De Slagboom. BUITENLAND, BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 31 Mei. Uit de Pers. Het enquête-debat. 5,De Standaard", het orgaan vali idr. Kuyper,- geeft eenige beschouwingen pver het enquete-debat. Daarin heet het o. a. Berst na Vrijdag kwam men tot het inzicht, dat men misleid was door een ge maskeerde batterij. Geheel ter goeder trouw hadden de meesten zich ingebeeld,- dat er werkelijk niet anders dan bezorgd heid voor onze politieke moraliteit in het spel was. Thans echter ontwaarde men duidelijk, hoe deze politieke moraliteit slechts als scherm dienst deed,- en dat men achter dit scherm scherp geschut in positie had gebracht, er op gericht om onzie geheele Staatkundige constellatie in haar tegendeel om te keeretn. Dat d!it uit kwam,- danken we aan den voorsteller van de enquête zelf, die aan het slot zijn philippica, in overmoed, de onvoor zichtigheid beging,- met licht achter het scherm te spelen, en zoo den toeleg ver ried. Voorop trok daarbij De Savornin Loh- man uit. Nog was hijwei niet geheel van zijn borstaandoening hersteld; maar, nu ?t zóó toeging, wilde hij op 't appel niet ontbreken, en hij sloeg zijn slag zoo meesterlijk, zoo niets-sparend, zoo raak •ep. doortastend, dat de lansen trilden, en heel de Kamer op eenmaal voelidle^ hoe de kansen waren omgezet. Zijns was een koninklijk optreden, dat voor de lin kerzijde alle hoop beschaamde, alsof vroe ger geschil met Dr. Kuyper, hem half Links zou doen schuiven. Veeleer nam hij 2t met broedertrouw en parlementairen moed voor den gesmaden bondgenoot op; drong De Beaufort en Van Doorn met hun „in-venijnigheden" in den hoek; rukte èn aan den voorsteller èn aan de liberale groep het mom van het gelaat en toonde in gloed van taal, hoe heel dit kabaal geen andere oorzaak had dan voor [Troelstra in 1903 en voor de Lib eralisten In hun tijdelijke ontzetting uit de macht Daarop verbrak ook de anti-revolutio naire partij haar dusver steeds kalme tac tiek, en bij monde van Colijn en Ooster- •baan,- sprak ze nu het tot dusver ingehou den woord; qm het kloek, met warme sympathie en toch zonder zweem van oncritLsche vergoelijking voor haar voor zitter op te nemen. De door Dr. Kuy per zelf beleden onvoorzichtigheid; werd veeleer zonder sparen afgekeurd; maar juist in die ridderlijke belijdenis van schuld de grond aangewezen, waarop het geloof in de trouw van zijn eerewoord rustte. Gefeild heeft een ieder op zijn beurt, maar nooit kan zulk een feil, zoo sprak hij, te niet doen, wat door veer tigjarige toewijding tot heil van ons volk verricht is. Zulk een band breekt niet, al rafelde er een enkele draad in los. Zoo- als onder feilbare mannen de band gelegd was,- zoo hield men er in onverbreekbare trouw ook na de beleden feil aan vast. En na Colijn spraken van Roomsche fcijde De Stuers en Loeff. De Stuers lichtte de beteekenis van on ze ridderorden ,uit de wetten van haar instelling toe en dreef zijn spot met de iWichtigthuerei, alsof het uitlokken van KÜenstelijke daden [niet geheel normaal zou zijn, En na hem trad de oud- minister Loeff op, om wat Lohman onder den gloed eener bezielde inspiratie had gesproken, nogmaals met fijne ironie jen meesterlijk juridisch betoog aan te scherpen. Diep sloeg zijn manlijk woord in. Ook bij hem geen zweem van die maat te buiten gaande persoonlijke ver goelijking, Veeleer onbewimpeld streek hij het vonnis over wat als schuld beleden Was. Hij teekende Dr. K.'s persoonlijk heid, gelijk hij die, door een saamwerking FEUILLETON. (Vr'il - n^aar het Fransch, van, 'RENÉ BAZIN). 