BUITENLAND,
BINNENLAND.
liet erfdeel der Malleroy's.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 3 Augustus.
Engeland,
Toch een Spoorwegstaking?
Niettegenstaande de mislukking van de
staking op den North-Eastern-spoorweg
(schijnt het personeel van andere lijnen
(er toch hard over te denken, om zelf het
bijltje er "bij neer te leggen, totdat aan
hunne wenschen zal zijn voldaan'.
Het personeel van den Grat-Northern-
spoorweg gaf het voorbeeld. Eergisteren
hadden er verschillende bijeenkomsten
plaats, waarin ook sprake was van .gene
op touw; te betten nationale staking.
De grief van het personeel is gele
gen in de weigering van het bestuur
Üer spoorwegmaatschappij om met het
(personeel overleg te plegen ten aanzien
van punten van verschil omtrent de uit-
j legging van eene scheidsrechterlijke uit
spraak.
Mocht de maatschappij blijven weige-
ren, dan acht het personeel zich gen'ood-
j'zaakt het geheele stelsel van verzoening
ien arbitrage te laten varen en de leiders
te volgen op den weg, die dezen zullen
meenen in te moeten slaan.
De Engelsche Katholieken houden
thans te Leeds hun eersten katholieken
dag
Tot nog toe was er wel een jaar-
lijksch congres van de Apologetische ver-
.eeniging, de Truth Society, waarop de
Engelsche Roomschen bijeenkwamen,
imaar thans zijn allerlei vereenigingen,
zooals de lezer weet tegelijk bijeen. Ook
b'.v. de vakvereenigingen, die reeds flink
bezig zijn, zich katholiek te organiseern.
Er zijn, behalve Mgr. Bourne, zestien
bisschoppen, acht gemijterde abten en
honderden deelnemers, waaronder de
1 Lord-major van Londen.
De Aartsbisschop van Westminster
•hield een openingsrede, waarin hij met
cijfers aantoonde, hoezeer in de 50 ja
ren, sedert de hiërarchie werd hersteld,
de Kerk zich heeft uitgebreid.
Het getal kerken vermeerderde van
5S7 tot 1760; dat der priesters van 788
tot 3687 en de scholen van nog (geen
honderd tot meer dan duizend.
De „Kambana" te Sofia doet zeer sen-
sationeele onthullingen over zekere be-
trekkingen tusschen de Bulgaarsche re-
Igeering en Bulgaarsche rooversb'enderï.
Hooge ambtenaren zouden met beruch
te benden in verbinding staan. Het blad
Jnoemt o.a. zekeren Michael Teljakof, die
alleen des winters als ambtenaar in1 zijn
bureau werkt, maar 'den geheelen zomer
;ien herfst in de Macedonische gebergten
huist, als lid van een goed georganiseer
de rooversbende' en als agitator voor
,seen opstand in Turkije. Een grappige
bijzonderheid is dat Teljakof ieder jaar,
zooals dat behoort van den minister ver
lof vraagt en krijgt om gezondheidsrede-
in en.
Koninklijke Besluiten.
Bij Koninklijk besluit is met ingang
yan 1 October 1910, aan K. J. Razelius,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
'als schoolopziener in het arrondiissemem
[Haarlem
is, met ingang van 14 September
1910, aan dr. C. j. A. Meerdink, op zijn
.Verzoek eervol ontslag verleend als lee-
'raar aan de R. H. B. S. te Roermond:
FEUILLETON.
6)
Hij streek zich met de hand over het
yoorhoofd,
Wat hebt ge mij te vragen zei de
grijsaard tot die Malleroy,
Niets voo»" mij, markies, antwoordde
i [Fredrich diie te zeer aan de barschiheiid
Van zijn schoonvader gewend was om er
r [zich bezorgd over te maken, Het betreft
1 'Richard, uw kleinzoon.
Gij komt op oen ongunstig oogen-
iblik? Ik ben zeer ontevreden óver hem.
^Gisteravond heeft hij te Rennes weer
'twaalf duizend louis verspeeld,
iHelaas, juist daarom kom jk tot
V.
