BUITENLAND,
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Maandag 18 juli.
Centralisatie en Decentralisatie
bij de Landbouw-Ongevallen
Verzekering.
In da provincie Zuid^ Holland <en waar
schijnlijk ook in andere provincies, zijn
benige plaatselijke vereenigingen opge
richt, welke zich ten idoel stellen deland-
boUiW-ongevallen-verzekering onderling te
'regelen,
Zoo'n plaatselijke kas, als b.v. die te
Leiderdorp, heeft voor de boeren iets
aantrekkelijks. Men regelt de zaken zoo
knusjes onder elkander, er is weinig ge
schrijf en weinig papier bij noodig. Komt
5>het ongeval" dan steekt het Bestuur de
hoofden eens bij elkander of (bij kleine
re gevallen) wordt de "zaak door den voor
zitter afgedaan. Alles gaat, om het zoo
inaar eens te noemen, huiselijk toe.
Hebben de ongevallen geldelijk geen
groote gervo'gen en wordt de door den
werkman geleden schade door een ver
goeding voor dokterskosten en een paar
weken uitkeering gedekt, dan is voor de
huiselijke regeling veel te zeggen.
Een pot heeft echter gewoonlijk twee
oorcn en aan die huiselijke behandeling
kunnen dan somwijlen ook groote scha
duwzijden verbonden zijn, welke des te
zwaarder wegen als het „onder onsje" te
Jclein is.
Daarvoor wil ik op twee voorbeelden
Wijzen,
Een man, tijdelijk bij een boer in dienst,
stoot zich 's morgens op de markt tegen
de knie. Hij loopt den geheel en dag door,
werkt gedurende den middag voor zich
zelf en 's avonds wordt de pijn veel er
ger. Den volgenden dag komt hij bij den
doktc-r op het spreekuur. Deze stelt vast,
dat er bloeduitstorting in de knie is en
beveelt aan rust en de verder voor de
behandeling noodige maatregelen te ne
men. De man deelt dit aan zijn werkgever
mede en deze zendt bericht naar den voor
zitter van de plaatselijke kas. Deze wendt
zich tot den dokter en het gevolg is dat
den werkman uitkeering wordt verstrekt
len vergoeding voor geneeskundige be
handeling.
In dit geval is alles" goed gegaan.
Laten wij nu echter eens aannemen,
dat er verschil ontstaat tusschen den voor
zitter der plaatselijke kas en den betrok-
-ken landbouwer, of dat men zoover komt
dat men den werkman uitkeering wei
gert.
Waar is dan de bevoegde macht om hel
pend op te treden?
Gesteld eens dat men te Leiderdorp
een bijzonder beste voorzitter of een braaf
denkend bestuur heeft, zoodat den werk
man steeds recht wedervaart, doch in een
naastliggend doip heeft men heel andere
opvattingen.
Waar is dan de- helper om de be
stuurders op dat andere dorp een beter
inzicht te geven?
In het algemeen kan men bij die
plaatselijke regelingen vragen: op welke
wijze worden de rechten van den werk
man afdoende gewaarborgd?
Als alles zich in zoo'n kleine kring moet
afspelen is er veel meer gevaar, dat men
bij het toemeten van uitkeeiingen op din
gen gaat letten, welke met het ongeval
niets te maken hebben.
En nu staat bij mij overtuigend vast,
dat als de boeren, wat zij hopen, door hun
ongevallen-regeling, aan de Regeering een
voorbeeld willen geven, dan moeten zij
voor alles er voor waken, dat de schade-
regering van ongevallen zooveel mogelijk
mogelijk gelijk geschiedt.
Thans een tweede voorbeeld.
Hebben wij met een ongeval met „klei
ne" gevolgen te doen dan is het niet
goed en voor de zaak (het door boeren
zelf regelen van de landbouw-ongevallen-
vei zekering) niet bevorderlijk als er niet
Zooveel mogelijk éénheid bij de toepas
sing heerscht, doch de schade is dan toch
steeds betrekkelijk klein.