33) Daar was hij dan,- 's nachts in een Franscbe kerk,- zonder dat één zijner dier baren hem er zelfs maar in ge dachten zou kunnen vinden, vergeten, ials 'eenig vreemdeling misschien, maar zeker als eenig afvallige. .Waarom bleef hij hier? Hij vroeg het zich af,- maar ivas niet in staat een juist antwoord te geven. Met oplettendheid beschouwde hij dat Brood in goud gevat; een heimelijke zachte wil,- die hij als zeer redelijk voel de, behield over hem de overhand en deed zijn hart en geest openstaan,- als jde huizen in de lente. Reginald vond in deze -Katholieke om geving de eerste ontroering terug van het kind, dat voelt dat het een ziel heeft, de zelfde ontroering, di,e hij meermalen ge voeld had in zijn prille jeugd, wanneer Zijn vader 's avonds in de kapel van Red- [hall hardop uit den Bijbel las. iMa,ar daarin niengde zich p.u gqn nieuwe van vier jaar, en een omgang van straks tien jaren,- tot in de kleinste bijzonderhe den had leeren kennen. Vergeleek de mo raliteit van .Troelstra in 1903 met zijn ophef van thans. Legde den wortel bloot waaruit deze Hetze was opgekomen. En eindigde met een warmen handdruk aan de antirevolutionaire partij, waaruit de nobelste sympathie sprak. Zoo lag het scherm aan flarden ge scheurd voor den grond, en was stuk na stuk van de batterij; die men daar achter had opgesteld; vernageld. Fraaie theorie! Ge valt een tegenstander fel aan op onvolledige gegevens, en zonder iets dat naar bewijs ook maar zweemt. Dan roept ge zijn vrienden op, om een schan- paal voor hem op te richten. En weigeren ze dit volstandig, dan heet het, als bij kabaal in de achterstegen: Ge durft niet! Alsof ooit mannen van eer zich door zulk een geroep lieten intimideeren. Men weet, dat drie mannen van hoogen naam straks het geding onderzoeken zullen en uit spraak doen. Maar dit rekent men niet. Daar stelt men geen vertrouwen in. Men wil indringen in iemands particuliere le ven,- om, ook ai blijkt dan van schuld van curruptie niet het allerminst, toch nieuw materiaal bijeen te zamelen, om van voren af aan zijn Hetze opnieuw te kunnen beginnen, Voor zulk een kabaal zou geen man van Links wijken, zoo het één hunner gold, en daarvoor gaat geen man van Rechts uit den weg, nu een onzer leidslieden in het geding is. Po litiek mag niet verlaagd tot een buurt- kabaal als aan de Bierkaai. Blijkbaar is de mijn dan ook verkeerd gesprongen. Bedoeld was de Coalitie te breken. Feit is thans,- dat die Coalitie, juist door het gehouden debat, vaster dan oiit zit in- eengeklonken. Over haat. In ;,De! Tijd" lezen wij: y,De linkerzijde van de Tweede Ka mer heeft het aan de rechterzijde erg kwalijk genomen,- dat men inzake haar houding bij het enquête-debat motieven van haat en wraak heeft verondersteld. Mr. Troelstra zelf was erg boos, dat hij in ons Kameroverzicht bij den „genius van den haat" is vergeleken. Zonderling toch, dat men zich zoo opwindt, als men zijn eigen motieven ziet blootgelegd, te meer waar links zich allerminst heeft ont zien allerlei minwaardige analyses van de gevoelens van rechts te phantaseeren. ,-,Het Volk" vooral durft nog heel wat verder te gaan. Tegenover Mr. Troelstra's verontwaar diging over deze qualificatie kunnen wij toevallig wijzen op een prachtig phan- tasietje van zijn lijforgaan, nummer van 26 Mei j.l. Daar schrijft de redactie n.l. in te en hoofdartikel. „Zij moeten" van den grijzen afgevaardigde uit Goes, den heer Lohman: „Hij putte al zijn vernuft, al de handig heden van den geroutineerden politikus uit om den man, dien hij innerlijk haat, te redden." Meer perfide onderstelling, lagere .uit eenzetting van die beweegredenen van den edelen grijsaard hebben wij nooit ge lezen. Zoolang de sociaal-democraten zich nog zulke vrijheden veroorloven, blijven zij ons van het lijf met hun verontwaardi- gingsvertoon over onze slechtheid." De heeren van de S. D. A. P. en hun bondgenooten en slachtoffers gaan natuurlijk voort met hun j,perfide" onder stellingen te uiten. Het is thans voor het oog van iedereen wel duidelijk,- wat ze te beteeken en hebben. Ook „Het Centrum" wees op: den politiek en