14 BUITENLAND. VERGELDING. BINNENLAND. Ie Jaargang. No. 234. 9c CevdicHc Sou/tont Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Donderdag Juli 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege- meer 10 cent. Liberale Beginselen. tiet liberale H a n d e 1 s b1 a d is be zig eenige artikelen te geven, waarbij de „liberale beginselen" behandeld worden jen over dezer toekomst gesproken wordt. Het liberale beginsel bij uitnemendheid blijkt te zijn: de vrijheid. Nu, we weten jwat die ^vrijheid" der liberalen ons gebracht heeft op politiek |en economisch gebied. Maar van meer „beginselen"- dan van die hooggeroemde vrijheid hooren we niet veel. En daarom doet het dan vreemd aan, plotseling te lezen„de beginselen van die liberale partij blijven machtig en krachtig als steeds" En verder: „al heeft de liberale partij geen kiezersmeerderheid op haar hand, een macht en een kracht in den lande blijft zij." De „beginselen" der liberale partij blij ken wel zoo machtig en krachtig, dat het volk het vertrouwen in dit beginsel totaal verloren heeft. De verkiezingen der laatste jaren heb ben dit ten allerduidelijkst aangetoond. De invloed der liberale beginselen op jde volksovertuiging is dan ook gering. Toch heeft hei „Handelsblad" vol vertrouwen op die volksovertuiging, om dat het volk eenmaal zal inzien paar het blad zich vleit dat het niet ge- .wenscht is „met den politiek be te e k e n i s 1 o o z e n band van rechtge- loovigheid personen in één regeerende partij te vereenigen." Met andere woorden: het „Hbl." ge looft, dat het volk zal inzien, dat dei coalitie eigenlijk larie is. Maar het i s ons toch een raadsel, hoe een ernstig blad zulk een hoop nog kan koesteren na de laatste statenver kiezingen. Alles hadden de vrijzinnigen toen voor tegen de coalitie hoe hadden zij b.v. de lintjeszaak niet üitgebuit en toch was het einde, dat het volk blijk gaf geen vertrouwen, te bezitten in de liberale „beginselen", maar wel zijn hoop stelde op de coalitie. Het „Handelsblad" gelooft werkelijk te licht, wat het zou wenschen; het ziet zelfs in de liberale „beginselen" zulk een kracht, dat het schrijft en handhaaft: „d a t elk gelouvig Christen liberaal behoort te zijn." Ja, dat zou nu het co m b 1 e zijn van de wenschende niet-gelóovigen liberaal, de geloovigen liberaal allemaal libe raal Jammer, dat er nog menschen zijn, die ■er anders over .denken. Frankrijk. De Spoorwegstaking. Sin'ds gisteren ziet het er met de spoorwegstaking wat minder dreigend [uit. Wel hebben de maatschappijen nog altijd niet geantwoord op de brieven, .waarin de syndicaats-besturen een on derhoud in tegenwoordigheid van een of meer ministers vroegen, maar ze heb ben eenige concessies gedaan. Zoo wist de Matin te vertellen, dat de Noorder- FEUILLETON. {Naar het Engelsch.) 5) „StervendeEr was geen droefheid in den tóón, waarin Francois dat woord herhaalde. „Heeft hij vannacht veel geleden, heeft hij ijlende woorden gesproken Hij maal 1de den laatsten tijd zoowat". „Hij was zeer onrustig en sprak over .waarschuwende geesten, hij meende al lerlei dingen te hooren en te zien en Idacht ook yast dat gij en Pierre.... „Ga briël", gilde zij eensklaps, haar verhaal afbrekend, „zie eens naar het gezicht van Uw grootvader, hij komt weer bij!" Op dat oogenbük richtte Frangois het hoofd van zijn vader op, om hem beter te kunnen zien. Een akelige stuiptrekking kwam op het vaalbleeke gelaat. Francois huiver dé toen hij jhe.t zag, en jiep gauw Ooster- en Orléans-maatschappijen be sloten hadden aan enkele eischen te vol doen en loonsverhoogingen in te voe ren, waarvan men dus een zekere ont spanning der .verhoudingen zou mogen verwachten. Het schijnt dat de maatschappijen den vórm, waarin' deze mededeeling gesteld1- was, eenigszins vernederend hebben ge- vontden, en dat