20 Katholieke Sociale Week. Ie Jaargang. No. 265. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post ƒ1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Zaterdag Augustus 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere rege' meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN en een GEÏLLUS TREERD ZONDAGSBLAD. Het pauselijk decreet over de Eerste H. Communie. Versdienen zijn thans de „Acta Apos- 'iolicae Sedis", waarin de tekst vervat is van het reeds gister door ons verhiel de decreet over de Eerste JH- Communie. Na gewezen te hebben op de bijzon- (dere liefde van Christus voor de kinde ren en aan de hand der geschiedenis len in het Jicht dier Kath. godgeleerd heid te hebben uiteengezet, dat de aan gegeven praxis in volle overeensteto- iming is met de traditie en de leer der [Kerk, zegt het Decreet, dat enkele mis bruiken berispt:: Er schijnt inderdaad geen voldoende reden te bestaan, waarom, terwijl in de oude tijden kleine deelen van de heilige gedaanten zelfs aan de zuigelingen wer- iden uitgedeeld, thans een buitengewone (voorbereiding geëischt wordt van kinde ren, die in den allergelukkigsten staat yerkeeren van de eerste reinheid en on schuld verkeeren, en deze geestelijke spijze ten zeerste noodig hebben we gens de verleidingen en de gevaren van idien leeftijd. De misbruiken, welke wij hebben af gekeurd, zijn hieraan te wijten, dat men niet oordeelkundig en juist heeft vast- -gesteld, welke de leeftijd des ondier scheids is, welken men op verschillende grijze voor de Biecht en de Communie heeft aangewezen. Een en denzelfden leeftijd voor beide vordiert evenwel het [Concilie van Laterarien, wanneer het de verplichting van Biecht en Communie gezamenlijk bepaalt. Derhalve gelijk voor de Biecht als leeftijd des onderscheids die leeftijd in aanmerking komt, waarop het kind goed van kwaad kan onderscheiden, namelijk Bis het tot de jaren des verstands geko men is, zóó moet ook voor de Communie ld ie Jeeftijd gevorderd worden, w(aarop !men het eucharistisch brood kan onder scheiden van gewoon brooddit is even eens de tijd, waarop het Jcind het ge bruik des verstands heeft verkregen. Ni-et anders werd het verstaan door (de voornaamste uitleggers van het Con cilie van Lateranen en andere schrijvers v,an die tijden. Uit de geschiedenis der Kerk immers blijkt, dat meerdere syno- |den en bisschoppelijke decreten, reeds yan af de XI Ie eeuw, een vyeinig na het Concilie van Lateranen, de kinderen van zeven jaar reeds tot de Eerste Commu nie hebben toegelaten. Er bestaat bovendien een getuigenis van zeer groot gezag, de Doctor van Aquino, bij wien wij liet volgende le zen: „wanneer de kinderen eenig ge bruik' yan het verstand beginnen te hebben, zoodat zij in staat zijn om gods- vrucht op te vatten voor dit Sacrament (Eucharistie), kan hun dit Sacram'ent (worden toegediend. (Hierbij wórdt ter bekrachtiging "de uitlegging gevo-egd wel- [k'e de godgeleerden Ledesma, Vasquez, en Antoninus aan deze woorden geven). Het Concilie van Trente kómt tot de zelfde conclusie. Uit dit ades volgt, dat de voor de .Eerste H. Communie gevorderde leeftijd, (deze jis, waarop het kind het Eucharis tische Brood weet te onderscheiden va;n het gewone en lichamelijke brood ein dat het tot het altaar godvruchtig kunne na deren. Vandaar dat geen volkom-en kennis yan de geloofswaarheden wordt gevor derd ,maar dat eenige beginselen vol doende zijn, d. w. z. -eenige kennis "(aligua 'cogniti-o)ook wordt niet gevorderd het .volle gebruik van het verstand, maar is .voldoende -een zeker beginnend gebruik |di.i leen zeker gebruik van het verstand (aliqualis usus rationis). Vandaar dat het langer uitstellen der H. Communie -en het -eischeu van een rijperen leeftijd om deze te ontvangen, te eenenmale is af [te keuren -en de Apostolische Stoel zulks 'imeiermalen heeft veroordeeld. Zoo heeft 'iPaus Pius IX roemrijker nagedachtenis in een brief van kardinaal Antonelli tot de bisschoppen van Frankrijk op den 12e», 'Maart ,1864 de in