BINNENLAND.
Ie Jaargang.
No. 232.
9g £dctaehe Sou/tornt
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post f 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Dinsdag
12
Juli
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden-
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere rege- meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
V Woningtoestanden en zedelijkheid.
Het woningvraagstuk is uit sodaal en
Redelijk oogpunt, van tiet allergrootste be
lang.
Het hebben van een voldoende woning
is op zich zelf reeds een middel tegen ve
lerlei kwaad, zoo tegen dronkenschap,
verkwisting, uithuizigheid.
De onvoldoende woning werkt de on
redelijkheid in de hand.
Dit blijkt weer uit een onlangs ver-
schenen brochure, geschreven door dien
Rotterdamschen politiecommissaris, Roest
yan Limburg, die de slechte woningtoe
standen een der voornaamste oorzaken
der prostitutie noemt.
Vooral in een volksstad als Rotterdam,
schrijft hij, hebben onvoldoende woning
toestanden een allerverderfelijksten jn-
yloed.
Hoeveel gezinnen uit de volksklasse
wonen daar bijvoorbeeld niet nog in een
itwee-kamer-woning, of zelfs, wat de nog
minder bemiddelden betreft, in een één-
jkamer-woning, zooals deze laatsten niet
alleen te Rotterdam, maar ook in alle
andere groote gemeenten van ons land
jnog veelvuldig voorkomen!
Heeft men wel een juiste voorstelling
yan zulk een één-kamer-woning, één ka
mer, waarin niet alleen de ouders en alle
kinderen .moeten slapen, maar ook allen
zich moeten kleeden en ontkleeden, en
alle andere verrichtingen, van welken
kard ook, moeten geschieden? vraagt de
heer Roest.
Is er wel iets denkbaar, dat op den
duur meer het zedlelijkheidsbewustzijn al
le schaamtegevoel, moet afstompen, dan
zulk een verblijf?
De R'damsche hoofdcommissaris is er
van overtuigd dat yan alle oorzaken, er
geen is van zoo'n diep ingrijpenden in
vloed ten kwade, vooral op het gemoeds
leven van de kinderen, die er in opgroei
en, als de onvoldoende woning. „Wie iets
■voelt voor het zedelijk leven van het volk,
moet het woningvraagstuk als het belang
rijkste beschouwen, dat valt op te lossen
om tot betere toestanden te geraken."
Sinds die Woningwet tot stand kwam
!en het mogelijk maakte door subsidie
.betere .woningen te bouwen, is er wel
ieenige verbetering gekomen, maar, vooral
in de grootere steden, zijn de woningtoe
standen nog erbarmelijk.
En er zullen nog heel wat mannen van
initiatief moeten opstaan, alvorens het
leuvel voldoende is gekeerd.
Voor katholieke mannen met eenig ka
pitaal ligt' hier nog een schoon arbeids
veld.
Wie de arbeiders aan goede woningen
Jielpt, verricht een werk van hooge socia
le .en zedelijke beteekenis.
zijn, waarmee niet valt te gekscheren.
Nog meer spotprenten van dr. Kuyper
heer Hahn, en men komt hoe langer hoe
meer tot inzicht, dat „hij" een groot man
„Altijd hij".
Onder dit opschrift, bevat „de Noten
kraker", het satirisch bijblad van „het
.Volk", een teekening, voorstellend een
vraagteeken met het hoofd van dr. Kuy-
p e r.
„Het vraagteeken in het debat van
lH eeckerenVan Swinderen" staat er
pnder.
't Is natuurlijk weer dr. Kuyper, dien
5,het Volk" noodig heeft ook in dJe zaak-
yan Heeckeren.
't Is: altijd hij.
Er kan geen nummer van „de Noten
kraker"' verschijnen, of de „bewuste" ar
beiders worden getrakteerd op een of
andere leelijke teekening van dr. Kuyper.
De teekenstift van Hahn is ten op
zichte van Kuyper buitenmate vrucht
dragend.
't Is altijd „hij".
Och arme, wat moest „de Notenkraker"
beginnen, als dr. Kuyper er niet was!
De heer Hahn heeft dan ook klaar
blijkelijk door zijn jongste teekening de
oprechte dankbaarheid willen uiten, die
hij aan dr. Kuyper verschuldigd is.
Maar ,of die eeuwige Kuyper-carrica-
turen in den smaak vallen der „bewuste''
arbeiders,, blijft die vraag.
Wij kennen er, die zeggen: ,,'t Is altijd
hij" en die „blasé" zijn van 's heeren
IHahn's Kuyperhaat.