Wat mij 'aangaat, had hij het dubbele
verloren en méér moed getoond.,., maar
ik heb vernomen, dat hij eerst tegen zijn
'medespelers vertoornd werd, daar hij niet
'tegen zijn verlies kan en daarna zich heeft
heeft laten beloedigen zonder eerherstel
durven te vragen,
Dat heeft ongetwijfeld de Montenay
iu zoo juist verhaald, om zijn eigen gedrag
j jts doen bewonderen, antwoordde die graaf
jjterwijl zijn lippen van toorn beefd|en|,
(.(Wanneer men, als hij geen vader of mpe1-
$d!er kent en een... verzonnen naam draagt,
jjcfan begrijp ik, diat men. zeer vurig is en
l'jrnen alle "moeite doet om zich te doen yrqe-
?en, en zich in twisten mengt waar men
mets me$e hgefb go.qalg gis-
Is, voor het tijdvak van 1 Septem
ber 1910 tot en met 31 Augustus 1911,
benoemd tot leeraar aan 'de R. H. B. S.
te .Hoorn, ~W. "Macalester Loup, tijdelijk
tleeraar aan die school;
r="fs voor 'het tijdvak van 1 Septem
ber 1910 tot en met 31 Augustus 1911,
benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S.
te Hoorn' F. H. Holzmüller, tijdelijk lee
raar aan "die school
Is met ingang van 1 Augustus 1910,
aan mr. J. J. Kuipers te Utercht, op zijn
verleend uit zijn betrekking van plaatsver
vangend 'voorzitter van den Raad van Be
roep voor de vermogensbelasting te
Utrecht, met dankbetuiging voor de in die
betrekking bewezen diensten, en js, met
ingang van laatstgemelden datum als zóó
danig benoemd inr. W. H. J. Royaards
dijkgraaf te De Bildt, thans lid en secreta
ris van genoemden Raad:
Is G. Ritmeester, surnumerair der
grondbelasting te Groningen, met ingang
van I Augustus 1910, benoemd tot con
troleur bij dat dienstvaK, en wordt hij
tijdelijk werkzaam gesteld, daar waar cte
dienst zulks vordert
De nieuwe Commandant van het
N.-I. Leger.
Afgescheiden van het treurige sterfge
val, dat er de aanleiding toe is, zullen
velen wel met genoegen de tijdinlg heb
ben gelezen, dat luitenant-generaal G. C.
E. van Diaalen benoemd is tot comman
dant van het leger en chef van het de
partement van oorlog in Ned.-Indië. De
ze opperofficier zit nu op de plaats, die
hem vroeger jaren Was toegedacht, toen
bij de voordracht tbt bevordering tot
genraal-majoor, naar algemeen verze
kerd wordt, als motief voor die snelle
rangsverhooging gesteld stond, dat de
toenmalige kolonel Van Daalen door den
landvoogd de geschiktste candidaat voor
het legercommando werd geacht.
Wat is er sedert niet over het hoofd
van generaal yan Daalen heengegaan.
Een zaak werd echter nadrukkelijk op
den voorgrond gesteld, n.l. dat al was
generaal van Daalen volgens den toen-
maligen gouverneur-generaal ook te kort
geschoten in het civiele gedeelte van zijn
ta,ak als gouverneur van Atjeh, zijn mili
taire bekwaamheden ongerept uit het ge
houden onderzoek waren te voorschijn'
getreden. Het door de Atjeh-kwestie tus
schen gouverneur-generaal van Heutz en
generaal van Daalen gerezen geschil had
•door velerlei een zoo scherp "karakter ge
kregen, dat toen in Juli 1909, dus nog
onder het bestuur van dien landvoogd,
een nieuwe legercommandant moest wor
den benoemd, de keuze op generaal van
'der Willigen viel, maar toch werd ook
de met verlof in Europa zijnde generaal-
majoor van Daalen tot luitenant-generaal
bevorderd.
Kort daarna is .generaal van Daalen'
naar Indië teruggekeerd, waar hij chef
van <len generalen staf werd.
