flan de oevers van den Indus. 252 EEN HULDE VAN DE AMSTERDAMSCHE RAADSLEDEN AAN HUNNEN OUD-VOORZITTER: de eerepenning, door de raadsleden van Amsterdam vereerd "aan Mr. Dr. W. F. van Leeuwen. De penning is werk van de Kon. Utr. Fabriek van C. J. Begeer, terwijl de beeldhouwer Toon Dupuis de buste modelleerde. Opeens, fdaar bedacht hij dat een' eind verder aan den oever der rivier een Indische veerman woonde, wiens vrouw mogelijk binnen enkele oogen- blikken hulp kon verleenen. Een seconde later reeds joeg een inlander te paard langs de rivier, onderwijl Denison en zijn bedienden alles deden wat in hun vermogen was om het arme meisje bij te brengen Hij smaakte dan ook de voldoening Sybil spoedig tot bewustzijn te zien komen, en toen de Indische vrouw aankwam, was de jonge dame al in staat, op haar en op Denison steunende, zich naar de hut te begeven, die op eenigen afstand van den stroom lag Daar liet de jonge ambtenaar haar aan de zorgen der Indische over, om echter spoedig teru? te keeren, want niet alleen stelde hij natuurlijk groot belang in den toestand der arme miss, MR. A. DE JONG, de bekende Anti-revolutionair, die dezer dagen tot Wethouder der gemeente Rotterdam 'werd gekozen. Voor Rotterdam een teekenende gebeurtenis! i Door bijz. omat. wordt dit portret nu eerst geplaolstj. Slot.) E mededeeling, dat er een man op de maan gezien was, zou Denison min der verbaasd hebben dan die van een" Europeesche dame n dit woeste gebied. „Wat voor een dame is het," vroeg hij. „Ja, een heel deftige dame, maar zij is dood." Denison vroeg niet verder. Die belachelijke historie moest hij persoonlijk onderzoeken hij sprong dus te paard en reed naar den oever der rivier Daar vond hij Sybil Etherington op een mat lig gen, die men inderhaast ge haald en op het zand uitge spreid had Schijnbaar was het arme meisje inderdaad dood, maar Denison meende nog een zeer zwakke adem haling te bespeuren. Wat moest hij hier beginnen Even dacht hij na, of er in den omtrek soms vrouwelijke hulp te krijgen was Ja, aan den anderen oever van den Indus was een klein dorpje, maar dat lag wat den toestand van het oogen blik betreft net even ver weg als Perzië. HET BELGISCHE KONINGSPAAR IN PARIJS: Koning Albert van België met zijn gemalin bij de groote revue van het Fransche leger te l.ongchamps. Links en rechts van het koningspaar ziet men den president der Republiek en mevrouw Fallières. maar hij was ook brandend nieuwsgierig te vernemen, hoe de jonge dame hier in dit onherbergzame oord verdoold was geraakt. „Zoudt ge denken dat ge lang in dien toe stand geweest zijt waarin ze u gevonden hebben," vroeg hij haar. „Neen, dat geloof ik niet," antwoordde Sybil.. „Maar weet ge wel dat ge een afstand van tweehonderd mijlen hebt afgelegd Ze had hem verteld waar ze woonde en dat ze door het ongeluk met haar riemen met den stroom, afgedreven was. Het was nu Sybil's beurt om zeer verbaasd te staan. „En weet ge ook wel dat ge bijna, veertig uren zonder eten of drinken geweest zijt Het is bepaald verbazingwekkend, dat ge niet van honger en dorst omgekomen zijt." Sybil barstte in tranen uit. De gedachte, in. wat vreeselijke ongerustheid haar vader moest -verkeeren, kwam opeens haar geest bestormen, en zij vroeg bijna smeekend dat er toch ter stond maatregelen genomen zouden worden om hem bekend te maken, dat zij gezond en in veiligheid was. Dat bleek intusschen nog niet zoo heel gemakkelijk. Het eenige wat daarvoor gedaan kon worden, was een ruiter te zenden naar de naastbij ge legen stad aan den Indus, een afstand van zeventig mijlen, en daar naar Faziabad te tele- grafeeren. Denison zond zijn bediende er ter stond op uit, en gal den man geld genoeg mee om zich van een ander paard te voorzien als zijn rijdier van vermoeienis niet verder zou kunnen. „En hoe kom ik nu naar huis terug," vroeg Sybil, na tot haar blijdschap vernomen te hebben, dat haar vader binnen vier en twintig uren. het bericht van haar redding zou ontvangen. WEER EEN OFFER DER LUCHTSCHEEPVAART de bestuurbare ballon van den uitvinder Erbslöh (wiens beeltenis in den linkerbovenhoek) kwam onlangs door een onbekende oorzaak, waarschijnlijk doordat het omhulsel scheurde, bij Dusseldorp van een aanzienlijke hoogte naar beneden vallen. De uitvinder en drie medereizigers werden gedood. Onze foto toont de vernielde overblijfselen van het luchtschip na den val.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 10