De Slagboom.
BUITENLAND,
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Dinsdag 31 Mei.
Uit de Pers.
Het enquête-debat.
5,De Standaard", het orgaan vali
idr. Kuyper,- geeft eenige beschouwingen
pver het enquete-debat.
Daarin heet het o. a.
Berst na Vrijdag kwam men tot het
inzicht, dat men misleid was door een ge
maskeerde batterij. Geheel ter goeder
trouw hadden de meesten zich ingebeeld,-
dat er werkelijk niet anders dan bezorgd
heid voor onze politieke moraliteit in het
spel was. Thans echter ontwaarde men
duidelijk, hoe deze politieke moraliteit
slechts als scherm dienst deed,- en dat
men achter dit scherm scherp geschut in
positie had gebracht, er op gericht om
onzie geheele Staatkundige constellatie in
haar tegendeel om te keeretn. Dat d!it uit
kwam,- danken we aan den voorsteller
van de enquête zelf, die aan het slot
zijn philippica, in overmoed, de onvoor
zichtigheid beging,- met licht achter het
scherm te spelen, en zoo den toeleg ver
ried.
Voorop trok daarbij De Savornin Loh-
man uit. Nog was hijwei niet geheel van
zijn borstaandoening hersteld; maar, nu
?t zóó toeging, wilde hij op 't appel
niet ontbreken, en hij sloeg zijn slag zoo
meesterlijk, zoo niets-sparend, zoo raak
•ep. doortastend, dat de lansen trilden,
en heel de Kamer op eenmaal voelidle^
hoe de kansen waren omgezet. Zijns was
een koninklijk optreden, dat voor de lin
kerzijde alle hoop beschaamde, alsof vroe
ger geschil met Dr. Kuyper, hem half
Links zou doen schuiven. Veeleer nam hij
2t met broedertrouw en parlementairen
moed voor den gesmaden bondgenoot
op; drong De Beaufort en Van Doorn
met hun „in-venijnigheden" in den hoek;
rukte èn aan den voorsteller èn aan de
liberale groep het mom van het gelaat
en toonde in gloed van taal, hoe heel dit
kabaal geen andere oorzaak had dan voor
[Troelstra in 1903 en voor de Lib eralisten
In hun tijdelijke ontzetting uit de macht
Daarop verbrak ook de anti-revolutio
naire partij haar dusver steeds kalme tac
tiek, en bij monde van Colijn en Ooster-
•baan,- sprak ze nu het tot dusver ingehou
den woord; qm het kloek, met warme
sympathie en toch zonder zweem van
oncritLsche vergoelijking voor haar voor
zitter op te nemen. De door Dr. Kuy
per zelf beleden onvoorzichtigheid; werd
veeleer zonder sparen afgekeurd; maar
juist in die ridderlijke belijdenis van
schuld de grond aangewezen, waarop het
geloof in de trouw van zijn eerewoord
rustte. Gefeild heeft een ieder op zijn
beurt, maar nooit kan zulk een feil, zoo
sprak hij, te niet doen, wat door veer
tigjarige toewijding tot heil van ons volk
verricht is. Zulk een band breekt niet,
al rafelde er een enkele draad in los. Zoo-
als onder feilbare mannen de band gelegd
was,- zoo hield men er in onverbreekbare
trouw ook na de beleden feil aan vast.
En na Colijn spraken van Roomsche
fcijde De Stuers en Loeff.
De Stuers lichtte de beteekenis van on
ze ridderorden ,uit de wetten van haar
instelling toe en dreef zijn spot met de
iWichtigthuerei, alsof het uitlokken van
KÜenstelijke daden [niet geheel normaal
zou zijn, En na hem trad de oud-
minister Loeff op, om wat Lohman
onder den gloed eener bezielde inspiratie
had gesproken, nogmaals met fijne ironie
jen meesterlijk juridisch betoog aan te
scherpen. Diep sloeg zijn manlijk woord
in. Ook bij hem geen zweem van die
maat te buiten gaande persoonlijke ver
goelijking, Veeleer onbewimpeld streek
hij het vonnis over wat als schuld beleden
Was. Hij teekende Dr. K.'s persoonlijk
heid, gelijk hij die, door een saamwerking
FEUILLETON.
