V7
Katholieke Sociale Week.
BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
Ie Jaargang.
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/. cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Woensdag
Augustus
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handeis-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege' meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
Dinsdagmorgen werden de vergaderin
gen geopend met een les van "Mr. P. j.
iM. Aalberse over wezen, doel en taak
jder vakorganisatie.
Wat is de sociale kwestie? Volgens
•spr. omvat de sociale kwestie in 't alge-
'meen (het geheel der vraagstukken, wélke
't gevolg zijn van de doorwerking der an
ti-Christelijke beginselen sinds de Renais
sance, in Staat en Maatschappij. De op
lossing der Sociale kwestie kan derhalve
''alleen gevonden worden in een krachtige
verspreiding en steeds meer algemeqne
practische toepassing der Christelijke be-
'ginselen.
De uitvindingen op technisch gebied, die
aan de industrie een geheel ander ka
rakter gaven en de maatschappij in wezen
veranderdén, droegen zeer veel bij tot
het scheppen van wat wij noemen de So
ciale kwestie. Toch ligt de oorzaak veel
verder, 't Individualisme heeft zich van de
ideeën meester gemaakt en was de eigen-
Tijke oorzaak dat de prinCipiëele tegen
stand tusschen de Christelijke opvatting
ien de n iet-Christelijke pver de sociale
'kwestie .ontstond.
'Het individualisme or in het algemeen
het Liberalisme in zijn drievoudigen ^orm,
politiek, sociaal en godsdienstig libera
lisme is door drie achtereenvolgende Pau
sen van de negentiende eeuw veroordeeld
'zoodat het Katholicisme aan de hand van
jde pauselijke woorden terug wenscht naar
ide sociale verhoudingen van "de middel-
leeuwen, h et gilde w eezen, geschoeid op
modernen grondslag.
'Spr. geeft een uiteenzetting van het
ontstaan van het gildewezen ui-t de ont
wikkeling vjin de hoorigen, de boerenbe
volking, rondom klooster of kasteel, de
verhouding tusschen patroon en kpecht,
ide vereenigingen, het oeconomisch sa-
imengaan der verschillende ambachten.
Het verschil tusschen patroon en knecht
ivvas in de middeleeuwen een geheel ander
dan thans, daar de gezéil binnen weinige
jaren de collega was van zijn meester.
Bij uitbreiding van kapitaal echter ont-
stnod een samengaan van gezellen onder
ling tegen de gilden, de eerste vorm van
[moderne vakvereeniging.
Door de gilden werd een sterke beper
king van individueele en beroepsvrijhead
uitgeoefend. Toen de gilden verliepen en
ontaarden en er terecht een groote reactie
tegen ontstond, is men van êen zeer ver
keerde stelling uitgegaan. De fouten,
waartegen men toendertijd ageerde be
schouwde men zeer ten onrechte ais in-
haerent, aan het stelsel, en ats eenïge
"oplossing achtte men de persoonlijke vrij
heid als de redding uit den nood.
Na de pauze ging spr. van het uitéefnzet-
ten der sociale kwestie ïn het algemeen
tot het arbeidersvraagstuk in 'het bijizonder
pver.
De vakbeweging aldus spr., is op de
leerste plaats een der reactieverschijnselen
tegen het individualisme. Bij een uiteen
zetting van de geschiedenis der vakor
ganisaties beschouwde spr. vier tijdvak
ken.
"Het oprichten van ziekenfondsen en
dergelijke was de eerste vorm. Bij uit
breiding van de fondsen werden deze
aangewend pm de arbeidsmarkt gunstig
te houden en toen 'de fondsen zeer groot
Waren, werden deze gebruikt voor stakin
gen, gevolgd door uitsluiting. Deze strijd,
\voigens spr. soms noodzakelijk, was de
'[weg tot het vierde tijdvak, van den vréde,
[Waar we thans heengaan, dat van het col
lectief arbeidscontract.
Spr. wilde in dit verband er op wijzen,
idat men getracht had zijn ideeën over
de vakorganisatie uit de spelen tegen die
van prof. Aengenent, welke laatste in zijn
[vyerk over de 'sociologie het strijdbare
[wezen niet essentiëel met Se vakorganisa
tie verbonden achtte. Spr. verklaarde dat
het slechts een woordenspel was en hij 't
met prof. Aengenent volkomen eens was.
Ten slotte zijn in de vak vereenigingen
twee stroomingen te onderscheiden, die
,van den klassestrijd en die welke basee
ren op Christelijk en grondslag.
