Gemengd Nieuws. J, ik^LJULU u: èpoelsel werd bij de melk geworpen. Dit verklaart beklaagde's fout rechtvaar digt ook die clementie d :.k. En idaarori drong pleiter aan ..a bof op zoo mogelijk nog grootere clementie, in elk geval vroeg "hij het hof, niet ook de zware bijkomende straf van openbaarma king der uitspraak aan beklaagde op te leggen. I itspraak 22 dezer. ALLERLEI. Photographische sculptuur. De Romeinsche Corr. van de N. R. Ct. bericht dat een Cremoneesch jong- mensch een methode heeft uitgevonden om langs photografisdien weg borst beelden te maken. De allerzonderlingste uitvinding is niet zoo geheel nieuw als men wel den ken zou, want liet pholographeeren in relief is reeds twee jaar geleden door den ingenieur Raese in Florence uitge vonden. Hij nam daarop een patent, en 1de uitvinding wordt thans geëxploi teerd doo rde naamlooze vennootschap Fotoscultura Baese. Of het procédé nog geheim is of niet, is mij geheel onbe kend. Zooveel is zeker dat de jonge uit vinder in Milaan heel wat verder is ge gaan en volmaakte borstbeelden te voor schijn toovert. Hij heeft eenige jaren lang in het bui tenland op natuurkundige laboratoria ge werkt, keerde in Milaan terug en begon er in alle geheimzinnigheid te prutsen en te peuteren, zonder hulp, zonder mid delen. Maar zijii doel werd bereikt; hij slaagde er in, ide mysterieuze machine in elkaar te zetten, waarvan nietnan!d ook maar het minste begrip heeft hoe ze .werkt. Een van hen, die geposeerd hebben, vertelt zijn ondervindingen aldus „Het kamertje, waar de uitvinder nu werkt en laat poseeren, is piet groo- ter dan acht vierkante Meterhet is niet behangen en in een1 hoek staat Het toesteleen groote kist van twee en een halven meter en 75 c.M. diep. Ze is heelemaal bedekt met een zwarte stof. In de benedenhoeken voor het voor- gedeelte zijn twee objectieven van nau welijks 4 centimeter middellijn; tus- schen deze beide in, precies in het mid den maar iets hooger, is een derde ob jectief van 8 c.M. midjdellijn. Opzij van de kist, om het toestel nu maar zoo te noemen, treedt een groote electrische ka bel voor het licht binnen. Het object wordt voor het middelste objectief geplaatst op een afstand van twee meter en zit zoo dat het koord' van een schietlood hem midden over den nek hangt. Is het object in de gewenschte hou ding neergezet, dan worden ramen en deuren gesloten, zoodat volslagen duis ternis heersch. De uitvinder bemoeit zich heelemaal niet met het toestel, zooals photogra- phen altoos doen, maar staat steeds bij het object, opdat het zich niet beweegt en goed poseert. Zit het sltadhioffer in kwestie volkomen stil, dan opent de .uitvinder een kleine klep en gedurende slechts twee seconden projecteert het ïniddelste objectief een grooten bundel violet licht, geheel bestaande uit lood rechte strepen, wier breedte varieert tus- schen een centimeter tot bijna nul. Na deze pose van twee seeom'JJen. sluit men het licht af de ramen gaan weer open en.... de zaak is afgeloopen. Voor het slachtoffer althans. De machine, de geheimzinnige doos, pruttelt nog wat na met veel gesis en veel rook gedurende ongeveer twee uur. Eindelijk haalt de uitvinder het gemaakte object er uit, ma nipuleert er nog een vijf mintuen mee en komt dan voor den dag met het borst beeld in plasteline gemaakt nog heele maal nat en warm en dampend. En daarmee is de zaak afgeloopen". Aldus een