(Vr'il - n^aar het Fransch, van,
'RENÉ BAZIN).
33)
Daar was hij dan,- 's nachts in een
Franscbe kerk,- zonder dat één zijner dier
baren hem er zelfs maar in ge
dachten zou kunnen vinden, vergeten,
ials 'eenig vreemdeling misschien, maar
zeker als eenig afvallige. .Waarom bleef
hij hier? Hij vroeg het zich af,- maar
ivas niet in staat een juist antwoord te
geven. Met oplettendheid beschouwde hij
dat Brood in goud gevat; een heimelijke
zachte wil,- die hij als zeer redelijk voel
de, behield over hem de overhand en
deed zijn hart en geest openstaan,- als
jde huizen in de lente.
Reginald vond in deze -Katholieke om
geving de eerste ontroering terug van het
kind, dat voelt dat het een ziel heeft, de
zelfde ontroering, di,e hij meermalen ge
voeld had in zijn prille jeugd, wanneer
Zijn vader 's avonds in de kapel van Red-
[hall hardop uit den Bijbel las.
iMa,ar daarin niengde zich p.u gqn nieuwe
van vier jaar, en een omgang van straks
tien jaren,- tot in de kleinste bijzonderhe
den had leeren kennen. Vergeleek de mo
raliteit van .Troelstra in 1903 met zijn
ophef van thans. Legde den wortel bloot
waaruit deze Hetze was opgekomen. En
eindigde met een warmen handdruk aan
de antirevolutionaire partij, waaruit de
nobelste sympathie sprak.
Zoo lag het scherm aan flarden ge
scheurd voor den grond, en was stuk
na stuk van de batterij; die men daar
achter had opgesteld; vernageld. Fraaie
theorie! Ge valt een tegenstander fel aan
op onvolledige gegevens, en zonder iets
dat naar bewijs ook maar zweemt. Dan
roept ge zijn vrienden op, om een schan-
paal voor hem op te richten. En weigeren
ze dit volstandig, dan heet het, als bij
kabaal in de achterstegen: Ge durft niet!
Alsof ooit mannen van eer zich door zulk
een geroep lieten intimideeren. Men weet,
dat drie mannen van hoogen naam straks
het geding onderzoeken zullen en uit
spraak doen. Maar dit rekent men niet.
Daar stelt men geen vertrouwen in. Men
wil indringen in iemands particuliere le
ven,- om, ook ai blijkt dan van schuld
van curruptie niet het allerminst, toch
nieuw materiaal bijeen te zamelen, om
van voren af aan zijn Hetze opnieuw te
kunnen beginnen, Voor zulk een kabaal
zou geen man van Links wijken, zoo het
één hunner gold, en daarvoor gaat geen
man van Rechts uit den weg, nu een
onzer leidslieden in het geding is. Po
litiek mag niet verlaagd tot een buurt-
kabaal als aan de Bierkaai.
Blijkbaar is de mijn dan ook verkeerd
gesprongen.
Bedoeld was de Coalitie te breken. Feit
is thans,- dat die Coalitie, juist door het
gehouden debat, vaster dan oiit zit in-
eengeklonken.
Over haat.
In ;,De! Tijd" lezen wij:
y,De linkerzijde van de Tweede Ka
mer heeft het aan de rechterzijde erg
kwalijk genomen,- dat men inzake haar
houding bij het enquête-debat motieven
van haat en wraak heeft verondersteld.
Mr. Troelstra zelf was erg boos, dat
hij in ons Kameroverzicht bij den „genius
van den haat" is vergeleken. Zonderling
toch, dat men zich zoo opwindt, als men
zijn eigen motieven ziet blootgelegd, te
meer waar links zich allerminst heeft ont
zien allerlei minwaardige analyses van
de gevoelens van rechts te phantaseeren.