En We kennen ook arbeiders, die zeg
den nou, als die Kuyper zoo aanhoudend
wordt aangevallen en belachelijk gemaakt,
dan mqe(t hij toch wel een mannetjesputter
Naar aanleiding van de
loonactie der bakkers.
Met gemengde gevoelens hebben wij
den uitslag van de loonactie der bakkers
gezellen begroet*
Eenerzijds waren wij verheugd, dat het
gevaar voor een onverantwoordelijke sta
king van de bakkersgezellen op het oogen-
blik is afgewend; anderzijds kunnen wij
slechts betreuren, dat door dezen afloop
kans op verbetering o. i. voor langen tijd
is buitengesloten.
Napledten verandert aan dit laatste feit
niets. Maar toch heeft deze actie nuttige
lessen opgeleverd, welke verdienen in wij
der kring te worden besproken.
De socialistische „Algemeene Bond
voor Arbeiders in het Bakkersbedrijf"
heeft van den beginne af niet den goeden
weg voor de looneischen ingeslagen.
De toon, die uit hun circulaires sprak,
kon slechts verbittering scheppen. Het
„w ij e i s c h e n, w ij willen" klonk zóó
brutaal daaruit, diat van een verzoek
geen sprake meer was en het uiterste
machtsmiddel in den economischen strijd,
de staking, werdi direct op den voor
grond geschoven.
Samenwerking met de Christelijke or
ganisaties die meer leden telde dan aan
vankelijk de Bond had, werd niet ge
zocht Men veronderstelde alléén de over
winning te kunnen bevechten, en dan
zijn Christelijke vereenigingen slechts
„remmen", .omdat zij eerst na lang en
rijp beraad in het laatste geval tot staking
willen overgaan.
De Christelijke bakkersgezellen van hun
kant lieten de socialisten ongestoord hun
weg vervolgenzij besloten aan de ontij
dige beweging geen deel te nemen en in
geen geval een staking te steunen.
Krachtige propaganda verdriedubbelde in
weinig tijds het ledental van den Bond,
zoodat het van 29 tot ongeveer 100 steeg.
Maar, goed beschouwd, wat beteekende
dit aantal dan nog?
Die honderd leden waren meerendeels
geen mannen van organisatie; de aan
winst werd slechts verkregen door voor
uitzicht en hoop op méér loon binnen
korten tijd. Was ddt bereikt, dan zouden
velen weer bedankenmislukte de op
zet, verliten wellicht allen de organisatie.
Besef, dat in een loonactie solidariteit
voorop moet staan, dat bij een staking
bovenal trouw aan de leiders moet be
staan, ontbrak bij de meesten en dit ge
voelen kon niet .opgewekt worden door
gloeiende speeches van de voormannen,.
Wij betwijfelen sterk of een goede
weerstandskas bestond; in de afdeeling
gelooven wij, dat daarvan geen sprake
was en de steun scheen te moeten komen
van het hoofdbestuur en het Nederlandsch
Vakverbond.
De beweging was ook ontijdig. Het
wetsontwerp op de afschaffing van nacht
arbeid is voor behandeling gereed en be
ter .was 't daarom de beslissing er over
af te wachten. Wordt het ontwerp aange
nomen, dan zullen de gevolgen zich vooral
in de fabrieken doen gelden. Men weet
hoe de groot-industrie tegen dit ontwerp
gekant is en hoe ook hier verschil van be
langen bestaat tusschen fabrikanten en
gezellen, welke beide groepen niets onbe
proefd laten hun zin te krijgen.
Ten slotte namen de Leidsche patroons
unaniem tegenover de eischen der gezel
len een afwijzende houding aan. Zij ver
klaarden niet bereid te zijn verhooging
van loon te geven en troffen voorberei -
dende maatregelen, opdat bij een
eventueele staking het bedrijf kon
worden voortgezet Hoe de patroons in
finesses gehandeld zouden hebben, mo
gen wij niet mededeelen. Maar niet onge
motiveerd hebben wij de gezellen voor
ecne staking ernstig gewaarschuwd en
blijven wij hen zoo'n stap inhun eigen
belang afraden.
Men ziet echter uit dit alles op welk
'n lichtzinnige wijze de ^orialistische
Bond de arbeidersbelangen behartigde).
Voor ieder, die met onbevangenheid oor
deelt ien zich niet laat meesleepep jctoor
ophitsende taal van volksmenners, moet
het duidelijk zijn, dat bij gebrek aan sa
menwerking tusschen de arbeiders, eene
ongestoorde organis.atj.e jm,et zwaj^e
kassen en staande tegenover eensgezinde
patioons, een staking moet mislukken ten
schade van de arbeiders en hun gezinnen.
