25
De Kerkvervolging in Spanje.
Het erfdeel der Malleroy's.
BUITENLAND.
Ie Jaargang.
No. 269.
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
\f i.io per kwartaal: bi] onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 11.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Donderdag
Augustus
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent;
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiêngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere rege' meer 10 cent.
I. i;i
'Met sfrannen'de aantijadit b'eschouNVeh
[allen pn velen ook tnet diepe droef
heid 1 den toestand in Spanje.
In Idit Katholieke land met zijn vorst,
jdie derf titer draagt van „Katholieke
[Majesteit" is tie kerk' blootgesteld aan
'felle en scherpe vervolging.
In korte trekken volgt hier een heF-
jnnering van de gebeurtenissen! van dein'
jallerlaatsten tijd.
Kort geleden, paar aanleiding van de
ter-dood-veroordeeling van tien berudh-
ten anarchist Ferrer,, is het redhtsche mi
nisterie onder Maura moeten aftreden,
'jomtiat de regeering door Idiö liberale
linkerzijde, ofschoon deze in minder
heid ,\vas, aan Maura onmogelijk weid
gemaakt.
Toen is aan 't bewind gekomen het
jgematigdtiiberaal ministerie onder Mo-
ret y Prendergas. Doch1 een groot
faeel der linkerzijde, de meer vooruitstre
vende liberalen, kon dit Half-slachtige
ministerie niet bevredigen, zoodat Mo-
ret spoedig plaats moest maken voor
(den man, wiens naam in onze verbeel
ding roept de mannen dier Fransdhe kerk
vervolging Wal deck-Rousseau, Combes
'en Briancf, den befaamden anti-clericaal
Canal e jas. Spoedig' na diens optre-
jden hadden in Spanje nieuwe verkiezin
gen plaats, en men was getuige van het
[wonderbare feit, dat de rechterzijde met
meer dan 100 leden verminderde.
Hier kan op haar plaats zijn een kor
te bespreking van Spanje's bestuur. Men
[weet, dat Spanje is een constitutio-
heele mogendheid, de koning is gebon-
|den aan een grondwet. Ook de verdere
samenstelling is in groote trekken de
zelfde als in ons land.
De eerste dienaren van den krooW
i zij?i de ministerswat bij ons de Eerste
Kamer is, is daar de „Senaat", en onze
iTweede Kamer kan gelijk gesteld wor-
jden met het „Congres". Senaat en Con
gres Vormen te zamen de „Cortes". Men
moet echter In 't oog houden een ver
schil tusschen onze Kamer en de Cortes,
[wat betreft machtsbevoegdheid en wat
betreft samenstelling. Het is niet noo-
jdig hier te spreken over het verschil
van de bevoegdheid, doch een enkel
[woord volge hier over de samenstelling.
|De Senaat is saamgesteld uit 360 leden
|van welke 180 lid zijn door geboorte
'pf door stand, of door benoeming van
|den vorst en 180 woeden gekozen; het
Congres bestaat uit 432. leden, [welke
lallen worden gekozen. Om de yijf jaar
moeten de verkiezingen plaats hebben
poch zelden laten deze zoo lang op zich
[wachten, daar gewoonlijk in dien tijd
;een nieuw ministerie optreedt en de
Cortes ontbind en dus nieuwe verkiezin
gen noodzakelijk zijn. De verklaring
Van dit zonderlinge feit zullen we straks
geven.
Nu "had Canal e jas een anti-clericale
meerderheid in de Cortes, en met een
[krachtigen haat is hij den strijd tegen
|Üe Kerk begonnen. Hij nam' tyranlrffc
FEUILLETON.
21)
Twee dagen verlieplen zonder dat er
[Verandering kwam in dien toestand van
Jden markies. Vanaf het begin, had de
I geneesheer overigens gezegd, dat er geen
hoop meer was hem te redden. De oude
::man bezweek twee dagen later, zon&er
leen oogenblik bij-kennis gekomen te zijn.
AI dien 'tijd was de gravin voortdurend
bij den stervende geweest. Hetzij de graaf
haar droefheid eerbiedigde, hetzij hij uit
[berekening handelde, hij zocht geen on-
'Öeriioud met zijn vrouw,
i, Hij vreesde waarschijnlijk, ien met re-
jjöten ,zooaüs mén later te weten kwam,
jjdiat de markies zijn fortuin aan Berqn-
ge re na zou laten, len zijn maatregelen ge-
[nomen had, opdat slechts zij zelve er
■1bet bezit van zou hebben.
