BUITENLAND,
De Slagboom.
BINNENLAND.
ring-
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 28 Mei.
Uit de Pers,
Grootspraak.
5Pi] lezen in de Volksb'anier
„Het Volk", orgaan van de eni, is
Hij, heel blij. In het nummer van 'Za
terdag heeft het een1 bewijs van goed ge-
drag aangehaald voor Zijn partij, en wel
ivan de liberale „Arnhemsche Courant
|die sprekende over de .verkiezingen jn
JJelgië zegt:
„Aan den eenen kant wist Wij iede
re volgende verkiezing het klerika-
iistne zich te handhaven, aan y-en
anderen kant nam' het socialisme
Sterk irf kracht toe. Onder den in
vloed vaii dit groeiend sociplistad
Zijn door de klerikale regeering en
kele wetten' tot Stand gebracht,- die
inderdaad genoemd mogen worden.
Zoo bijv. de wet op het arbeidscon
tract, op de onVervreembaarheid'van
het loon1, op de "bescherming Van
vrouw en kinderen, op de arbeidson
gevallen, op de werkliedenpenjsipd-
nen, op de instelling van 'de nijver
heids en arbeidsraden, de wet op
de Zondagsrust, en die op den rnijn-
arbeid".
Al deze wetten' zijn tot stand gekomen
in de laatste tien jaren, sinds de socv-
(democratie in' de Belgische K&nier heeft
gedaan, zegt het blad.
Alzoo: het lijstje dat hierboven' prijkt
(uitgevoerd door een' Christelijke regee1-
[ring, is tot stand gebracht door... 1de so-
„Natuurlijk", zégt „Het Volk,"» *'s
allemaal ons werk. Dat tó overal too,
in Frankrijk, Engeland, Duitschland ,dat
is ook in ons land zoo".
Hm, heelemaal geen grootspraak niet
.Waar. Och ja, de socialisten stemmen
jnog al eens tegen bij een sociale wet
zaet ge... maar toch, als ze er komt, dan'
is dat hun' werk. Je jnoet toch Imaar
ingenomen zijn met je zelf. Daarom' pakt
bet Volk zoo gretig eht bewijs van goed
gedrag gaan
Maar in dat zelfde nummer staat sbeerl
Ook onder 't redactioneel gedeelte. Pre
cies een kolom verder lezen we letterlijk
„En hoe staat de rekening van liet
26-jarig Katholiék regime ten' aan
zien van de sociale wetgeving?
De Katholieke sociale politiek in
België is zoo onvruchtbaar geweest
dat zij sinds 20 jaar ongeveer geen
enkele hervorming meer ten b'ate der
arbeidersklasse voortgebracht heeft.
Ziet ge daarvoor moet ge „bewuste"
lezers hebben, die snappen zeker hoe in
de eene kolom staat een lijstje van wet
ten „die inderdaad genoemd mogen wor
den", en in de volgende kolom^Sinds
20 jaar heeft deze geen enkele hervor
ming ten bate der arbeidersklasse voort
gebacht"
Maar dat slikken die bewuste lezers.
Frankrijk.
De muiterij onder de reservisten.
Dezer dagen zijn een tachtigtal reser
visten, die in het kamp van Massilan, op
korten afstand van Nimes gelegen, gele
gerd waren, aan het muiten geslagens.
Omtrent de aanleiding tot deze daad
Vinden we het volgende in de Fransche
bladen.
Het 204e regiment, een reserveregie-
ment, wordt gerecruteerd uit het depar
tement Gard en onder de 900 reservisten
yan dit regiment, die tegen den 23en Mei
voor een zevèntiendaagsche oefening, on
der de wapenen geroepen waren, bevon
den zich ongeveer 150 jonge mannen,
(die in de stad Nimes zelf woonachtig
fcijn.
De manoeuvres van de reserveregimen
ten moeten bij beschikking van den 22eh
[April 1908 van den Minister van Oorlog
dn der dezelfde voorwaarden geschieden
FEUILLETON.
(Vrifi tiaar het Fransch, van
RENÊ BAZIN).
32)
Herinneringen, een gevoel van spijt
jen van uitdaging tegelijk deden hem zien
[naar den remonstrans en die H. Hostie.
[Hij richtte er zijn blik op, die niets vroeg;
|en ihij kreeg het gevoel, de zekerheidi,' dat
[niet de geringste aandoening hem b'e-
[vvoog, en dat de aanwezigheid ,van het
j[H. Sacrament hem ongevoelig liet. Het
Jsmartte hem, dat hij onaandoenlijk bleef.
2fiij dacht, terwijl hij keek naar die witte
.tJostie in gouden stralen: ,;Mari,e weet
tniet, dat ik hier ben; maar jk zal haar
ifnoeten bekennen, dat ik hier niet beef,-
piet bid, niet ween dan alleen om haar,
[dat wil zeggen om me zelf.... Ben ik
.iWiel verplicht haar dat te zeggen? Heb
ben zelfs de heiligep piet hun prea yap
iagwhgid gekgndj?,
als in geval van mobilisatie; de troepen
worden niet in kapmes, maar in leger
kampen ondergebracht.
Zoo werd Ih et 240ste rëgim'ent Maandag
nadat het in Nimes geformeerd was, (naar
hiel schietterrein van Massilan geleid, waar
haar kamp reeds was opgetrokken.
Da burgers van Nimes hadden, deels
om particuleire, deels om financieele re
denen, liever gezien,- dat de soldaten in
de stad zelf overnachtten. En na eenige
agitatie in de pers had ook'de burgemees
ter die socialist is, besloten zich tot den
Minister van Oorlog te wenden, om hem
te verzoeken het daarheen te willen leidien.