ze vooral niet den schijn willen hebben voor de dreigementen der beambten gezwicht te /ijn. Verschillende bladen bevatten mededeelingen waaruit blijken moet dat de directies niets heb ben gedaan dan wat ze onder normale Omstandigheden óók gedaan zouden heb ben'. De P. L. M. laat weten dat de ver- hoogin'g van de vergoeding voor verblijf kosten, die sinds enkele dagen ten voor- deele van de lager gesalarieerden is in gevoerd, al lang in studie was, en niets te maken heeft met eischen die het per soneel mocht stellen. Aan de „Compag nie du Nord" heeft men er een zéér uit gebreide promotie van gemaakt, waar door het salaris van een groot aantal beambten is verhoogd, en is men van van' plan, nog andere verhoogingen in te voeren „als alles rustig blijft". Niemand is natuurlijk dupe van deze verhalen, maar per slot van rekening doet het er dan toch ook niets'toe of de ver hoogingen die de directies toestaan uit een angstig gemoed dan wel uit een goed hart voortkomen. Hoofdzaak blijft dat het personeel ze krijgt, en er mee tevreden is. Aangaande dit laatste kan niemand ze kerheid hebben vóór a.s. Zondag de ver gadering van den bestuursraad van het Syndicaat gehouden iseerst daar zal worden uitgemaakt of men het al dan niet tot een staking zal laten komen. Maar in elk geval zullen de loonsverhoo gingen grooten invloed hebben op de stemming der beambten, in dien zin dat er nu zeker veel minder voor een staking te vinden zullen zijn dan een paar weken geleden ,en dat deze dus nu óf niet door gaat, óf wel minder algemeen wordt dan anders het geval zou zijn. En in zoo verre kan dus zeker nu al wel van een „ontspanning" gesproken worden. Rusland. De geheime politie te Moskou is erin geslaagd om een oplichtêrsbende arres teeren, die zich speciaal op hetvervalschen van testamenten toelegde. De schurken hadden het vooral op weezengelden be grepen. In Kieff en Moskou zijn reeds verscheidene juristen in hechtenis geno men. Tegelijkertijd is heel St. Petersburg in opschudding gebracht door een nieuwe vervalschings-affaire. De vleugel-adjudant van den tsaar, graaf Scheremetjef, die multi-millionair is, heeft tegen een nota ris te Charkoff een klacht wegens testa- mentsvervalsching ingediend. Een verre bloedverwant van den graaf had hem eenige jaren geleden zijn uitgestrekt grond bezit in het gouvernement Orel vermaakt nu is echter bij bovengenoemden notaris een testament gevonden, dat het reusach tige vermogen aan anderen toewijst. De zaak doet veel van zich spreken. Ned.-Indië. Mentawei-Eilanden. Naar aanleiding van het telegram aan van het bed af, en toen trad Gabriël weer op zijn grootvader toe, en goot een teugje brandewijn, dat nog in de flesch was overgebleven, in zijn groot vaders keel. De uitwerking was oogenblikkelijk. De oude man sloeg zijn oogen op, keek het vertrek rond, en daarna strak naar Fran cois. De toestand was vreeselijk, maar Gabiiël had de tegenwoordigheid van geest om Perrine in te fluisteren, dat zij naar de slaapkamer terug knoest gaan „wij hebben misschien iets te bespreken, dat gij liever niet hooren moet", zeide hij. „Gabriël, uw grootvader beeft van de kou, help mij hem met bed en al voor het vuur dragen", riep Francois. „Neen, neen, laat hij mij niet aanra ken", kreunde de oude man. „Laat hij mij niet aankijken, en laat hem niet bij mij komen, Gabriël. Is het zijn geest, of is hij het zelf?" Terwijl Gabriël antwoordde, werd er op de deur geklopt. Zijn Vader deed open, het waren eenige menschen uit het naburige dorp, die kwamen vragen of de visscher en zijn zoon behoeden iyareg het Depaitement van Koloniën ontvan- gen, waaruit bleek, dat te Saribanoa, eiland Sipoera, inboorlingen den 29en Juni j.l. de bewoners der Maleische ne derzetting aldaar vermoord hadden, merkt de N. R. Ct. op: De gisting op Sipoera