BUITENLAND, BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Maandag 18 juli. Centralisatie en Decentralisatie bij de Landbouw-Ongevallen Verzekering. In da provincie Zuid^ Holland <en waar schijnlijk ook in andere provincies, zijn benige plaatselijke vereenigingen opge richt, welke zich ten idoel stellen deland- boUiW-ongevallen-verzekering onderling te 'regelen, Zoo'n plaatselijke kas, als b.v. die te Leiderdorp, heeft voor de boeren iets aantrekkelijks. Men regelt de zaken zoo knusjes onder elkander, er is weinig ge schrijf en weinig papier bij noodig. Komt 5>het ongeval" dan steekt het Bestuur de hoofden eens bij elkander of (bij kleine re gevallen) wordt de "zaak door den voor zitter afgedaan. Alles gaat, om het zoo inaar eens te noemen, huiselijk toe. Hebben de ongevallen geldelijk geen groote gervo'gen en wordt de door den werkman geleden schade door een ver goeding voor dokterskosten en een paar weken uitkeering gedekt, dan is voor de huiselijke regeling veel te zeggen. Een pot heeft echter gewoonlijk twee oorcn en aan die huiselijke behandeling kunnen dan somwijlen ook groote scha duwzijden verbonden zijn, welke des te zwaarder wegen als het „onder onsje" te Jclein is. Daarvoor wil ik op twee voorbeelden Wijzen, Een man, tijdelijk bij een boer in dienst, stoot zich 's morgens op de markt tegen de knie. Hij loopt den geheel en dag door, werkt gedurende den middag voor zich zelf en 's avonds wordt de pijn veel er ger. Den volgenden dag komt hij bij den doktc-r op het spreekuur. Deze stelt vast, dat er bloeduitstorting in de knie is en beveelt aan rust en de verder voor de behandeling noodige maatregelen te ne men. De man deelt dit aan zijn werkgever mede en deze zendt bericht naar den voor zitter van de plaatselijke kas. Deze wendt zich tot den dokter en het gevolg is dat den werkman uitkeering wordt verstrekt len vergoeding voor geneeskundige be handeling. In dit geval is alles" goed gegaan. Laten wij nu echter eens aannemen, dat er verschil ontstaat tusschen den voor zitter der plaatselijke kas en den betrok- -ken landbouwer, of dat men zoover komt dat men den werkman uitkeering wei gert. Waar is dan de bevoegde macht om hel pend op te treden? Gesteld eens dat men te Leiderdorp een bijzonder beste voorzitter of een braaf denkend bestuur heeft, zoodat den werk man steeds recht wedervaart, doch in een naastliggend doip heeft men heel andere opvattingen. Waar is dan de- helper om de be stuurders op dat andere dorp een beter inzicht te geven? In het algemeen kan men bij die plaatselijke regelingen vragen: op welke wijze worden de rechten van den werk man afdoende gewaarborgd? Als alles zich in zoo'n kleine kring moet afspelen is er veel meer gevaar, dat men bij het toemeten van uitkeeiingen op din gen gaat letten, welke met het ongeval niets te maken hebben. En nu staat bij mij overtuigend vast, dat als de boeren, wat zij hopen, door hun ongevallen-regeling, aan de Regeering een voorbeeld willen geven, dan moeten zij voor alles er voor waken, dat de schade- regering van ongevallen zooveel mogelijk mogelijk gelijk geschiedt. Thans een tweede voorbeeld. Hebben wij met een ongeval met „klei ne" gevolgen te doen dan is het niet goed en voor de zaak (het door boeren zelf regelen van de landbouw-ongevallen- vei zekering) niet bevorderlijk als er niet Zooveel mogelijk éénheid bij de toepas sing heerscht, doch de schade is dan toch steeds betrekkelijk klein. Het klooster Marienhaven te Warmond. 4) Tevens werd hierbij de aanwijzing van den prior van Yselstein tot visitator be krachtigd. 