der heeren die poseerde en die er blijkbaar geen haar van begre pen heeft, evenmin als wij er een sikke pit wijzer op geworden zijn na dit span nende verhaal. Toch is het geen kinder achtig boerenbedrog. Verschillende borst beelden zijn uitgevoerd, o.a. van den be kenden muziekhandelaar Ricordi, die zijn op deze wijze vervaardigd borstbeeld in zijn winkelraam heeft uitgestald, wat veel bekijks trekt. Ook Rosetti, de be kende directeur van het Constanzi thea ter in Rome. De kranten geven een draag lijke photo van de laatste buste, en we moeten toegeven dat ze merkwaardig goed lijkt. De oogen werden vlak bol vormig als bij antieke beelden slechts een heel geringe indruk duidt de plaats van de pupil aan. Alles wat men van het toestel weet of heet te weten is dat de objectie ven door een stelsel van prisma's het beeld van den patient op de plasteline- massa overbrengen, welke massa vermoe delijk zóó geprepareerd is ,dat ze voor de indrukken van violet licht uiterst gevoe lig is. Waarom dat licht dan echter door verticale banden wordt onderbroken, daarvan vindt men de verklaring niet. Het eigenaardige der gemaakte borst beelden is, dat voor- en zijkanten vol komen zijn, doch dat de geheele achter zijde ontbreekt, het is alsof het van ach teren stuk geslagen is. M.a.w. alleen die deel en, die voor de drie lenzen be staan, worden weergegeven. Dat is niet zoozeer een gebrek van het toestel als wel een en wel finan cieel van den uitvinder, die maar 3 objectieven bijeen kon scharrelen. Nu zal men hem de middelen verschaffen om een toestel in halven cirkelvorm te maken met vijf objectieven, zooals ook de figuur van achteren kan worden ver licht en overgebracht op de plasteline en het borstbeeld er volmaakt en gaaf uit te voorschijn zal komen. De uitvinder bewaart zijn geheim nog als een kostbaren schat, weert alle jour nalisten van zijn huis en is als de dood zoo bang, dat iemand' onbescheiden blik ken in zijn tooverdoos werpt of nog on bescheid en er vinger naar zijn plasteli ne uitsteekt. Binnenkort zal echter (het patent er op genomen worden Reis van Savage Landor door Tibet. De „Matin" beva,t een beschrijving van H. Savage Landor van zijn reis door Tibet. De ontdekkingsreiziger is daarin zelf aan het woord en verhaalt het vol-, gende: Op het oogenblik van mijn reis in Tibet was dat land verboden aan alle vreemdelingen. Daarom juist had ik groo ten lust er binnen te dringen. Dit eigen aardige, koude en onvruchtbare land be vindt zich Op een hoog plateau in het hartje van Azië. De gemiddelde hoogte van dit verlaten gebied is ongeveer 15.000 voet boven de zee. Niets of bijna gen, een doornenkroon op het hoofd te zetten en een scepter in de hand te geven. Zij laten Hem plaats nemen op een blok hout en begroeten Hém om beurten als koning. Het plagen- en hoo- ïien moede, duwen ze Jesus voort en leiden Hem weg. Het scherm valt. De proloog met het koor komt voor het tooneel. De proloog spreekt over Judas, die met verwarde zinnen ronddoolt, gekweld door zijn slecht geweten, met de bloedschuld op de ziel. „Beween, Judas, wat gij ge daan hebt", zoo vervolgt hij, „doe boet vaardigheid', nog is er genade, de poort des heils staat nog voor u open". Doch met Cain de broedermoorder roept hij Uit: „Te groot, te groot is mijn zonjde, en zooals deze, ongetroost en onboet vaardig, wordt hij door wanhoop aan gegrepen. De solist en het