,-,Het Volk" vooral durft nog heel wat
verder te gaan.
Tegenover Mr. Troelstra's verontwaar
diging over deze qualificatie kunnen wij
toevallig wijzen op een prachtig phan-
tasietje van zijn lijforgaan, nummer van
26 Mei j.l. Daar schrijft de redactie n.l.
in te en hoofdartikel. „Zij moeten" van
den grijzen afgevaardigde uit Goes, den
heer Lohman:
„Hij putte al zijn vernuft, al de handig
heden van den geroutineerden politikus
uit om den man, dien hij innerlijk
haat, te redden."
Meer perfide onderstelling, lagere .uit
eenzetting van die beweegredenen van
den edelen grijsaard hebben wij nooit ge
lezen.
Zoolang de sociaal-democraten zich nog
zulke vrijheden veroorloven, blijven zij
ons van het lijf met hun verontwaardi-
gingsvertoon over onze slechtheid."
De heeren van de S. D. A. P. en
hun bondgenooten en slachtoffers gaan
natuurlijk voort met hun j,perfide" onder
stellingen te uiten. Het is thans voor
het oog van iedereen wel duidelijk,- wat
ze te beteeken en hebben.
Ook „Het Centrum" wees op: den
politiek en haat, die links bij het enquête
debat naar buiten kwam.
y,Inderdaad, de politieke haat door
stroomt en doorgloeit gansch dit debat,
zooals het door liberalen en sociaal-de
mocraten in broederlijke overeenstem-
ining wordt gevoerd. En daarbij open
baart zich ook de toeleg, brutaal door
Mr. Troelstra uitgesproken, en nog eens
nadrukkelijk geconstateerd; om door de
ze wijze van optreden de coalitie te on
dermijnen en aan het Kabinet een zoo
ontroering, een haken naar iets in eer,
en hooge begeestering.
Hij dacht: „Dat is de omverwerpinlg
der oproerige rede, maar de overwin
ning van de hoogste wijsheid en liefde.
Als Hij eens hier was, dicht bij, en niet
te kennen alvorens Hij gesproken had,
evenals in Judea, in den tuin van het
H Gr.af, toen Magdalena Hem voor den
hovenier hield. Wat zou hij Hem vra
gen om kracht, om den weg, om het le
ven...
Hij was niet moe van het staan, en
toch bogen zijn knieën en h'ij bleef een
korten tijd neergeknield, terwijl zijne
oogen gericht bleven op de Hostie, waar
heen, evenals het geloof der anderen,
zijn twijfel bad.
Hij stond op. Zijn makkers hadden
geen acht op hem geslagende-klok
sloeg; hij ging zonder naar iets te kiij-
ken van zijn plaats weg, in een ontroe
ring van geluk, en in de bijgebouwen
der b'asfliek trachtte hij te gaan' slapen.
Het b'ed was kort en1 de matras haiidl.
Reginald dacht aan de gemakkelijke beid
den in Engeland.
Hij had gemeend, dat h'ij 'op (dejze!
hoogte boven Parijs het ongelijk ge
gons der stad zou hooren,- als een Jied
dier zee, en deze meening had niet .Wei
nig bijgedragen tot Zijn besluit om den
ftacht op Mont.ma.rt.re jdgflr Jfegngefl.
mogelijk onherstelbaren slag toe te bren
gen
Duidelijk en met onbevangenheid heeft
men van Rechts gesproken, zich niet la
tende weerhouden door de nijdige in
terrupties der sociaal-democraten, of de
grove aardigheden van den heer Rcod-
huyzen. Maar nu is de liberale pers, jiu
zijn die Kameroverzichten van ï,N. Rott.
Crt.", „Nieuwe Courant" en „Handels
blad" dan ook vol grimmigheid. TroelL
stra's requisitoir had de schrijvers ver
leden week bijna lyrisch gestemd van
enthousiasme: de redevoeringen van de
Rechterzijde gehouden doen hun de pen
doopen in vitriool.