De vakorganisatie moet op prindpieeilen
grondslag bevestigd zijn. Is het groote
jdoel, wederom de maatschappij te kerste-
Sep, jdan moeten de ^a^hpjlieken ;rich
vereenigen in eigen organisaties en in on
derling samengaan kracht zoeken. Eein-
tweede (argument pntlieende spr. aan 'de
praktijk jèn een derde aan de gehoorzaam
heid die men aan de Nedlerlandschq Bis
schoppen verplicht is, welke uitsluitend
Katholieke vereenigingen wenschen.
Het vervolg van de uiteenzetting over
zijn onderwerp zal spr., a.s. Taterdag ge
ven, omdat naar alle waarschijnlijkheid
Mr. baron van .Wijnbergen zijn aangekon
digde voordracht niet zal kunnen houden,.
In de middagzitting hield Dr. M. P.
B. Janssen M. S. C. een lezing over de
vakorganisatie, werkstaking, en uitslui
ting.
Volgens spreker is het een verkeerde
en toch bestaande meening, dat het doel
der vakorganisatie zou zijn werkstakin
gen of uitsluitingen te organiseeren, ter
wijl ze slechts middelen zijn in de hand
der organisatie om haar doel te bereiken.
Doch slechts wanneer de werkstaking
of uitsluiting wordt aangewend door de
vakorganisatie, kan dit middel bruikbaar
zijn en tot volle uitwerking konen.
Er bestaat dus een dubbel verband
tusschen vakorganisatie van den eenen
en werkstaking of uitsluiting van (den
anderen kant.
Spreker wenschte daarom te betoogen,
dat de werkstaking en uitsluiting mid
del kan zijn om tot haar doel te geraken
en dat de vakorganisatie noodig was om
dat middel mogelijk te maken. In het
algemeen betoogde spreker dat werk
staking en uitsluiting in bepaalde om
standigheden voor de vakorganisatie een
rechtvaardig en geoorloofd middel is.
Na een uiteenzetting over het wezen
der werkstaking en haar bëteekenis be
handelde spreker de voorwaarden, die
de werkstaking rechtvaardig maken. On
rechtvaardig noemde spreker een werk
staking, waarbij de arbeider het contract
schendt. Hierop maakt een uitzondering
het geval, dat het contract onrechtma
tige eischen inhoudt en wanneer de pa
troon de voorwaarden van het contract
niet nakomt.
Ook „noemde spreker den eischi van
den arbeider voor vereenigingsleven een
billijke voorwaarde tot staking.
Echter wenschte spreker de werksta-
knig slechts te beschouwen als laatste
middel, wanneer dus de patroon elk
ander middel heeft afgewezen. Oeen
werkstaking moet dus worden begon
nen dan wanneer de eischen van te vo
ren bekend zijn gemaakt. Spr. somde
verder de bekende voorwaarden op,
waaronder een stading als geoorloofd
wordt beschouwd en gaf als algemeene
beoordeeling, dat van christelijk stand
punt beschouwd, de werkstaking een
zaak is, die ons tegenstaat, omdat de
strijd tegen de idee van het Christen
dom ingaat. Daarom ook' heeft spreker
haar slechts als laatste middel aanbe
volen, opdat zij werke preventief en den
patroon kan' bewegen tot overleg te ko
men.
Spreker paste op de uitsluiting, het
machtsmiddel van den patroon, dezelf
de beginselen toe als op de werkstaking.
Als algemeenen regel voor de rechtvaar
digheid van de uitsluiting noemde spr.
dat ze rechtvaardig was zóólang en wan
neer ze .tegen geen enkele zedewet in
gaat.
Uitsluiting moet, evenals staking, een
laatste middel zijn. In Duitschland is
reeds gebleken, dat de meeste uitslui
tingen mislukken en komen de patroons
hoe langer hoe meer tot het stelsel van
overeenkomst.
De vakorganisatie is verplicht de 1100-
diige maatregelen te nemen om e^n recht
vaardige en geoorloofde werkstaking,
wanneer zij noodig pn mogelijk i,s ,oin
tot een noodzakelijk doel te gerakeln,
tot stand te doen kómen en tevens dat
de eene partij bestand zij tegen staking
of uitsluiting van de andere.
Daartoe is nooddg ontwikkeling der
leden en bevordering van het gemeen
schapsgevoel en het vormen van hechte
fondsen.
Wijl echter, besloot spreker, Werk
staking en uitsluiting noodmiddelen zijn
die met groote gevaren gepaard gaan,
dienen de vakorganisaties, zoowel van
patroons en arbeiders er voor alles op
bedacht te zijn, deze te voorkomenhet
geen ten deele door organisatie wordt
bereikt, doch jyat slechts volkomen be
reikt wordt door organisatie op cliri-s
te-rijken grondslag, waarin men overeen
komstig de beginselen van liefde e n
rèchtvaardigheid door gemeenschappe
lijk overleg aller belangen zoekt te be
hartigen.