Het onverwacht overlijden yan luite
nant-generaal P. C. van der Willigen
was oorzaak, dat generaal Van Daalen
als oudste opperofficier bij het hoofd
kwartier het opperbevel over het Indi
sche leger onmiddellijk ad interim had
te aanvaarden. Er was nu ook geen enke
le reden om dezen opperofficier niet de
finitief met het legercommando te be
lasten.
Ook generaal Van Daalen is evenals
zijn beide voorgangers, de generaals
Rost van Tonningen en yan der Willi
gen, van jiet wapen der artillerie afkom
stig. Hij is een van de officieren, die zoo
wel wetenschappelijk als practisch ge
vormd is, en in practischen zin' geheel
in den geest van generaal van Heutz
Blijft generaal Van Daalen zijn vöor-
nemen getrouw om niet langer in Indië
,te blijven dan noodig is om zijn pensioen'
als luitenant-generaal te bereiken', dan
zal hij niet lang aan het hoofd van' het
Indische leger sta,an.
Het is moeilijk te voorspellen, wat het
teren» Maar mijn zoon....
.—"Zoo, -mijnheer, was hij 't dan, die
ïnplaats van Richard de wapenen opiiain...
dat heb ik niet geweten. Welnu ik ver
zeker u dat hij mij geen woord van dat
alles verteld had!
Hoe hebt gij 't dan vernomen?
.Wat gaat dat U aan! Omdat gij
door de voortdurend lijdende staat .waarin
ik reeds eenigen tijd verkeer er in geslaagd
zijn mij van mijn vrienden te schijden
denkt gij daarom "dat ik er geen meer
heb Gij vergist u mijnheerik
heb nog benige makkers die waken voor
de eer van hun ouden wapenmakker
De twaalf honderd francs die Richard op
zijn woord geborgd had zijn oongenblik-
keüjk uit zijn naam door een dier vrienden
Waar ik u van spreek gezonden. Mijn
intendant heeft reeds order pim ze te
vergoeden.
Ik bedank u "in naam van Richard
Hij zal u zelf komen
Ik \vil hem niet zien. Ik heb al ge
noeg onaangenaams 'dezen dag gehadv
Morgen zal ik hem wel spreken... Ik be
last u echter geenszins hem uit mijn naam
te berispen, daar gij er het recht niet toe
hebt. [Het ongelukkige kind weet maar
al te goed, hoe zijn vader zijn gehe
le fortuin verkwist heeft, en hoe hij nu
nog Idat van dq gravin pp alle speel
tafels van Rennes,- Nantes in Saint-Malo
Waagt. Ik weerhoud U ld et langer.
De Malleroy bpog, terwijl hij zijn toorn
inhield,' eenmaal, buiten d;e deur, niaajcte
hij éiein Woedend gebaar, en zijn gelaat
kreeg een ongéjoiojlijkq .uftdrukking- y^n
WC2k su.haatf
bestuur van den nieuwen legercomman
dant voor het Indische leger zal brengen.
Een za,ak' is echter te verwachtende
tucht, waarover jn .de laatste jaren nog
al eens werd geklaagd, zal met krachtige
hand worden hersteld.
Onderwijs.
Examen po fit ie diploma.
Het examen voor het politie ""diploma
zal gehouden worden van 18 September
tot 2 October #.s. 'in hotel de 7lEurope,
te Utrecht.
De examen commissie is als volgt sa
mengesteld: Jac, v. Waning, burgemees
ter van Ouderkerk a. d. IJsel, voorzitter;
W. L. H. Koster Henke, commissaris van
politie te Amsterdam, le secretaris; B.
N. A. Lenderink, commissaris van politie
te Zutphen, 2e secretaris; en 'de heeren:
D. Beunder (Enschede), E. F. v. d. Lugt
(Hoorn), J. J. A. de Koning, (Hilversum)
A. Nijhoff (Amersfoort), F. J. Terlaak
(Arnhem), A. O. F. W. C. Gasinjet (Cu-
lemborg), J. W- Felix (Harderwijk), P.
Stapel Hellevoetsluis), Jac. de Fouw ((Nij
megen), L. H. Soentjens (Tilburg), J. R.
Derksema (Zwolle), J. A. Tinholt (Am
sterdam), A. Lokerse (Bloemen daal), C.