'Eene nadere uitwerking der rechten geschiedde bij akte van 17 Juli 1413 waarbij Thomas Blaeuwaert, pastoor van Warmond, ten behoeve van het kloos- jter afstand deed van verschillende paro- chierechten, welke afstand den 5en Aug. |1413 door den bisschop werd bekrach- jtigd. De pastoor gaf hierbij het recht om een eigen begraafplaats te hebben en 'aldaar ook parochianen buiten het kloos ter te begraven en om lijkdiensten te houden bi echt te hooren en legaten te ontvangen. Bij het begraven van niet- Ikloosterlingen zal de helft der offerpen ningen aan den pastoor worden uitge keerd ien deze zal voor de afstand van rechten jaarlijks een loot zilver ontvangen. Bijzonder gunstige bepalingen genoot het klooster ten opzichte van hpf erf recht der kloosterlingen overeenkomstig de voorrechten d^or paujs Pa^lus hier- Moet echter een zwaar ongeval behan deld worden, dan dient onvoorwaardelijk het jiecht van den werkman of van zijn nagelaten betrekkingen vast te staan. Dan moet het geen handje plak ken worden, doch de werkman of de an dere rechtverkrijgenden dienen vooraf nauwkeurig te weten wielke rechten Ze hebben. Dikwijls heb ik er over nagedacht, doch het is mij nooit recht duidelijk geworden, hoe zoo'n kleine plaatselijke kas dat zal moeten regelen. En toch kan het dan om groote be dragen gaan. Een der dooden van de „Tuinbouw- Onderlinge" liet volgens het verslag een weduwe met zoodanig huisgezin na, dat er een bedrag van f4105 gereserveerd is moeten worden om haar en de kinderen de uitkeeringen te kunnen verstrekken, waarop z ij recht hadden. Ik druk vooral op de laatste woorden, omdat het voor den werkman een aangenaam, rustig denkbeeld moet zijn te wetendat als hij bij een landbouwer oftuinder werkt, die lid is van de Land- of Tuinbouw-Onder- iinge, dat dan degenen, die, als het hem overkomen geval den dood tengevolge had, zouden achterblijven, beslist zijn ver zorgd Hoe, zoo vraag ik nu bovendien nog, moet dan zoo'n plaatselijke kas dat geld bijeen brengen? Door deze twee voorbeelden meen ik te hebben aangetoond, dat de huiselijke regeling bij de plaatselijke kassen twee groote schaduwzijden heeft, n.l. le. gevaar voor ongelijkmatige schade regeling. 2e, onvermogen om te helpen bij zware ongevallen. En wij hebben naast die zuiver plaatse- lijkevereenigingen in bijna alle provinciën de Landbouw-Onderlinge, Zoo'n piovindale verzekerings-vereeni- ging bestaat uit vele plaatselijke ongeval len commissies. En heusch, nu ik de zaak eens ernstig heb bekeken, is daarin toch een groot voordeel te vinden. De plaatselijke ongevallen commissie regelt de aansluiting, loonaanslag en het uitkeeien der schadevergoedingen ter plaatse. Duren de gevolgen van een ongeval lan ger dan twee maanden (dus bij zware on gevallen of doodien), dan treedt een cen trale regeling op. Die plaatselijke commis sies handelen echter naar regelen, welke voor allen gelijk zijn en mocht hier of daar eens iets over het hoofd gezien worden, dan is de directie de aangewezen macht om helpend en verbeterend op te treden. Daar deze directie voor alle provinciën dezelfde is, hebben wij bovendien nog het groote voordeel, dat niet alleen binnen een provincie, doch zelfs binnen het ge- heele land een groote kans voor éénheid bestaat Die samenwerking heeft echter nog meer voordeelen. Komen er nu ongevallen met groote geldelijke gevolgen, èn het onderzoek van het Landbouw-Comité en de (korte) prac- tijk van Land- en ,Tuinbouw-Ondierlinge hebben reeds bewezen dat die kunnen komen, dan is de draagkracht van het ge heele land aanwezig, om ze te torschen en die draagkracht is zeker groot genoeg. Met deze voordeelen voor oogen, wil het mij voorkomen, dat de bestaande plaatscl jke vereenigingen zoo spoeJig mo gelijk zich moéten aansluiten bij de Land- bouw-Onderiinge. Ze zullen zich dan moeten omvormen in plaatselijke onge vallen commissies en als hun toetreding in flinke mate geschiedt zullen ze moge lijk ook wel opneming van een paar hun ner voormannen in de provinciale bestu ren mogen vragen. Ik weet zeker dat de directie der Landbouw-Onderlinge hen al le mogelijke hulp zal verleen en. Door die toetreding krijgen de boeren eendracht en daardoor macht. Bedenk steeds dat éénheid van hande len in deze de belangrijkste factor is! Nu nog een enkel woord