Toen men het lijk van den laatsten
markies de Courlans Ronceval geplaatst
had in den grafkelder van de kapel van
[URonceval, trok de gravin, gebroken door
droefheid en angst, zich in harq vertrgk-
seerende maatregelen tegen de klooster
orden, en stond de niet-Katholieke gods
diensten vrijheden en rechten toe, welke
in strijd zijn met vroeger gesloten ver
dragen of concordaten tusschen Spanje
en Iden H. Stoel, opgenomen in de grond
wet. De kroon heeft hij gezet op zijn
,anti-clericale politiek, toen hij, onder
voorwendsel, dat de H. Stoel niet wilde
onderhandelen, alle onderhandelingen
fc— die begonnen waren onder Maura
afbrak door de Spaansche gezant ,uit
Rome terug te roepen. Rome moest deze
daad beantwoorden door haar gezant
udt Madrid te laten verretkken. T>it al
les is aanleiding geweest van protesten
van den kant van Rome; van afkeuren
de adressen der Spaansche Katohlie-
ken\fon herleving van de partij der
Carlisten, welke, ofschoon zij zich in
den laatsten tijd bij het regeerend ko
ningshuis aansloot, nu weer wil strijden
strijden voor haar pretendent, Dom Jai
me Spanje's vorst, Ferdinand XIII, heeft
aan Canalejas carte blanche, m:. a. w.
vrij spel gegeven, en is zelf in deze
benarde omstandigheden ,uit Spanje ver
trokken.
Uit de Pers.
De uitspraak van den Eereraad.
Aan de beschouwingen van de diverse
bladen over het eereraad-rapport ont
leen en [wij:
De „Maasbode"
Hoe dit ook zij, de feiten leveren,
naar het oordeel van den Raad, nog
geen grond op om corruptie aan te ne
men en van het innerlijk verbanld tus
schen die feiten is de commissie bij
haar onderzoek niet gebleken.
Om deze uitspraak is 't ons alleen te
doen. i
Met genoegen zien wij, dat deze zaak,
door de politieke hartstochten van en
kele politici en vrijzinnige persorga
nen zoo opgeblazen, thans, door de be
zonnen uitspraak van den Eereraad, tot
de juiste proporties is teruggebracht
Wij hopen, dat thans nu de politie
ke opwinding is bedaard de conclu
sies van den Eereraad allerwegen zullen
Worden aanvaard.
Wij zijn ech-ter Avat dit laatste be
treft niet zonder vreeze.
Politiek van de slechtste soort "heeft
te lang in deze zaak een rol gespeelde
Het „Centrum"
Afgezien van alle ^politieke" en de
voor dr. Kuyper persoonlijk-vijandige
overwegingen, welke in het laatste jaar
maar al te zeer tot uiting kwamen en
die ook nu zich1 het zwijgen nog wel
niet zullen laten opleggen, valt te
constateeren, dat de Staatsmans-eer van
den anti-revolutionairen leider uit dit
onderzoek van een boven elke verden
king verheven commissie ongerept te
voorschijn komt.
Wel straalt ook in dit rapport door,
Idiat hij niet van onvoorzichtigheid is
vrij te pleiten en dat hij als openbaar
persoon strenger keur had moeten aan
leggen voor sommige zijner handelingen.
Maar waar hij op dit stuk openlijk1
ken terug.
Gilbert, wiens wonde begon te genezen
klopte .eenige oogenblik ken later aan haar
deur.
Neergeknield op haar bidstoel, gaf de
gravin geen acht op zijn kloppen. Ten
slotte Scheen zij aan de manier van klop
pen te bemierken 'dat Gilbert het waszij
stond oip én liet hem binnen komen.
Hebt ge eenig nieuws?
"Niets, gravin.
Is uw zoon nog niet terug?
Helaas niet, mevrouw*
Mijn God, mijn God, hij is reeds
drie dagen weg.
Er moet hem een ongeluk zijn over
komen, sprak Gilbert 'droevig.
Arme Gilbert
Ais u het toestaat, zal ik vannacht
naar Saint Martel vertrekken.
Maar uw wonden....
Dat is niets. Mijn ongerustheid
kwelt mij meer dan zij. Als ïk (aan [Thier
ry denk en aan mijn armen zoon.O,
sta niij toe te vertrekken!
Ga dan, zeide de gravin, die slechts
uit medelijden met zijn toestand, hiet op
zijn vertrek aandrong.
