dat de geheele achter
zijde ontbreekt, het is alsof het van ach
teren stuk geslagen is. M.a.w. alleen
die deel en, die voor de drie lenzen be
staan, worden weergegeven.
Dat is niet zoozeer een gebrek van
het toestel als wel een en wel finan
cieel van den uitvinder, die maar 3
objectieven bijeen kon scharrelen. Nu
zal men hem de middelen verschaffen
om een toestel in halven cirkelvorm te
maken met vijf objectieven, zooals ook
de figuur van achteren kan worden ver
licht en overgebracht op de plasteline en
het borstbeeld er volmaakt en gaaf uit
te voorschijn zal komen.
De uitvinder bewaart zijn geheim nog
als een kostbaren schat, weert alle jour
nalisten van zijn huis en is als de dood
zoo bang, dat iemand' onbescheiden blik
ken in zijn tooverdoos werpt of nog
on bescheid en er vinger naar zijn plasteli
ne uitsteekt. Binnenkort zal echter (het
patent er op genomen worden
Reis van Savage Landor door Tibet.
De „Matin" beva,t een beschrijving
van H. Savage Landor van zijn reis door
Tibet. De ontdekkingsreiziger is daarin
zelf aan het woord en verhaalt het vol-,
gende: Op het oogenblik van mijn reis
in Tibet was dat land verboden aan alle
vreemdelingen. Daarom juist had ik groo
ten lust er binnen te dringen. Dit eigen
aardige, koude en onvruchtbare land be
vindt zich Op een hoog plateau in het
hartje van Azië. De gemiddelde hoogte
van dit verlaten gebied is ongeveer
15.000 voet boven de zee. Niets of bijna
gen, een doornenkroon op het hoofd te
zetten en een scepter in de hand te
geven. Zij laten Hem plaats nemen op
een blok hout en begroeten Hém om
beurten als koning. Het plagen- en hoo-
ïien moede, duwen ze Jesus voort en
leiden Hem weg.
Het scherm valt. De proloog met het
koor komt voor het tooneel. De proloog
spreekt over Judas, die met verwarde
zinnen ronddoolt, gekweld door zijn
slecht geweten, met de bloedschuld op
de ziel. „Beween, Judas, wat gij ge
daan hebt", zoo vervolgt hij, „doe boet
vaardigheid', nog is er genade, de poort
des heils staat nog voor u open". Doch
met Cain de broedermoorder roept hij
Uit: „Te groot, te groot is mijn zonjde,
en zooals deze, ongetroost en onboet
vaardig, wordt hij door wanhoop aan
gegrepen.
De solist en het koor zingen over het
tewee" wat Jesus had uitgesproken, over
„den mensch, die ,Hem zou overlevfef-
ren. Voor hem ware het beter nooit ge
boren te zijn."
Als het scherm opgaat wordt door le
vende beeld'en de broedermoord van
Caïn voorgesteld.
Abel ligt vermoord en Caïn ijlt in wan
hoop heen.
Intusschen bezingt het koor rfe wan
hoop en de razernij waarin evenals Caïn
ook Judas verkeert en de kwelling, die
hem overal volgt.
Het volgende tooneel is weer een al
leenspraak van Judas: Zijn bang voorge
voel is zekerheid geworden.
„Alles is voorbij zoo spreekt hij,
geen hoop op redding! Had de Meester
zich willen redden, dan had hij dit in
de hof van Olijven gedaan. Vervloekt sy
nagoog, uw priesters hebben mij misleid
Het geld zullen zij terughebben. Niets
wil ik weten van uw satanische plannend
Geen aandeel wil ik hebben in het bloed
van den onschuldige
Als het scherm andermaal opgaat, stelt
het tooneel het inwendige ynn den tem-
voor. Kaïphas, Annas, priesters en
schriftgeleerden hebben weer pp hunne
zetels plaats genomen.