over een zaak, die naast de ongevallenverzekering staat doch er toch verband mede houdt. Volgens artikel 1638x van het arbeids contract is dë boer aansprakelijk voor de geldelijke gevolgen, ontstaan door het onvoldoende in orde zijn van gereedschap pen of gebouwen. over in 1466 aan de kloosters der Cis- tericenser orde geschonken. Verdier gol den voor het klooster in het algemeen die regelen der Cistercienser kloosterorde. Aan het hoofd van het klooster stond de prior, benoemd door de kloosterbroeders. Hij vertegenwoordigde het klooster naar buiten en had naar binnen vrijwel onbe perkt gezag, doch moest zich jaarlijks bij de kloostervisitatie verantwoorden over het door hein gevoerde beheer en zijne demissie aanbieden. Hij werd bijgestaan en, zoo noodig, vervangen door den sup- prior. Van een procurator wordt bij dit lclooster geen gewag gemaakt, zoodat wij geneigd zijn om aan te nemen dat het administi atief beheer geheel berustte bij den kelderwaarder of kelder (cellarius), die ook elders met het doen der inkoo- pen en het verzorgen der provisiekamer belast was. Naast hem stond een onder- kelder en voor kleine dagelijksche inkoo- pen op de markt was een marktganger aangesteld, die uit de conversen of uit de leekebroeders werd gekozen* Bij het be sloten verklaren van het klooster werden uitzonderingen gemaakt voor den prior en den kelderwaarder en werd deze laat ste ambtshalve aangewezen om den prior te vergezellen bij zijn tochten voor de visitatie van andere kloosters. Qüff, ,het do,0£ hem geveerd geldelijk Een zolder is een beetje wrak. De boer vindt dat het nog wel kan en dat is ook inderdaad het juiste oordeel. Een knecht valt er echter door pn breekt zijn nek. De boer wordt aangesproken voor de na gelaten betrekkingen. Wie moet nu de daaraan verbonden gel delijke gevolgen dragen? Deze kunnen heel gemakkelijk eenige duizenden guldens zijn. De plaatselijke kas? De daarbij aangesloten boeren zul len niet gretig in hun beurs tasten. Welnu ook voor deze aangelegenheden heeft de Landbouw-Onderlinge gezorgd. Zij heeft de gevolgen van 1638x voor haar rekening genomen en deze geheel gratis aan de ongevallenvei zekering toegevoegd. En hiermede ben ik thans aan het eind. Ik ken door mijn practijk de boeren van nabij, weet dat ze goed willen, laten ze nu door eendrachtig samenwerken too- nen ook goed te kunnen. Geen vele plaatselijke kasjes, maar ééne goed geregelde landbouw-ongevallen-ver zekering voor geheel ons land. Dr. E. W. DE FLINES, Arts te Leiderdorp. 15-7-1910. Fraaikrijk. Het n'ationale syiidicaat der spoorweg beambten' heeft een oproep openbaar ge maakt, waarin getzegd wordt: „Onze maatregelen zijn reeds getroffen, een omvattend strijdplan, waardoor ieder zijn post wordt toegewezen, is door ons zorg vuldig uitgewerkt. Wij zullen onverbid delijk zijn in de uitvoering. Op het door het stakingscomité gege ven signaal zal iedere arbeid, ieder ver keer op alle lijnen worden gestaakt en wanneer de treinen niet meer loopen, is alles lamgeslagengeen industrie,, geen handel kan meer voortgang hebben. De postdienst zal met meer kunnen wor den onderhouden, men zal zich van post duiven moeten bec enen. De dienst der tr .us«,iantischie stoom- booten zal eveneens ophouden, daar de passagiers niet meer kunnen aankomen. In de halles en op alle markten zullen de waren bederven. Hoe zal men het slachtvee invoeren Misschien moet met bestuurbare luchtschepen en vliegmachi nes Ongetwijfeld zal dan het algemeene arbeidsverbond aan den strijd deelne men. De gelegenheid is voor alle andere syndicaten, die hun toestand willen ver beteren, zeer gunstig. Dat zal dan. of men wil of niet, de groote, de ware algemeene werkstaking worden." Spanje. Er komen zoo dikwijls berichten van samenzweringen tegen het leven van een vorst in de bladen, waarvan later blijkt, dat het looze geruchten waren gezwe gen van de gevallen, dat de politie in sommige landen om een of