koor zingen over het tewee" wat Jesus had uitgesproken, over „den mensch, die ,Hem zou overlevfef- ren. Voor hem ware het beter nooit ge boren te zijn." Als het scherm opgaat wordt door le vende beeld'en de broedermoord van Caïn voorgesteld. Abel ligt vermoord en Caïn ijlt in wan hoop heen. Intusschen bezingt het koor rfe wan hoop en de razernij waarin evenals Caïn ook Judas verkeert en de kwelling, die hem overal volgt. Het volgende tooneel is weer een al leenspraak van Judas: Zijn bang voorge voel is zekerheid geworden. „Alles is voorbij zoo spreekt hij, geen hoop op redding! Had de Meester zich willen redden, dan had hij dit in de hof van Olijven gedaan. Vervloekt sy nagoog, uw priesters hebben mij misleid Het geld zullen zij terughebben. Niets wil ik weten van uw satanische plannend Geen aandeel wil ik hebben in het bloed van den onschuldige Als het scherm andermaal opgaat, stelt het tooneel het inwendige ynn den tem- voor. Kaïphas, Annas, priesters en schriftgeleerden hebben weer pp hunne zetels plaats genomen. Kaïphas neemt het woord en zegt, „met ongeduld geëerde vaders wachtte ik de morgenschemering af om den vijand der synagoog ter dood te veroordeel en". Allen roepen: „het doodvonnis is uitgesproken hij zal en moet sterven." Kaïphas wil door den geheelen raad het vonnis laten bekrachtigen, en zal Jesus nogmaals voor zich laten verschij nen. Judas komt nu ongeroepen binnen, en vraagt of het waar is dat zij den Mees ter ter dood1 veroordeeld hebben Zij verwijten hem zijn binnendringen in deze vergadering, hij vervolgt echter, „ik moet het weten". En allen roepen: „Hij moet ster ven." Judas weeklaagt dan over zijne zonden en verwijt den hoogen raad dat zij een onschuldige veroordeelen. Allen vermanen Judas te zwijgen. Doch Judas vervolgt: „g ij hebt mij tot verrader gemaakt met uwe vervloekte zilverlingen." Niets vermag Judas tot bedaren te brengen, hij werpt de zilverlingen op den grond en schreeuwt: „hier, bloed honden, hebt gij uw vloek en bloedgeld terug Allen roepen „zwijg en pak u weg yan hier!" Judas gaat heen en schreeuwt hen nog wanhopig toe: „Gij zult met mij in het diepste der hel zinken Nadat Judhs zich verwijdert heeft zegt Kaïphas tot de vergaderden, „h ij heeft zich schuldig gemaakt aan verraad, w ij vervolgen onzen vijand". Zij overleggen met elkander, wat ze met dit geld zullen doen en besluiten een begraafplaats voor vreemdelingen er van te koop en. Jesus wordt nu weer binnengeleid Kaïphas vraagt Jesus„Houdt gij de woorden staande die dezen nacht voor uwe rechters hebt uitgesproken Jesus antwoordt: „Indien Ik het U zeg, zult ge mij niet gelooven, noch mij loslaten. Doch van nu af zal de Zoon des Menschen ter rechterzijde van den Al machtigen God zitten. niets groeit er behalve in de laagste d elaagste dalen, waar een zeer korte grassoort opschiet en zich eenige kleine heesters bevinden, wier middellijn zel den groot er is dan van een potlood Van de zuidzijde kan men alleen in de zomermaanden in Tibet binnendrin gen, wanneer de bergpassen niet onder de sneeuw bedolven liggen. Al deze passen zijn streng bewaakt door soldaten. Eenige expedities hadden reeds gereisd in het noordelijk gedeelte van Tibet, dat bijna onbewoond1 is. On der deze expedities was die van den her tog van Orleans wellicht de voornaam ste. Deze expedities stootten niet op veel verzet op hun weg, want zij ontmoetten