Het klooster Marienhaven
te Warmond.
4)
Tevens werd hierbij de aanwijzing van
den prior van Yselstein tot visitator be
krachtigd. 'Eene nadere uitwerking der
rechten geschiedde bij akte van 17 Juli
1413 waarbij Thomas Blaeuwaert, pastoor
van Warmond, ten behoeve van het kloos-
jter afstand deed van verschillende paro-
chierechten, welke afstand den 5en Aug.
|1413 door den bisschop werd bekrach-
jtigd. De pastoor gaf hierbij het recht
om een eigen begraafplaats te hebben en
'aldaar ook parochianen buiten het kloos
ter te begraven en om lijkdiensten te
houden bi echt te hooren en legaten te
ontvangen. Bij het begraven van niet-
Ikloosterlingen zal de helft der offerpen
ningen aan den pastoor worden uitge
keerd ien deze zal voor de afstand van
rechten jaarlijks een loot zilver ontvangen.
Bijzonder gunstige bepalingen genoot
het klooster ten opzichte van hpf erf
recht der kloosterlingen overeenkomstig
de voorrechten d^or paujs Pa^lus hier-
Moet echter een zwaar ongeval behan
deld worden, dan dient onvoorwaardelijk
het jiecht van den werkman of van
zijn nagelaten betrekkingen vast te
staan. Dan moet het geen handje plak
ken worden, doch de werkman of de an
dere rechtverkrijgenden dienen vooraf
nauwkeurig te weten wielke rechten Ze
hebben.
Dikwijls heb ik er over nagedacht, doch
het is mij nooit recht duidelijk geworden,
hoe zoo'n kleine plaatselijke kas dat zal
moeten regelen.
En toch kan het dan om groote be
dragen gaan.
Een der dooden van de „Tuinbouw-
Onderlinge" liet volgens het verslag een
weduwe met zoodanig huisgezin na, dat
er een bedrag van f4105 gereserveerd is
moeten worden om haar en de kinderen
de uitkeeringen te kunnen verstrekken,
waarop z ij recht hadden. Ik druk
vooral op de laatste woorden, omdat het
voor den werkman een aangenaam, rustig
denkbeeld moet zijn te wetendat als hij
bij een landbouwer oftuinder werkt, die
lid is van de Land- of Tuinbouw-Onder-
iinge, dat dan degenen, die, als het hem
overkomen geval den dood tengevolge
had, zouden achterblijven, beslist zijn ver
zorgd
Hoe, zoo vraag ik nu bovendien nog,
moet dan zoo'n plaatselijke kas dat geld
bijeen brengen?
Door deze twee voorbeelden meen ik
te hebben aangetoond, dat de huiselijke
regeling bij de plaatselijke kassen twee
groote schaduwzijden heeft, n.l.
le. gevaar voor ongelijkmatige schade
regeling.
2e, onvermogen om te helpen bij zware
ongevallen.
En wij hebben naast die zuiver plaatse-
lijkevereenigingen in bijna alle provinciën
de Landbouw-Onderlinge,
Zoo'n piovindale verzekerings-vereeni-
ging bestaat uit vele plaatselijke ongeval
len commissies. En heusch, nu ik de
zaak eens ernstig heb bekeken, is daarin
toch een groot voordeel te vinden.
De plaatselijke ongevallen commissie
regelt de aansluiting, loonaanslag en het
uitkeeien der schadevergoedingen ter
plaatse.
Duren de gevolgen van een ongeval lan
ger dan twee maanden (dus bij zware on
gevallen of doodien), dan treedt een cen
trale regeling op. Die plaatselijke commis
sies handelen echter naar regelen, welke
voor allen gelijk zijn en mocht hier of daar
eens iets over het hoofd gezien worden,
dan is de directie de aangewezen macht
om helpend en verbeterend op te treden.