Curieus Is het daarbij op te merken,-
dat men voor dit optreden der katholieke
en antirevolutionnaire sprekers geen an-
erejdi verklaring schijnt te kunnen vin
den, dan dat er een „wachtwoord" ge
geven is.
Maar zou men nu werkelijk van Links
zoo onnoozel zijn te meenen, dat ter
Rechterzijde niet terstond de politieke bij
smaak is geproefd, welke de campagne
over de „lintjeszaak'" van meet af aan
kenmerkte? Men behoefde werkelijk niet
te „bedenken", wat voor pagenoeg ieder
een sinds maanden duidelijk is en als
een roode draad door gansch deze be
weging loopt. Men had slechts te consta-
teeren; het werd ook geconstateerd.. En
dan zou men eerst na Vrijdag tot die
ontdekking zijn gekomen!"
„De Maasbode" neemt een loopje met
de liberale pers, die thans bezig is haar
houding goed te praten.
Het blad zegt, na een overzicht van
enkele artikelen te hebben gegeven:
„De volgelingen in hun trouw ge
sterkt. De bondgenooten nauwer rond
om hem geschaard. Zóó is het.
Zouden echter de liberalen het ge
heel zonder Dr. Kuyper kunnen stel
len?
Hoe zouden zij dan den verkiezings
strijd moeten voeren?
In weerwil der dramatische ontboeze
mingen van het „Handelsblad"- zullen we
't binnenkort wel weer hooien. Kiezers,
stemt toch niet voor de Christelijke can
didates Want dan stemt ge voor den
grooten snoodaard Kuyper, Kuyper,
Kuyper! Hij heeft de natie verscheurd.
Hij heeft de volkseenheid versplinterd.
Zijn fanatisme brengt Nederland aan den
rand van den afgrond.
Let eens op, hoe vief, krachtig en af
schrikwekkend voor den echten liberaal
Dr. Kuyper dan weer overeind zal
staan.'2
De eedskwestie.
Iti „De Tij"d" schrijft Prof. Struycken
van de Amsterdamsche Universiteit een
artikel over een onlangs door den Hoo
gen Raad uitgesproken arrest in zake
den eed.
Prof. Struycken schrijft o. a., dat het
arrest zeker niet een type is van waf
men noemt „sociologische rechtspraak",
d. w. z. rechtspraak, die Izich aanpast
aan de eischen van het maatschappelijk
leven. De oude methode werd gevolgd:
gezocht werd naar de „bedoeling" van
den wetgever, en als zoodanig werd aan
het licht gebracht een stelsel, d^t vier
kant afwijkt van hetgeen nu bijkans een
eeuw lang op grond van dezelfde be
doeling" als het juiste werd beschouwd,
terwijl bovendien de nieuw gevonden
„bedoeling" dreigt, groote verwarring
te brengen in de strafprocedure.
„In het kort samengevat, .besluit
prof. S. is dus nu het stelsel aldus
De Doopsgezinden kunnen met de Be
lofte volstaan zij, die niet tot een kerk
genootschap behoor en, kunnen piiet tot
den eed worden gedwongen of zij op
gron'd eener belofte als getuigen kunnen
worden toegelaten, is niet beslist; Zij
die tot een kerkgenootschap béhoorfen,
buiten het Doopsgezinde, kunnen alleen
na afelgging van een ee'd als getuigie
worden toegelatenschrijft hun kerkge
nootschap een bepaalden eedsvonn voor,
dan moet deze worden gevolgdis dit
niet het geval, dan blijkt uit hert arrest
niet, of ze hetzij in 't geheel niet als
getuige kunnen worden toegelaten, het
zij den ped in iederen vorm kunnen af-
Hij kwam bedrogen uit. In plaats van
het geluid van eb' en vloed, was alles
rondom hem doodstil. De stilte werld
slechts verbroken door het fluiten van
treinen aan het Noorderstation.