duurt al van December van het vorige jaar. Zooals men weet, is men reeds eenige jaren bezig op de Mentawei-eilanden betere toestanden te scheppen, waaronder on vermijdelijke regisiratie der bevolking en wegenaanleg hooren. Toen de beurt aan de bevolking van Si Oban, eiland Si poera was gekomen, weigerde deze aan het bevel te voldoen zich daartoe te melden. Om hieraan een eind te maken, vertrok de militaire en civiele gezagheb ber der Mentawei-eilanden het laatst van Januari met 3 brigaden marechaus see naar Sipoera; hij hoorde toen al dadelijk dat de bevolking van Si Oban zich zou beteren. Inderdaad meldden zich het hoofd van Si Oban met eenige zijner lieden en een drietal menschein van Si Matole. Daar met dit geringe aantal geen genoegen kon geno men worden, kregen degenen, die zich gemeld hadden de opdracht, onmiddel lijk boden uit te zenden om de bevol king van de Oostkust van Sipoera naar Si Oban op te roepen. Dit had het ge- wenschte gevolg, althans voorloopig de bevolking van Si Oban en van verschil lende andere kampongs meldde zich en wel in zoo grooten getale, dat de regis tratie niet onmiddellijk ten einde kon worden gebracht. Luitenant Van der Zee kreeg toen de opdracht „met 2 brigaden marechaussee te Si Oban te blijven, de nog niet opgekomen personen nogmaals op te roepen, de onwilligen te doen ha len, voort te gaan met de registratie en een aanvang te doen maken met den aan leg van wegen." Ziedaar een aantal maatregelen, die, hoezeer in het belang der bevolking genomen, toch licht aan leiding tot ontevredenheid konden ge ven. daar die oermenschen het nut van een dergelijk optreden niet inzien. Die ontevredenheid en het dientengevolge te verwachten verzet is niet uitgebleven. Zoo moest 11 Mei j.l. naar Si Oban met de militaire macht worden opgerukt, waarbij ook aan onze zijde een drietal gewonden vielen. Wat nu op Sipoera is geschied, staat waarschijnlijk wel met een en ander in verband. De verhouding tusschen de oor spronkelijke bewoners van de Mentawei- eilanden en de Maleische kolonisten is niet van den besten aard en men zegt, dat de Maleiers daaraan wel schuld hebben. Dat de bewoners van Sipoera hun on genoegen koelen op de leden van een Maleische nederzetting is te betreuren maar behoeft derhalve geen verwonde ring te wekken, gegeven den staat van beschaving, waarin de Mentaweiers nog verkeer en'. China. Gevecht tusschen Portugeezen en Chineezen. Uit Honkong wordt gemeldt, dat ter hevig wordt gevochten tusschen Portu geezen en Chineezen. welke laatsten naar geloofd wordt roovers zijn van het eiland Colowan bij Macao. Volgens de eerstingekomen berichten thuis gekomen. Zonder de menschen te verzoeken bin nen te komen, antwoordde Francois kort en wrevelig, op de verschillende vragen, welke hem gedaan werden. Terwijl Francois met de menschen sprak, hoorde Gabriël zijn grootvader mompelen„Van nacht.... Gabriël, hoe is het van nacht gegaan? Wat heb ik dezen nacht gepraat? Heb ik niet gezegd, dat- uw vader verdronken was Het was dwaze praat dat te zeggen, als hij een poos later gezond en wel binnen komt Maar dat was het niet, ik ben zoo zwak in mijn hoofd, en kan mij weinig herin neren. Wat was het ook weer, Gabriël Heb ik over iets vreeselijks gepraat? Beeft gij daarom zoo? Ik heb immers niets vreeselijks verteld? Een misdaad? Bloed? Ik weet niets van bloed of mis daden af, ik heb erge Ijlkoorts gehad om zóó te praten. Die „Koopmanstafel is niets anders dan een hoop oude stee- hen Ik moet licht in Jiet hoofd geweest zijn, door jlien storm, en mijn bezorgd heid voor uw vader. Denk niet meer om dien onzin, Gabriël, ik ben nu veel beter. .Wjj zulleii -er jnpg êe.ns Ji.aftelijk pra was de overwinning aan de zijde der Portugeezen, die slechts een doode en een gewonde verloren, terwijl de Chi neezen zware