Daar deze directie voor alle provinciën
dezelfde is, hebben wij bovendien nog het
groote voordeel, dat niet alleen binnen
een provincie, doch zelfs binnen het ge-
heele land een groote kans voor éénheid
bestaat
Die samenwerking heeft echter nog
meer voordeelen.
Komen er nu ongevallen met groote
geldelijke gevolgen, èn het onderzoek van
het Landbouw-Comité en de (korte) prac-
tijk van Land- en ,Tuinbouw-Ondierlinge
hebben reeds bewezen dat die kunnen
komen, dan is de draagkracht van het ge
heele land aanwezig, om ze te torschen
en die draagkracht is zeker groot genoeg.
Met deze voordeelen voor oogen, wil
het mij voorkomen, dat de bestaande
plaatscl jke vereenigingen zoo spoeJig mo
gelijk zich moéten aansluiten bij de Land-
bouw-Onderiinge. Ze zullen zich dan
moeten omvormen in plaatselijke onge
vallen commissies en als hun toetreding
in flinke mate geschiedt zullen ze moge
lijk ook wel opneming van een paar hun
ner voormannen in de provinciale bestu
ren mogen vragen. Ik weet zeker dat de
directie der Landbouw-Onderlinge hen al
le mogelijke hulp zal verleen en.
Door die toetreding krijgen de boeren
eendracht en daardoor macht.
Bedenk steeds dat éénheid van hande
len in deze de belangrijkste factor is!
Nu nog een enkel woord over een zaak,
die naast de ongevallenverzekering staat
doch er toch verband mede houdt.
Volgens artikel 1638x van het arbeids
contract is dë boer aansprakelijk voor de
geldelijke gevolgen, ontstaan door het
onvoldoende in orde zijn van gereedschap
pen of gebouwen.
over in 1466 aan de kloosters der Cis-
tericenser orde geschonken. Verdier gol
den voor het klooster in het algemeen die
regelen der Cistercienser kloosterorde.
Aan het hoofd van het klooster stond de
prior, benoemd door de kloosterbroeders.
Hij vertegenwoordigde het klooster naar
buiten en had naar binnen vrijwel onbe
perkt gezag, doch moest zich jaarlijks bij
de kloostervisitatie verantwoorden over
het door hein gevoerde beheer en zijne
demissie aanbieden. Hij werd bijgestaan
en, zoo noodig, vervangen door den sup-
prior. Van een procurator wordt bij dit
lclooster geen gewag gemaakt, zoodat wij
geneigd zijn om aan te nemen dat het
administi atief beheer geheel berustte bij
den kelderwaarder of kelder (cellarius),
die ook elders met het doen der inkoo-
pen en het verzorgen der provisiekamer
belast was. Naast hem stond een onder-
kelder en voor kleine dagelijksche inkoo-
pen op de markt was een marktganger
aangesteld, die uit de conversen of uit de
leekebroeders werd gekozen* Bij het be
sloten verklaren van het klooster werden
uitzonderingen gemaakt voor den prior
en den kelderwaarder en werd deze laat
ste ambtshalve aangewezen om den prior
te vergezellen bij zijn tochten voor de
visitatie van andere kloosters.
Qüff, ,het do,0£ hem geveerd geldelijk
Een zolder is een beetje wrak. De boer
vindt dat het nog wel kan en dat is ook
inderdaad het juiste oordeel. Een knecht
valt er echter door pn breekt zijn nek.
De boer wordt aangesproken voor de na
gelaten betrekkingen.
Wie moet nu de daaraan verbonden gel
delijke gevolgen dragen?
Deze kunnen heel gemakkelijk eenige
duizenden guldens zijn. De plaatselijke
kas? De daarbij aangesloten boeren zul
len niet gretig in hun beurs tasten.
Welnu ook voor deze aangelegenheden
heeft de Landbouw-Onderlinge gezorgd.
Zij heeft de gevolgen van 1638x voor haar
rekening genomen en deze geheel gratis
aan de ongevallenvei zekering toegevoegd.
