VERGELDING. Ie Jaargang. No. 235. Bureau OUDE SINGEL, 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering 'en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, f 1.30 per kwartaal. Franco ;per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag IS Juli 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege1 meer 10 cent. Uit de Leidsche Vroedschap. De Raad duurde lang, tot Half yijf, •vooral doordat er eed ?eer lange ge heime vergadering werd gehouden. Waarover 'deze ging? Wij weten ?t ki'iet, maar wij vermoeden: over de be noeming van den nieuwen directeur van 1de Kweekschool, of over de plotselinge ontslag-aanvrage van Dr. de Jong, 'den diurecteur van het Slachthuis. Tenminste omtrent deze twee punten bleek er later nog al verschil vpn mee ting te zijn. Over 't eerste onderwerp werd in t openbaar niets gezegd, maar uit de stem ming bleek wel, dat de vroede vaderen 't hevig oneens waren. No. 1 van de voordracht kreeg maar 15 stemmen van de 27, no. 2 kreeg (er 8, enno. 3 nog 4. Gekozen was dus net eventjes boven de volstrekte meer derheid, de Heer M. B. Hoogeveen', hoofd eener openbare school voor M. U. L. O. te Utrecht. Naar wij vernemen moeten er bok uit stekende katholieke krachten voor deze betrekking gesolliciteerd hebben. Vreemd, dat er geen een op de voordracht is gekomen Over het tweede punt werd1 wat meer geredekaveld'. Dat is me dan ook een rare geschiedenis Zooals men weet, is er indertijd een Raadscommissie ingesteld, om een on derzoek in te stellen naar ons gemeen telijk Slachthuis. En' nu is die commissie bijna klaar met haar werk. Daar komt me nu op eens Dr. de Jong met dit uit voerige schrijven tot den Raad: „Leiden, den 20sten Juni 1910. „Ik heb de eer U te verzoeken1 mij eervol ontslag uit mijn betrek king te verleenen met ingang van den 22sten Juli-1910. De directeur van het Openbaar Slachthuis, D. A. DÉ JONG." Korter kan 't wel niet! Hier is alles eigenlijk te kort: tc kort >t briefje zelf: er wordt geen enkel mo tief aangegeven, te kort de termijn van slechts één maand, waarbinnen 't ontslag gevraagd wordt, en te kórt schiet Dr. de Jong ook m deferentie tegenover den Raad, die toch is het Hoofd der Gemeente Leiden. Maar.... Dr. de Jong is nu eenmaal een beetje kort aangebonden. Terecht werd opgemerkt, dat een ter mijn van 3 maanden behoorlijk was. Men zou eens wat hooren, wanneer de Raad een hoofdambtenaar, zonder opgave van eenige reden met e en maan,d ontslag gaf! Zelfs' een dienstbode moet, volgens fde wet, nog een termijn van 6 weken in acht nemen De handelwijze van Dr. de Jong is 'des te vreemder zullen we maar zeg gen omdat er op 't oogenblik ook geen Onder-directeur aan 't Slachthuis is! Met 16 tegen 11 stemmen besloot de Raad, op voorstel van den Heer Fok ker, om aan Dr. de Jong eerst tegen 21 September dus qp 3 maanden Ontslag te geven. In een ander punt was mr. Fokker minder gelukkig. Er was een' adres in gekomen van de FEUILLETON. (Naar het Engelsch.) 6) „Hij sprak van een misdaad door een ander bedreven, ;en altijd door hem ge heim gehouden", antwoordde Gabriël langzaam, „en vanmorgen heeft hij zijn woorden weer ingetrokken. Als hij van nacht de waarheid heeft gesproken..." „De waarheid," herhaalde Frangois, 5,welke waarheid?" Hij zweeg, sloeg zijn oogen neer en iwendde ze toen weder op den doodei. Eenige minuten .bleef hij er strak op sta ren, haalde £nel adem, en wreef met de hand over zijn voorhoofd. Toen keek hij [nogmaals naar jzijn zoon. In dat oogen blik was jhij, uiterlijk, een .ander jnaij commissies voor de versiering v ian Nieu wen' Rijn en Rapenburg, waarbij deïe van,' de gemeente f 370.schadevergoe ding vroegen, omdat er door cle straat jongens zooveel gloeilampjes van de il luminatie waren gekaapt of stukgesla