DE EERSTE NEDERLANDSCHE WEEFSCHOOL:
Een der weefzalen van de weefschool, die zeer terecht de aandacht trekt, van
allen, die in het weer opleven eener echte Hollandsche industrie belang s'ellen.
onder herhaalde vreugdekreten, welke niet eerder ophielden, dan toen men
bij het Capitolium was aangekomen toen heerschte weldra de grootste stilte.
Aller oogen waren op den vorst der Joden gericht. Simons laatste uur
was daar de lictoren grepen hem, trokken hem uit de menigte en sloegen
hem met roeden, tot hij geheel met bloed bedekt was. Daarna werd hij
naar de Mamertijnsche gevangenis gebracht, waar hem zijn beulen wachtten.
Toen de onge ge onder de hevigste smarten en kwellingen zijn leven
geëindigd had, werd zijn lijk over het Forum gesleept en vervolgens in den
Tiber geworpen. Een van de lictoren naderde Titus met de woorden
actum est (het is geschied), dat wil zeggen: wij hebben Simon gedood,
zooals ons dat bevolen is. Bij deze woorden stiet de menigte oorverdoovende
vreugdekreten uit, waarop Titus in het heiligdom des tempels trad en met
luide stem het volgende gebed uitsprak
„O Jupiter en Juno, en gij alle goden en godinnen, die dezen tempel
bewoont en bewaart, ik bedank u met een verheugd gemoed, dat gij tot
hiertoe het Romeinsche rijk behouden en door mijne handen uitgebreid
hebt; maakt ons waardig om er nog lang over te waken!"
Dan naderde hij het beeld van Jupiter en legde op deszelfs knie een
lauriertakvoorts nam hij zijn krans en offerde hem den goden op. Van
ZILVEREN PRIESTERFEEST TE LEEUWEN
De ZeerKerw. Heer J. J. F. Bronsgeest, pastoor van Leeuwen-
beneden, vierde onlangs op luisterrijke wijze zijn zilveren
Priesterfeest. Onze foto geeft een aardig kiekje van de rijk
en smaakvol versierde kerk, terwijl de zilveren Jubilaris,
geassisteerd door zijn HoogKerw. Broeder, mgr. Bronsgeest,
deken van Nijmegen, en de ZeerFerw. Heeren Pastoors van
Leeuwen-boven en Waniel, het H. Offer opdraagt.
den dood ondergaande zegepraal van zijn overwinnaar
was de zekere weg tot zijn dood.
Zegebeelden van elpenbeen en goud werden vóór de
triomfwagens gedragen. Vespasianus zat op den eersten,
Titus op den tweeden. De laatste droeg de kleeding van
Jupiter, een mantel van purper en zuiver goudzijne
armen waren met gouden armbanden versierd en een
laurierkrans tooide zijn fier hoofd. Vier witte paarden van
het edelste ras trokken zijn gouden en bronzen zegewagen,
welke bovendien met edelsteenen rijk bezet wasvier
statieheeren, met olijfkransen en lange witte mantels,
gingen te voet naast de paarden, die zij aan gouden
teugels leidden. Achter den overwinnaar stond op een
kleine verhevenheid een slaaf, die hem gedurig moest
toeroepen: „Bedenk dat gij een mensch zijtl" Toch
scheen Titus te midden der bedwelmende vreugde van
zijn triomf deze ernstige vermaning niet noodig te hebben
want zijn gelaat bleef ernstig, zij.i blik bescheiden en
nadenkend, en hij scheen zich te herinneren, dat hij bij
de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van het
Joodsche volk slechts een werktuig was geweest van Gods
rechtvaardigheid.
Aan zijne zijde reed op een Numidisch paard zijn
broeder Domitianus het geheele leger volgde den wagen
DE EERSTE NEDERLANDSCHE WEEFSCHOOL,
die hier te lande is opgericht, werd dezer dagen te's-Gravenhage geopend. Mevrouw
Boon-Clemens heeft lot de opening dezer school, gevestigd Prinsengracht 29, veel
bijgedragen: op deze foto, die de Direciiek-imer der school toont, is mevr. Boon
dan ook gekiekt, rechts van haar de Directrice, mej. Dajmar Swiden, die tevens i
directrice is van een weefschool in Zweden.
de aangebrachte dieren werd door Titus een os geofferd
Nadat de feestdag met een kostbaar gastmaal, den
overwinnaar door den senaat en
zijne vrienden op het Capitool be
reid, was afgeloopen, verstrooide
zich de menigte en verdween weldr;
weder in de talrijke straten en
stegen.
Onder de laatsten, die hêt Forum
verlieten, bevond zich een prachtige
door vier zwarte paarden getrokken
wagen twaalf lictoren met hunne
roedenbundels schreden vooruit
om vrijen doortocht te banen. Deze
wagen tiok aller opmerkzaamheic
en werd door allen eerbiedig ge
groet, want daarin zaten vijf in het
wit gekleede jonkvrouwen met ge
sluierd gelaat, 't Waren Vestaalsche
maagden, priesteressen der fgodin
Vesta, die het eeuwige vuur onder
hielden en aldus over het voort
bestaan van het Rijk moesten
waken. Zij keerden in den tempel
terug en traden daar de voor haai
bestemde vertrekken binnen. De
jongste priesteres, Marcia Sulpicia,
uit het oude geslacht van Sulpicius,
zette zich, nadat hare slavinnen
DE RAMP DER FRANSCHE ONDERZEEBOOT „PLUVIOSE"
Met ontzaglijk veel moeite is de zoo tragisch verongelukte onderzeeboot „Pluvióse" deze week in de haven van
Calais gesleept. Onze foto, door een teekening beneden de wateroppervlakte aangevuld, geeft een duidelijk beeld,
hoe dit vervoer geschiedde: twee groote bergingsvaartuigen sleepten het schip mede aan kettingen die met
groote moeite aan den door zand en modder zeer bezwaarden onderzeeër waren vastgemaakt.