slechts enkele nomaden. Niemand was te voren echter kunnen binnendringen in de provincie Lassa, in het zuiden van Tibet, de eenige provincie van dit land die een vrij dichte bevolking heeft. Deze provincie, welke het minst toegankelijk was in dit verboden land, lokte mij het meest. Ik heb bijna met mijn leven den wensch moeten boeten de wetenschap te dienen. Tegen het midden van de maand Juni hadden wij reeds zooveel te lijden gehad en waren de mannen van mijn expedi tie reeds zoo bang voor de Tibetanen, die dreigden hun te dooden, als zij mrj bleven volgen, dat de meesten besloten mij te verlaten. Van het meer Moensarowar af, blewti nog slechts twee minnen bij mij. Shan- den Sing en Mansing. Ik was nog in het bezit van mijn wetenschappelijke instru menten, maar ik had tpjna geen voedsel meer. Toch vervolgde ik mijn weg naar de Heilige Stad. Ik droeg bij mij een hoeveelheid goud en zilver, welke ik in mijn kleeding had' genaaid. Mijn instrumenten en de zwaar dere voorwerpen waren geladen op den rug van de jaks, welke ik had gekocht» van een troep bandieten, die wij hadden ontmoet. Wij waren reeds in het midden van de provincie Lassa, toen wij werden getroffen door een onheil. Een van mijn jaks werd meegesleept door de stroom van de Neorivier en daarmede ook alles wat hij bij zich droeg. Onze laatste pro visie verdween evenals een deel van mijn instrumenten en bijna al onze patronen. Mijn beide mannen volgden mij zon der vrees. Ik had medelijden met hen, ze stierven bijna van honger en hunne voelen waren verwond van de lange tochten, welke wij dagelijks maakten. Toen ik dan ook 19 Augustus een groot kamp Tibetanen zag, besloot ik mij tot hen te wenden, onï te beproeven mij voedsel en paarden te verschaffen. Wij hadden sedert vier dagen niets ge geten en wij konden niet meer. In dit kamp van eenige honderden Ti betanen werden wij gevangen genopien daar wij den strijd tegen de overmacht niet konden volhouden. De Tibetanen maakten zich meester van mijn instrumenten en vernielden in een oogenblik alle. Daarna begon men ons te martelen. Chanden Jing werd den eersten dag gefolterd en hield zich moe dig. Hij bood zelfs zijn leven voor het mijne maar ik weigerde hem te verlaten en kreeg een zweepslag op het hoofd. Den volgenden dag was het mijn beurt. Men zette mij te paard op een primitief hard zadel, waarvan het achtergedeelte naar de hoogte gebogen was. Daaraan waren ijzeren pennen, en toen wij reden Allen besluiten nu dat hij des doods schuldig is. Kaiphas wil Pilatus den landvoogd van dit vonnis in kennis stellen, om dit zoo mogelijk nog voor het feest te kun nen voltrekken. Jesus wordt weggeleid. Allen schreeu wen „Dood aan den Galileër!" In hfct volgende tooneel komen eenige priesters samen spreken hoe zij het be zoek bij Pilatus zullen afleggen daar zij het huis van een heiden niet mogen bin nengaan. Zij besluiten te kloppen en de boodschap door een dienaar aan den landvoogd te doen overbrengen. Zij gaan en handelen ook op die wijze de dienaar komt terug met het bericht dat Pilatus bereid' is om de hoogen raad aan te hooren. Zij nu spoeden zich weg om dit den hoogepriester te melden. Het scherm gaat wederom op het too neel stelt een bosch voor. Judas is daar alleen, hij spreekt over zijn schanddaden, wanhopig roept hij uit: „Hoe liefderijk heeft de Meester mij vermaand toen ik schandelijk verraad heimelijk