haat, die links bij het enquête debat naar buiten kwam. y,Inderdaad, de politieke haat door stroomt en doorgloeit gansch dit debat, zooals het door liberalen en sociaal-de mocraten in broederlijke overeenstem- ining wordt gevoerd. En daarbij open baart zich ook de toeleg, brutaal door Mr. Troelstra uitgesproken, en nog eens nadrukkelijk geconstateerd; om door de ze wijze van optreden de coalitie te on dermijnen en aan het Kabinet een zoo ontroering, een haken naar iets in eer, en hooge begeestering. Hij dacht: „Dat is de omverwerpinlg der oproerige rede, maar de overwin ning van de hoogste wijsheid en liefde. Als Hij eens hier was, dicht bij, en niet te kennen alvorens Hij gesproken had, evenals in Judea, in den tuin van het H Gr.af, toen Magdalena Hem voor den hovenier hield. Wat zou hij Hem vra gen om kracht, om den weg, om het le ven... Hij was niet moe van het staan, en toch bogen zijn knieën en h'ij bleef een korten tijd neergeknield, terwijl zijne oogen gericht bleven op de Hostie, waar heen, evenals het geloof der anderen, zijn twijfel bad. Hij stond op. Zijn makkers hadden geen acht op hem geslagende-klok sloeg; hij ging zonder naar iets te kiij- ken van zijn plaats weg, in een ontroe ring van geluk, en in de bijgebouwen der b'asfliek trachtte hij te gaan' slapen. Het b'ed was kort en1 de matras haiidl. Reginald dacht aan de gemakkelijke beid den in Engeland. Hij had gemeend, dat h'ij 'op (dejze! hoogte boven Parijs het ongelijk ge gons der stad zou hooren,- als een Jied dier zee, en deze meening had niet .Wei nig bijgedragen tot Zijn besluit om den ftacht op Mont.ma.rt.re jdgflr Jfegngefl. mogelijk onherstelbaren slag toe te bren gen Duidelijk en met onbevangenheid heeft men van Rechts gesproken, zich niet la tende weerhouden door de nijdige in terrupties der sociaal-democraten, of de grove aardigheden van den heer Rcod- huyzen. Maar nu is de liberale pers, jiu zijn die Kameroverzichten van ï,N. Rott. Crt.", „Nieuwe Courant" en „Handels blad" dan ook vol grimmigheid. TroelL stra's requisitoir had de schrijvers ver leden week bijna lyrisch gestemd van enthousiasme: de redevoeringen van de Rechterzijde gehouden doen hun de pen doopen in vitriool. Curieus Is het daarbij op te merken,- dat men voor dit optreden der katholieke en antirevolutionnaire sprekers geen an- erejdi verklaring schijnt te kunnen vin den, dan dat er een „wachtwoord" ge geven is. Maar zou men nu werkelijk van Links zoo onnoozel zijn te meenen, dat ter Rechterzijde niet terstond de politieke bij smaak is geproefd, welke de campagne over de „lintjeszaak'" van meet af aan kenmerkte? Men behoefde werkelijk niet te „bedenken", wat voor pagenoeg ieder een sinds maanden duidelijk is en als een roode draad door gansch deze be weging loopt. Men had slechts te consta- teeren; het werd ook geconstateerd.. En dan zou men eerst na Vrijdag tot die ontdekking zijn gekomen!" „De Maasbode" neemt een loopje met de liberale pers, die thans bezig is haar houding goed te praten. Het blad zegt, na een overzicht van enkele artikelen te hebben gegeven: „De volgelingen in hun trouw ge sterkt. De bondgenooten nauwer rond om hem geschaard. Zóó is het. Zouden echter de liberalen het ge heel zonder Dr. Kuyper kunnen stel len? Hoe zouden zij dan den verkiezings strijd moeten voeren? In weerwil der dramatische ontboeze mingen van het „Handelsblad"- zullen we 't binnenkort wel weer hooien. Kiezers, stemt toch niet voor de Christelijke can didates Want dan stemt ge voor den grooten snoodaard Kuyper, Kuyper, Kuyper! Hij heeft de natie verscheurd. Hij heeft de volkseenheid versplinterd. Zijn fanatisme brengt Nederland aan den rand van den afgrond. Let eens op, hoe vief, krachtig en af schrikwekkend voor den echten liberaal Dr. Kuyper dan weer overeind zal staan.'2 De eedskwestie. Iti „De Tij"d" schrijft