gen. Verschillende leden vonden dit geven van' een schadevergoeding een verkeerd1 antecedent. Maar verschillende anderen bleken er toch nog al wat voor te voelen. Tot.... Mr. Fokker den aannemer 'een handje wilde helpen, doch hem van den wal in' den sloot hielp! Hij zei: Och, 't is eigenlijk niet om de gebroken of ge stolen lampjes, (jaar had hij wel op gerekend. Maar Hij moest die lichtjes iri Brussel koqpen, kreeg toen een Fran&chien brief, dien hij verkeerd be greep. In "plaats van 35 cents las hij 35 centimes. Dat scheelt de helft! En daardoor heeft hij nu zoo'n groote scha de. Mr. A a 1 b e r s e vroeg terechtmaar moet hem nu de g e meente die schade vergoeden Zoo dacht er ook de meerderheid van den Raad over, en met 14 van de 10 stemmen, werd 't verzoek van de hand1 gewezen. BUITENLAND. Frankrijk. Het aantal apachen onder de Fransche soldaten neemt blijkbaar steeds toe. Een tijdje geleden hooide men dat een laffe moord op een oude dame in een trein ge pleegd werd door ieen paar militairen; thans blijkt weer dat een inbraak te Ra- mel het werk was van twee korporaals, de zoons nog wel van eerzame burgers. Engeland, Engeland gaat zijn vloot weer uitbrei den. Niet tegen Duitschland, zooals de minister-president in de Kamer zei, maar alleen voor een.... ruimer veiligheidsfac tor. Bij de beraadslaging in het Lagerhuis over het artikel „Bouw van' schepen", heeft Dillion een vermindering vam 2,000,000 p.st. voorgesteld, daar, naar hij zeide, de verhoogde uitgave niet te rechtvaardigen is. In zijn verdédiging van de begrooting, maakte Asquith gewag van het hartelijke karakter der betrekkingen tusschen Én- geland en Duitschland en hij hoopte* dat die betrekkingen van jaar tot jaar nog inniger zouden worden. Éeu ver gelijking tusschen de Engelsche en cle Duitsche vloot wees dan ook "i,n geenen deele op een' bestaande vijandige ge zindheid van Duitschland. Asquith ont- kêh$e ten stelligste, dat de vlootuitbrei- ding van een dier beide landen op het andere gemunt was. Wij moeten ging spreker voort een ruimer veiligheids factor handhaven tegenover alle waar schijnlijk en zelfs mogelijk gevaar. In 1913 zullen wij 25 dreadnoughts en 2 koloniale dreadnoughts hebben. Duitsch land zal er dan 21 hebben, terwijl er dan mogelijk dreadnbughts gebouwd zullen zijn door Italië ;en Oostenrijk. Zoo be schouwd is de begrooting niet buiten sporig hoog. Ten besluite zei Asquith, dat indien beperking der krijgstoerustin gen mogelijk was, niemand daarover geworden, stem, manieren, alles was ver anderd. „De hemel vergeve mij!" ging hij voort „maar ik zou mij zelf kunnen uitlachen in dit plechtige oogenblik, omdtat ik mij daar zoo dwaas heb aangesteld. Hij ont kende de waarheid van zijn eigen woor den zegt gij? Die arme oude man! Ik heb wel eens hooren zeggen, dat het ver stand van krankzinnigen een oogen|blik voor hun dood dikwijls terugkomt. Ik mort zeggen, Gabriël, ik ben er zelf van ontsteld, en geen wonder, als ge bedenkt wat ik van nacht heb geleden, en den toestand dien ik vond, toen ik thuis kwam Alsof gij, of iemand anders, geloof zoudt slaan aan het ijlen van een steivendej. Waar is Perrine? Waarom hebt gij haar weggezonden? Het verwondert mij niet, dat ge nog wat ontsteld zijt, want ge hebt een. moeilijken nacht gehad in alle op zichten. De oude man is door angst ge heel in de war geweest. Ik vind het gek van mij zelf, Gabriël, dat ik boos ben ge worden, omdat ge nog wat ontsteld waart door het raaskallen van den ouden man. Perrine! kom maar Hier, gis ge u dagr meer verheugd zou zijn "dan de Engel sche regeering, die .gaarne .elke gele genheid in die richting zal aangrijpen'. Portugal. Het Portugeesch-Chineesche incident. Op 't eiland Colowan heeft gelijk reedis in telegrammen werd gemeld en