Kaïphas neemt het woord en zegt,
„met ongeduld geëerde vaders wachtte
ik de morgenschemering af om den vijand
der synagoog ter dood te veroordeel en".
Allen roepen: „het doodvonnis is
uitgesproken hij zal en moet sterven."
Kaïphas wil door den geheelen raad
het vonnis laten bekrachtigen, en zal
Jesus nogmaals voor zich laten verschij
nen.
Judas komt nu ongeroepen binnen, en
vraagt of het waar is dat zij den Mees
ter ter dood1 veroordeeld hebben Zij
verwijten hem zijn binnendringen in deze
vergadering, hij vervolgt echter, „ik
moet het weten".
En allen roepen: „Hij moet ster
ven."
Judas weeklaagt dan over zijne zonden
en verwijt den hoogen raad dat zij een
onschuldige veroordeelen.
Allen vermanen Judas te zwijgen.
Doch Judas vervolgt: „g ij hebt mij tot
verrader gemaakt met uwe vervloekte
zilverlingen."
Niets vermag Judas tot bedaren te
brengen, hij werpt de zilverlingen op
den grond en schreeuwt: „hier, bloed
honden, hebt gij uw vloek en bloedgeld
terug
Allen roepen „zwijg en pak u weg
yan hier!"
Judas gaat heen en schreeuwt hen nog
wanhopig toe: „Gij zult met mij in het
diepste der hel zinken
Nadat Judhs zich verwijdert heeft zegt
Kaïphas tot de vergaderden, „h ij heeft
zich schuldig gemaakt aan verraad, w ij
vervolgen onzen vijand". Zij overleggen
met elkander, wat ze met dit geld zullen
doen en besluiten een begraafplaats voor
vreemdelingen er van te koop en.
Jesus wordt nu weer binnengeleid
Kaïphas vraagt Jesus„Houdt gij de
woorden staande die dezen nacht voor
uwe rechters hebt uitgesproken
Jesus antwoordt: „Indien Ik het U
zeg, zult ge mij niet gelooven, noch mij
loslaten. Doch van nu af zal de Zoon
des Menschen ter rechterzijde van den
Al machtigen God zitten.
niets groeit er behalve in de laagste
d elaagste dalen, waar een zeer korte
grassoort opschiet en zich eenige kleine
heesters bevinden, wier middellijn zel
den groot er is dan van een potlood
Van de zuidzijde kan men alleen in
de zomermaanden in Tibet binnendrin
gen, wanneer de bergpassen niet onder
de sneeuw bedolven liggen.
Al deze passen zijn streng bewaakt
door soldaten. Eenige expedities hadden
reeds gereisd in het noordelijk gedeelte
van Tibet, dat bijna onbewoond1 is. On
der deze expedities was die van den her
tog van Orleans wellicht de voornaam
ste. Deze expedities stootten niet op veel
verzet op hun weg, want zij ontmoetten
slechts enkele nomaden. Niemand was te
voren echter kunnen binnendringen in
de provincie Lassa, in het zuiden van
Tibet, de eenige provincie van dit land
die een vrij dichte bevolking heeft. Deze
provincie, welke het minst toegankelijk
was in dit verboden land, lokte mij het
meest. Ik heb bijna met mijn leven den
wensch moeten boeten de wetenschap
te dienen.
Tegen het midden van de maand Juni
hadden wij reeds zooveel te lijden gehad
en waren de mannen van mijn expedi
tie reeds zoo bang voor de Tibetanen,
die dreigden hun te dooden, als zij mrj
bleven volgen, dat de meesten besloten
mij te verlaten.
Van het meer Moensarowar af, blewti
nog slechts twee minnen bij mij. Shan-
den Sing en Mansing. Ik was nog in het
bezit van mijn wetenschappelijke instru
menten, maar ik had tpjna geen voedsel
meer. Toch vervolgde ik mijn weg naar
de Heilige Stad.