Prof. Struycken van de Amsterdamsche Universiteit een artikel over een onlangs door den Hoo gen Raad uitgesproken arrest in zake den eed. Prof. Struycken schrijft o. a., dat het arrest zeker niet een type is van waf men noemt „sociologische rechtspraak", d. w. z. rechtspraak, die Izich aanpast aan de eischen van het maatschappelijk leven. De oude methode werd gevolgd: gezocht werd naar de „bedoeling" van den wetgever, en als zoodanig werd aan het licht gebracht een stelsel, d^t vier kant afwijkt van hetgeen nu bijkans een eeuw lang op grond van dezelfde be doeling" als het juiste werd beschouwd, terwijl bovendien de nieuw gevonden „bedoeling" dreigt, groote verwarring te brengen in de strafprocedure. „In het kort samengevat, .besluit prof. S. is dus nu het stelsel aldus De Doopsgezinden kunnen met de Be lofte volstaan zij, die niet tot een kerk genootschap behoor en, kunnen piiet tot den eed worden gedwongen of zij op gron'd eener belofte als getuigen kunnen worden toegelaten, is niet beslist; Zij die tot een kerkgenootschap béhoorfen, buiten het Doopsgezinde, kunnen alleen na afelgging van een ee'd als getuigie worden toegelatenschrijft hun kerkge nootschap een bepaalden eedsvonn voor, dan moet deze worden gevolgdis dit niet het geval, dan blijkt uit hert arrest niet, of ze hetzij in 't geheel niet als getuige kunnen worden toegelaten, het zij den ped in iederen vorm kunnen af- Hij kwam bedrogen uit. In plaats van het geluid van eb' en vloed, was alles rondom hem doodstil. De stilte werld slechts verbroken door het fluiten van treinen aan het Noorderstation. Overmand door vermoeienis, verkeer de Reginald in de meening op reis te zijn en te slapen in de kajuit van eeln schip en hij meende de bevelen te hoo- ren' der officieren op de brug. Een kort en' dof geloei steeg op uit de diepten van den oceaan. En in de verte riep daar niet de stoomfluit van een schip in den mist? Toen werd alles stil. In zijn slaap verdween' de gedachte aan de zee. En de millioenen menschen, die waakten of sliepen rondom den Montmartre, maak ten niet meer geluid dan een kerkhof. Reginald was in een vasten slaap ge dompeld; toen Louis Proudon aan zijn deur klopte en zei: „Het is kwart over drie, mijnheer tie Engelschman, "wil m ppstaan Een' kwartier later volgden (Zij den opgaan'den weg, die naar het steen'en platte dak der basiliek voert Félicien voegde zich bij hen'. Hij zag bleek. Het zal een schitterende dag wor den', sprak Reginald, terwijl hjij naar de kim' wees. Neen', een koud en morgen, ant woordde Felicien. Als ge het goed vinjdt zullen jye bier jnaa,r «even blijven. leggen, dien hun kerkgenootschap als voldoende erkentof dit laatste het ge val is, wordt beslist door dep' rechter zonder controle door den Hoogen Raad". Frankrijk. De „Pluviose". Na groote moeite en langdurige inspan ning is het aan de duikers gelukt om de Pluviose" te verankeren, zoodat die boot niet meer, zooals tot dusver door de aan houdende zeestroomen aanhoudend wordt verplaatst. De Minister van marine bevond zich aan boord van de torpedoboot Girafe, die met het bergingswerk was belast. Een der duikers bracht op een ge geven oogenblik de vlag der j,Pluviose" naar boven. Zaterdagavond eindelijk gelukte het eetn der kettingen,- waarmede het ongelukki ge scheepje moet worden naar boven gebracht, aan de daarvoor bestemde ha ken te bevestigen. De Ministers der Fransche Republiek hebben besloten,- om, ten teekem vap rouw,- den eersten tijd! aan geen enkele feestelijkheid of diner deel te nemen. De gala-voorstelling,- die in de groote Opera te Parijs voor weltladighaklsdoel- einden op 9 Juli wordt gegeven, zal thans ook gedeeltelijk plaats hebben ten voor- deele van de nabestaanden van de slacht offers der j, Pluviose." V I Vil De ramp der „Pluviose". Een der passagiers van de „Pas de