In die' Avondvergadering besprak' prof.
J. D. J. Aengenent „het collectief Ar
beidscontract en Scheidsgerecht".
W,at is een collectieve arbeidsover
eenkomst? De naam zou doen vermoe
den, dat hier een contract bedoeld was
tusschen collectieven en niet tusschen
individuen. En toch is dit niet zoo. Men
spreekt daarom wel van het „zooge
naamd" arbeidscontract.
Het collectief arbeidscontract doet
niets anders dan de punten vaststellen,
waarop later individueele contracten ge
sloten kunnen worden.
Hoewel volgens onze wet alleen van
de zijde der arbeiders de collectiviteit,
wordt vereischt en niet van de zijde
der patroons, zal toch ook op den duur
met het oog op de organisatie der pa
troons, van een .collectief contract aan
beide zijden gesproken kunnen worden.
Spr. gaat vervolgens de historische
ontwikkeling van het collectief contract
na. Engeland is de bakermat van dit
soort contracten. Het oertype van het
collectief arbeiderscontract was 'n over
eenkomst tusschen de arbeiders onder
ling bij ten speciaal werk, waardoor
bij het werken op stukloon men het
drukken der marlet door minderwaardige
arbeiders trachtte te voorkomen.
Hieruit ontwikkelde zich ons tegen
woordig contract. In 't midden der 19e
eeuw werd het naar Duitschland over
gebracht, waar het een groote vlucht
nam.
Wat is het doel van het collectief ar
beidscontract?
Op de eerste plaats wegneming van
de ongelijkheid tusschen patroon en ar
beider en op de tweede plaats het er
kennen van het medezeggingsschap in
de productie van de zijde van den ar
beider. Dit laatste noemt spr. om ver
schillende oorzaken nuttig, billijk en
noodzakelijk.
.Vervolgens zette spr. uiteen de ver
schillende groepen van bepalingen, die
in het collectief arbeidscontract moeten
worden opgenomen. Ten eerste zijn dit
de arbeidsvoorwaarden en de wijzen
waarop de arbeid moet verricht wor
den.
Behalve bepalingen, die voor later in-
diividueele contracten zullen gelden, moe
ten in het contract ook worclen opgeno
men punten ,die voor het oogenblik gel
den, opzeggingstermijn, scheidsgerecht,
etc.
Vervolgens dienen er in opgenomen
te worden bepalingen omtrent het be
drijf zelf en overgangsbepalingen (wan
neer bijv. het contract wordt gesloten
tengevolge van een staking).
In verband hiermede merkte spr. op
dat z.i. de vakvereeniging de verplich
ting op zich rjeemt de gevolgen te dra
gen van ;de daden van een zijner leden,
wanneer dit in het contract is bepaald.
Is het .piet bepaald, dan blijft het een
twistpunt.
Het instituut der collectieve arbeids
contracten werpt groote voordeelen af
voor den arbeider, den patroon en 1de
heele maatschappij. De voordeelen zijn
van stoffel ijken en zedelijken aard. Voor
den arbeider: .vastheid van positie, ze
kerheid van tooneen gevoel van
menschwaardigheid van erkend te wor
den in zijn organisatie. Het zonderlin
ge wantrouwen van de .werklieden zal
ook van zelf afnemen.
Voor de patroons: de patroon kan
rustiger aan zijn bedrijf voortwerken,
'de vrees voor staking tijdens den duur
van het contract vervalthij kan beter
berekenen hoeveel zijn bedrijf kan op
leveren 'de arbeider zal daar hij hieer
liefde voor zijn vak krijgt en zich beter
technisch kan bekwamen, voor den pa
troon productiever worden. Voorts doet
een collectief arbeidscontract het ge
meenschapsgevoel tusschen de patroons
onderling groeien, voert hen tot orga
nisatie en doet ten slotte den patroon
in veel idealer verhouding tot den ar
beider staan.
Voor $e geheele maatschappijgaat
hef een zoo groote klasse als de arbei-
dres goed, dan ondervindt daarvan de
geheele maatschappij, kleine winkel
stand, ïniddenstand, alle bedxjjvenA de
gunstige gevolgen.
orden, .er tij ZQ2Yeel yo£r-
deelen, zoo weinig collectieve contracten
gesloten
De patroons zeggen diat hun machts
positie tegenover hun arbeiders vertnin-
dert. Is hierin iets waars, de vraag is
eischt billijkheid en wederzijdsdh voor
deel het contract niet ,en vermindert de
invloed van den patroon hierdoor? Vpl-
gens spreker geenszins.