En hiermede ben ik thans aan het eind.
Ik ken door mijn practijk de boeren
van nabij, weet dat ze goed willen, laten
ze nu door eendrachtig samenwerken too-
nen ook goed te kunnen.
Geen vele plaatselijke kasjes, maar ééne
goed geregelde landbouw-ongevallen-ver
zekering voor geheel ons land.
Dr. E. W. DE FLINES,
Arts te Leiderdorp.
15-7-1910.
Fraaikrijk.
Het n'ationale syiidicaat der spoorweg
beambten' heeft een oproep openbaar ge
maakt, waarin getzegd wordt: „Onze
maatregelen zijn reeds getroffen, een
omvattend strijdplan, waardoor ieder zijn
post wordt toegewezen, is door ons zorg
vuldig uitgewerkt. Wij zullen onverbid
delijk zijn in de uitvoering.
Op het door het stakingscomité gege
ven signaal zal iedere arbeid, ieder ver
keer op alle lijnen worden gestaakt en
wanneer de treinen niet meer loopen,
is alles lamgeslagengeen industrie,,
geen handel kan meer voortgang hebben.
De postdienst zal met meer kunnen wor
den onderhouden, men zal zich van post
duiven moeten bec enen.
De dienst der tr .us«,iantischie stoom-
booten zal eveneens ophouden, daar de
passagiers niet meer kunnen aankomen.
In de halles en op alle markten zullen
de waren bederven. Hoe zal men het
slachtvee invoeren Misschien moet met
bestuurbare luchtschepen en vliegmachi
nes
Ongetwijfeld zal dan het algemeene
arbeidsverbond aan den strijd deelne
men. De gelegenheid is voor alle andere
syndicaten, die hun toestand willen ver
beteren, zeer gunstig. Dat zal dan. of men
wil of niet, de groote, de ware algemeene
werkstaking worden."
Spanje.
Er komen zoo dikwijls berichten van
samenzweringen tegen het leven van een
vorst in de bladen, waarvan later blijkt,
dat het looze geruchten waren gezwe
gen van de gevallen, dat de politie in
sommige landen om een of andere reden
zelf een dergelijk bericht verspreidt
dat men wel onder voorbehoud het be
richt mag aannemen, dat de Spaansche
politie een komplot tegen het leven van
koning Alfons verijdeld heeft. De koning
zou in Valladolid komen, en daar is
zooals 't heet een anarchist uit Bar
celona gepakt, die, blijkens een brief, dien
hij bij zich had, het ergste voor had.
Poriuial.
De troebelen bij Macao.
In de Fransche bladen vinden wij een
aaneengeschakeld relaas over de jongste
gevechten op Colowan, een eiland in de
buurt der Portugeesche bezitting.
Ongeveer het volgende schijnt te zijn
gebeurd. De Chineesche bewoners van
liet eiland Colowan gaven zich af met
zee- en rivier-piraten, die de wateren van
Macao, Hongkong en Kanton onveilig
maken en het vooral ook op kinderrc<>.'
hebben voorzien. De Portugeezen hadden
op Colowan een militairen post, dien
de zeeroovers hadden' weten te vermees
teren.
De gouverneur van Macao zond daar
op kanonncerbooten met 200 man troe-
beheer werd jaarlijks door den kelder
waarder aan het convent rekening en ver
antwoording gedaan.
Enkele kleine ambten wei en ook door
de broeders bekleed. Hier 1 behoorden
die van cantor of voorzanger in de kerk,
kleederwaarder of vestiarius, die het
toezicht had over de kleeding en voor het
tijdig doen herstellen of vernieuwen van
kleedingstukken of linnengoed had te zor
gen, en de bewaarder, wiens functie
wij éénmaal vertneld vinden zonder na
dere aanduiding van zijne taak.