J. de Lange (Zeist), F. H. M. Nittel ('s-
Gravenhage), én E. N. Grefe (Rijswijk)
allen leden.
Plaatsvervangende leden zijn de heeren
H. de Groot, (Enkljuizen), D. Sepp, (Alk
maar), F. van Doorn, "(Utrecht) en R. J.
Stellinga (Utrecht.)
Rechtszaken.
Smaadschrift.
In de maand April werd bij eenige
ingezetenen van den Haag een gedrukt
stuk aan huis bezorgd, luidende: „Voor-
loopig protest tegen het hoogst wille
keurig optreden der politie alhier (het
plaatsen van een politiepost voor een
woning in de Jan Blankenstraat). In dat
voorloopig protest kwamen uitdrukkin
gen voor waardoor J. E. S. thans naar
Indië vertrokken, zich beleedigd achtte.
De steller en verspreider van dat pam
flet, W. J. H. van B., had zich gisteren
voor de Haagsche rechtbank te verant
woorden en verklaarde vijftig van die
brochures in het belang 'der moraliteit
verspreid te hebben.
Subst.-off. van justitie mr. Van Klef-
feins, er op wijzende dat er hier in de
stad in den laatsten tijd van die perso
nen opduiken die „in het belang der
moraliteit" menschen geld afpersen, zag
in den beklaagde een van die afpersers
en vorderde 6 maanden.
De b'ekl. beweerde het slachtoffer te
zijn van het willekeurig optreden der
politie vooral van den hoofdinspecteur
v. A. die een vriend van S. was en hem
daarom het leven onaangenaam maakte.
Hetgeen hij aan S. had ten laste gelegd
in de brochure (ongeoorloofde handelin
gen met de vrouw van b'ekl.) was vol
komen waar en volkomen vrijwillig had
S. hem f150 gegeven om de echtschei
ding van zijn vrouw te bewerkstelligen.
Van chantage of afpersing was geen' spra
ke geweest.
Veroordeelingen.
De vacantiekamer der Amsterdamsche
Rechtbank deed gisteren uitspraak in de
zaak van den jeugdigen kantoorbedien
de, die bij zijn patroon uit het chèque-
boekje der Incassabank twee chèques
scheurde en één daarvan, ingevuld met
een bedrag van f2150 en met den naam
van zijn patroon onderteekend, b'ij de
Incassobank ontving; die vervolgens, in
gezelschap van gijn meisje, met het geld
vluchtte, dgoch te Zurich gepakt werd
en, naar Amsterdam vervoerd, onder Ab
coude den trein wist te verlatendie
'daarop naar Londen vluchtte, maar ten
slotte,' zonder middelen van bestaan rond-
Oude gek, mompelde hij tusschen
zijn tanden, .Hij leeft slechts voor dien
vervloekten vondeling. Ik weet zeker dat
als hij Richard onterven kon voor dat el
lendige gevonden kind... maar laten we
er ons in schikken... O, als ik mijn twij
fel omtrent de gravin en .Thierry maar
tot zekerheid kon brengen... Ik weet ze
ker dat zij nog samen zijn op dit oog en-
blik. Ik zal trachten ze te overvallen.
De Malleroy vergiste zich niet. Thierry
was werkelijk bij gravin F- rengère; zij
zelf iwas hem reeds open komen doen
voor hij 'de tijd gehad had aan dq deur
te tikken,
Zijt ge daar eindelijk, mompelde zij
terwijl gij hem opwachtte in "de kleine
salon, voor haar slaapkamer. Hebt ge mijn
vader g esp rok en
Ja, gravin,
t= LWat heeft hij u gezegd?,
Hij heeft mij een belangstelling, een
Eefde betoond waar ik hem innig dank
baar voor ben.
Heeft hij u... geen enkel plan mede
gedeeld?
="Pardon, gravin.
O! dat vreesde ik reeds! riep zij
angstig, omhoog ziende. En .wat heeft hij
dan gezegd?
(Thierry vertelde het haar haastig.
Goddank jnompelde zij met een
Zucht van verlichting. Hij heeft u dus
slechts in bedekte termen over zijn plan
gesproken len u niet gevraagd pf gij met
dat huwelijk instemde?