Calais", het schip, dat in aanvaring is geweest met de „Pluviose", heeft aan den berichtgever van den „Matin" te Londen het volgende verhaal gedaan van zijn bevindingen tijdens de ramp, die aan een aantal zeelieden het leven heeft gekost. „Wij hadden Calais sedert eenige oogenblikken verlaten. Ik stond aan bak boord en bemerkte, of beter gezegd, ik had het onbestemde gevoel, dat de „Pas de Calais" op iets was gestootcn. Ik boog mij onmiddelijk over de verschan sing, maar bemerkre niet anders dan een draaiende beweging in het water en eenige kleine stukken wrakhout. Van de tien passagiers hadden er negen niets bemerkt, tot ons vaartuig plotse ling achteruit ging Dat oogenblik zal ik nooit vergeten. Wat was er gebeurd Waren wij in botsing gekomen Zouden wij zinken Toen de „Pas-de-Calais" ongeveer 50 M. achteruit was gestoomd, zagen wij een schouwspel, dal ons deed ver stommen van verbazing en angst. Lang zaam, bijna onmerkbaar verhief zich de achtersteven van een schip boven de schuimende golven. De kapitein van de „Pas-de-Calais" stelde ons gerust met de verklaring, dat wij geen gevaar liepen en gaf bevel een sloep neder te laten, in welke zeven matrozen plaats namen. Deze roeiden onmiddellijk naar het in nood zijnde schip en sloegen herhaaldelijk met hunne riemen op de romp van het vaartuig, opdat de bemanning zou weten, dat hnlp in de nabijheid was. Maar er kwam geen antwoord. De bemanning van het gezonken schip, dat thans voor een der de boven water uitstak moet verdoofd zijn geworden door den hevigen schok of naar voren geslingerd zijn, waar het misschien niet mogelijk was iets tehoo- ren. Ongeveer tien minuten bleef de„ Plu viose" in de boven aangegeven houding toen wij de sloep zich eenige meters zagen verwijderen van den onderzeeër, die langzaam wegzonk in de zee. Het is mij onmogelijk u ook maar een zwak denkbeeld te geven van den angst, die ons allen beklemde bij dien ijselijken aanblik, toen langzaam, bijna onmerk baar, als ware het om onze kwelling te verlengen, de „Pluviose" verdween in de diepte. Zooals ge wilt. Felicien drukte de hand, idie Régi- n'ald hem toestak. Maar hij deed het zoo weinig hartelijk, dat de Engelsch- man het gemerkte, hoewel zijn geest werd beziggehouden' ïnet al de nieuwe dingen, die hem omringden. .Reginald dacht: hij heeft Wat te weinig gesla pen, zijn slecht humeur zal wel over gaan. Hij kwam tot het besluit, duit de Fransclien weinig weerstandsvermogen bezitten en vervolgde zijn wandeling op bet platte dak. Wat een zonderlinge morgen, fluis terde hij. Parijs is geheel zichtbaar. Lon den nooit.... Wat is dat daar, in het Noor den De vlakte van St. Denis, antwoord de Louis Proudonen daar in de verte links, dat zijn de donkere lijnen van het bosch van 'Saint Germain. Het is het laatste oogenblik' der schemering, hernam Reginald. Zie, Pa rijs heeft geen kunstlicht meer, btèhalvé dat der stations of der signalen en de kaaivuren. En wat ieen prachtige hemel. Lange doorschijnende mistsjerpen bewogen zich boven de huizenmaar in het Oos ten vormden zij zich tot een krans van violet, die op Belleville rustte. En' het uiterste tipje van den lichten wolk, werd met za,cht rose «overgoten, daar ;waar Duitschland De ziekte des Keizers. Een telegram heeft gemeld, dat do kroonprins tijdelijk een deel van 's keizersi taak heeft overgenomen. De keizer heeft teen gezwel aan de rechterhand;- veroor zaakt door den steek van een insect. Dei ontsteking werd terstond door ;s keizers gewonen lijfarts behandeld ,en uitgesne den. .Wilhelm II moet nu zijn arm in een doek dragen. Een dag of drie, vier,- zal daarom de kroonprins nog staatsstuk ken moeten teek en en. De keizer heeft blijkbaar overigens van dit ongemak geen last; hij ontving den Italiaanschen minister van Buitenlandschei sche Zaken, markies di San Giuliano, del Chineesche