beraamdeVervloekte geld zucht die mij èn doof èn blind gemaakt heeft. Ach, kon ik hem nog eenmaal aan schouwen .Doch neen hij ligt in <|en kerker of is wellicht reeds gedood door de woede van den vijand. Dit alles is mijn schuld. Neen geen stap meer ver der. Hier wil ik dit vervloekte leven uitademenHij ontdoet zich van zijn koord, en knoopt het om den hals ter wijl hij toeloopt op den boom waaraan hij zich wil ophangen. Het scherm valt. De proloog en het koor komen weer voor het tooneel. De proloog spreekt over de woede, waarmede Jesus' vijanden naar den. heidenschen rechter snellen en in onuit puttelijke welsprekendheid1 klacht op klacht uiten om het doodvonnis te doen bekrachtigen. Hij vergelijkt hierbij Daniël uit bet oude verbond, die in de leeuwenkuil ge worpen werd, omdat hij de Babyloniërs berispt had over hun afgodendienst. Het koor bezingt het doodvonnis dat pver Jesus j$ uitgesproken piettegep- drongen deze in mijn lendenen, zoo dat ik pijnlijke wonden kreeg. Bij een klooster tegen een heuvel ge legen op 25 mijlen ongeveer van het punt dat wij hadden verlaten, losten twee soldaten na elkaar plotseling twee scho ten op mij, welke mij niet raakten. «Bij zonsondergang kwaön ik bloedende in het (klooster na een tocht van 12 uur. Men rukte mij ruw van het paard en deelde mij mede, dat men mij over eeni ge minuten het hoofd zou afsnijden. Reeds begonnen de beulen dan ook met alle toebereidselen hiervoor. Men bond mij de voeten een officier greep mij bij de haren, terwijl de Groot-lama mij een gioeiend ijzer voor het gelaat (hield, dat mijn gezicht ernstig schaadde, zoo dat mijn linkeroog nu, 13 jaar later, nog niet geheel genezen is. Het raakte mijn gelaat wel niet, maar de hitte ervan was zoo sterk, dat ze mijn oogharen, wenk brauwen de huid van wijn yoorhoofd en neus zengde. Mijn rechteroog zag alles rood, maar ik kon niet zien wat om mij heen gebeur de. Na eenige andere folteringen nader de de beul mij en hield in beide handen een groote sabel. Hij zwaaide tweemaal met de sabel door de lucht. Toen ik niet bewoog zerde de beul mij, dat zoo ik niet bang was voor den (dood, hij mij bij mijn leven zou laten lijden. Ik moest nu nog andere folteringen ondergaan, ik moest o.a. kokend water drinken en zoo meer. Eindelijk begonnen de Tibetanen', die zeer bijgeloovig zijn, bang te worden er waren allerlei dingen gebeurd, die zij vreesden, en zij meenden dat het beter was ons naar Indië terug te zenden. Ook de Engelsche regeering had stappen ge daan en men dreigde met een militaire expeditie. Na acht dagen onder allerlei martelin gen, zond men ons naar In'dië. Nooit zal ik onze vreugde vergeten, toen wij "de tenten zagen van de Engelsche expeditie, die ons te hulp was gekomen. Toen ik aan het Engelsche kamp was gekomen, had ik meer van een geraamte dan van een mensch. Toen mijn' over spanning voorbij was werd ik ernstig ziek en toen ik in Europa was bleef drie maanden lang mijn linkerzijde geheel verlamd. Zijn ontdekkingen vat Landor als volgt samen Ik heb de beide voornaamste bronnen van de Bramapoetra ontdekt, die een der vier grootste rivieren van de wereld is. Ik heb astronomisch de voornaamste punten van den Gangri bergketen' Be paald, welke men thans Trans-Himalaja noemt. Ik heb de ware bronnen van $le groote river de Saitley ontdekt en ik heb ook de ligging van het heilige meer Mansarowar en van het