Ik droeg bij mij een hoeveelheid goud
en zilver, welke ik in mijn kleeding had'
genaaid. Mijn instrumenten en de zwaar
dere voorwerpen waren geladen op den
rug van de jaks, welke ik had gekocht»
van een troep bandieten, die wij hadden
ontmoet. Wij waren reeds in het midden
van de provincie Lassa, toen wij werden
getroffen door een onheil. Een van mijn
jaks werd meegesleept door de stroom
van de Neorivier en daarmede ook alles
wat hij bij zich droeg. Onze laatste pro
visie verdween evenals een deel van mijn
instrumenten en bijna al onze patronen.
Mijn beide mannen volgden mij zon
der vrees. Ik had medelijden met hen,
ze stierven bijna van honger en hunne
voelen waren verwond van de lange
tochten, welke wij dagelijks maakten.
Toen ik dan ook 19 Augustus een
groot kamp Tibetanen zag, besloot ik mij
tot hen te wenden, onï te beproeven
mij voedsel en paarden te verschaffen.
Wij hadden sedert vier dagen niets ge
geten en wij konden niet meer.
In dit kamp van eenige honderden Ti
betanen werden wij gevangen genopien
daar wij den strijd tegen de overmacht
niet konden volhouden.
De Tibetanen maakten zich meester
van mijn instrumenten en vernielden in
een oogenblik alle. Daarna begon men
ons te martelen. Chanden Jing werd den
eersten dag gefolterd en hield zich moe
dig. Hij bood zelfs zijn leven voor het
mijne maar ik weigerde hem te verlaten
en kreeg een zweepslag op het hoofd.
Den volgenden dag was het mijn beurt.
Men zette mij te paard op een primitief
hard zadel, waarvan het achtergedeelte
naar de hoogte gebogen was. Daaraan
waren ijzeren pennen, en toen wij reden
Allen besluiten nu dat hij des doods
schuldig is.
Kaiphas wil Pilatus den landvoogd van
dit vonnis in kennis stellen, om dit
zoo mogelijk nog voor het feest te kun
nen voltrekken.
Jesus wordt weggeleid. Allen schreeu
wen „Dood aan den Galileër!"
In hfct volgende tooneel komen eenige
priesters samen spreken hoe zij het be
zoek bij Pilatus zullen afleggen daar zij
het huis van een heiden niet mogen bin
nengaan. Zij besluiten te kloppen en de
boodschap door een dienaar aan den
landvoogd te doen overbrengen.
Zij gaan en handelen ook op die wijze
de dienaar komt terug met het bericht
dat Pilatus bereid' is om de hoogen raad
aan te hooren. Zij nu spoeden zich weg
om dit den hoogepriester te melden.
Het scherm gaat wederom op het too
neel stelt een bosch voor.
Judas is daar alleen, hij spreekt over
zijn schanddaden, wanhopig roept hij
uit: „Hoe liefderijk heeft de Meester
mij vermaand toen ik schandelijk verraad
heimelijk beraamdeVervloekte geld
zucht die mij èn doof èn blind gemaakt
heeft. Ach, kon ik hem nog eenmaal aan
schouwen .Doch neen hij ligt in <|en
kerker of is wellicht reeds gedood door
de woede van den vijand. Dit alles is
mijn schuld. Neen geen stap meer ver
der. Hier wil ik dit vervloekte leven
uitademenHij ontdoet zich van zijn
koord, en knoopt het om den hals ter
wijl hij toeloopt op den boom waaraan
hij zich wil ophangen. Het scherm valt.
De proloog en het koor komen weer
voor het tooneel.
De proloog spreekt over de woede,
waarmede Jesus' vijanden naar den.
heidenschen rechter snellen en in onuit
puttelijke welsprekendheid1 klacht op
klacht uiten om het doodvonnis te doen
bekrachtigen.