ook thans uit Lissabon officieel wordt beves tigd een hevige botsing tusschen Portu- geezen en Chineezen plaats gehad. Een kanonneerboot uit Macao nam deel aan den strijd; de Chineezen veroverden een Portugeeschen post stormenderhandi Aan Portugeesche zijde .werdien twee man gedood en drie gewond. De kruisers „Rainka" en „Donna Ame lia" zijn naar Macao in zee gegaan. Op de eilanden Tripa en Colowan is de staat van beleg .afgekondigd. Over de oorzaak van de botsing ver spreidden de Reuter-teipgrammen weinig licht. Een telegram uit Hongkong aan de „New-York Herald" gaf de volgende le zing: Het eiland Colowan, betwist gebied bij Macao, wordt onveilig gemaakt door zeeroovers. Thans werd het gebombar deerd door Poriugeezen, omdat de zee roovers zeven personen vasthielden, die zij slechts voor f87.500 wilden uitleveren. Macao zond troepen om de bevrijding van de gevangenen te vragen, maar de zeeroo vers boden weerstand en werden versla gen. Intusschen ziet men in de uitbarsting een middel van de Chineezen om de ko lonisatie tegen te gaan. Deze lezing klopt met de bewering in het laatste Reuter-telegram, dat de bewo ners van Colowan gemeene zaak zouden maken met de zeeroovërs. Japan, Een nieuw defensief verbond. Japan heeft met een tweede Europeé- sche mogendheid een defensief verbond gesloten en treedt feitelijk toe tolde Trip- Ie Entente, welke daarmee tot een wereld- verbond wordt uitgebreid. Dat is de verassende slotsom van het nu ook officieel bekend geworden Rus- sisch-Japansche verdrag. Dit tractaat is allereerst een spoorweg- overeenkomst. Het betreft den „Chinee- schen Oost" en den „Zuid-Mandsjoeriju schen" spoorweg maar tegelijk beoogt het den status quo" in Mandsjoerije te verzekeren, en, anders dan bij het ver drag van 1907, diat alleen van vreedzame middelen sprak, zullen thans alle maat- reggjen, die de beide contracteerende sta ten zullen goedvinden overeen te komen, tot verzekering van dien status quo kun nen dienen. Het indirecte in den Japanner! Direc te politiek, zou het zijn geweest, de op Rusland in 1905 behaalde overwinning door te zetten en niet te rusten voor de tegenstander geheel onderworpen >vas. Inplaats daarvan sluit Japan in 1907 een een spoorweg-, een visscherij- en een nog uitgebreider overeenkomst „tof verster king van de vreedzame, vriendschappelijke en nabuurschapsgevoelens en tot verwij dering van de mogelijkheid van toekom stige misverstanden. Oude veeten vergeten; de hand die sloeg richt den gevallene op; vrede en verbroedering! (Indien het Russische volk wist, be- verveelt; gij moet niet bang voor den doode zijn, en Gabriël, geef mij een hand Iaat ons vrede sluiten, en over het gebeur de niet meer spreken. Wilt gij nog niet, nog steeds boos, jiu ge zult wel wijzer zijn als ik terug ben, kom binnen, Perrine, wij hebben geen geheimen meer." „Waar gaat gij heen?" vroeg Gabriël, toen hij zag, dat zijn vader de deur uit wilde gaan. „Ik ga den pastoor zeggen, dat groot vader plotseling gestorven is, en het aan geven." Dit zeggende, liep hij haastig weg. Gabriël haalde vrijer adem, en was min der gedrukt naar geest en lichaam, zoo dra zijn vader weggegaan was. Was het gedrag van zijn vader met diens onschuld bestaanbaar? Kon het verwarde herroe pen van den ouden man opwegen tegen de volledige bekentenis in de afwezigheid van zijn zoon gedaan? Dat was een ontzettende vraag, welke Gabriël niet uit de gedachten wilde gaan, en die hij ook niet durfde beantwoorden; de oplossing dier vraag zou over het wel en yvee yan ?ijn toekomst beslissen, £n greep, kon, zou het zich verzetten tegen een regeering die dit verdrag sloot, waar bij Rusland voor altijd' afziet van zijn grootsche plannen in Het Verre Oosten en Japan zoo vasten voet geeft, op het Oostaziatische