En toch zouden de leiders niet voor
dien .stap zijn teruggedeinsd, hadde niet
een onverwachte gebeurtenis hun plannen
in duigen doen vallen.
Vrijdagavond werd plotseling staking
geproclameerd aan de broodfabriek „de
Vereeniging", waar de meeste leden van
den Bond werkzaam zijn. Men voldeed
aan het bevel; een eerste bedreiging met
ontslag door den chef-bakker was even
wel voldoende de stakers tot werkwilli
gen te maken.
Dat was nu de trouw aan de organisa
tie; daar, voor het hek, stond de leider,
verlaten .van zijn volgelingen, over wie
hij geen macht had.
De loonactie is mislukt, allereerst door
gemis van vertrouwen in de leiders. Le
den van den Bond hebben den doodsteek
aan de beweging gegeven.
Men zal nu doen, waarmede men had
moeten beginnen: op vredelievende wij
ze bij d-e patroons op inwilliging der
eischen aandringen.
Maar nu is het te laat. .Thans heeft de
socialistische Bond, gehoor gevend aan de
onbesuisde taal der voormannen, de
loonsverhooging voor langen tijd tegen
gehouden.
De patroons zijn door de opruiende
woorden ontstemd zij hebben tevens ge
zien, dat de gezellen den moed missen
hun woorden in daden om te zettenzij
zullen dit onthouden en bij een volgende
gelegenheid hun voordeel ermede doen.
Zal den bestuursleden van den bond, die
nu, zooals 't betaamt, de patroons zullen
verzoeken om beter werktijd en loon,
die de belangen van hun leden zullen be
pleiten jn vredelievendheid, zal hun een
goede ontvangst ten deel vallen, nadat zij
de hoofden der arbeiders opgewarmd
hadden
Helaas zijn de eerste slachtoffers van
de bondsagitatie reeds gevallen. Hun ge
zinnen worden met broodeloosheid be
dreigd en moeten vertrouwen op den
steun der kameraden
Maar hoezeer wij medelijden hebben
met deze arme gezinnen, toch moet ons
van het hart, dat zij voldoende en meer
malen ,aan alle kanten gewezen zijn op
het verderfelijke van jiet socialistisch
streven.
Zoo is in dubbel opzicht de actie
noodlottig geweest.
De Christelijke organisaties hebben
zich in dezen niets te verwijten. Hare
houding en taktiek is gebleken de juiste
te zijn en hadden de socialisten, niet in
driftige voortvarendheid, maar kalm en
bezadigd met de Christel ijken medege
werkt, dan zou men bijna zeker van jJe
overwinning hebben kunnen zijn.
Moeten de prbeiders, de Christelijke
vooral, hieruit niet concludeeren, dat
hun plaats niet is in de gelederen van
den Bond? Zegt reeds hun eigen be
lang niet, toe te treden tot die organisa
ties, welke langs geleidelijken en vre-
tielievenden weg streven naar lotsverbe
tering en $oor haar optreden sympa
thie verwerven, waardoor die kans op
slagen grooter is?
Mochten alle katholieke bakkersgezel
len uit het gebeurde de gevolgtrekking
maken dat hun plicht is Jid Jc worden
van „St. Hubrecht", die door aller
medewerking in de toekomst méér en be
ter tot stand belooft te b/engen dan
welke socialistische vereenjging ook.
Nog iets ^niders willen wij hier te ber
de brengenmededeelingen, die wij met
leedwezen vernomen hebben.
Op de gecombineerde vergaderingen
van „St. Hubrecht" en „Ons Beginsel"
spraken de leden over meerdere Christe
lijke en Katholieke patroons, .die hun
ondergeschikten met een schamel loon
huiswaarts zenden. Getrouwde gezellen
moeten tevreden zijn met f7,50 a .f 9
per weekvan een patroon werd mede
gedeeld, dat hij halfslete kleeren als deel
van het loon aan zijn knecht gaf enz.
Zulke klachten mogen feitelijk niet
vernpmen worden, vooral .niet van die
patroons, die vroeger vooraan jn de ge-
zellenbeweging gestaan hebben, maar nu,
baas geworden', hun personeel slechter
.behandelen dan de anderen.
Wellicht is niets bevordelijker aan het
socialisme dan die dadieu van deze Chris-
ten-patroons en zij laden dan ook een
groote yerantwo 'elijkheid op zich.