Overmand door vermoeienis, verkeer
de Reginald in de meening op reis te
zijn en te slapen in de kajuit van eeln
schip en hij meende de bevelen te hoo-
ren' der officieren op de brug. Een kort
en' dof geloei steeg op uit de diepten
van den oceaan. En in de verte riep daar
niet de stoomfluit van een schip in den
mist? Toen werd alles stil. In zijn slaap
verdween' de gedachte aan de zee. En de
millioenen menschen, die waakten of
sliepen rondom den Montmartre, maak
ten niet meer geluid dan een kerkhof.
Reginald was in een vasten slaap ge
dompeld; toen Louis Proudon aan zijn
deur klopte en zei: „Het is kwart over
drie, mijnheer tie Engelschman, "wil m
ppstaan
Een' kwartier later volgden (Zij den
opgaan'den weg, die naar het steen'en
platte dak der basiliek voert Félicien
voegde zich bij hen'. Hij zag bleek.
Het zal een schitterende dag wor
den', sprak Reginald, terwijl hjij naar de
kim' wees.
Neen', een koud en morgen, ant
woordde Felicien. Als ge het goed vinjdt
zullen jye bier jnaa,r «even blijven.
leggen, dien hun kerkgenootschap als
voldoende erkentof dit laatste het ge
val is, wordt beslist door dep' rechter
zonder controle door den Hoogen
Raad".
Frankrijk.
De „Pluviose".
Na groote moeite en langdurige inspan
ning is het aan de duikers gelukt om de
Pluviose" te verankeren, zoodat die boot
niet meer, zooals tot dusver door de aan
houdende zeestroomen aanhoudend wordt
verplaatst.
De Minister van marine bevond zich
aan boord van de torpedoboot Girafe, die
met het bergingswerk was belast.
Een der duikers bracht op een ge
geven oogenblik de vlag der j,Pluviose"
naar boven.
Zaterdagavond eindelijk gelukte het eetn
der kettingen,- waarmede het ongelukki
ge scheepje moet worden naar boven
gebracht, aan de daarvoor bestemde ha
ken te bevestigen.
De Ministers der Fransche Republiek
hebben besloten,- om, ten teekem vap
rouw,- den eersten tijd! aan geen enkele
feestelijkheid of diner deel te nemen.
De gala-voorstelling,- die in de groote
Opera te Parijs voor weltladighaklsdoel-
einden op 9 Juli wordt gegeven, zal thans
ook gedeeltelijk plaats hebben ten voor-
deele van de nabestaanden van de slacht
offers der j, Pluviose."
V I Vil
De ramp der „Pluviose".
Een der passagiers van de „Pas de
Calais", het schip, dat in aanvaring is
geweest met de „Pluviose", heeft aan
den berichtgever van den „Matin" te
Londen het volgende verhaal gedaan
van zijn bevindingen tijdens de ramp,
die aan een aantal zeelieden het leven
heeft gekost.
„Wij hadden Calais sedert eenige
oogenblikken verlaten. Ik stond aan bak
boord en bemerkte, of beter gezegd, ik
had het onbestemde gevoel, dat de „Pas
de Calais" op iets was gestootcn. Ik
boog mij onmiddelijk over de verschan
sing, maar bemerkre niet anders dan
een draaiende beweging in het water
en eenige kleine stukken wrakhout. Van
de tien passagiers hadden er negen
niets bemerkt, tot ons vaartuig plotse
ling achteruit ging
Dat oogenblik zal ik nooit vergeten.
Wat was er gebeurd Waren wij in
botsing gekomen Zouden wij zinken
Toen de „Pas-de-Calais" ongeveer
50 M. achteruit was gestoomd, zagen
wij een schouwspel, dal ons deed ver
stommen van verbazing en angst. Lang
zaam, bijna onmerkbaar verhief zich de
achtersteven van een schip boven de
schuimende golven.