andere reden zelf een dergelijk bericht verspreidt dat men wel onder voorbehoud het be richt mag aannemen, dat de Spaansche politie een komplot tegen het leven van koning Alfons verijdeld heeft. De koning zou in Valladolid komen, en daar is zooals 't heet een anarchist uit Bar celona gepakt, die, blijkens een brief, dien hij bij zich had, het ergste voor had. Poriuial. De troebelen bij Macao. In de Fransche bladen vinden wij een aaneengeschakeld relaas over de jongste gevechten op Colowan, een eiland in de buurt der Portugeesche bezitting. Ongeveer het volgende schijnt te zijn gebeurd. De Chineesche bewoners van liet eiland Colowan gaven zich af met zee- en rivier-piraten, die de wateren van Macao, Hongkong en Kanton onveilig maken en het vooral ook op kinderrc<>.' hebben voorzien. De Portugeezen hadden op Colowan een militairen post, dien de zeeroovers hadden' weten te vermees teren. De gouverneur van Macao zond daar op kanonncerbooten met 200 man troe- beheer werd jaarlijks door den kelder waarder aan het convent rekening en ver antwoording gedaan. Enkele kleine ambten wei en ook door de broeders bekleed. Hier 1 behoorden die van cantor of voorzanger in de kerk, kleederwaarder of vestiarius, die het toezicht had over de kleeding en voor het tijdig doen herstellen of vernieuwen van kleedingstukken of linnengoed had te zor gen, en de bewaarder, wiens functie wij éénmaal vertneld vinden zonder na dere aanduiding van zijne taak. Andere, elders genoemde ambten vond ik bij dit klooster niet vermeld. Toch zal er wel een koster geweest zijn en een boekbewaarder, '.ibrarius of armarius,aan wiens zorgde, zooals wij reeds slagen, niet onbelangrijke bibliotheek was toever trouwd; mogelijk werd dit echter bij dit klooster niet als afzonderlijk ambt be schouwd. Ook de functies van refïcrmees- ter of refectuarius, die de zoi-g had voor de tafel en voor licht en vuur, en van ziekenbewaarder of infirmarius wor den niet speaiaal vermelde De huishoudelijke werkzaamheden wa ren overgelaten aan de conversen en aan de leekebroeders. Wij treffen hierbij aan de functies van portier, marktganger, ijm- ker, brouwer en timmerman, die zoowel dfioi; ^coiiiyers^n als jd,o.oi; ie^ebrogdsrs pen en geschut naar het eiland om de orde te herstellen en het fort te herne men. Dat is zonder veel bezwaar ge lukt; de Chineezen zijn uit het fort ver jaagd maar ook heeft de Portugeesche kanonneerboot een aantal jonken, met vluchtende Chineezen gevuld, in <ren grond geboord. Al die Chineezen ver dronken. Aan de beschieting werd door een tweede Portugeesche kanonneerboot, de Atria, deelgenomen. Ter reede van Macao lagen 7 Chinee- sdhe kanonneerbooten waakzaam de wacht te houden maar zij hebben zich verder niet met de tuchtiging der pira ten bemoeid, schijnen die tuchtiging zelfs met welgevallen te hebben gezien. Bo vendien is de gezagvoerder van het Chi neesche eskader bij den Portugeeschen gouverneur van Macao zijn o_pwachting gaan maken en heeft die Chineesche zee man uit naam zijner regeering den Por tugeeschen bestuurder gelukgewenscht met de wei-geslaagde operaties, door welke „de beschaving was gediend". Ook bood hij den Portugeeschen bewindsman de diensten aan van het Chineesche es kader, mocht dat noodig zijn. Maar het heet, dat de krijgsmacht, welke .de Por tugeesche gouverneur te zijner beschik king heeft om de zeeroovers en de op standelingen op Colowan te bestrijden, daartoe alleszins voldoende is. De gouverneur is er van overtuigd dat de Chineesche autoriteiten in geen enkel opzicht de hand hebben gehad1 in de op zichzelf staande troebelen te Colowan. Engeland, Een rede van Lloyd George. Vrijdagavond waren de voornaamste bankiers en kooplieden uit de City in het Mansion House de gast van den Poortermeester. Daar zat ook de minister van financiën bij aan. Deze hield een in teressante reden. Hij dankte allereerst de Citymagnaten voor de krachtige hulp, die zij verleend