sommige bisdommen Veldwinnende gewoonte om de Eerste H. (Communie uit te stellen tot pen rijperen yn bepaald vastgeste;ld§n leeftijd ten Scherpste gelaakt Ook heeft de Congregatie van het Con cilie pp den 15en Maart 1851 een be paling afgekeurd van het provinciaal Con- ciliie van Rheims, waarbij aan de kinderen Verboden werd tot de H. Communie te naderen beneden den leeftijd van twaalf jaren, Na dit alles rijpelijk overwogen te 'heb- bein, heeft de H. Congregatie der Sacra menten in haar 'algemeene vergadering van 25 Juli 1910 tot wegneming van bo venvermelde misbruiken en opdat de kin deren reeds van de jaren der prille jeugd zich innig met Jezus Christus verbinden, Zijn leven belev-en ien een steun vindon tegen de gevaren -der verleiding, goed ge vonden -den volgenden overal op te vol gen regel voor de Eerste ,H> Communie dei* kind-eren vast te stellen I. De leeftijd waarop de kinderen moe ten geacht worden tot de jaretn des on- derschaids te zijn gekomen, zoowel wat de Biecht als wat de Communie betreft, i-s -die waarop het verstand des kind-s be gint te werken, d. w. z. het zevende jaar, of ook een wéinig vroeger of een weinig later. Op dien leeftijd begint de verplichting om aan beide voorschriften zoowel van de Biecht als van de Commu nie, te voldoen. II. ,Tot de eerste Biecht en 'de eerste Communie wordt niet gevorderd een volle en volmaakte kennis van den christelijke» godsdienst. Het kind moet wen wel later, naar de mate van zijn bevattingsvermo gen ,den geheeien catechismus van buiten Leeren. III. De kennis van den godsdienst, die in het kind vereischt wordt, opdat liet zich naar behooren tot de Eerste H. Communie voorbereide, is die, waarmede hei -de noodzakelijk te kennen waarheden des geloofs volgens de noodzakelijkheid -des middels overeenkomstig zijn verstand kan begrijpen, en waardoor het 't Eucha ristisch Brood kan onderscheiden van het gewone -en lichamelijke brood, zoodat het met die godsvrucht tot de H. Eucharistie kan naderen, waartoe "2ijn leeftijd hem in staat stelt IV. De verplichting wat de H. Biecht en H. Communie betreft die op het kind rust, drukt vooral op hen, die voor dat kind zorg moeten dragen, d.w.z. op de ouders, den biechtvader den onderwijzer en den pastoor. Aan den vader echter, of aan hen, die zijn plaats vervangen, en aan den biechtvader komt, volgens de Romeinschen Catechis mus, ten slotte de beslissing toe, hejt kind tof de eerste H. Communie toe te laten. V. Eens of meermalen in het jaar moe ten de pastoors verordenen en doen plaats hebben een algemeene communie der kinderen, -en daartoe ii-I-et enkel toe laten de nieuwelingen doch ook .de an deren, die met verlof van de ouders of van den biechtvader zooals hier boven gezegd is reeds vroeger de H. Sacramenten ontvangen hebben Voor bed den moeten -eenige dagen van onderricht en voorbereiding voorafgaan. VI. Zij die belast zijn met de zorg voor •dia kinderen, moeten met allen ijver er voor waken, dat deze kinderen na de Eerste H. Communie meermalen tot <de H. Tafel naderen, en, zoo mogelijk1, ook dagelijks, gelijk Jesus Cliristus en Onze Moeder de H. Kerk zulks verlangen, en dat zij zulks doen met die godsvrucht waartoe hun leeftijd hen in staat s.telt. Verder moeten zij, op wie deze taak rust, hun zware verplichting gedachtig zijn om te zorgeln dat de kind-eren voortgaan de openbare catechis'musles- sen bij te wonen, of anders op andere wijze in hun godsdienstig onderwijs voor zien. VII. De gewoonte om kinderen piet toe te laten tot de Biecht of hun nooit de .absolutie te schenken, ofschoon zij toch tot de jaren van verstand gekomen zijn, is streng af te keuren. Vandaar dat de bisschoppen, zoo noodig met toe passing van de kerkelijke maatregelen, moeten zorg dragen, dat daarmede ge heel worde gebroken. VIII. Verwerpelijk te eenenmale is ook liet [misbruik om de H. Teerspijze en het H. Oliesel niet toe te dienen aan kin deren, nadat zij tot de jaren van ver stand gekomen zijn, en hen te begraven met den ritus, die gevolgd