Met dat huwjelijk,- mompelde [Thierry
Neen gravin, de .markies heeft zqlfs het
«oord: hussel niét genogmd,
zwervende, weer naar Amsterdam terug
keerde en zichzelf bij de politie aangaf.
De Rechtbank verklaarde beklaagde
schuldig aan diefstal, valschheid in ge
schrifte en opzettelijk gebruikmaking van
het valsche geschrift en veroordeelde
hem, overeenkomstig den eisch van het
O. M., en li/2 jaar gevangenisstraf.
De besteller der posterijen, die, werk
zaam in de loods van den postpakket
tendienst aan het Centraal-Station, pilt
een postpakket twee doosjes met pop
pen zich toeëigende, benevens 300 adres
kaarten met Oostenrijk'sche postzegels,
den laatsten diefstal pleegde hij met
gebruikmaking van valsche sletuels
werd veroordeeld tot twee jaren gevan
genisstraf. Geëischt was drie jaar. Van
;den diefstal van een pakje met effecten
werd hij, ofschoon hij dien zelf erkend
had, vrijgesproken.
Overeenkomstig den eisch van het O.
maanden gevangenisstraf opgelegd aan
M. werden voorts één jaar en negen
den rijwielenhersteller recidivist, die in
den nacht van 22 op 23 Juni in een' on
derstuk aan de Vrolikstraat dertien auto
mobielbanden ter waarde van f600 weg
nam en voor f67.50 verkocht.
Het dronken maken van een kind.
Twee timmerlieden, 28 en 20 ja,ar oud,
en b'eiden te Mijdrecht woonachtig, wa
ren op 9 Maart te Uithoorn in een huis
aan .den Amsteldijk aan het werk en|
dienden toen aan een 11-jarig jongetje,
dat herhaaldelijk op het werk kwam, ster
ken drank' toe, tengevolge waarvan het
kind onpasselijk werd qn zwaaiend, als
een bëschonkene, langs den weg 'liep.
Wegens het piisdrijf, omschreven in art.
252 van het .Wetb. van Strafr., hadden
beide timmerlieden zich voor de vacan
tiekamer der Amsterdamsche Rechtbank
alhier te verantwoorden.
Het jongetje verklaarde dat hij van den
eenen b'ekl. 2i/2 glaasje en van' den an
deren b^kl. één glaasje kreeg en dat bei
de b'ekln. toen in eikaars gezelschap wa
ren. De beklaagden zeiden dat ze het
jongetje onafhankelijk van elkaar en bui
ten eikaars tegenwoprdigheid ieder één
glaasje gaven. Aan den knaap was vol
gens hen niets te zien, toen ze dit dedenl,
zonder er bij te denken. Eerst nadat hij
het tweede glas opgedronken had, werd
de knaap „draaierig". De eene beklaag
de legde hem daarop in een bedstede
van het nieuwe huis pm hem te laten
slapen.
Beide beklaagden verklaarden spijt
over het gebeurd te hebben.
Het O. M. geloofde niet den knaap,
dat beide beklaagden in eikaars tegen
woordigheid waren, toen zij hem ieder
een borrelglas sterken drank verschaf
ten en meende verder dat de knaap
Zoowel van den eersten als van den twee
den borrel beschonken werd. Hij acht
te alle termen aanwezig tot oplegging
van gevangenisstraf.
Eisch tegen iedertwee weken ge
vangenisstraf.
Beklaagden wezen er op, dat zij nog
nimmer veroordeeld werden en vroegen
met een geldboete gestraft te woiiden.
ESPERANTO.
IV.
N.B. In het vorige artikel komen een
paar drukfouten voor, die tot misver
stand aanleiding kunnen geven. Men ver-
betere in de alinea, beginnende met „6.
Het „werkwoord" in den 15n regel „ant"
in „int" en in den 22en' regel „ont"
faronta in „ot"ïaronta, en' in de alinea
beginnende met „Van de deelwoorden",
in den 7en regel patadaj is petataj.
Algemeene regels.
9. Elk woord wordt uitgesproken',
zooals het geschreven staat. Stomme
klinkers zijn er niet.