hadden bij de laatste belastingbetaling en bij het verstrekken van geld aan de regeering, toen deze herhaaldelijk groote bedragen aan schatkistbiljetten ïpoest uitgeven. Daarna betoogde cfe minister, dat de verhooging van belastingen een gevolg is van de enorme algemeene vermeerde ring van de uitgaven van den staat, die ni 20 jaren tijds bijna tot 171 pond sterling waren verdubbeld. De vermeerdering be treurde hij niet, waar zij uitgaven betrof voor Ierland, onderwijs en ouderdoms pensioen, maar hij betreurde z.e des te meer in de onzinnig gestegen uitgaven voor leger en vloot. Voor deze vermeer dering, zei de minister, is echter niet Engeland alleen verantwoordelijk; alle groote Europeesche sta^n zijn betrok ken bij dezen dolzinnigen wedstrijd in wapeningen. In het Engelsche Lagerhuis is Vrij dag dobr een aantal leden protest aan- geteekend tegen het al te militaire ka rakter, dat de begrafenis van koning Ed ward had gekenmerkt en wel naar aan leiding van het voorstel der regeering van een som van meer dan een millioen p. st. uit te trekken tot dekking van de kosten dier begrafenis. De Heer Lees Smith betoogde, dat een begrafenis, die zulk een zuiver militair cachet droeg, eerder te verwachten was geweest in een land, dat militair despo tisch wordt geregeerd dan in een vrije democratie. Keir Hardie (iet zich in denzelfden geest uit. Niet het leger, zoo zeide hij, leidt de zaken van liet land', maar het par lement. En dit moest dus de ecreplaats hebben ingenomen, terwijl het nu vrijwel -> den achtergrond was gedrongen. Lewis Harcourt, de minister van open bare werken, verklaarde te betreuren, dat aan de leden van het parlement geen grootere plaats was ingeruimd, maar hij achtte de bewering, dat het Lagerhuis bij de begrafenis niet vertegenwoordigd was geweest, ongegrond, daar de Spea ker met de functionarissen van de Kamer de plechtigheid in de St. George Kerk op gereserveerde plaatsen hadden bijge woond. vervuld werden, en van wijnverlater, kleer maker, melker, geneeskundige, tuinier, schoenmaker en gastmeester (hospitarius of hospitularius, )die steeds door de lee kebroeders werden bekleed. Een deeil hiervan werd of gelijktijdig of achtereen volgens. door dienzelfden persoon waar genomen. De bevolking van het klooster bestond, gelijk hieruit reeds blijkt, uit verschillende groepen van personen, die verschillende weikzaamheden hadden en ook onderling niet gelijk berechtigd waren. Vooraan stonden de geestelijke broeders, aan wie alleen de hoogere kloosterambten werden opgedragen. Zij hielden zich bezig met de vervulling der kerkelijke plichten, bid den en vrome overdenkingen en lieten het grovere werk over aan de andere groepen. De hoogere arbeid, waaronder ook het afschrijven van handschriften ge rekend werd, maakten hiernevens een vast deel uit van ée dagtaak der geestelijke broeders, terwijl ook de landbouw in het groot werd gedreven, gelijk blijkt uit de aanstelling van een ijmker, een tuinman en een melker. Over de belangen van het klooster werd door hen alleen geoordeeld, waatoe zij in convent bijeengeroepen wérden onder vooizitterschap van den prior. Zij alleen iyunen pojc deel d>e jceu^e yafl jdga Provincialen Staten van Zuid-Holland De Commissie uit de Staten, in wier handen is gesteld het voorstel van Ged>. Staten om, ten einde te geraken tot be- einfdiging van de concessie tot tolheffing op deii Rijnsburgerweg tusschen Leiden en Oegstgeest i/s van de kosten van den eigendomsovergang van dien weg aan de gemeente Oegstgeest voor rekening der provincie te nemen vermeerderd met het bedrag waarmede die kosten de som: van f12000 mochten overschrijden, heeft gerapporteerd eenstemmig te hebben be sloten, geheel met dit voorstel mede te gaan. Voorts wordt door de desbetref fende commissies aan de Staten voorge steld j: le. met eenige wijzigingen vast te stellen de ontwerp-besluiten tot wijzf-i ging van de bijzondere reglementen van' den polder den Ouden Oosthoek, en den Luizenmarkt, Roodenmolen-, en Zand- slootpolder. 