Hij vergelijkt hierbij Daniël uit bet
oude verbond, die in de leeuwenkuil ge
worpen werd, omdat hij de Babyloniërs
berispt had over hun afgodendienst.
Het koor bezingt het doodvonnis dat
pver Jesus j$ uitgesproken piettegep-
drongen deze in mijn lendenen, zoo
dat ik pijnlijke wonden kreeg.
Bij een klooster tegen een heuvel ge
legen op 25 mijlen ongeveer van het
punt dat wij hadden verlaten, losten twee
soldaten na elkaar plotseling twee scho
ten op mij, welke mij niet raakten. «Bij
zonsondergang kwaön ik bloedende in
het (klooster na een tocht van 12 uur.
Men rukte mij ruw van het paard en
deelde mij mede, dat men mij over eeni
ge minuten het hoofd zou afsnijden.
Reeds begonnen de beulen dan ook met
alle toebereidselen hiervoor. Men bond
mij de voeten een officier greep mij bij
de haren, terwijl de Groot-lama mij een
gioeiend ijzer voor het gelaat (hield, dat
mijn gezicht ernstig schaadde, zoo dat
mijn linkeroog nu, 13 jaar later, nog
niet geheel genezen is. Het raakte mijn
gelaat wel niet, maar de hitte ervan was
zoo sterk, dat ze mijn oogharen, wenk
brauwen de huid van wijn yoorhoofd
en neus zengde.
Mijn rechteroog zag alles rood, maar
ik kon niet zien wat om mij heen gebeur
de. Na eenige andere folteringen nader
de de beul mij en hield in beide handen
een groote sabel. Hij zwaaide tweemaal
met de sabel door de lucht. Toen ik niet
bewoog zerde de beul mij, dat zoo ik
niet bang was voor den (dood, hij mij
bij mijn leven zou laten lijden. Ik moest
nu nog andere folteringen ondergaan,
ik moest o.a. kokend water drinken en
zoo meer.
Eindelijk begonnen de Tibetanen', die
zeer bijgeloovig zijn, bang te worden
er waren allerlei dingen gebeurd, die zij
vreesden, en zij meenden dat het beter
was ons naar Indië terug te zenden. Ook
de Engelsche regeering had stappen ge
daan en men dreigde met een militaire
expeditie.
Na acht dagen onder allerlei martelin
gen, zond men ons naar In'dië. Nooit zal
ik onze vreugde vergeten, toen wij "de
tenten zagen van de Engelsche expeditie,
die ons te hulp was gekomen.
Toen ik aan het Engelsche kamp was
gekomen, had ik meer van een geraamte
dan van een mensch. Toen mijn' over
spanning voorbij was werd ik ernstig
ziek en toen ik in Europa was bleef drie
maanden lang mijn linkerzijde geheel
verlamd.
Zijn ontdekkingen vat Landor als volgt
samen
Ik heb de beide voornaamste bronnen
van de Bramapoetra ontdekt, die een
der vier grootste rivieren van de wereld
is. Ik heb astronomisch de voornaamste
punten van den Gangri bergketen' Be
paald, welke men thans Trans-Himalaja
noemt. Ik heb de ware bronnen van $le
groote river de Saitley ontdekt en ik
heb ook de ligging van het heilige meer
Mansarowar en van het naburige Raka-
stal meer of Duivelsmeer bepaald.
De Zweedsche reiziger Sven Hedin
heeft schrijft hij, deze ontdekkingen be
vestigd-
I n b ra a k. rHedennacht heeft men
ingebroken in de Nieuwe Kerk aan de
Duinstraat te Seheveningen. Door het los
snijden en oprollen vah een venster, in
lood gevat, heeft men zich toegang ver
schaft. [Twee offerbussen zijn geforceerd
staande zijn onschuld bewezen is.
Het scherm gaat op en in levende beel
den wordt Daniël in den leeuwenkuil
voorgesteld.