verliezen leden. Latere berichten melden evenwel dat de Chineezen den Portugeeschen mili tairen post stormerhand vermeesterden. Het kanonvuur houdt aan. De krijgs wet is voor de eilanden Tripa en Co lowan afgekondigd. De Hanze. Gister te half twaalf werd te Schiedam de algemeene jaarvergadering geopend van den jCentralen Raad van de Hanze, bond van R. K. Vereenigingen van den handeldrijvenden en industriëelen mid denstand in het bisdom Haarlem. De groote zaal in het gebouw van den R. K. Volksbond was ten deele gevuld met afgevaardigden der verschillende afdee}- lingen, terwijl ook eenige niet afgevaar digde leden de vergadering bijwoonden. Alvorens de bijeenkomst te openen, deelde de voorzitter, de heer J. A. A. Verbeek mede, dat hij hier allereerst een beschuldiging, tegen hem onlangs te Lei den ingebracht, als zoude hij vroeger te Alkmaar gezegd hebben, dat er in het algemeen geen bezwaar zou bestaan voor de R. K. Middenstandsvereeniging om zich bij een neutralen bond aan te slui ten. wilde afwijzen. Spr. had toen slechts gezegd, dat er te Alkmaar in een met na me genoemd bijzonder geval geen be zwaar bestond. Na een hartelijk woord van welkom van den heer Smit, ondervoorzitter van de afdeeüng Schiedam de voorzitter was veihinderd sprak de heer Verheelt de openingsrede uit. De centrale voorzitter heette in de al lereerste plaats welkom. Dr. Nouwens, die namens 7- H. Paus Pius X straks de vergaderden den pauselijken zegen zou geven, vervolgens pok pastoor de Wit van Maassluis, pastoor Verhoeven van Schiedam, kapelaan .Hoosemans van Rot terdam en ook -de pers, die de vereeniging zoo krachtig gesteund heeft. Spr. deelde mede, dat na de oprich ting van de nieuwe af deelingen, de ver eeniging nu ruim 1300 leden telde, na een woord van dank aan Z. D. H. den bis schop van Haarlem en aan zoovele gees telijken en leeken van het bisdom, die hun beste werkkracht voor de vereeni ging hebben aangewend, gaf de heer Ver beek het woord aan Dr. Nouwens. De ZeerEerw. spr. begon met te zeg- zeggen, dat het hem een groote vol doening was, Idat hij den zegen zou mogen geven van Z. H. den Paus. Spr. bracht in herinnering de groote moeite, die, jioodig was, om het werk van de organisatie van den middenstand tot stand te brengen. Gij zijt nog lang niet, zeide dr. Nou wens, tot de vergaderden, aan de victorie. Er moet nog hard gewerkt worden. Maar ik wenscli u hartelijk geluk dat gij, Haar lemsche middenstanders, op 't oogenbük de eersten zijt in de midden stands be we ging. Wordt echter vooral niet overmoedig. Blijft denken aan de moeilijkheden, die u nog wachten. Overmoed schaadt altijd. lachen, om den armen ouden grootvader, die onzin praatte van bloed en misdaad. Och ja, ik wist niet wat ik zeide, waar om lacht ge nu niet?" Eensklaps zweeg de oude man, en gaf een schreeuw van angst en pijn, hij hui verde, haalde nog eens of tweemaal zwaar adem en lag toen geheel stil. Was zijn grootvader nu toch plotseling gestorven? Gabriël keek om, zag dat de voordeur gesloten was, en dat zijn vader er tegen aan stond. Hoe lang hij zoo ge staan had, en wat hij gehooid had, kon Gabriël niet gissen, doch er lag een uit drukking van achterdocht op het norsche gelaat, toen hij van den doode naar zijn zoon keek, die Gabriël deed huiveren, en de eerste vraag, 'drie hij deed, toen hij weer bij het ledikant kwam, had een vreese- lijke beteekenis. „Waar heeft uw grootvader van nacht over gesproken?" vroeg hij. Gabriël antwoordde niet. Alles wat hij gehoord en gezien had, en de afschuwe lijkheden, (die nog komen moesten, had den zijn geest verstompt. Hij voelde, dat een last op zijn hart drukte, terwijl al zijn vermogens^ lichamelijk jen verstandelijk, Heerlijk was yoor mij het oogenblik*- waaro|» ik met Z. Ji. den Paus mocht spreken over de midden: g in