2e. vast te stellen ~de ont werpbesluiten tot wijziging van art. 82 van het reglement van het Groot-Water* schap van Woerden en van de bijzon dere reglementen van den polder Lan- geland en Kortland, van den Wassenaar- schen polder, den polder Steekt, den' Zuid- en Noordeinderpolder, den polder! Willems en art. 4 van het reglement voor het waterschap van West-IJsselmonde (op geheele herziening waarvan cloor de commissie wordt aangedrongen.) i HOEK VAN HOLLAND. j De Commissie yit de Staten, in wier. handen is gesteld het voorstel betref fende subsidie aan een nieuw te vor men gemeente Hoek van Holland, heeft over het gewijzigde voorstel van Oed. Staten betreffende den Hoèk yan Hol land nader rapport uitgebracht. Met voldoening lazen de leden ider1, Commissie dat het gemeentebestuur van. Rotterdam aan' Ged. Staten bericht heeft dat de Raad1 dier gemeente in beginsel' bereid was tot aanvaarding van de be stuurstaak aan den Hoekdoor "de toe voeging van den Hoek van Holland aan de gemeente Rotterdam zal toch eene volledige voorziening in de behoeften,, die thans aan den Hoek bestaan, kunnen verzekerd worden. Van het uitspreken van een verder oor deel over deze samenvoeging, meent dö Commissie zich echter te moeten onthou den, omdat de kwestie van 'die samen voeging niet aan haar oordeel in onder worpen. I Wat het voorstel van Ged. Staten be treft, om het subsidie aan den Hoek van Holland voor het geval, eene nieuwe ge meente wordt in het leven geroepen, te verlcenen in den vorm van een renteloos voorschot, zoo kan zich de Commissie eenstemmig met dat voorstel vereeni gen. AI wordt toch eene zelfstandige ge meente Hoek van Holland gevormd, zoo blijft het in de lijn van de groote waar schijnlijkheid en volgens velen van de groote wensclielijkheid liggen, $at die zelfstandige gemeente vroeg of laat bij de gemeente Rotterdam gevoegd' zal worden. Gebeurt dit laatste, dan £.il de som door de Provincie besteed, aan het tot stand komen der afzonderlijke gemeente Hock van Holland teruggegeven wor den. I Eene dotatie h f nds perdu moet <t"U3 uitgesloten zijn, en het subsidie in den vorm van een renteloos voorschot ver leend worden. Met Ged. Staten en met de Regeering is de Commissie echter van ooi Jieel dat het niet wenschelijk is langs dezen om weg de vereeniging van den Hoek met de gemeende Rotterdam tot stand !te bren gen en dat samenvoeging in eens te ver kiezen is. Men dient echter op alle eventualitei ten voorbereid te zijn. Ook kunnen de leden van de Commis sie zich eenstemmig vereenigen met de? kleine verhooging van het subsidie door Ged. Staten voorgesteld. De gronden, waarop Ged. Staten die verhooging in overweging geven, erken nen zij als juist. I prior. In enkele speciale gevallen werd niet het geheele convent geraadpleegd!/ maar alleen de ouderen onder lien, die als senioren ,een afzonderlijk college vorm den. De jaarlijksche rekening werd voor de gezamenlijke geestelijke broeders afge legd, doch in 1446 beval de prior van Zi- bekelo, fungens auctoritate capituli gene ralis, dat dit voortaan alleen voor de se niores zoude geschieden. Wie onder de geestelijke broeders wil* de opgenomen worden moest aan bepaal de vereischten voldoen en in handen van den prior gehoorzaamheid beloven. Werd hij aangenomen, dan werd hij gekleed en had hij een jaar als novitius te dienen/ voordat hij tot de professie werd toegela ten. In dat jaar kon hij zich nog in het wereldlijk leven terugtrekken, doch na d<j drievoudige gelofte van kuischheid, art moede en gehoorzaamheid was die terug keer uitgesloten en was alleen d>e over* gang tot een ander klooster toegestaan* De broeders moesten allen geestelijken zijn en vo'gens het memorieboek wareij allen vóór hun overlijden tot d'e priester* lijke waardigheid toegelaten. (Wordt vervolgd}*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5