wordt voor kleine kinderen. Tegen hen, 'die deze ge woonte niet laten varen, móeten [de bis schoppen streng optreden. Woningbouwvereenigingen. Dit was het onderwerp, in de verga dering van Vrijdagochtend behandeld' door den heer J. M. A. Zoetmulder. De werkzaamheid der woningbouwver eenigingen noemde deze een zeer voor naam middel tot verbetering der woning toestanden. Medewerking van particu lier initiatief toch, georganiseerd in zulke vereenigingen, kan niet gemist worden om' het streven van den wetgever tcrt opruiming van woningmisstanden en' be vordering van aanbouw van goede wonin gen niet vruchteloos te doen zijn. j.De wet erkent die beteekenis der bouwvereenigingen volmondig; steun van Rijk en Gemeente valt aan het werk van zulke lichamen ten deel, althans wan neer de noodige waarborgen aanwlezig zijn, idiart hun arbeid uitsluitend strekt tot verbetering der volkshuisvesting. Alleen deze in de wet bedoelde licha men, de zoogenaamde toegelaten stich tingen, vennootschappen en vereenigin-- gen, heeft spr. op het oog. Zij móeten zich onderscheiden van an dere vereenigingen door de vplgende ge wichtige puntenzij mogen geen hoo- gere rente kweeken dan vier ten hon derd 's jaars van het erin gestoken kapi taal de leden mogen nooit eigendoms recht op de vereenigingswoningen krij gen, en aan de gemeente zij de bevoegd heid voorbehouden om haar bezittingen ten allen tijde te naasten. Daartegenover geniet de vereeniging 'den steun der overheid, daar zij van de gemeente tegen lage rente een voorschot kan ontvangen dat dóór het Rijk weder om aan de gemeente verstrekt wordt, ter wijl de vereeniging, zoo noodig door onteigening, beschikking kan krijgen over bouwterrein. In den regel zullen rente en aflossing van voorgeschoten gelden en andere on kosten uit de inkomsten der vereeniging moeten worden gevonden. In sommige gevallen echter wordt het tekopt op de verhuring der woningen door Rijk en ge meente gedekt. De werkzaamheid dezer lichamen ont wikkelt zich hier te lande, zooweel in grootere als in kleinere gemeenten, op zeer bevredigende wijze, waarbij zij zich op allerlei manieren aanpassen aan bij zondere plaatselijke omstandigheden. Door de stichting van vereenigingswo ningen wordt met sleur en verkeerde ge woonten bij de inrichting der huizen ge broken, en een beter inzicht in de .waar de eener goede woning krachtig bevor derd. En al is in afzienbare» tijd niet te verwachten dat de invloed van den aanbouw door bouwvereenigingen zoo beteekenend op de woningmarkt zal in werken, dat algemeene verlaging der huurprijzen eruit voortvloeit, zoo zal toch [daardoor tot meerdere stabiliteit in de huurprijzen der arbeiderswoningen kunnen worden bijgedragen. Ook leerde !de ervaring, dat nieuw-gebouwde wonin gen niet alleen ten goede komen aan hen die ze bewonen, maar tevens door op schuiving in wijderen kring gelegenheid verschaffen om betere huisvesting te vin den. In hoofdzaak zijn het woningen voor gezeten arbeiders, welke door vereeni gingen worden opgericht, doch er zijn ook lenkeilen, dii-e in die woningbehoefte van andere standen, als onderwijzers en kleine ambtenaren voorzien, en in ver schillende'gevallen strekt de werkzaam heid zich ,uit tot het opruimen van krom ten en de zorg voor jde. huisvesting voor minderbedeelden. Het werk van de wpningbouwvereeni- gingen verdient daarom belangstelling en medewerking van allen, w.ien verbetering van huisvesting van de verschillende klassen der bevolking ter harte gaat. In die nam-iddagvergadiering gaf Mr. Paul Reijm-er een les overArbeiderstui- n-enV Spr. noemde de zaak, welke, door zijn onderwerp w-efd aangeduid ieen middel vau voorzorg tegen socialen nood. „Wat is ieen arbeiderstuin Door particulieren, liefdadige instellin gen, gemeente of .staat worden tuinert beschikbaar,^ esteid gratis of tegen gerin gen prijs, aan arbeiders,- wier jnkom|en hun niet toereikend is zich zqlf ;een stuk- ii g<;°wi ysrs#iK§B* iTwee richtingen hebben -de voorstan ders van arbeiderstuinen