Uan een boed.
277
af en verliet met den gewonen groet
het koffiehuis.
Maar in de vestibule kwam plotseling
de gedachte bij hem op, hoe het toch
komen kon, dat de nieuwe hoed hem
zoo verbazend gemakkelijk zat. Straks
in den winkel was dat nog zoo niet ge
weest; de hoed drukte hem een weinig,
maar de verkoopster had verklaard, dat
dit binnen een paar dagen weer voorbij
zou zijn. Hij nam den hoed af, bekeek
hem van binnen, daar zat zijn eigen
visitekaartje. Zijn visitekaartje wat
was dat?
Het was zijn oude hoed, dien hij eerst
vermist had en die nu in de plaats van
den nieuwen hing. Maar de nieuwe zelf
was spoorloos verdwenen
EEN KRANIGE GROEP:
de leden der R. K. Militairen-vereeniging te Gorcum, rondom hun directeur, den Zeereerw. pater
J. Gilissen, vereenigd.
P een kouden winteravond zat inspecteur Kareis
met zijn vrienden in zijn gewone koffiehuis, en de
heeren wijdden zich met een ijver, een betere zaak
waardig, aan het edele kaartspel. Het koffiehuis
werd dien avond druk
bezocht, en Kareis vond
het dan ook noodig zoo
nu en dan eens op zijn
jas en hoed te letten.
Het werd al een beetje
donker en de biljartjon
gen begon de lichten ook
in de hoeken aan te ste
ken.
Kareis had zooeven
een solo verloren en keek
spijtig voor zich uit. Zijn
oog viel op den hoek,
waar zijn kleeren hingen
en daar bemerkte hij
tot zijn schrik, dat zijn
hoed er niet meer hing.
Terstond ging hij er op
af, om zich zekerheid te
verschaffen. Aan den kap
stok hing hij niet, op cien
grond gevallen was het
hoofddeksel óok al niet.
Hij zocht de heele garde
robe af de hoed was
nergens te vinden.
Wat nu?
Een zijner vrienden had de goedheid, zijn plaats in het
spel over te nemen en Kareis stapte, spoedig besloten, de
deur uit om in een winkel, twee huizen ver, een nieuwen
hoed te gaan koopen, in afwachting dat hij er in slagen zou,
den kleerendief te ontdekken.
Want nietwaar, hij kon het er niet op wagen, dien avond
laat, als de winkels gesloten waren, een kwartier ver bloots
hoofds naar huis te moeten
loopen en bovendien wat
zou zijn vrouw wel gezegd
hebben, als hij zonder hoed
thuis kwaml Hij zou haar
spotten onmogelijk hebben
OLIESLAGERS, DE BELGISCHE VLIEGER, BIJ ZIJN VLIEGDEMONSTRATIES
TE HELPMAN BIJ GRONINGEN:
Zij wilde ook haar deel bijdragen.
„Mevrouw," sprak de president van een
comité tot steun van werkloozen in een
plattelandsgemeente, „bijna al de dor
pelingen hebben bijgedragen om het
tekort in onze kas te dekken. Ik mag
zeker ook op uw edelmoedigheid ver
trouwen
„Zeker," antwoordde de dame, die
wel rijk doch tevens erg aan haar geld
gehecht was.| „Ik ben geloof ik de
eenige die equipage houdt hier in de
streek, nietwaar
En op het bevestigend antwoord
sprak ze genadig
„Welnu, dan zal ik de
heele gemeente laten af
rijden om overal de bij
dragen te innen I"
Dat was te begrijpen.
Kleine Johan. Zeg Ma
rie, die meneer met wien
je van middag stond te
praten, is niets "geen aar
dige man.
Marie (blozend). He
Tohan, waarom niet?
Johan. Wel, ik heb
hem verteld hoe leuk je
altijd met deuren kan
slaan en je goed in een
hoek gooien kunt als je
boos bent. Ik vertelde het
wezenlijk heel precies
en toch lachte hij heele-
maal nietl
een alleraardigste kiek vlak voor 't opstijgen! Als de motor al werkte, moest ze eerst 'n
oogenblik hard loopen om te zien of alles in orde is. Maar dan hebben vier man hard
werk om 't vliegtoestel tegen te houden! Dat aardige moment is door onzen fotograaf
juist gekiekt.
kunnen verdragen.
Kareis kocht een nieuwen
hoed en maakte zich wijs, dat
hij er eigenlijk allang een noo
dig had. Dien ouden kon hij
toch al sinds eenigen tijd met
fatsoen niet meer dragen, zoo
troostte hij zich, en dus was
het verlies nogal zoo erg niet.
De juffrouw in den hoeden
winkel wist hem een wat duur-
deren, maar dan ook zeer
chiquen hoed te verkoopen,
en in de beste luim betrad hij
het koffiehuis voor de tweede
maal, om zich terstond weer
met grooten ijver aan het kaar
ten te zetten. Zijn nieuwen
hoed had hij gedachteloos op
de plaats gehangen, waarvan
de oude zooeven verdwenen
was.
Had hij eerst niet veel ge
luk bij het kaarten gehad, nu
scheen het gelukszonnetje eerst
voorgoed voor hem te zijn
opgegaan Toen het uurtje van
scheiden aangebroken was,
streek Kareis een aardig duitje
winst op en maakte zich gereed
om naar huis te gaan. Hij trok
zijn overjas aan, zette zijn hoed
(die
Voorgevoel. Man
's nachts om drie uur
thuis komt en met geen
bedsermoen ontvangen
wordt)
Hoor ik niets? Drommels, dan
zal ik morgen 'n aardige rekening van
de modiste te zien krijgen.
DE BRAND DER BRUSSELSCHE TENTOONSTELLING:
nog een ander kijkje op de ruïnen. De ijzeren binten zijn blijven
staan, anders is alles verdwenen!
DEKEN J. H. SMEELE
van Hoorn, die op 1 5 Augustus jl. onder
overgroote belangstelling en vreugdebetoon
zijn 40-jarig Priesterfeest vierde.