Hebben' (de libci _n door hun theoriën
schuld aan' vele misstanden in het maat-
SShapijelijkê toep, ffjj, ÖAê ifc S4aJ-
schappij hopen te hervormen, moeten als
patroons zorg dragen ons niet schuldig
te maken den werkman het gerecht loon
te onthouden. Niet alleen, dat wij daar
door vrouwen- en kinderexploitatie in de
hand werken, maar bovendien zouden wij
oorzaak kunnen zijn van den geloofsafval
van velen.
De klachten der Christelijke gezellen
hebben wij niet nader willen onderzoe
ken, ofschoon namen genoemd werden.
Slechts in Jiet algemeen kunnen wij de
patroons aansporen zich nauwkeurig af
te vragen of de loonen der werklieden
beantwoorden aan de regelen der recht
vaardigheid. Indien elk patroon handelt
naar de resultaten van dat onderzoek en
het voorbeeld volgt, dat anderen hem
reeds gaven, zouden die klachten niet
meer vernomen worden.
Ten slotte bedenken de patroons wel,
dat in den strijd tusschen heer en gezel
het „macht is recht" geen grondslag
mag wezen; dat de christelijke naasten
liefde steeds de overhand moet behou
den. Men hoede zich voor liberale invloe
den, waaraan men in een neutrale pa
troonsorganisatie gemakkelijk blootstaat
en houde het christelijke beginsel hoog.
Zoo door deze mislukte campagne
mocht geboren worden ,bij den chris
telijken gezel het plichtsbesef zich aan
te sluiten bij „St. Hubrecht" of „Ons
Beginsel" bij den christelijken patroon
de overtuiging mocht rijpen, dat hij
door zijn christelijke daden anderen ten
voorbeeld moet zijn, dan twijfelen wij
niet, of 'm een toekomst, minder ver ver
wijderd aan menigeen denkt, zal door
saam werking v. Christelijken patroons en
gezel een macht uitgeoefend kunnen
worden om langs minnelijken weg te be
reiken, wat de socialisten thans door
strijd niet hebben kunnen bemachtigen
behoorlijke .arbeidsvoorwaarden en be
hoorlijk loon.
Uit de Pers.
De Pauselijke mededeeling aan de
regeering.
Naar aanleiding van deze mededee-
ling bevatten verschillende bladen be
schouwingen.
„'De Tijd":
Dat Z. H. de Paus langs officieelen
weg bovenstaande mededeeling tot on
ze regeering richtte, zal door eiken on
partijdige als een bewijs van bijzon
deren takt worden beschouwd. Zin en
bedoeling der Borromaeusencycliek wa
ren duidelijk genoeg, en alleen kwaad
willigheid, onverstand en politieke harts
tocht kodden uit enkele gebroken teksten
beleedigingen lezen van ons geliefd Vor
stenhuis en van Protestantsche mede
burgers, wier goede trouw niet aanspra
kelijk kon worden gesteld voor wat in
vroeger eeuwen gebeurd mag zijn. Te
rectificeer en of te verontschuldigen was
er vooral na de bekende uitlegging
aan de Pruisische regeering volstrekt
niets en geschiedt ook niet in de boven
staanide verklaring. Des te meer moet het
echter op prijs worden gesteld, dat de
H. Stoel, aan wien H. M. de Koningin
ter gelegenheid der eerste Vredescon
ferentie in 1899 den bekenden brief
schreef, zich door redenen van edelmoe
digheid liet leiden, om door voormelde
nota allen schijn en schaduw weg te ne
men van bedoelingen, welke den Paus
als vredevorst bjj uitnemendheid immers
ten eenenmale vreemd zijn.
„Het Centrum"
Zoo mogelijk nóg duidelijker, dan uit
het antwoord op de nota der Pruisische
regeering, spreekt uit deze verklaring
van den H. Stoel de vredelievende ge
zindheid des Pausen.
Immers, geheel uit eigen bewe-
gi n g heeft de H. Stoel aan onze regee-
ring een verzekering doen geven, welke
alle misverstand en eiken twijfel om
trent de bedoeling der Encycliek (uit
sluit....
Of thans aan alle „protest"-vergaderin
gen en protestgesclirijf door die mededee
ling der Curie een einde zal worden ge
maakt?.
Wij weten het niet: het kan ons ook
koud laten. .Hoofdzaak is, dat de .H. Va
der naast een nieuw bewijs van zijn ver
zoenende gezindheid, een te waardjeeren
blijk yan belangstelling voor onze natie
eri haar verheven Souvereine heeft willen
geven en dat Hij daardoor zelfs den
sfiji ijn, jwegiUMIh als zoui do(oji; jdje .En
cycliek |de godsdienstvrede worden be
dreigd.