De kapitein van de „Pas-de-Calais"
stelde ons gerust met de verklaring,
dat wij geen gevaar liepen en gaf bevel
een sloep neder te laten, in welke zeven
matrozen plaats namen. Deze roeiden
onmiddellijk naar het in nood zijnde
schip en sloegen herhaaldelijk met hunne
riemen op de romp van het vaartuig,
opdat de bemanning zou weten, dat
hnlp in de nabijheid was. Maar er kwam
geen antwoord. De bemanning van het
gezonken schip, dat thans voor een der
de boven water uitstak moet verdoofd
zijn geworden door den hevigen schok
of naar voren geslingerd zijn, waar het
misschien niet mogelijk was iets tehoo-
ren.
Ongeveer tien minuten bleef de„ Plu
viose" in de boven aangegeven houding
toen wij de sloep zich eenige meters
zagen verwijderen van den onderzeeër,
die langzaam wegzonk in de zee. Het
is mij onmogelijk u ook maar een zwak
denkbeeld te geven van den angst, die
ons allen beklemde bij dien ijselijken
aanblik, toen langzaam, bijna onmerk
baar, als ware het om onze kwelling te
verlengen, de „Pluviose" verdween in
de diepte.
Zooals ge wilt.
Felicien drukte de hand, idie Régi-
n'ald hem toestak. Maar hij deed het
zoo weinig hartelijk, dat de Engelsch-
man het gemerkte, hoewel zijn geest
werd beziggehouden' ïnet al de nieuwe
dingen, die hem omringden. .Reginald
dacht: hij heeft Wat te weinig gesla
pen, zijn slecht humeur zal wel over
gaan. Hij kwam tot het besluit, duit de
Fransclien weinig weerstandsvermogen
bezitten en vervolgde zijn wandeling op
bet platte dak.
Wat een zonderlinge morgen, fluis
terde hij. Parijs is geheel zichtbaar. Lon
den nooit.... Wat is dat daar, in het Noor
den
De vlakte van St. Denis, antwoord
de Louis Proudonen daar in de verte
links, dat zijn de donkere lijnen van het
bosch van 'Saint Germain.
Het is het laatste oogenblik' der
schemering, hernam Reginald. Zie, Pa
rijs heeft geen kunstlicht meer, btèhalvé
dat der stations of der signalen en de
kaaivuren.
En wat ieen prachtige hemel. Lange
doorschijnende mistsjerpen bewogen
zich boven de huizenmaar in het Oos
ten vormden zij zich tot een krans van
violet, die op Belleville rustte. En' het
uiterste tipje van den lichten wolk, werd
met za,cht rose «overgoten, daar ;waar
Duitschland
De ziekte des Keizers.
Een telegram heeft gemeld, dat do
kroonprins tijdelijk een deel van 's keizersi
taak heeft overgenomen. De keizer heeft
teen gezwel aan de rechterhand;- veroor
zaakt door den steek van een insect. Dei
ontsteking werd terstond door ;s keizers
gewonen lijfarts behandeld ,en uitgesne
den. .Wilhelm II moet nu zijn arm in
een doek dragen. Een dag of drie, vier,-
zal daarom de kroonprins nog staatsstuk
ken moeten teek en en.
De keizer heeft blijkbaar overigens van
dit ongemak geen last; hij ontving den
Italiaanschen minister van Buitenlandschei
sche Zaken, markies di San Giuliano, del
Chineesche missie en zal ook den koning
en de koningin der Belgen ontvangen.
Te Berlijn zijn een aantal Chineezein,
aangekomen om militaire aangelegenhe
den te bestudeeren. China schijnt zich'
ook al meer j,modern" te gaan bewape
nen.
Prins Tsai-tao en de overige leden van;
de Chineesche militaire studie-commis-
sie zijn gisterochtend in tegenwoordig-,
beid van staatssecretaris v. Schön en den
Chineeschen gezant door den Kroonprins
ontvangen, aangezien de Keizer door het
verband om zijn rechterhand zijn para
de-uniform niet had kunnen aantrekken.