Het koor vergelijkt de woedle van het
Babylonische volk bij die van den hoo
gepriester en Pharizeërs. Niets is hen
heilig, door den nijd tot razernij gedre
ven, zijn zij geheel in Satans macht.
Het volgende tooneel stelt voor de
hoogepriesters, de schriftgeleerden en
Pharizeërs, die zich met den geboeiden
Jesus naar Pilatus begeven.
Een dienaar komt voor en vraagt wat
deze menigte wenscht. Kaïphas zegt dat
zij den landvoogd een gevangene bren
gen, die gevonnist moet worden.
Pilatus vertoont zich op het balkon.
Kaiphas brengt den gewonen groet, die
door allen herhaald wordt: „Heil en ze
gen aan U". „Wij brengen voor U" zoo
vervolgt bij, „een mensch, met name Je
sus wij wenschen dat gij het doodvonnis
wilt bekrachtigen dat de hooge raad over
hem heeft uitgesproken."
Pilatus vraagt naar de beschuldigingen
die zij tegen dezen mensch aanvoeren
kunnen, en aptwoord hierop: „als hij
uw wet heeft overtreden, neemt gij hem
dan en oordeelt hem volgens uwe wet."
Allen roepen: „volgens onze wet
heeft hij den dood verdiend" en Kaiphas
zegt tot Pilatus„het is ons niet geoor
loofd het doodvonnis aan iemand te vol
trekken."
Pilatus antwoordt echter„ik wil geen
blind werktuig zijn in uwe handen, en
veroordeel niemand zonder zijne misda
den te kennen. Ik heb wel van een Jesus
van Nazareth gehoord," zoo gaat hij
voort, „maar nimmer heb ik van oproer
iets vernomen, ook niet, zooals gij zegt,
bij die intrede van Jeruzalem."
Tot Jesus zegt hij: „Wat hebt gij te
gen deze beschuldigingen in te brengen."
Jesus zwijgt. Hierop geeft Pilatus te
kennen dat hij Jesus alleen wil onder
vragen. Door de wacht wordt Hij weg
geleid achterom door het huis, op het
balkon.
Op alles wat Pilatus Jesus vraagt ant-
wpordt Jrtij alle,en dat de juicht, jfie feij
gevonden en .gedeeltelijk .geledigd, zoodat
de dader schijnt gestoord te zijn.
De moord te Hilversum, t— ïn
verband met «de misdaad aan "de Honing-
straat te Hilversum, heeft de politie een
vijfden verdachte aangehouden, S. de \4
geheeten tegen jw'ien sterke vermoedens
zijn gerezen. Hij is ter beschikking van
de justitie gesteld.
Schandelijk, t— "Te Dokkum zijn
een paar werklieden, in dienst der ge-
roeentereinigiiig, betrapt op een daad, die
uit hygiënisch oogpunt, treurige "gevol
gen had kunnen hebben. De werklieden
hadden n.L de urine, afkomstig uit de -pri
vaten der bijzondere school, gestort in....
de regenbak, waar de schootkinderen tut
drinken, welk schandelijk, feit reeds meer
malen moet geschied zijn.
Musschenplaag. De uitbreiding
van den zaadbouw ïn den polder Heer-"
Hugowaard schijnt oorzaak, dat zich daar
meer en meer een muoschenplaag doet
gelden. Tarwe b.v. kan ér niet worden
verbouwd.
'In een vergadering, gehouden op Initia
tief van de afdeeKng der Moll. Maat- j
schappi/ Van Landbouw, hebben betang-
ehbbenden nu besloten ccn musschengil-'
de op te richten. Men stelt zich voor, dat
bij een hefling van 50 cent per H. A. al
ettelijke duizenden musschen opgeruimd'
zullen kunnen worden. Men verwacht vrij
algemeene deelneming in dezen oorlog
tegen het musschenheir.
Vermi st. Te Haarlem wordt se
dert Maandag vermist de 22-jai%e J. M.
v. d. Heijden. Een reden voor zijn ver
missing schijnt met te bestaan, zoodat
zijn ouders een ohgeluk vreezen.