Een tweede bezwaar is dat "door het
collectief arbeidscontract de wet van
vraag en aanbod zou worden te niet ge
daan. Zulk een wet moet voor een Ka
tholiek ondergeschikt zijn aan de eischen
van rechtvaardigheid en zedelijkheid en
voorts betoogt spr. ijat die wet ook be
slist niet in 't geheel wordt opgeheven.
Spr. somt nog èen aantal bezwaren
op en geeft middelen aan om hierin
te voorzien.
Na de pauze behandelde spreker het
scheidsgerecht.
Het collectief arbeidscontract is een
middel om stalcingen tegen te gaan, 7n af
doend middel om den vréde duurzaam te
bewaren is het niet. Daartoe is mede
noodig een scheidsgerecht, bestaande uit
afgevaardigden van patroons, arbeiders cm
derden, buiten de partijen staande. Ook
is mogelijk een permanente commissie lüt
derden alleen bestaande.
Deze scheidsgerechten kunnen zich
voordoen in verschillende vormen (spr.
noemde een zestal). De praktijk heeft
reeds groote verscheidenheid vertoond,
zoowel in de pogingen, die van het par
ticulier initiatief, als in die, welke van
burgerlijke overheid uitgingen. Spr. beval
de permanente boven de tijdelijke scheids
gerechten aan en is van meening dat die,
welke uatlhet particulier initiatief opkomen
de voorkeur verdienen. De staat echter
vuile ,aan, waar het particulier initiatief
niet voldoende is.
Spr. bepleitte ten slotte scheidsgerech
ten met bindend karakter boven 'de niet-
bindende.
Ofschoon de meeste landen, die zich
met deze materie hebben bezig gehouden,
niet-bindende contracten hebben inge
steld, is de wenschelijkheid van 'liet tegen
deel, volgens spr. overal gebleken.
De vorstelijke familie van Wied in
de Residentie.
Vorst Wilhelm van Wied met zijn ge
malin vorstin en zijn zuster vorstin Loui
se von Wied zijn g'ister na een bezoek
te hebben gebracht aan de Koninklijke
familie te Soestdijk, ten 5 u. jn de Resi
dentie aangekomen, begeleid door baron
Bentinck, opperstalmeester, en graaf van
Bylandt, opper-hofmaarschalk van H. M.
de Koningin.
Aan het Staatsspoorstation bevond zich
ter ontvangst der familieleden van Wied
de heer Dietz, waarnemend administra
teur der bezittingen in Nederland van,
wijlen de vorstin van Wied, geboren prin
ses Marie der Nederlanden.
De vorstelijke personen, die in de ko
ninklijke wachtkamer afstapten, vonden|
aan het stafion een hofrijtuig waarmede
zij rich naar het Grand Hotel te Scheve-
ningen begaven. De prins en "de prin
sessen zullen aldaar eenige dagen ver
toeven en zijn hoofdzakelijk hierheen ge
komen tot bezichtiging van de eigendom
men onder Wassenaar van wijlen hun
ouders, zijnde het huis De Pauw 'en Bac-
kershagen. [Morgen zuTlen zij aan deze
goederen ieen bezoek brengen.
Gisteren .bezocht Minister Tahna het
vliegterrein op'Hanenburg. Hij werd door
den heer Wesseling, lid van het uitvoe
rend comité, ontvangen, die de hoeren,
Van Maasdijk, jhr. v. d. Berch van Heem'
stede, secretaris van de luchtvaartveree-
niging en enkele andere aanwezigen, aan
den minister voorstelde.
Z.Exc. liet zich door den aviateur het
heele toestel uitleggen en toonde groote
belangstelling in de vliegbeweging. De
Minister beloofde nog eens terug te ko
men, ^ls er meer kans op vliegen was.
LEIDEN, 17 Augustus.
Zilveren Priesterjubilé
Pastoor A. J. M. Hafkenscheid.
Door niet-corrigeeren is gisteren het
verslag van het zilveren Priesterfeest
ya,n gien Zeereerw. itecr Hafkenscheid
met zinstorende fouten en onjuistheden,
in |de courant opgenomen, zoodat wij
een verbeterd en aangevuld Verslag nog
maals plaatsen.