vasteland, dat het, mits niet gestoord, na een jaar of tien eiken aan val van een Europeesclien of anderen me dedinger zal kunnen afslaan. Tien jaren geleden hady naar de Russische oppositie pers terecht opmerkt, Rusland hetzelfde kunnen bereiken, wat het nu verkrijgt en heel de bloedige episode van 1904—5 waren voorkomen geweest. Te meer ver klaarbaar zou een volksuitbarsting in Rus land zijn waar gegrond vermoeden be staat, dat Rusland zich in het Verre Oos ten alleen de handen vrij maakt om zijn half-constitution eel geworden staatswezen weder in een volstrekte monarchie tie kun nen veranderen. Maar Mandsjoerije is ver en het verdrag van zoo wijde strekking dat het Russi sche volk de waarheid wel niet zal zien En dan ook; de bescherming van el kanders handelsbelangen en onderne mingsgeest tegen China die Rusland en Japan elkaar op voet van schijnbaar vol komen gelijkheid beloven geeft den in druk dat dit tractaat eigenlijk een groot succes is voor Jswolski. In December dreigde, niet slechts vol gens Engelsche bladen, maar volgens me dedeelingen, die de Russische gouverneur van het kunstgebied naar St. Petersburg zond, Japan met een oorlog thans heeft de Russische diplomatie niet alleen een strijd weten te voorkomen, maar zelfs een verbond tot stand gebracht. Dat is maar schijn. Japan is de win ner, Rusland slechts in zoover als het nu gewaarborgd is tegen een nieuwen oorlog. ,Te .Tokio is begrepen, dat men zich een poging tot het binnenhalen eener oorlogschatting, d. w. z. de gerechtskos ten, tegen den minvermogenden schul denaar kon besparen. Door de verdragen van 1906 en 1910 geven de Japansche staatlieden te kennen in welke richting zij den volkswil denken te leiden, den wil van het volk, dat na den vrede van Ports mouth de woningen van ministers in brand stak. Met de zwijgende zelfbeheersching waaiwan zij het geheim bezitten, zijn de Japanners terstond na Portsmouth met groote energie in Mandsjoerije aan het werk getogen en hebben zich in dit, in naam Chincesch gebleven, land zoo vast gezet, dat de open deur er weldra een fictie werd. Teekenende (bijzonderheden deelde dr. Hendrik Maller daarover in zijn eersten brief pit Mandsjoerije me de. Handelsvrijheid bestaat er alleen voor Japansche kooplieden en industrieelen. Een vriendschappelijke overeenkomst met Rusland, dat in het noorden precies hetzelfde spel speelt als Japan in het zuiden lag dus veel meer voor de hand, dan een ijdele poging tot verzoening met Amerika, dat op dit punt toch nooit zou toegeven. Daarbij kwam, dat sindls Ja pan zich financieel onafhankelijk van En geland wist te maken, een verbond met Rusland als stap verder in een bepaalde richting psychologisch natuurlijk was. Wat Japan nu wint, is nog niet te overzien, maar het is stellig niet minder dan de zekerheid voor zijn Koreaansche plannen, die het door zijn overeenkomst met Rusland van 30 Juli 1907 verkreeg welke terstond gevolgd werd door het hij zou en moest naar die oplossing zoe ken. Was er een middel, om terstond aan eiken twijfel een einde te maken? Ja, ééni; nameli>'; onmiddellijk, terwijl zijn vader nog afwezig was, de holte onder de Koopmanstafel te onderzoeken. Indien zijn grootvader de waarheid had gesproken, dan zouden daar die sporen van de misdaad nog te vinden zijn; want zijn vader zou immers die plaats nooit meer hebben durven naderen ,en de been deren zouden onverteerd gebleven zijn, en tot getuigeii van de misdaad kunnen die nen. Toen die gedachte bij den jonkman opkwam, bleef hij besluiteloos staan, sloeg een twijfelenden blik op het lijk zijns grootvaders, en werd eensklaps be zield door de onweerstaanbare begeerte naar zekerheid. Hij zeide aan Perrine, dat hij spoedig zou terugkomen, verzocht haar om bij den doode te waken