Redevoeringen van een minuut. flnccdotcn. 280 ^„Koelbloedigheid in het gevaarZ „Kapitein," sprak de eerste stuurman van de „Cauliflower," terwijl de storm op zijn hevigst was, „er staat twee voet water in het ruim. Wat moeten we beginnen De kapitein verbleekte, maar slechts voor een achtste deel van een seconde. Terstond had hij zijn zelfbeheersching weer terug. „Ver zuim geen oogenblik," sprak hij. „Schrijf direct een adres aan mij, waarin mij dank betuigd wordt voor mijn koelbloedigheid en heldenmoed in het vreeselijkste gevaar. En niemand in de booten, voor ze het adres allen geteekend hebben I" HET HANZEFEEST TE BOLSWARD In het oude stadje Bolsward, in het hartje van Friesland gelegen, werd deze week het feit herdacht, dat Bolsward in 1549 te Keulen op een vergadering der Hanzesteden als medelid van het Hanze-verbond werd opgenomen. Dit feit werd gevierd met een groot gecostumeerd feest, voorstellende een intocht van keizer Karei V in de stad, ter bekrachtiging van dit besluit. Feest en optocht slaagden kranig, onze foto geeft een en ander duidelijk weder. tORTHEID en zakelijkheid zijn niet zoo heel algemeene en juist daarom te meer gewaardeerde eigenschappen van een redevoering. Jammer genoeg bedenken de meeste redenaars dit intussdhen pas, wanneer het te laat is. Vooral toasten groeien dikwijls onbehoorlijk lang uit, en maken een anders gezelligen maaltijd heel vaak allervervelendst. Te New-York is, om dat tegen te gaan, een club gevormd die ten doel heeft jongelieden tot uitstekende, aangename tafelredenaars te maken, in staat om in éen minuut ieder onderwerp op bevre digende wijze te behandelen. Van tijd tot tijd houdt de club hare openbare vergaderingen. Dan krijgt ieder lid onvoorbereid een onderwerp, waarover hij precies een minuut moet spreken, en hij kwijt zich dan van zijn taak natuurlijk zoo goed mogelijk. Precies na zestig seconden steekt de president der club de rechterhand op, en dan moet degeen die aan het woord is, op houden, al was het ook midden in een lettergreep. Eerstbegin- nenden in de moeilijke kunst hebben meestal aan éen minuut lang niet genoeg, en wanneer hun dan plotseling het woord ont nomen wordt, hebben ze dikwijls heel iets anders gezegd dan ze bedoelden. Kort geleden organiseerde de club een wedstrijd onder een groep jonge leden. Die precies in zestig seconden met zijn onder werp klaar kwam, zou een premie krijgen. De wedstrijd had het volgende verloopeerste onderwerpde genoegens van een boottochtje. De redenaar sprak zeer gevoelvol, en als in extase eindigde hij met de woorden „Ja, heerlijk is het, op de blauwe golven te wiegelen. Dan breekt de mensch hier hief de pre sident de hand op, en de woorden „met de conventioneele ge bruiken der beschaving en denkt aan de natuur" bleven onuit gesproken. Tweede thema: kennis is macht. „En zoo zien wij," besloot de redenaar, „dat er niets heerlijker voor den mensch te be denken valt, dan voortdurend te drinken Hier kwam het noodlottige sein, dat het slot van den zin „uit de bron nen van wetenschap en kunst" afsneed. Derde thema: de naastenliefde. Deze speech eindigde als volgt: „daarom moet ieder van ons trachten, zijn naaste alles te ontnemen...." hier kwam het noodlottige teeken, en de laatste woorden: „wat hem zorg en kommer kan veroorzaken," moesten onuitgesproken blijven. Heel gelukkig kwam een rede over „kunst" aan haar einde. De redenaar, die deze speech hield, was schijnbaar erg in de war. Hij zei het volgende: „Hooggeacht audi torium (pauze van vijf seconden). Ik moet u over de „kunst" spreken (pauze van vijf seconden). Gij allen zult mij toe geven dat dit een zeer moeilijk onderwerp is (pauze van vijf seconden). Toch hoopte ik u in klare bewoordingen te kunnen zeggen, wat ik onder kunst versta (weer vijf secon den pauze). Toen ik daar straks met de electrische hierheen reed, heb ik mijn speech nog meermalen uit het hoofd op gezegd Toen ik uitstapte kende ik ze nog heelemaal. En denkt ge dat ik mij er nu nog éen lettergreep van te bin nen kan brengen? (opnieuw vijf seconden pauze). Al zoudt ge er mij op het oogenblik om doodslaan, ik weet er niets meer van, en moet erkennen dat ik van kunst geen flauw begrip hebl" Dat laatste had de man eigenlijk willen zeggen, maar hij slaagde er toch in, zijn rede precies een minuut te doen vuren, en daar geen der anderen aan deze voorwaarde voldaan had, moest hém de prijs toegekend} worden. Een onhandig compliment. Vrouw (terug- keerende van een visite bij den tandarts). Man lief, ik zal nu wel erg dom worden I Echtgenoot. Dom? Waarom, vrouwlief? Vrouw. Wel, ik heb mijn verstandskiezen laten uittrekken. Man. Kom, kom, vrouwtje, dat is immers niets dan bijgeloof. De zoogenaamde verstands kiezen hebben met je verstand niets te maken. Ik verzeker je dat al had je al je tanden en kiezen laten uittrekken, je daardoor onmogelijk ook nog maar iets dommer zou kunnen worden Hij slaagde er in de zaak weer bij te leg gen, maar gemakkelijk ging het allesbehalve. Zonderling. „Je nicht Marie is zwaar verkouden geworden." „Zoo, hoe is dat zoo gekomen?" „Doordat ze een met zijde gevoerden mantel gekocht heeftl" „Kom, wat kan dat er nu mee te maken hebben?" „Heel veel. Ze moest den mantel voortdurend open dragen on danks de strenge kou. De menschen moesten de zijde toch zien!" Een naam. ,,Wel, heeft die laatste compositie van je vriend A nog al succes gehad „Absoluut niet. Hij verdient er niets aan, en dat alleen door dien ongelukkigen aanhef!" „Hoe is die dan?" „Hij luidt: Toen ik jong wasl En dat willen de dames geen van allen zingen." Niet erg vriendelijk. „Ik heb een nieuwe waschmachine uitge vonden," begon een niet erg helder uitziende uitvinder bij zijn bezoek aan een rijk man, dien hij voor zijn vinding wilde inte resseeren. De kapitalist keek hem koeltjes aan. „Een waschmachine dus," sprak hij. „Nu man, ga dan naar huis en pas ze eerst eens op je zelf toe|" Hoe de memchen verdeeld worden. De tegenwoordige samen leving laat zich heel geschikt in twee klassen verdeelen de eerste zijn de menschen, die automobielen bezitten, de tweede zij die zich er aan ergeren Uit de rechtszaal. Verdediger. Inderdaad, het is zoo: mijn cliënt heeft den aanklager een os genoemd. Als verzachtende om standigheid voor den beklaagde zou ik echter willen aanvoeren, dat hij als vegetariër met de verschillende diersoorten maar slecht bekend isl" HET ZILVEREN FEEST DER NEDFRLANDSCHE BANKETBAKKERS- VEREENIGING, DEZE WEEK TE AMSTERDAM GEVIERD: een kijkje op het feestterrein in de groote zaal van Artis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 12