In de hoop, dat de gravin zijn verzoek
zou inwilligen, had Gilbert reeds zijn
yooibcr^ding gemaft .Efèn paa^d [waflhj-
scKuld beleden heeft, lijkt het niet zeer
nobel hierop verder te insisteeren, te
minder daar de waarschuwing, die noo-
dig kon zijn, verkregen is en het lands
belang geacht moet worden volkomen
buiten schot te blijven.
De „affaire", zoo geducht opgeblazen
als een schandelijke, corruptie brengen
de en diep onteerende Jintjeshandel, is
idpor het rapport van den Eereraad tot
proporties teruggebracht, die zulk een
„excès d'mdignité" allerminst wettigen.
Het „Huisgezin":
De eereraad is vooreerst van oordeel,
dat dr. Kuyper voor den strafrechter
vrij uitgaat.
Dat is iets, maar voor tir. Kuyper is
het niet genoeg.
En het doet ons leed, dat de eereraad
en dö oud-minister ook voor hert overige
niet zóó volledig heeft kunnen vrijspre
ken, dat er van de beschuldiging schijn
noch schaduw overblijft.
Ten aanzien van den eenen Leh'mamn
constateert ide commissie, dat het ver
band in den zin van corruptie te ver
gezocht zou zijn.
Dit is een vrijspraak, trfaar een die we
liever door een wat sterker woord, b.v.
dat het verband ongerijmd zou zijn, had
den .uitgedrukt gezien.
Ten aanzien van den anderen Lehmann
besluit de eereraad, d,at de feiten „nog
geen grond opleveren om corruptie aan
te nemen".
Ook hier neemt de eereraad zelf cor
ruptie niet aan, maar hij sluit die veel
minder beslist uit dan ten opzichte van
den eersten Lehmann.
Wat wij in de uitspraak van den eere
raad missen is hpt verlossende woord:
dat aan corruptie zelfs niet kan gedacht
worden.
Uit de „R. K. Noordbrabanter"
„Of de uitslag van dit rapport de ge
moederen zal bevredigen? Wij betwijfe
len het ten sterkste....
Maar de beschuldiging stond erdat
hier van corruptie sprake was. En nu
Wijst de commissie deze beschuldiging
niet af met die beslistheid, welke de
vrienden van den oud-Minister wel zou
den gewenscht Jiebben. De commissie
zegt toch jiiet met ronde woorden, dat
er van corruptie geen sprake kan zijn,
maar enkel en alleen, dat de door haar
onderzochte feiten en het innerlijk ver
band tusschen die feiten op zich zelf ech
ter nog geen grond leveren om corrup
tie aan te nemen. Nog eens, dit is niet
een uitspraak, zooals wij die gaarne
voor den persoon van dr. Kuyper zouden
gewenscht hebben. Hier staat m'en, dunkt
ons zoo, voor het feit van vrijspraak, bij
gebreke van bewijs.
Ook is dr. Kuyper niet vrijgesproken
van de beschuldiging, dat hij de Voor
spraak was bij een zijner ambtgenooten
in zake die decoratie E. A. Lehmann. Er
wordt alleen gezegd, dat het geconsta
teerde feit niet is -te beschouwen als
een ambtsdaad. Het feit blijft dus, al
leen dit: de comrfiissie beschouwt het
niet als een ambtsdaad.
Ons dunkt, dat noch dr. Kuyper poch
zijn vrienden tevreden kunnen zijn, wij
voor ons zijn het, jamhier genoeg, niet."
te hem reeds, gezadeld en wel, op een
naburige ihoeve.
Een uur na zijn gesprek met de gravin
galoppeerde hij reeds over den weg naar
Antrain.
WlIIste HOOFDSTUK.
Trotsdh over het vertrouwen, dat men
in hem stelde ien de belangrijke zerfdjing,
die men hem opgedragen had, was Pas
cal Forman zoo snel mogelijk naar An-
traiin geloopen.
Hij kocht daar voor z'estig écu's een
paar'd dat 'hij best voor tachtig in rekening
zou kunnen brengen. "Hij weerstohcl zijn
verlangen om in Antrain halt te maken on
ging in vollen galop in de richting van
Saint-Malo.
"Zoolang het paard van zelf in galop
bleef ,ging alles goéd, maar toen het ver
moeid vvferd' en door zweep en sporen
aangewakkerd moest worden, kwam de
gewone luiheid van'Pascal te 'voorschijn.
Van tijd tot tijd moest hij halt houden
om zijn paard van haver te voorzien, ie[n
maajete dan van de gelegenheid gebruik
om zijn droge 'keel wat op te frisschep.
Door dit herhaald opfrisschen van zijn
Keel, nu ''èens met appelwijn, dan met
brandewijn, kwam Pascal weldra in pep
De „Gelderlander":
De Eereraad zeide: Wij hebben geen
corruptie gevonden.