ingeslagen. De eersten willen akkers tuingrond verhu ren met de verzekering voor den huur der, 't volgend jaar zijn grond wederótri te kunnen inhurenanderen' „willen in den huurprijs tevens zooveel insluiten, dat ide akker allengs eigendom' jwoijdt van den huurder. De arbeiderstuinen vin den 'hun oorsprong in Engeland. ,Spr. gaat de geschiedenis in Engeland 'jnal. Het verhuren van kleine- akkers (door groot-grondbezitters aan arbeiders had grondspeculatie ten gevolge, toet den ge wone ongeluklcigen nasleep van wbeker en verdere ongezonde toestanden. Het trekken van de arbeiders naar de ste den en de daaruit voortvloeiende arm'en- -lasten, deed de regeering ingrijpen en bradht 't tot het van staatswege verhu ren van tuingrond ,aan werklieden. In' Engelarfd heeft dit tot afdwingen van grond en onteigening van gron[d van groote landheeren gevoerd. Spreker meende voor ons land tegen het inaar voren schuiven van den eisch van onteigening als Mr. van Houten heeft gedaan, te moeten waarschuwen, al was hij er principieel in 't uiterste geval niet tegen. Eerst echter moet worden onderzocht hoeveel zonder onteigening en particu lier streven kan worden bereikt. De ver schilpunten tiisschen ons land en Ed- geland zijn te groot. In Engeland heeft men met tuingrond verhuring het zijdelingsche doel beoogd, om kleine grondbezitters te maken, hier door de stoffelijke belangen der bevol king te verbeteren en langs dezen weg ze tot zedelijke verheffing te brengen. In Amerika is men spoedig na Enge land met arbeiders-tuinen gevolgd. Daar echter is buitengesloten, dat de gezonde werkman die arbeid heeft, tuingrond ex ploiteert als bijverdienste. Onder wel ken vorm zij daar ook voorkomen, steeds zijn zij op „self-help" aangelegd. In Duitschland zijn de bestaande ver eenigingen tot verschaffing van arbei derstuinen uitsluitend door particulier initiatief tot sftand gekomen. In Frankrijk en België wordt de grond gratis gegeven als vervanging yan uitkee- ring der armenzorg in klinkènde munt. In beide landen wordt de bevviöging krachtig gesteund door de Katholieke geestelijkheid. De Scandinavische lan den zijn eerst laat op dit terrein gaan werken, evenals in Zwitserland. Na de pauze behandelde spr. het werk der arbeiderstuinen in ons land. De Maatschappij tot Nut van het Al gemeen nam het initiatief tot1 het op dragen van een onderzoek aan de ver schillende departementen, op welke wij ze het meest vruchtbaar in arbeiderstui nen kan worden voorzien. In Friesland met steun van gemeentebesturen, in Arn hem door de kWartguldenvereeniging en in andere streken is het \verk voortgezet. De vereeniging van den H. Vincentius a Paulo heeft het werk van de arbeiders tuinen als een sociahl werk gepropageerd Spr. wijst in 't bijzonder op „Tuijn- wijck" te Amsterdam, bezijden de spoor weg in de Linaensstraat als een typisch en mooi voorbeeld. Drankbestrijdersvereenigingen hebben zich verder op dit gebied verdienstelijk gemaakt. In tegenstelling met Frankrijk en België is het uitgeven van arbeiders tuinen als een andere vorm' van welda digheid 'bij ons bekend. Zoolang de wetgever met een sociale wet in deze zaak niet voorziet, zal par ticulier initiatief hier wefkzaam moeten zijn. Voor .stoffelijke en zedelijlce ver heffing van den werkman acht spr. dit werk noodzakelijk. Eenige algemeene wenken bij het aanleggen van arbeiders tuinen ga, spr. ten slotte. De omvang van den grond moet zóó groot zijn, dat de arbeider er produkten voor eigen verbruik van kan betrekken. .Verder hangt veel af van plaaftsdijke ge steldheid, soort en vruchtbaarheid van den grond etc. De tuin moet vervolgens dicht bij de woning gelegen zijn, de verlenging der huur voor -een volgend jaar verze kerd zijn -etc. Als middel tegen werkloosheid verlich ting van de zorg voor den ouden dag, voorbehoed-middel tegen armenzorg be pleitte spr. eindelijk de arbeiderstuinen als een goed economisch |én .maatschappe lijk werk. I-D. de ayondbije enk;om,st sprak kapelaan H. W. J. Hoosemans uit Rotterdam