10. De klemtoon valt steeds op den
vóórlaatsten lettergreep.
- Welnu, vriend ge kunt mij nog red-
diqn.
U redden mevrouw!.... spreek, wat
moet ik doen? O! ik zou zoo gelukkig
zijn als ik u mijn toewijding en dankbaar
heid kon toon en.
Tiij moet een voorwendsel vindien
om de hand van Camille te Weigeren,
als hij u 'die aanbiedt.
Van Camille! riep Thierry verwon
derd. Wat wilde de markies....
Helaas, ja! op wie denkt ge dan
diat mijn vader zinspeelde?
Ik Weet 't niet.... mompelde hij...,
ik had gedacht... Waarlijk, gij (hebt gelijk,..
De hand van Camille de A4allery voor
mij, een armen vondeling zonder fortuin
en zonder naam! Ik kan niet gelooven dat
de jnarkies van Couilans
't Is toch de waarheid.... dit huwelijk
•is de wensch van mijn vader.... en gij Weet
dat alles buigen moet voor zijn wil....De
graaf zelf zou mijn vader niet durven
weerstaan, en deze zou overigens zijn
toestemming dwingen door middelen var.
welke kracht hij maar al te goed op de
hoogte is.... En toch kan dit huwelijk niet
plaats vinden voegde zij er met een wan
hopig gebaar aan toe.
Geloof mij, mevrouw, zéide Thierry
met een treurige stern, dat jk nooit 't
verlangen gehad heb... Ik gevoel maar al
te goed dat mijn afkomst en mijn armoe
de......
Ach! als 't alleen d;at maar was,
onderbrak ze, hem bij d'e handen vattend.
God is mijn getuige dat ik 't mé een geluk
zou rekenen u mijn zoon te kunnen 110e-
men^, M.a^r»., helaas!., .Welnu, (Thierry
11. Samengestelde woorden worden;
gevormd door eenvoudige bijeenvoeging}
der deelen het bepaalde woord staal
achteraanvaporsipo (stoomschip).
12. Wanneer jn een zin „reeds veejn|
woord voorkomt, dat uit zichzelf een|
ontkenning uitdrukt, dan wordt het ont»
kennende „rie" (niet) weggelaten': li
nenion faras (hij doet piets).
13. Op de vraag „waarheen krijgéit
de w,oorden den uitgang van! dqn ylenl
naamval („n"): kien vi iras? (waar gaa.t
gij heen?), Londonon (naar Lqn'den).
14. Ieder voorzetsel heeft een bepaald
de, vaste beteekenis. Indien echter uit
den zin niet duidelijk blijkt, welk voorn
zetsel gebruikt móet worden, dan neemt
men „je", dat geen bepaalde beteeke*
nis heeft: goji je io (zich over iets vern
heugen). Wanneer geen dubbelzinnig
heid te vreezen is, kan men in! plaats vait
het voorzetsel „je" ook den yorm yan[
den 4en naamval gebruiken: rldi ioti,
(om iets lachen).
15. De zoogenaamde „vreemde" woor«»
den, dat zijn woorden eenvoudig over-»
talen voorkomen en aan dezelfde b'roit
ontleend zijn, word eneenvoudig over-*
genomen, maar dan gezet jn de spelling-j
wijze van de \\{ereldhulptaal. Dit geldt
slechts voor de oorspronkelijke woor-«
den, niet voor de afgeleide, welke weeil
aan de regels der wereldhulptaal zijn!
onderworpen: theaterteatro theatraal'
teatra (niet teatrala of teatricala).
16. De uitgangen van het lidwoord en)
het zelfstandig naamwoord kunnen veri
vangen worden door het afkappingsteq-
kende l'mondo in plaats van' d.3 lal
mondo (der wereld)5iler'in plaats varf
Siloro (Schiller).
Woordvorming.