Wel hebben wij geconstateerd:
lo. het aanwijzen van daden om' een
ridderorde te verdienen, en
2o. aandrang, door den persoon (dr.
Kuyper uitgeoefend op een minister
collega, om iemand te decoreeren, jdie
zich op geenerlei wijze verdienstelijk!
had gemaakt voor het land, doch wèl
gelden had gestort in de a.-r. partijkas.
In een beoordeeling dezer beide da
den treedt de Eereraad niet, hij zegt
alleencorruptie is het niet.
Dat het verkeerde en lakenswaardige
handelingen waren, zal echter wel niet
bestreden worden.
Wel ongerept in" zijne .eer, maar niet
ongedeerd als .politiek man komt dr.
Kuyper uit deze vuurproef.
De (a. r.) „Stichtsche Courant":
Het oordeel der commissie is niet
anders dan wij verwacht hadden. Er is
geen sprake geweest van corruptie.
Zullen nu de perfide aanvallen van
Dr. Kuyper's politieke tegenstanders
een einde nemen nu, prf hij door poli
tieke tegenstanders is geoordeeld
Het blad geloofd er niets van, ten be
wijze waarvan het te keer gaat tegen de
liberale pers.
Het (a. r.) „Arnhemsch Dagblad":
De „Kuyper-zaak" is th,ans afgedaan.
Drie mannen van hoogen paam, alom
in den lande bekend en geacht, spraken1
het openlijk uit, dat de oiid-minister
naar hunne overtuiging, zich niet schul
dig heeft gemaakt aan corruptie dat hij,
wat de hoofdzaak betreft, vrij uit gaat:
dat zijn zedelijke eere ongerept blijft.
De (ar.) „Rotterdammer" deelt het rap
port mede en merkt alleen op
Reeds veertien maanden geleden gingen
de geruchten van een „lintjeshandel".
Sindsdien is er door de Pers menige kolom
druks aan gewijd en heeft ook de Tweede
Kamer er verscheidene uren aan besteed.
Toch is nu de „zaak" nog niet uit. Reeds
verschillende bladen geven beschouwin
gen, waarin onvoldaanheid wordt uitge
sproken.
Wanneer zal het einde zijn?
Het (U. L.) „Vaderland" meent dat de
uitspraak niemand verwonderd, niemand
teleurgesteld en waarschijnlijk weinigen
verblijd zal hebben. Het blad besluit dan
ook aldus:
In de heerschende opinies over de
zaak-Kuyper zal het rapport der commis
sie en zij zal zelf niet anders verwacht
hebben dan ook wel geen wijziging
brengen.
Wat de heer De Beaufort op den eer
sten dag van het enquete-debat zeide ter
bestrijding van de voorgestelde enquete,
is thans van toepassing: Wij kennen de
feiten eigenlijk alle, er zouden alleen nog
eenige bijzonderheden aan kunnen worden
toegevoegd." Zoo is het inderdaad uit
gekomen.
„Land en Volk", orgaan der vrijzinnig-
democraten, schrijft:
Het gisteren gepubliceerde rapport van
den eereraad, welke heeft onderzocht of
dr. Kuyper zich tijdens hij minister van
binnenlandsche zaken was, schuldig heeft
Op eenige mijlen van Saint Martel hield
hij halt bij een herberg, die door;een jon
ge vrouw uit Antrain gedreven werd. Hier
bracht hij twee uurdoor. Eindelijk ging
ging hij weer op weg ien ging tot Saint
Martel door.
Dank zij de nauwkeurige inlichtingen
van de gravin, kon hij hert huis, waarin
Thierry zich verborgen had, vindien. Deze
hut lag vlak aan het strand op leen steil
afhellende rots, zoodat men slechts van
een kant, langs ieen smalle landstrook.
ze bereiken kon.
"Een akker, met doornige ajuin beplant,
strekte zich uit vanaf het huisje tot'aande
rand van de rots, die zich twaalf tot vijf
tien voet boven de schuimende zee be
vond.
Terwijl Pascal op hert huis toeliep, stond
Thierry naar "buiten te zien en deed hem
open. Psacal stelde hem de papieren ter
hand en vertelde hem wat er te Ronceval
was voorgevallen.
Gij komt juist op tijd, mijn goede
jongen, zeide Thierry. De man, aan wi-en
deze hut toebehoort, is afwezig.