oveij „Kunst voor het Volle". De leus „kunst voor Het volk" is een beperkte. Want mét het volk bedoelen wij den lageren stand. Niet alsof de hoo- gere stand geen ontwikkeling zou noodig hebbentoaar voor het volk is het 't hardst noodig, want de hoogere standen' kunnen ziCh zelf helpen. Het streven ,om' Het volk schoonheids gevoel bij te brengen, tracht het volk @e pogen te openen voor ,wat wjaarlij1^ schoon is, om Zijn smaak te ontwikke len en te veredelen en het daarmee zui ver genot te verschaffen. In ieder mensch is een drang naar het goede. Maar die drang is subjectief. Van nature hebben we dien drang mee gekregen maa,r onze natuur 'is na dein) eersten zondeval bedorven, zoodat het mogelijk is, dat we haken naar i-ets wat we op een oogenblik voor schoon en' goed houden, terwijl het inderdaad' slecht of leelijk' is. Volgens spr. hangt het op nemen van schoonheid in zich af van de ontwikkeling der zintuigen. Hoe fij ner de zinnen zijn aangelegd, en ontwik keld, hoe gemakkelijker en vollediger, de schoonheid tot den mensCh door dringt. Dus moeten wij er naar streven' om den smaak van het volk te ontwikke len. Want in ons streven naar 't verbe teren „van socialen nood moet er niet alleen naar getracht |den werkman een,' betere boterham te verschaffen, maar om hem gezonde ideeën over schoon heid bij te brengen. Waarom streven we nu naar de ont wikkeling van het schoonheidsgevoel van' het volk? Ten eerste om ze te bewaren voor veel kwaad. Wat kan er een burgermanswó- ning niet allertreurigst uitzien Door dó schuld van de menschen zelf: als ze 2 kamers hebben, wordt er één als pronk kamer met wanstaltige meubelen en sie raden ingericht. In de andere kamer moet alles worden gedaan, dat heeft zeer veel nadeelen, practisch en moreel'. Vervolgens de inrichting der woning en' meubels zelf. Wanneer de woning net is ingericht, er gezellig uitziet, de meu belen prettig aandoen dan vo-elt de werk man zich thuis en zoekt hij niet zijn ver maak in kroeg of erger. Zoo werict dé ontwikkeling van het schoonheidsgevoel remmend. Maar ide smaak voor wat wiaarlijld schoon is, is ook een machtig middel tot hooger godsdienstig en maatschappe lijk leven. De Kerk heeft een onuitputtelijke bron' van schoonheid in de Roomsche litur gie. Wanneer het volk smaak heeft ge kregen voor schoonheid, zal het in den eeredienst der Kerk een voortdurend ge not smaken en 'door de liturgie gevó'ercL worden tot God. Behalve genotbrengendT ös dus de liturgie ien de kerkelijke kunst' van hoog zedelijk belang. Vervolgens moeten we. het volk leereti genieten van de schoonheid der patuur. En zij die staan op godsdienstigen bo dem, zullen daardoor het volk een groo te weldaad bewijzen. Immers wie een'; open oog heeft voor natuurschoon, wordt; 'daardoor vanzelf opgeheven tot den'; Schepper, verfrischt en verblijdt er het leven door. Behalve tot hooger godsdienstig leven' is de ontwikkeling van schoonheidsge voel oen machtig middel tot >een hoo ger maatschappelijk leven. Wierkelijkj schoonheidsgevoel moet bijdragen tot broederlijk, gemeenschappelijk leven. Hooger beschaving zal de menschen be ter samen kunnen brengen, samen leeren' zingen en genieten, wat thans met den! heerschenden wansmaak eenvoudig on mogelijk is. Spr. haalt verschillendle voor beelden uit het dagelijksche leven aan om 'den wansmaak te illustreeren. Na ide pauize behandelde spreker de stelling, dat de Katholieke Kerk zich van haar stichting af bediend heeft van de kunst. Zelfs een niet-Katholiek, Berlage, heeft gezegd, dat de Katholieke Kerk van! den beginne af tot ontwikkeling der kunst heeft bijgedragen, omdat zij een! eenheid van levensopvatting voorstond^ allernoodzakelijkst voor een goede cul tuur. i j De Kerk heeft zich altijd van de kunst bediend om de geloofswaarheden be kend te maken, begrijpelijker en aantrek kelijker voor te stelleln. Van fteu oor* sprong 'der Kerk is dit na te gaan in kerkbouw en versiering, ivoor-, snij-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1