Voorvoegsels„bo" duidt aan ver-*
wantschap door huwelijk: patro (vader)<
bopatro (schoonvader) „dis-"
scheiding of verdeeling: iri (gaan), disirf
(uiteengaan) „ek-" beginnende enj
kortstondige handeling: kanti (zingen),-
ekkanti (aanheffen) „ge-" vereenig
de personen van beide geslachtensin<
joro (heer), gesinjoroj (heeren en da
mes) „mal-" het tegengestelde;
rica (rijk), malrira (arm)fermi (slui-<
ten), malfermi (openen) „re-" te-»
rugkeerende of herhaalde handeling: ve-
ni (komen), reveni (terugkomen)legi
lezen), relegi (herlezen).
Achtervoegsels,,-ad" duidt aan voort
durende handeling: paroli (spreken), pa-
roladi (redeneeren) ,,-awaarneem
bare dingen mola (week), mola/o (wee-
ke zelfstandigheid) amiko (vriend), ami-
ka/'o (vriendschappelijke daad) „-an"-
bewoner of aanhanger: Ameriko (Amern
ka), Amerikano (Amerikaan)Kristo
(Christus), Kristano (Christen)
„-ar" verzameling: arbo (boom), arbaro
(bosch)homo (mensch), homaro
(menschheid) ,,-cj" verkleining vanl
mannelijke namen: Vilhelmo (Willem),-
Vicjo (Wimke) ,,-ebl" mogelijkheid:
vidi (zien), videbla (zichtbaar) ,,-ec"
denkbeeldige dingen: juno (jong), june-
co (jeugd) b'ona (goed), boneco (goed
heid) „-eg" vergrooting (tot den'
hoogsten graad): varma (warm), var-
mega (heet)vento (wind), ventego
(storm) „-ej" de plaats bestemd of
geschikt tot: lerni (leeren), lerncjo
(school) ,,-em" neiging of gewoonte:
babili (babbelen), babilema (babbelach
tig) ,,-er" deel van 't geheelfajroj
(vuur), fajrero (vonk) „-estr" hoofd!
of leider: sipo (schip), sipestro (kapi
tein) ,,-et" verkleining (tot den hoog*
sten graad): dormo (slaap), dormeto
(sluimering); ridi (lachen), rideti (glim
lachen) „-id" kind of afstammeling;
rego (vorst), regido (prins)Israelo (Is-i
raël), Israelido (Israëliet) „-ig"
ken of doen: morto (dood), mortigi
(vermoorden)scii (weten), sciigi (men
dedeelen) „-ig" wordenruga (rood),
rugigi (blozen)en vormt ook weder-*
keerige werkwoorden: sidi (zitten), si-
digi (zich zetten) -- ,„-il" werktuig of
ondervraag mij niet.... ik smeek ,u, eu
wat er ook gebeure, twijfel niet aan mijn;
achting en liefde voor je, maar tracht een
middel te vinden om mijn vader op zijn
plan te doen terugkomen....
Ik beloof het u.
Maar toch moet gij den markies niet
vertoornen. Ik weet dat hij met 11 dö
beste plannen heeft, en voor niets ter
wereld zou ik de oorzaak willen zijn...,-
Gij zoudt het mij later verwijten, op mij
vertoornen, mij haten misschien.
Gravin, ik zweer u, dat was er 00W
ook gebeure, ik nooit de weldoenster van
mijn kinderjaren zal kunnen haten, haar,
wieu jk alles te danken heb, en diq jn]
haar goedheid mij, arme vondeling, altijd
als een zoon behandeld heeft.
Mijn dank Thierry hartelijk dankl
hernam de gravin bewogen. Gij weet niet
hoe goed; mij uwe woorden doen. Ik
vreesde zoozeer 'dat gij mijn tegenkanting
tegen uw huwelijk slecht zou opnemen*
Zweert gij mij, dat ge er niet vertoornd
om zijt?
Ik zweer het u, gravin.
Maar toch zijt gij, treurig, teleurge
steld?
Dat is zoo, mevrouw.. Ach als il^
durfde spreken en u de oorzaak van mijn'
droefheid mededeel en.
Spreek vriend, spreek. Wat ook uvfl
geheim js, ik zeg ,u dat het bij mij be
waard zal blijven, ion dat jk alles, wat
van mij af zal hangen om uw zorgen;
te verminderen of uw geluk te vergrooten,
uit geheel mijn hart, volgaarne voor d
diojqn ?aL 1
(Wordt yervplgd^