missie en zal ook den koning en de koningin der Belgen ontvangen. Te Berlijn zijn een aantal Chineezein, aangekomen om militaire aangelegenhe den te bestudeeren. China schijnt zich' ook al meer j,modern" te gaan bewape nen. Prins Tsai-tao en de overige leden van; de Chineesche militaire studie-commis- sie zijn gisterochtend in tegenwoordig-, beid van staatssecretaris v. Schön en den Chineeschen gezant door den Kroonprins ontvangen, aangezien de Keizer door het verband om zijn rechterhand zijn para de-uniform niet had kunnen aantrekken. Prins Tsai-tao hield een voor den Kei zer bestemde toespraak, waarin hij ver klaarde, dat de Keizer in de geheele we reld den naam van een uitnemend stra teeg had, wien de verhooging van dq slagvaardigheid van het leger boven al les ter harte ging. .Hij was overtuig^ dat de Keizer de macht, die het sterk ste leger verleent, uitsluitend tot handha ving van den wereldvrede zou gebruiken.; De Kroonprins bedankte uit naam van, den Keizer. De Duitsche militaire over heid zou,- zeide hij, er naar streven, den Chineezen alles te laten zien, wat .vooi* hen van belang kon zijn. De commissie is daarna door de Kei zerin ontvangen. Amerika. De rijke Amerikanen kunnen de weten schappelijke instellingen van hun land goed bedenken Vier mcJlionnairs uit de stad St. Louis hebben nu weer eeij stichting van 5 millioen dollars in 't le ven geroepen tot het oprichten van een medische hoogeschool. Deze zal deel uit maken van de reeds bestaande. Washing- thon-universiteit. Behalve deze millioenen van de heeren Bixby, Busch, Malllnkrodt en Brookings zijn nog meerdere schenkin gen gedaan van geringer bedrag, die St. Louis de best georganiseerde en met de modernste hulpmiddelen toegeruste medi sche inrichting moeten geven. Met de 36 millioen gulden, die de mil- lionnair Wijman aan de universiteit. Prin ceton heeft vermaakt, hebben de Ameri- kaanscbe wetenschappelijke instellingen aldus in weinige dagen weer meer dan 48 millioen gulden ontvangen. Provinciale Bond van R. K. Kies- vereenigingen in Zuid-Holland. Zondagmiddag hield de Prov. Bond van R. K. Kiesvereenigingen in Zuid-, Holland de jaarvergadering in het Z.-H. Koffiehuis, Den Haag. Het voorzitterschap werd waargeno men door den heer Joh. Koot, van Rot terdam, vice-voorzitter. Na opening met den christelijken groet verwelkomde de voorzitter de 81 afge vaardigden en gaf hierna het yvoord aan den secretaris, die een schrijven voorlas,- waarin Mr. E. R. H. Regout, tot dusver voorzitter van den Bond", als zoodanig zijn ontslag neemt op grond van zijne benoeming tot Minister van Justitie, ei* tevens in dat schrijven de beste Wenschen, voor dek Bond uitspreekt. De voorzitter wijdt een woord van het licht ging geboren worden. En Re ginald en Felicien zagen de daken en de koepels en de torens zich al duidelijker afteekenen tegen het lichtende firma- in eint I Al deze steen'en hebben een door schijnend witte kleur, zei Reginald. Dé basiliek lijkt gebouwd uit steen van de kleur van ongezuurd brood; als men het zoo uitdrukken kan. Zij geeft haar ze gen over Parijs. Zij staat daar hoog iri de pracht van' den dageraad. HaDaar is de zon"! De zon, zei Félicien, waarom begroef ge haar? Reginald luisterde niet. Zijn blik was, naar de verte gericht. De randen der lichte wolken 'hadden een kleur aange nomen van granaat. De z°n steeg opr en plots veranderde het geheele uitzicht Terwijl de huizen in donkere schaduw! bleven, begonnen eenige hooge monu menten der stad te leven en vorm aan te nemen. En dichtb'ij, aan den top van een' der kleine koepels der kerk, was het' of bloemen' van steen zich in rood en" bloei zetten. Ge spreekt als één' geloovige, zei Félicien'. i' Zijn stem' was hard en uit Zijn woon den sprak droefheid. I {Wordt ïervolgdk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5