Andere, elders genoemde ambten vond
ik bij dit klooster niet vermeld. Toch zal
er wel een koster geweest zijn en een
boekbewaarder, '.ibrarius of armarius,aan
wiens zorgde, zooals wij reeds slagen, niet
onbelangrijke bibliotheek was toever
trouwd; mogelijk werd dit echter bij dit
klooster niet als afzonderlijk ambt be
schouwd. Ook de functies van refïcrmees-
ter of refectuarius, die de zoi-g had
voor de tafel en voor licht en vuur, en
van ziekenbewaarder of infirmarius wor
den niet speaiaal vermelde
De huishoudelijke werkzaamheden wa
ren overgelaten aan de conversen en aan
de leekebroeders. Wij treffen hierbij aan
de functies van portier, marktganger, ijm-
ker, brouwer en timmerman, die zoowel
dfioi; ^coiiiyers^n als jd,o.oi; ie^ebrogdsrs
pen en geschut naar het eiland om de
orde te herstellen en het fort te herne
men. Dat is zonder veel bezwaar ge
lukt; de Chineezen zijn uit het fort ver
jaagd maar ook heeft de Portugeesche
kanonneerboot een aantal jonken, met
vluchtende Chineezen gevuld, in <ren
grond geboord. Al die Chineezen ver
dronken. Aan de beschieting werd door
een tweede Portugeesche kanonneerboot,
de Atria, deelgenomen.
Ter reede van Macao lagen 7 Chinee-
sdhe kanonneerbooten waakzaam de
wacht te houden maar zij hebben zich
verder niet met de tuchtiging der pira
ten bemoeid, schijnen die tuchtiging zelfs
met welgevallen te hebben gezien. Bo
vendien is de gezagvoerder van het Chi
neesche eskader bij den Portugeeschen
gouverneur van Macao zijn o_pwachting
gaan maken en heeft die Chineesche zee
man uit naam zijner regeering den Por
tugeeschen bestuurder gelukgewenscht
met de wei-geslaagde operaties, door
welke „de beschaving was gediend". Ook
bood hij den Portugeeschen bewindsman
de diensten aan van het Chineesche es
kader, mocht dat noodig zijn. Maar het
heet, dat de krijgsmacht, welke .de Por
tugeesche gouverneur te zijner beschik
king heeft om de zeeroovers en de op
standelingen op Colowan te bestrijden,
daartoe alleszins voldoende is.
De gouverneur is er van overtuigd dat
de Chineesche autoriteiten in geen enkel
opzicht de hand hebben gehad1 in de op
zichzelf staande troebelen te Colowan.
Engeland,
Een rede van Lloyd George.
Vrijdagavond waren de voornaamste
bankiers en kooplieden uit de City in
het Mansion House de gast van den
Poortermeester. Daar zat ook de minister
van financiën bij aan. Deze hield een in
teressante reden.
Hij dankte allereerst de Citymagnaten
voor de krachtige hulp, die zij verleend
hadden bij de laatste belastingbetaling
en bij het verstrekken van geld aan de
regeering, toen deze herhaaldelijk groote
bedragen aan schatkistbiljetten ïpoest
uitgeven.
Daarna betoogde cfe minister, dat de
verhooging van belastingen een gevolg
is van de enorme algemeene vermeerde
ring van de uitgaven van den staat, die ni
20 jaren tijds bijna tot 171 pond sterling
waren verdubbeld. De vermeerdering be
treurde hij niet, waar zij uitgaven betrof
voor Ierland, onderwijs en ouderdoms
pensioen, maar hij betreurde z.e des te
meer in de onzinnig gestegen uitgaven
voor leger en vloot. Voor deze vermeer
dering, zei de minister, is echter niet
Engeland alleen verantwoordelijk; alle
groote Europeesche sta^n zijn betrok
ken bij dezen dolzinnigen wedstrijd in
wapeningen.
In het Engelsche Lagerhuis is Vrij
dag dobr een aantal leden protest aan-
geteekend tegen het al te militaire ka
rakter, dat de begrafenis van koning Ed
ward had gekenmerkt en wel naar aan
leiding van het voorstel der regeering
van een som van meer dan een millioen
p. st. uit te trekken tot dekking van de
kosten dier begrafenis.