naburige Raka- stal meer of Duivelsmeer bepaald. De Zweedsche reiziger Sven Hedin heeft schrijft hij, deze ontdekkingen be vestigd- I n b ra a k. rHedennacht heeft men ingebroken in de Nieuwe Kerk aan de Duinstraat te Seheveningen. Door het los snijden en oprollen vah een venster, in lood gevat, heeft men zich toegang ver schaft. [Twee offerbussen zijn geforceerd staande zijn onschuld bewezen is. Het scherm gaat op en in levende beel den wordt Daniël in den leeuwenkuil voorgesteld. Het koor vergelijkt de woedle van het Babylonische volk bij die van den hoo gepriester en Pharizeërs. Niets is hen heilig, door den nijd tot razernij gedre ven, zijn zij geheel in Satans macht. Het volgende tooneel stelt voor de hoogepriesters, de schriftgeleerden en Pharizeërs, die zich met den geboeiden Jesus naar Pilatus begeven. Een dienaar komt voor en vraagt wat deze menigte wenscht. Kaïphas zegt dat zij den landvoogd een gevangene bren gen, die gevonnist moet worden. Pilatus vertoont zich op het balkon. Kaiphas brengt den gewonen groet, die door allen herhaald wordt: „Heil en ze gen aan U". „Wij brengen voor U" zoo vervolgt bij, „een mensch, met name Je sus wij wenschen dat gij het doodvonnis wilt bekrachtigen dat de hooge raad over hem heeft uitgesproken." Pilatus vraagt naar de beschuldigingen die zij tegen dezen mensch aanvoeren kunnen, en aptwoord hierop: „als hij uw wet heeft overtreden, neemt gij hem dan en oordeelt hem volgens uwe wet." Allen roepen: „volgens onze wet heeft hij den dood verdiend" en Kaiphas zegt tot Pilatus„het is ons niet geoor loofd het doodvonnis aan iemand te vol trekken." Pilatus antwoordt echter„ik wil geen blind werktuig zijn in uwe handen, en veroordeel niemand zonder zijne misda den te kennen. Ik heb wel van een Jesus van Nazareth gehoord," zoo gaat hij voort, „maar nimmer heb ik van oproer iets vernomen, ook niet, zooals gij zegt, bij die intrede van Jeruzalem." Tot Jesus zegt hij: „Wat hebt gij te gen deze beschuldigingen in te brengen." Jesus zwijgt. Hierop geeft Pilatus te kennen dat hij Jesus alleen wil onder vragen. Door de wacht wordt Hij weg geleid achterom door het huis, op het balkon. Op alles wat Pilatus Jesus vraagt ant- wpordt Jrtij alle,en dat de juicht, jfie feij gevonden en .gedeeltelijk .geledigd, zoodat de dader schijnt gestoord te zijn. De moord te Hilversum, t— ïn verband met «de misdaad aan "de Honing- straat te Hilversum, heeft de politie een vijfden verdachte aangehouden, S. de \4 geheeten tegen jw'ien sterke vermoedens zijn gerezen. Hij is ter beschikking van de justitie gesteld. Schandelijk, t— "Te Dokkum zijn een paar werklieden, in dienst der ge- roeentereinigiiig, betrapt op een daad, die uit hygiënisch oogpunt, treurige "gevol gen had kunnen hebben. De werklieden hadden n.L de urine, afkomstig uit de -pri vaten der bijzondere school, gestort in.... de regenbak, waar de schootkinderen tut drinken, welk schandelijk, feit reeds meer malen moet geschied zijn. Musschenplaag. De uitbreiding van den zaadbouw ïn den polder Heer-" Hugowaard schijnt oorzaak, dat zich daar meer en meer een muoschenplaag doet gelden. Tarwe b.v. kan ér niet worden verbouwd. 