en ver liet de hut. Er waren twee voetpaden, die op de .Koopmanstafel uitliepen. Het langste was over Jdippen4 het kortste jdjWars pyef „verdrag" van 5eoul waarbij het „Land van de Morgenkalmte" tot den rang van een Japansche vazallenstaat werd terug gebracht. Wat Japan beoogt verraadt de misluk te poging van den Amerikaansclien mi nister Knox, de Mandisjoerijsche sporen te neutraliseeren, bij verdrag Mandsjoe rije voor den wereldhandel te behouden. Wat Japan wil leert een vergelijking van het gebeurde te Portsmouth in 1905, toen Amerika den Japanners de vruchten van hun overwinning voor een deel ont nam, met het gebeurde te Sjimonoseki in 1895, waarvoor het land dier Rijzende Zon op Rusland zoo bloedige wraak nanu Te Peking moet de stemming over het Russisch-Japansche verdrag zeer ppge- wonden zijn. In het bijzonder moet d<e prins-regent zijn bezorgdheid uiten over de toekomst vna Mandsjoerije. De of- ficieuse „Sjanghai .Times" verklaart dat het verdrag voor China opnieuw een ver lies van gezag beteekent, dat het volk niet kan verborgen blijven en het bestuur zeer zal bemoeilijken. Mandsjoerije kan in het vervolg niet meer in dezelfde ver houding tot Peking staan als de andere provincies. BINNENLAND. Bevolking van Zuid-Holland. In de „Staatscourant" is opgenomen het bevolkingscijfer van iedere gemeente' der provincie Zuid-Holland, op 1 Janu ari 1910. Deze cijfers zijn genomen uit de ge wone opgaven der gemeenten en staan ni geen verband met de uitkomsten der op 31 Dec. 1909 gehouden volkstelling. Het aantal mannen, vrouwen en het totaal der bevolking bedraagt resp. voor Rotterdam 202,627, 215,153 ,en j417,780; 's Graven- hage 123,128, 146,981 en 270,109; Schie dam 15,572, 16,467 en 32,039; Vlaardiin- gen 10,725, 10,988 en 21,713; Leiden 27,732, 30,489 en 58,221; Doidrecht 22,281, 24,014 (en .46,295; Gouda 11,976, 12,611 en 24,587. De geheele provincie 676,209, 713,835 en 1,390,044. Kamerverkiezing te Eindhoven. Van blijkbaar goed ingelichte zijde ver nam de „Éindh. Crt.", dat sinds de vorige week de Hoogedelgestr. heer Vincent van den Heuvel, afgevaardigde ter Twee de Kamer voor dit district, zijn mandaat heeft gesteld in de handen van den voorzitter der R. K. Kiezersvereeniging „Eindhoven" met de bijvoeging, dat hij dit mandaat begin September a. s. wenscht neer te leggen. De Prins in het Zuiden. De Tijd verneemt, dat het in de be doeling van Z. K. H. Prins Hendrik ligt, daags na zijn bezoek aan-Maastricht, op. 16 Augustus, ter gelegenheid van de ver gadering van de Federatie van den Ne- derl. Zuivelbond, een bezoek te brengen aan de mijnstreek (Heerlen) cn aan de Romeinsche Katacomben te Valkenburg. Rotterdam V. Mr. A. die Jong, de nieuwbenoemde! wethouder van Rotterdam, zal, naar het „Rott. Nwsbl." verneemt, in September de heide. Doch 'h'.et laatste was het pad dat ook, een eind weg althans, naar het dorp en paar de kerk voerde. Ciabricl vreesde dat hij door zijn vader gezien zou worden, en dus koos hij het pad over cle klippen aan de zeekust. Op één enkele plek liep ook dat pad landwaarts in, om eenige oude bouwvallen heen. Die plek! lag hoog ien had op kleinen afstand het gezicht over het pad dat naar het dorp voerde, juist waar het op de Koopmans tafel uitkwam. Toen Gabriël op de hoogte stond ,zag hij een menschelijke gedaantöj met den ;ug naar den zeekant gewen d Gabriël meende zijn vader, Frangois Saizeau te herkennen, maar goed onder scheiden kon hij hem niet. Wie de man ook wezen mocht, hij scheen in onzekerheid te zijn, welken weg hij volgen zou. Nu eens liep hij naar de Koopmanstafel en ging dan weer den weg naar het dorp op, tweemaal kwart die aarzeling pp, voor hij besloot detf weg naar het dorp tc kiezen. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1