De Heer Lees Smith betoogde, dat een
begrafenis, die zulk een zuiver militair
cachet droeg, eerder te verwachten was
geweest in een land, dat militair despo
tisch wordt geregeerd dan in een vrije
democratie.
Keir Hardie (iet zich in denzelfden
geest uit. Niet het leger, zoo zeide hij,
leidt de zaken van liet land', maar het par
lement. En dit moest dus de ecreplaats
hebben ingenomen, terwijl het nu vrijwel
-> den achtergrond was gedrongen.
Lewis Harcourt, de minister van open
bare werken, verklaarde te betreuren, dat
aan de leden van het parlement geen
grootere plaats was ingeruimd, maar hij
achtte de bewering, dat het Lagerhuis
bij de begrafenis niet vertegenwoordigd
was geweest, ongegrond, daar de Spea
ker met de functionarissen van de Kamer
de plechtigheid in de St. George Kerk op
gereserveerde plaatsen hadden bijge
woond.
vervuld werden, en van wijnverlater, kleer
maker, melker, geneeskundige, tuinier,
schoenmaker en gastmeester (hospitarius
of hospitularius, )die steeds door de lee
kebroeders werden bekleed. Een deeil
hiervan werd of gelijktijdig of achtereen
volgens. door dienzelfden persoon waar
genomen.
De bevolking van het klooster bestond,
gelijk hieruit reeds blijkt, uit verschillende
groepen van personen, die verschillende
weikzaamheden hadden en ook onderling
niet gelijk berechtigd waren. Vooraan
stonden de geestelijke broeders, aan wie
alleen de hoogere kloosterambten werden
opgedragen. Zij hielden zich bezig met
de vervulling der kerkelijke plichten, bid
den en vrome overdenkingen en lieten
het grovere werk over aan de andere
groepen. De hoogere arbeid, waaronder
ook het afschrijven van handschriften ge
rekend werd, maakten hiernevens een vast
deel uit van ée dagtaak der geestelijke
broeders, terwijl ook de landbouw in het
groot werd gedreven, gelijk blijkt uit de
aanstelling van een ijmker, een tuinman
en een melker.
Over de belangen van het klooster werd
door hen alleen geoordeeld, waatoe zij
in convent bijeengeroepen wérden onder
vooizitterschap van den prior. Zij alleen
iyunen pojc deel d>e jceu^e yafl jdga
Provincialen Staten van Zuid-Holland
De Commissie uit de Staten, in wier
handen is gesteld het voorstel van Ged>.
Staten om, ten einde te geraken tot be-
einfdiging van de concessie tot tolheffing
op deii Rijnsburgerweg tusschen Leiden
en Oegstgeest i/s van de kosten van den
eigendomsovergang van dien weg aan
de gemeente Oegstgeest voor rekening
der provincie te nemen vermeerderd met
het bedrag waarmede die kosten de som:
van f12000 mochten overschrijden, heeft
gerapporteerd eenstemmig te hebben be
sloten, geheel met dit voorstel mede te
gaan. Voorts wordt door de desbetref
fende commissies aan de Staten voorge
steld j:
le. met eenige wijzigingen vast te
stellen de ontwerp-besluiten tot wijzf-i
ging van de bijzondere reglementen van'
den polder den Ouden Oosthoek, en den
Luizenmarkt, Roodenmolen-, en Zand-
slootpolder. 2e. vast te stellen ~de ont
werpbesluiten tot wijziging van art. 82
van het reglement van het Groot-Water*
schap van Woerden en van de bijzon
dere reglementen van den polder Lan-
geland en Kortland, van den Wassenaar-
schen polder, den polder Steekt, den'
Zuid- en Noordeinderpolder, den polder!
