Schoonmama als redder in den nood. DE VLIEGTOCHT TE HEERENVEEN: het oogenblik, waarop Maesdijk het hoogste punt van zijn eerste, zoo wèl geslaagde vlucht bereikt. op zijne schoonmoeder, die eveneens tot vertrek gereed stond. Zijn gelaat verhelderde, en de diepe rimpels, welke de hachelijke toestand van het oogenblik te voor schijn had geroepen, verdwenen als bij tooverslag. „Maar, dames en heeren", riep hij de ongeduldige menigte toe, „houdt toch, als ik u verzoeken mag, reke ning met de omstandigheden. Ziet, ginds staat mijne schoonmoeder, eveneens tot vertrek gereed, en zelfs voor haar heb ik geen plaatsje kunnen machtig worden." Het publiek lachte en schertste, en de orde was hersteld. Men mopperde niet meer, doch wachtte geduldig op den extra- trein, die uit het naaste hoofdsta tion telegrafisch ontboden was. E stationchef van het vriendelijke dorpje V, ver keerde in opge wonden stemming. Hij had de beide Paasch- dagen zijne schoonmoeder te logeeren gehad, en deze had op zijne vrije oogenblik- ken in zoo ruime mate be slag gelegd, dat hij van den ochtend tot den avond geen seconde had kunnen uit rusten. De moeilijkste nachtdienst ware hem minder zwaar ge vallen dan alle attenties, die hij aan haar had moeten bewijzen. En nü werd, tot overmaat van ramp, op den laatsten feestavond een nieuw offer van hem geëischt. Zijne schoonmoeder zou in den vooravond vertrek ken, en hij had zijn vriend, den gemeente secretaris, be- HET NIEUWE RETRAITENHUIS TE NOORDWIJKERHOUT de veranda, op de zuidzijde van het gebouw gelegen en waarin achteraan de toe gang is tot de kapel. Deze veranda is voor de geestelijke lezingen en de verpoozing als aangewezen, en maakt een allerprettigsten indruk. Onzin. Op een feest, waar druk getoost is, vraagt men een der heeren, die toe nog toe gezwegen heeft, om ook een toost te slaan. Na lang weerstreven begint hij „Dames en heeren, ik ben geen redenaar. Houdt het mij dus ten goede als ik onzin verkoop maar het komt uit het hart onze gastheer leve 1" Erg eerlijk zag hij er toch niet uit! Boer: (in den trein, tot een heer, die een abonnement heeft): He, da's aardig, heb je geen kaar tje noodig Heer Neen, ze laten me mee rijden op mijn eerlijk gezicht. BoerDan moet je zeker niet ver. EEN NIEUW REDDINGSAPPARAAT: in Engeland is een nieuw reddingsapparaat uitgevonden, dat in de practijk reeds gebleken, is goed te zijn. Het bestaat uit een V-vormige reddingsboei, die altijd voor gebruik gereed is, en bovenal dienst kan doen tot het op pakken van onvoorzichtige zwemmers, die zich te ver in zee gewaagd hebben. De Hollandsche luchtvaarder Maesdijk in zijn aviateurs- costuum. Water of kojjie „Juf frouw Zandhorn," sprak een der kostgangers, „ik zal een ingezonden stuk in de cou rant zetten over de slechte kwaliteit van het water hier." „Wat zegt u, meneer," sprak de hospita, „vindt u het water zoo slecht „Stellig juffrouw," ant woordde de kostganger; .,het wordt bepaald verontreinigd. Aan 't water, dat u me van morgen bij mijn ontbijt bracht, was zelfs duidelijk een zekere koffiebijsmaak te proeven 1B Een uitstekende keuken meid. Mevrouw. „Maar zijt ge inderdaad in alle opzich ten bekwaam Keukenmeid. „Zeker me vrouw. Ik speel uitstekend piano en tennis, ik ben een zeer goede zangeres, kan ook heel mooi schilderen, flink fietsrijden. Mevrouw. „Nu ja, maar koken Keukenmeid. „Als het bepaald moet, kan ik dat ook nog, mevrouw." Wat verbeelde hij zich welHeer tot (eigenaar van een hem aanblaffenden hond): Houd dat mormel toch bij je 1 Wat mormel Ben jij soms al vijfmaal bekroond? loofd, een eindje met hem om te wandelen en in „Duin- lust" onder de gezellige veranda een glaasje bier met hem te drinken. Doch daar bereikt hem opeens de jobstijding, dat de onder-chef, die hem zou komen aflossen, plotseling ongesteld was geworden. Mocht hij dan geen uurtje rust genieten? Honderden pleizierreizigers verdrongen zich op het perron, en in den tot vertrek gereed staanden trein was in geen der coupé's een plaatsje meer onbezet. Steeds dichter pakten zich, op het lange, smalle perron, de ongeduldige reizigers samen, zoodat hij ten laatste niet meer in staat, was de orde te handhaven en doeltreffende maatregelen te verzinnen. Het publiek werd zóo hinderlijk, dat hij den toegang tot de treinen moest laten afsluiten. Aan gelegenheid tot vertrekken viel voor de morrende reizigers voorloopig niet te denken. Deze jobstijding prikkelde het opgewonden publiek nog meer, zoodat de arme chef ten laatste ten einde raad was. Daar viel plotseling, onder de verhitte gezichten, zijn oog VAN DE VLIEGTOCHTEN TE HEERENVEEN: ""het ranke en toch zoo stevige vliegtuig wordt over het veld naar de plaats vervoerd, vanwaar de aviateur is opgestegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 11