Wil .men thans van „protestantsche"^
en, liberale zijde nog vertier agiteeren^
dan -drukt nog zwaarder dan te voren
de! aansprakelijkheid voor het verstoren
van den landlsvrede op hen, die zich leenea'
tot dit anti-papistisch gedoe.
De Huisvlijt Tentoonstelling
te Scheveningeu.
Aan gevel en ingang van het gebouw]
der tentoonst. voor Huisvl. werd door
den architect, den heer Joh. D. Looijen,
het aanzien gegeven, dat voor tijdelijke!
maar onbekrompen ingerichte tentoon
stellingen in de laatste jaren gewoonte
is gewordenéén lange smalle zaal, met
aan één der beide uiteinden een zijvleu
gel en in het midden, den ingang flan-
keerende, twee torenseen bizonder-
heid is hier echter nog, dat overal dooi]
ruime terrassen de eentonigheid van den
gevel wordt gebroken, terwijl de lichte
kleur, de vroolijke, vlugge ornamentee
ring, de vlaggentooi elke gedachte aan
eentonig- en eenvoudigheid verjaagt, een
tweede bizonderheid is deze, dat het
tentoonstellingsgebouw het tentoonstel
lingsterrein sluit en dus de open ruimte
van de straat af geheel en al te zien is,
welke ruimte door Jiaar verzorgde bloe
men-, planten- en gazon-aanleg, door
haar verschillende belangwekkende en
mooie zaken, die inzending ter ten
toonstelling zijn, doch te omvangrijk
voor het gebouw, alseen plaggenhut,
een motorboot, en molen en zoo meer,
een sterken drang op den voorbijganger
zal uitoefenen om binnen te treden.
Wat het hoofdgebouw zelf aangaat de
eigenaardige vorm van het beschikbaar
terrein aan de Nieuwe Parklaan deed de
rechtsche zijvleugel zonder links, twee
lingbroeder blijvende ingang brengt
het eerst in de kunst- qn feestzaal ver
volgens in de centrale hala die de beide
helften van het hoofdgebouw met elkan
der verbindt, terwijl aan het rechteruit-
einde het restaurant i.s met een terras
voor de muziek, aan het linkereind een
thee salon, dat een podium bevat, waar
op reeds een piano staat en vermoede
lijk een aantal muzieklessenaars te staan'
komennaast het theesalon springt het
Czaar Peterhuisje, zoo men weet, op na
tuurlijke grootte geheel volgens het op
het einde der 17de eeuw in Zaandam'
bestaande huis nagebootst, een weinig
naar voren.
Bij een wandeling door het ruime ge
bouw, ziet men, dat van de oijgeveer
1650 inzendingen (uit pl.m. negen maal
zooveel voorwerpen bestaande) reeds
zeer vele zijn aangekomen en geplaatst,
maar dat hetgeen in het tweemaande-
lijksch orgaan van den Volksbond tegen
drankmisbruik bij wijze van voorloopige
catalogus, wordt aangekondigd, vermin
derd met hetgeen we reeds kunnen aan
schouwen, wel een belangrijke rest over
laat, die echter, naar men ons mededeelt;
binnen enkele (Jagen zal zijn versmol
ten. f
Duidelijk is de gedachte, die de in
deeling der tentoonstelling beheerschte;
uit het reeds aanv/ezige te onderkennen.
In afdeeling I ziet men geen voort
brengselen van huisvlijt, maar boeken,-
geschriften, plaatwerken, grafische voor
stellingen betrekking hebbende op de;
huisvlijt: haar geschiedenis, haar wezen,,
haar ontwikkeling enz.
Afdeeling II zal gewijd zijn aan het
onderwijs in huisvlijt met behulp vanj
reeds geoefende leerlingen. UitteraardJ
ziet men thans slechts werktuigen in deze!
afdeeling.
In afdeeling III worden voorwerpen)
tentoongesteld, die door nijvere handen|
in vroeger Jijden zijn vervaardigd, toenl
de mensclien nog minder verleid wer-*
den tot uithuizigheid dan thans: bor-*
duurwerk, hout- en weefwerk, drijfwerk,
voorwerpen van inlegkunst zijn hieij
hoofdzaak.
Onder het vele, dat hier een combi-*
natie van Limburgsche kloosters inzond^
behoort een prachtige kasuifel uit jdo
15de eeuw.
Zeer goed yoorzien is de IVde afdee-i
ling, die voor houtsnijden, beeldhouwen^
lak- en brandwerk ,en metaalbewerking;
Hier bewondert men een groot aan<
tal tot in de kleinste bijzondlerheideiij
afgewerkte machines in miniatuur, waan
van de meeste ook het werk van de pji*
gineeleft Jq^nen yerrichten,