Willems en art. 4 van het reglement voor
het waterschap van West-IJsselmonde
(op geheele herziening waarvan cloor de
commissie wordt aangedrongen.) i
HOEK VAN HOLLAND. j
De Commissie yit de Staten, in wier.
handen is gesteld het voorstel betref
fende subsidie aan een nieuw te vor
men gemeente Hoek van Holland, heeft
over het gewijzigde voorstel van Oed.
Staten betreffende den Hoèk yan Hol
land nader rapport uitgebracht.
Met voldoening lazen de leden ider1,
Commissie dat het gemeentebestuur van.
Rotterdam aan' Ged. Staten bericht heeft
dat de Raad1 dier gemeente in beginsel'
bereid was tot aanvaarding van de be
stuurstaak aan den Hoekdoor "de toe
voeging van den Hoek van Holland aan
de gemeente Rotterdam zal toch eene
volledige voorziening in de behoeften,,
die thans aan den Hoek bestaan, kunnen
verzekerd worden.
Van het uitspreken van een verder oor
deel over deze samenvoeging, meent dö
Commissie zich echter te moeten onthou
den, omdat de kwestie van 'die samen
voeging niet aan haar oordeel in onder
worpen. I
Wat het voorstel van Ged. Staten be
treft, om het subsidie aan den Hoek van
Holland voor het geval, eene nieuwe ge
meente wordt in het leven geroepen, te
verlcenen in den vorm van een renteloos
voorschot, zoo kan zich de Commissie
eenstemmig met dat voorstel vereeni
gen.
AI wordt toch eene zelfstandige ge
meente Hoek van Holland gevormd, zoo
blijft het in de lijn van de groote waar
schijnlijkheid en volgens velen van de
groote wensclielijkheid liggen, $at die
zelfstandige gemeente vroeg of laat bij
de gemeente Rotterdam gevoegd' zal
worden.
Gebeurt dit laatste, dan £.il de som
door de Provincie besteed, aan het tot
stand komen der afzonderlijke gemeente
Hock van Holland teruggegeven wor
den. I
Eene dotatie h f nds perdu moet <t"U3
uitgesloten zijn, en het subsidie in den
vorm van een renteloos voorschot ver
leend worden.
Met Ged. Staten en met de Regeering
is de Commissie echter van ooi Jieel dat
het niet wenschelijk is langs dezen om
weg de vereeniging van den Hoek met de
gemeende Rotterdam tot stand !te bren
gen en dat samenvoeging in eens te ver
kiezen is.
Men dient echter op alle eventualitei
ten voorbereid te zijn.
Ook kunnen de leden van de Commis
sie zich eenstemmig vereenigen met de?
kleine verhooging van het subsidie door
Ged. Staten voorgesteld.
De gronden, waarop Ged. Staten die
verhooging in overweging geven, erken
nen zij als juist. I
prior. In enkele speciale gevallen werd
niet het geheele convent geraadpleegd!/
maar alleen de ouderen onder lien, die als
senioren ,een afzonderlijk college vorm
den. De jaarlijksche rekening werd voor
de gezamenlijke geestelijke broeders afge
legd, doch in 1446 beval de prior van Zi-
bekelo, fungens auctoritate capituli gene
ralis, dat dit voortaan alleen voor de se
niores zoude geschieden.
Wie onder de geestelijke broeders wil*
de opgenomen worden moest aan bepaal
de vereischten voldoen en in handen van
den prior gehoorzaamheid beloven. Werd
hij aangenomen, dan werd hij gekleed en
had hij een jaar als novitius te dienen/
voordat hij tot de professie werd toegela
ten. In dat jaar kon hij zich nog in het
wereldlijk leven terugtrekken, doch na d<j
drievoudige gelofte van kuischheid, art
moede en gehoorzaamheid was die terug
keer uitgesloten en was alleen d>e over*
gang tot een ander klooster toegestaan*
De broeders moesten allen geestelijken
zijn en vo'gens het memorieboek wareij
allen vóór hun overlijden tot d'e priester*
lijke waardigheid toegelaten.
(Wordt vervolgd}*