Hij heeft daar juist vernomen, dat de
driemaster „Ateide" overmorgen naarln-
dië vertrekt. Ik vreesde er niet mede te
kunnen gaan, maar nu ik deze papieren
yafl de graven gqkregqn heb, zal \k mij
gemaakt aan corruptie, heeft weinig nieuws
geopenbaard.
Bevrediging zal het wel aan niemand
hebben gegeven, tenzij aan de vrienden,
die door dik en dun met den leider
meegaan. Het rapport is in zijn soberheid
veelzeggend.
Een andere uitspraak was niet te ver
wachten en wij hebben ons dan ook
waarlijk niet al te zeer verbaasd, dat de
uitspraak aan de negatieve verwachtingen
heeft beantwoord.
Het slot van het artikel luidt
Verder commentaar op deze uitspraak
achten wij thans overbodig. Onze opinie
over dr. Kuyper's handelingen in de
lintjeskwestie stond reeds vast vóór de
benoeming van den eereraadzij is door
de uitspraak van dat college niet ge
wijzigd.
België.
De Tentoonstelliug.
Er komen eiken dag berichten over
den wederopbouw der Brusselsche ten
toonstelling. Maandag is men begonnen
met den nieuwen voorgevel. De plannen!
van M. Acker, zegt 'de VI. Gazet, zijn
werkelijk schoon.
Het is waarlijk merkwaardig te zien
zegt dit blad, met welk een ijver de!
werkzaamheden van .de heropbouw van
Brussel-Kermis worden aangepakt.
Gaat het zoo voort, dan zal binnen
enkele dagen elk spoor van de ramp
in Brussel-Kermis uitgewischt zijn.
De nieuwe Belgische afdeelipg zal,
naar men hoopt, den 10 September kun
nen geopend worden, in het paleis der
bestëndige tentoonstellingen, achter het
Paleis van Wateren en Bosschen.
Ongeveer tegen denzelfden datum zal
de Engelsche afdeeling heropend gor
den in de Groote .Feesthal.
De Fransche afdeeling, Zondag hero
pend, telde gedurende de beide laatste!
dagen hare bezoekers bij duizenden, everf
ajs de Italiaansche en internationale af-
deelingen, gelegen binnen de hallen.
De Fransche afdeeling verkeert in
volmaakten toestandhet eere-salon is1
afgesloten. Buiten de Fransche afdeeling
wordt het opruimingswerk met volle
kracht voortgezet, en weldra zal de groo
te galerij volkomen heropgebouwd we
zen, tot aan het front der Solboschlaan.
Men schrijft uit Brussel aan het „Hbl.
van Antw." dat men nu, als men in de
tentoonstelling wandelt, voortdurend!
brandweermannen in dienst-tenue ziet,-
die streng toezicht houden.
Het aantal pompiers is van 9 op 60
gebracht, maar dit zou nog onvoldoende
kunnen blijken.
Van de Duitsche afdeeling behoeven
wij niet te spreken, daar deze een uit
stekenden brandweerdienst bezit, reeds
van de opening der tentoonstelling af.
Men zou zoo kunnen zeggen: als ;t
kalf verdronken is, dempt men den put
In dit geval gaat het spreekwoord niet
geheel op. Slechts een deel van de ten-
nog dezen nacht naar Saint-Malo insche
pen.
Hij schreef snel drie lange brieven:
een aan de gravin, een aan Suzanne en
de laatste aan Gilbert, 'daar hij voorzag
dat deze zich bij hem zou willen voegen*
verzocht hij hem te Ronceval te blijven*
om over mevrouw de Malleroy te waken*
daar lliij vreesde dat de graaf en Richard
op haar hun wraak zoucfen koelen.
^Terwijl ihij schreef, zag Pascal vol ver
wondering naar een kind van negen of
tien maanden, dat Thierry zijn zoon
noemde, waarover Pascal zich zeer ver
wonderde.-
ühierry, die de (edelmoedigheid zelve
was, beloonde Pascal ruimschoots. Hij
gaf hem bovendien eèn som van .tweehon
derd écu's voor GiLbert.
Ik weet dat de gravin voor uw vader
zal zorgen, zeide hij tot Pascal, maar daar
IvJj echter toch in mijn dienst blijf, is tnet
billijk, dat ik hein zijn loon vooruitbetaal*
want wie weet of ik hem ooit weder zal
zien.
Thierry zeide den jongen man vol aan
doening vaarwel. Van alle bewoners van
Ronceval ,Ln wier midden hij was opge
groeid, zou dit immers waarschijnlijk dd
laatste zijn, dien hij zag alvorens Frank
rijk te .verlaten*
{Wordt vervolgd^