Nederland. Het was jnij een groote vreugde, dat ik Z. H. Pi us X mocht mededeelen, dat ook in het Bisdom Haarlem, en in het aartsdiocees de middenstandsvereeniging was tot stand gekomen. Vol enthousiasme sprak de Paus daarop tot mij, dat Hij de Nederlandsche Room- sche middenstanders van harte zegende^ Ook gaf de Paus mij eenige lessen* Ik vertelde hem, dat de diocesane vereeni gingen, federatief samenwerkten met de neutrale vereeniging. Dat is zeer goed, zeide Z. H. voor de beginselen zorgt zoodoende de Roomsche vereeniging terwijl gij wat de materieele belangen betreft, samenwerkt met de niet- Katholieke vereeniging. Aan het einde van zijn rede gaf dr* Nouwens den aanwezigen, vol eerbied neergeknield, den pauselijken zegen. Het dankwoord van den voorzitter aan dr. Nouwens werd met luid applaus be groet. Daarna werd het woord gegeven aan den secretaris, den heer C. M. M. van den Berg, tot het voorlezen van de notulen der laatst gehouden vergadering. Onder applaus weiden deze notulen goedgc*- keurd. Van de ingekomen stukken vermelden, wij, een schrijven van den adviseur mgrt Konings, die mededeelde, dat zijn nog niet volkomen herstelling van zijn ziekte tot zijn leedwezen hem niet veroorloofde o]> deze vergadering aanwezig zijn. De voorzitter verzocht nog den bestu ren van de verschillende afdeelingen, aan het diocesaan bestuur te willen melden of naar hun ineening naburige plaatsen in aanmerking zouden komen voor de op richting van afdeelingen. Ook werd medegedeeld, dat de Alk- maarsche credieibank zich waarschijnlijk als eerste bijbank bij de centrale crediet- banken zal aansluiten Van pater Philippona te Rotterdam was een schrijven ingekomen, waarin hij mededeelde, dat in het i eiraitenhuis te N o o r d w ij k e r h o u t voor jongens, bo ven de 18 jaar retraite zou gehouden wor den van 1 tot 4 September, voor meisjes boven de 18 jaar van 17 tot 21 en voor volwassen middensiandeis van 2328 September. De voorzitter beval deze rc- traiten den led-en aan. Vervolgens bracht de secretaris zijn jaarverslag uit. Hieruit bleek o.a., dat de piopaganda-vergaderingen, die gehouden waren voor het plaatsen van aandeelen in de Coöperatieve Centrale Credietbank' een reusachtig sucoes hadden, daar voor 75 duizend gulden geteekend werd. 7 Dec., 1909 werd deze bank te Delft opgericht; haar instelling werd aanstonds overal met blijdschap begroet zooals trouwens uit' het bovenstaande blijkt. De regeering stond voor de oprichting van deze bank' een bedrag van 1500 gulden toe. D? Hanze telt op het oogenblik 18 al- deelingen en wel te Haarlem, te Rotter dam, te 's Giavenhage, te V laar dring en,- te Delft, te Alkmaar, te Purmerend, te Schiedam, te Oudewater, te Krommenie,- te Bovenkorspel, te Hoorn, te Assendelft te Amstelveen, te Maassluis, te Groote broek, te Amsterdam en te L e i d e n. De 5 laatstgenoemde afdeelingen traden in het hem eensklaps geheel schenen begeven te hebben. „Is je tong gebroken, Gabriël?" vroeg zijn vader met bitteren lach. „Ik kom bij u terug, als door een wonder gered, en gfij hebt geen woord voor mij over. Had je liever gehad, dat ik gestorven was, in plaats van den ouden man? Hij kan je nu niet houren, ge kunt dus gerust den onzin vertellen, dien hij heeft uitge kraamd." Gabriël bleef zwijgen. „Wilt gij niet, gij zult!" Dit zeggende liep hij naar de deur en ging er voor staan. „Eer wij hier vandaan gaan, moet gij bekennen! Gij weet, ik moet uit gaan, om den dood van den ouden man bekend te maken. Gij houdt mij hier,- want ik blijf hier totdat gij gesproken hebt. Verstaat ge, idioot? Spreek oogen blikkelijk of het zal u voor altijd berou* wen. Ik vraag het u nog eens: wat heefÉ grootvader verteld, toen hij dezen nacht aan het ijlen was?" .(Wordt vervolgd)^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1