Gemeentel aad van Rijnzaterwoude
Vergadering van Vrijdagavond.
Voorzitter: ide heer Th. C. C. Ninaber,
burgemeester.
Aanwezig in den aanvang vier leden, la
ter nog de heer Kiebert; er zijn twee va
catures.
T)e Voorzitter leest de notulen "der
twee laatstgehouden vergaderingen, die
onveranderd worden vastgesteld.
Ie. Een schrijven van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het raadsbesluit
van 6 juli LL, tot heffing van schoolgeld
op de openbare lagere schooL
2e. Een schrijven van mej. C. M. Ber
kemeier, waarbij zij haren dank betuigt,
voor hare benoeming tot onderwijzeres,
aan de openbare school. Zij is bereid!
in functie te treden. Voor kennisgeving
aangenomen.
3e. Verzoek van Jac. vander Bi eggen,
om afschrijving van zeven maanden Hoof-
delijken omslag. Daar adressant uit de
gemeente is vertrokken, wordt de ge
vraagde afschrijving verleend.
4e. Een adres van J. Kinkel, met ver
zoek om zijn hoofdelijken aanslag te ver
lagen tot de helft.
Wordt besloten, dat adres te behande
len bij de andere reclames aan "het einde
van het dienstjaar.
5e. Een schrijven van de Gezoncflieids-
commissie te Bodegraven, fnededeelendy
dat zij besloten heeft bij de gemeente aan
te dringen tot vaststelling van een veror
dening op den handel in en de verkoop
van melk, weshalve zij verzoekt, dat ook;
over Hem beweert te bezitten, hem van
boven is gegeven.
Pilatus herneemt: „Gij zijt alzoo todi
een koning?" waarop hem Jesus ant
woordt: „Hij zegt het, ik ben koning
en daartoe in de wereld gekomen, om'
van de waarheid getuigenis te geven.**
Pilatus roept uit: „W,at is waarheid?*1
Een dienaar bericht Pilatus, dat zïjrf
echtgenoote Lena hem vermaant, zidhj
niet met dezen Rechtvaardige in te la
ten, daar zij in een droomgezicht veel
angst en schrik om zijnentwille heeft
uitgestaan. Pilatus laat haar gerust stek
len, en zegt alle pogingen te zullen aan^
Hem vrij te laten.
Pilatus spreekt zijn onrust tegenover,
zijn dienaren uit, hij zegt niet aan derï
schuld van dezen mensch te gelooven, en
dan die droom zijner gemalinNeen, hij
mag niet toegeven. Hij beveolt de Jioo-«
gepriesters en schriftgeleerden nogmaal$
te roepen en den beklaagde weer voor
het gerechtshof te leiden.
Pilatus tot de hoogepriesters e!n pries*
ters
„Hier hebt ge uwen gevangene terug,
Hij is zonder schuld."
Allen schreeuwen: „Hij is des doods'
schuldig."
Pilatus gaat voort en zegt: j,Dat hij
zich koning heeft gemaakt is geen mis-;
daad want bij ons wordt openlijk geleerd,
dat iedere Wijze een koning is. Is hij,
uit Galilea gekomen
Allen antwoorden: „Ja zijn geboorte
plaats is Nazareth."
Pilatus verklaart: „dan ben ik van het
rechtersambt ontslagen, Herodes is voor
het feest hier gekomen, hij kan nu zijn?
onderdaan oordeel en". En aan de wacht
beveelt hij: „Geleid hem alzoo tot zijn,
koning."
Allen gaan en roepen luid:j,Ster vetf
m o e t h ij, h e d e n p o g V
Het koor met de proloog komen Wéeïl
voor het tooneel.
Een proloog spreekt over 3e nieuwen
sma^d die Jes.iis wprdt fêpgc&Pft dogti