'In een vergadering, gehouden op Initia tief van de afdeeKng der Moll. Maat- j schappi/ Van Landbouw, hebben betang- ehbbenden nu besloten ccn musschengil-' de op te richten. Men stelt zich voor, dat bij een hefling van 50 cent per H. A. al ettelijke duizenden musschen opgeruimd' zullen kunnen worden. Men verwacht vrij algemeene deelneming in dezen oorlog tegen het musschenheir. Vermi st. Te Haarlem wordt se dert Maandag vermist de 22-jai%e J. M. v. d. Heijden. Een reden voor zijn ver missing schijnt met te bestaan, zoodat zijn ouders een ohgeluk vreezen. Gemeentel aad van Rijnzaterwoude Vergadering van Vrijdagavond. Voorzitter: ide heer Th. C. C. Ninaber, burgemeester. Aanwezig in den aanvang vier leden, la ter nog de heer Kiebert; er zijn twee va catures. T)e Voorzitter leest de notulen "der twee laatstgehouden vergaderingen, die onveranderd worden vastgesteld. Ie. Een schrijven van Ged. Staten, hou dende goedkeuring van het raadsbesluit van 6 juli LL, tot heffing van schoolgeld op de openbare lagere schooL 2e. Een schrijven van mej. C. M. Ber kemeier, waarbij zij haren dank betuigt, voor hare benoeming tot onderwijzeres, aan de openbare school. Zij is bereid! in functie te treden. Voor kennisgeving aangenomen. 3e. Verzoek van Jac. vander Bi eggen, om afschrijving van zeven maanden Hoof- delijken omslag. Daar adressant uit de gemeente is vertrokken, wordt de ge vraagde afschrijving verleend. 4e. Een adres van J. Kinkel, met ver zoek om zijn hoofdelijken aanslag te ver lagen tot de helft. Wordt besloten, dat adres te behande len bij de andere reclames aan "het einde van het dienstjaar. 5e. Een schrijven van de Gezoncflieids- commissie te Bodegraven, fnededeelendy dat zij besloten heeft bij de gemeente aan te dringen tot vaststelling van een veror dening op den handel in en de verkoop van melk, weshalve zij verzoekt, dat ook; over Hem beweert te bezitten, hem van boven is gegeven. Pilatus herneemt: „Gij zijt alzoo todi een koning?" waarop hem Jesus ant woordt: „Hij zegt het, ik ben koning en daartoe in de wereld gekomen, om' van de waarheid getuigenis te geven.** Pilatus roept uit: „W,at is waarheid?*1 Een dienaar bericht Pilatus, dat zïjrf echtgenoote Lena hem vermaant, zidhj niet met dezen Rechtvaardige in te la ten, daar zij in een droomgezicht veel angst en schrik om zijnentwille heeft uitgestaan. Pilatus laat haar gerust stek len, en zegt alle pogingen te zullen aan^ Hem vrij te laten. Pilatus spreekt zijn onrust tegenover, zijn dienaren uit, hij zegt niet aan derï schuld van dezen mensch te gelooven, en dan die droom zijner gemalinNeen, hij mag niet toegeven. Hij beveolt de Jioo-« gepriesters en schriftgeleerden nogmaal$ te roepen en den beklaagde weer voor het gerechtshof te leiden. Pilatus tot de hoogepriesters e!n pries* ters „Hier hebt ge uwen gevangene terug, Hij is zonder schuld." Allen schreeuwen: „Hij is des doods' schuldig." Pilatus gaat voort en zegt: j,Dat hij zich koning heeft gemaakt is geen mis-; daad want bij ons wordt openlijk geleerd, dat iedere Wijze een koning is. Is hij, uit Galilea gekomen Allen antwoorden: „Ja zijn geboorte plaats is Nazareth." Pilatus verklaart: „dan ben ik van het rechtersambt ontslagen, Herodes is voor het feest hier gekomen, hij kan nu zijn? onderdaan oordeel en". En aan de wacht beveelt hij: „Geleid hem alzoo tot zijn, koning." Allen gaan en roepen luid:j,Ster vetf m o e t h ij, h e d e n p o g V Het koor met de proloog komen Wéeïl voor het tooneel. Een proloog spreekt over 3e nieuwen sma^d die Jes.iis wprdt fêpgc&Pft dogti

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6