Op Iden feesfdjag van Maria's ,Opne-<
fning ten Hemel, ging Ide Pastoor van[
St. Petrus na eerst het H. Offer der Mis,
voor zqde parochianen aan 'God te heb
ben opgedragen, naar het stille en een
zame Noordwijkertiout, om aldaar in het
nieuwe Retraite-huis in overweging en
aandachtig gebed zich beter en volmaak
ter voor te bereiden vqpr een waardigi
vieren van zijn zilveren gedenkdag der;
H. Priestenvijding.
In den laten avond 'kwam de jubila
ris wederom in de Sleutelstad, aan het
station hartelijk verwelkomd door zijne,
kapelaans, de weleerw. heeren Th. J.
F. Bergansius en Th. J. van de Laar.
Niet weinig verrast toonde zich St. Pe
trus herder, toen £.Eerw. én de vesti
bule én de kamers van zijn benedenhuis
met bloemen en planten passend ver
sierd zag en na de gelukwenschen van de
heeren kapelaans en "het Z. Eerw. zoo
trouw dienend personeel ontvangen te
hebben, kon de feestvierende Pastoor
met opgewektheid en blijmoedigheid;
zich langzamerhand te ruste begeven.
In den vroegen ochtend verschenen de
verschillende familieleden en begon te
10 uur precies het hoogheilig Offer der
Mis. De kerk was heerlijk schoon ver
sierd twee grootsche bloemkorven luis
terden nog de pracht van den toch al
zoo luistervollen tempel op en dan, hoe
zou men het kunnen of mogen vergeten
die ruim honderd electrische lampjes,
welke ter eere van den herder geheel
belangeloos rondom het altaar waren
aangebracht en een waarlijk betoove-
rend schouwspel boden en 'de bloemen
en plantenversiering nog heerlijker en
schooner deden uitkomen.'
Diaken |in de plechtige Feestmis was
de Z.Eerw. lieer P. Stroomer, Pastoor,
van Lambertschagen (de Weere) in
Noord-Holland; Subdiaken de Z.Eerw.
Heer J. Aalberse, Pastoor te Zwaag,
broeder van het ons allen overbekende
Kamerlid. Troondiakens waren de wel
eerw. heer Th. J. van de Laar en de wel
eerw. Pater Carmeliet Schwering. Ce-
remoniarius (met den staf) was de kape
laan der parochie, de weleerw. heer Th.
J. F. Bergansius. In de H. Mis dienden
een twaalftal koorknapen. Op -een bid-
stoel knielde Prof. Groenen uit War
mond.
Allereerst zong het verdienstelijke
zangkoor van 'St. Petrus «en meer
stemmige indrukwekkende „Veni Cre
ator", van Beltjens. Daarna de Mis-
sa „St. Caecilia" van Wiltbergen
onder het Offertorium de „Panis Ange-
licus" van denzelfden componist. Na
het Offer de „Tantum Ergo,"*' van Maas,
Toen de Zegen met het Allerheügistq
gegeven was, sloot het zangkoor met de
Priester-Feestcantate van Haagh de groot
sche plechtigheid.
Kort daarop, na de dankzegging van
den jubilaris, werd de feestvierende Pas
toor in de pastorie plechtig ontvangen
en gecomplimenteerd door familie en
heeren kapelaans en tal van Eerwaarde
vrienden.
De Weleerw. Heer Bergansius boodj
Z.Eerw. namens de parochianen van St<
Petrus eene feestgave aan van f 1 1 0 0,
eene som .welke noodzakelijkerwijze min
stens nog met ruim f 200 gulden ver
hoogd moet worden, om de onkosten te
bestrijden,. welke steeds met e^ne pas
sende feestviering onvermijdelijk ge
paard gaan. Wel toonden zoo de pa
rochianen yan $t. Piet er hunne aanhan
kelijkheid en liefde voor hunnen nieu
wen herder. Onnoodig te zeggen, ,dat
zulks veel, zeer veel belooft voor d,e toe
komst.
Daarbij kwamen nog geschenken van
de Congregatie der vrouwen (een sier
lijke fauteuil), van de heeren zangers,
(een twaalftal zilveren fleschstoppen),
van de heeren Collectanten (een kan
toorstoel) en voorts van particulieren
nog tal van gaven in den vorm yan £a-
deaux of bloemstukken.
Om half één ongeveer begon jle re
ceptie. Zij werd alleraardigst geopend)
door een allerliefste voordracht van 2j
dochtertjes van den koster, den heer
Padbergeen fraai bloemenmandje, met
rozen en leliën gevuld, werd daarna derf
jubilaris vereerd. Vervolgens eene to*
het hart sprekende voordracht van tweq
weeskinderen van de St. Jacobsgrachfy
ceil jongen en sea meisje, riic ."tav.»»