Prins Tsai-tao hield een voor den Kei
zer bestemde toespraak, waarin hij ver
klaarde, dat de Keizer in de geheele we
reld den naam van een uitnemend stra
teeg had, wien de verhooging van dq
slagvaardigheid van het leger boven al
les ter harte ging. .Hij was overtuig^
dat de Keizer de macht, die het sterk
ste leger verleent, uitsluitend tot handha
ving van den wereldvrede zou gebruiken.;
De Kroonprins bedankte uit naam van,
den Keizer. De Duitsche militaire over
heid zou,- zeide hij, er naar streven, den
Chineezen alles te laten zien, wat .vooi*
hen van belang kon zijn.
De commissie is daarna door de Kei
zerin ontvangen.
Amerika.
De rijke Amerikanen kunnen de weten
schappelijke instellingen van hun land
goed bedenken Vier mcJlionnairs uit de
stad St. Louis hebben nu weer eeij
stichting van 5 millioen dollars in 't le
ven geroepen tot het oprichten van een
medische hoogeschool. Deze zal deel uit
maken van de reeds bestaande. Washing-
thon-universiteit. Behalve deze millioenen
van de heeren Bixby, Busch, Malllnkrodt
en Brookings zijn nog meerdere schenkin
gen gedaan van geringer bedrag, die St.
Louis de best georganiseerde en met de
modernste hulpmiddelen toegeruste medi
sche inrichting moeten geven.
Met de 36 millioen gulden, die de mil-
lionnair Wijman aan de universiteit. Prin
ceton heeft vermaakt, hebben de Ameri-
kaanscbe wetenschappelijke instellingen
aldus in weinige dagen weer meer dan 48
millioen gulden ontvangen.
Provinciale Bond van R. K. Kies-
vereenigingen in Zuid-Holland.
Zondagmiddag hield de Prov. Bond
van R. K. Kiesvereenigingen in Zuid-,
Holland de jaarvergadering in het Z.-H.
Koffiehuis, Den Haag.
Het voorzitterschap werd waargeno
men door den heer Joh. Koot, van Rot
terdam, vice-voorzitter.
Na opening met den christelijken groet
verwelkomde de voorzitter de 81 afge
vaardigden en gaf hierna het yvoord aan
den secretaris, die een schrijven voorlas,-
waarin Mr. E. R. H. Regout, tot dusver
voorzitter van den Bond", als zoodanig
zijn ontslag neemt op grond van zijne
benoeming tot Minister van Justitie, ei*
tevens in dat schrijven de beste Wenschen,
voor dek Bond uitspreekt.
De voorzitter wijdt een woord van
het licht ging geboren worden. En Re
ginald en Felicien zagen de daken en de
koepels en de torens zich al duidelijker
afteekenen tegen het lichtende firma-
in eint I
Al deze steen'en hebben een door
schijnend witte kleur, zei Reginald. Dé
basiliek lijkt gebouwd uit steen van de
kleur van ongezuurd brood; als men het
zoo uitdrukken kan. Zij geeft haar ze
gen over Parijs. Zij staat daar hoog iri
de pracht van' den dageraad. HaDaar
is de zon"!
De zon, zei Félicien, waarom begroef
ge haar?
Reginald luisterde niet. Zijn blik was,
naar de verte gericht. De randen der
lichte wolken 'hadden een kleur aange
nomen van granaat. De z°n steeg opr
en plots veranderde het geheele uitzicht
Terwijl de huizen in donkere schaduw!
bleven, begonnen eenige hooge monu
menten der stad te leven en vorm aan
te nemen. En dichtb'ij, aan den top van
een' der kleine koepels der kerk, was het'
of bloemen' van steen zich in rood en"
bloei zetten.
Ge spreekt als één' geloovige, zei
Félicien'. i'
Zijn stem' was hard en uit Zijn woon
den sprak droefheid.
I
{Wordt ïervolgdk