De Minister gaf lechter een weigerend
antwoord,
Joen pu de reservisten in het kamp van
Massilan aankwamen, vonden zij den)
grond doorweekt tengevolge van lang
durige regenbuienen niet alleen de tan-
ten waren door jen door pat, maar .ook'
de slaapplaatsen hadden zeer veel van
d|en regen te lijdien gehad.
Zij begonnen te morren en wendden
zich met klachten tot de officieren. Dezen
wilden echter niets van de klachten Weten
waarop 80 man, door al het voorafgaande
geprikkeld, besloten bepakt en bezakt dien
terugweg naar de stad te aanvaardep.
Hoe het toen verder ging, is bekend.
De vier voornaamste belhamels zijn ge
arresteerd. Een van hen, die, toen ide
muiters de legerplaats verlieten en de
commandant van het kamp zulks wilde be
letten, 'dezen een slag toebracht met 'de
kolf van het geweer, zoo dat de kolonel
op den grond viel, is in staat van be
schuldiging gesteld, wegens het aanzetten
van militairen tot oproer en wegens mis
handeling van een superieur. Een tweedie,
del hoornblazer, die piet zijn hoorn het
sein gaf aan de muiters om zich te ver
zamelen, en nog twee belhamels, zijn in
beschuldiging gesteld wegens het aan
zetten tot insubordinatie
Alle .overige muiters zijn veroordeeld
tot 30, 15 of 8 dagen kri^sarrest
Verschillende Fransche bladen bevat
ten beschouwingen over de muiterij.
De radicale ,jPetite Republique" schrijft:
„In deze zaak hebben beide partijen
ongèlijk, de militaire overheid,- omdat ze
de reservisten niet beschermd heeft tegen
den regen en de reservisten, wier gedrag
betreurenswaardig .was. De nalatigheid
der officieren vormt geen verontschuldi
ging voor de insubordinatie der soldaten
Zij maakt ze hoogstens verklaarbaar."
De radicale „Petit Parisien" zegt:
„Manoeuvres dienen niet om de troepen
aan ziekten te gewennen."
Het royalistische „Journal" schrijft:
„Wanneer de Franschen niet meer de
onaangenaamheden verdragen willen die
de militaire dienst met zich meebrengt,
dan is het maar het beste, idat men het
leger afschaft."
Ons dunkt, dat laatstgenoemd blad den
spijker op den kop slaat.
De scheepsramp bij Calais.
Wij hebben reeds melding gemaakt van
de treurige scheepsramp bij Calais, waar
een onderzeeër der Fransche marine, de
Pluviose, overvaren' is door de postboot
Pas-de-Calais, die dienst doet tusschen
Calais en Dover. Het ongeluk ischijnt
'smiddags om half drie plaats gehad te
hebben. De Pluviose, bezig oefeningen
te doen, was ondergedoken en, naar bb-
vën' komende, is zij gestooten onder te
gen de Pas-de-Calais aan en gezonk'etf.
De opvarenden, ten getale van 25, zijn
omgekomen, niettegenstaande onmiddel
lijk pogingen tot redding zijn ingesteld
eerst door de Pas-de-Calais, die onmid
dellijk een boot uitzette, later met be
hulp van torpedobooten, sleepbooten en
drijvende bokken. Om half acht keerden
de schepen, die gepoogd hadden hulp
te verleenen, te Calais terug. De ontroe
ring was algemeen. Op de plek, waar de
Pluviose .gezonken was, stond zulk een
sterke onderzeesche stroom, dat er met
hijschwerktuigen niets uit te richten viel.
Tot tien uur heeft men nog getracht,
maar toen moest het reddingswerk pp-
gegeven worden. Uit Cherbourg zullen
machtiger hulpmiddelen gezonden wor
den*". De Pluviose hoorde thuis aan het
station voor onderzeeërs van Calais. De
drie commandanten van dat station be
vonden zich aan boord van den gezonken
Hij wendde de oogen af. Maar niet
minder wreede gedachten vervolgden
hem: „Ik ben niet altijd zoo geweest.
Er is iets in me uitgestorven. Woorden,
die groote beteekenis voor me hadden,'
hebben hun inhoud verloren. Ik voel aan
de kilheid van mijn hart, dat de broeder
schap tusschen mij en degenen, die hier
zijn neergeknield, is verbroken. Ik be
hoor niet meer tot hen. En het is niet
pas dezen avond, dat ik de verandering
opmerk! Maar mét welke duidelijkheid
zie ik haar nu...."
En de vraag keerde tot hem ,weer,
dringend ,en wreed: „Moet ik Marie de
proef, .die ik nu genomen heb bekendl
maken en haar mijn ziel eto es tand bloot
leggen"
Hij' was niiet verstrooid; hij zou graag
gewild hebben niet onverschillig te zijn,
en hij keek naar die neergeknielde .men-
schen, dan naar den leen,- dan paar den
ander Allen, waren in aanbidding. Dicht
bij hem bevond er zich een,- die de lippen
niet bewoog, maar |die aanhoudend het
hoofd gericht hield naar den remonstrans.
Hij bewoog zich niet. Maar uit [zijn pogejn,-
die Félicien kon zien,- spraken diepe eer
bied en oneindige liefde.
Tersluiks sloeg Félicien Reginald gade,
jdjg de a,rinqn gekruist [had en pn&ewege-
b'pot. Dadelijk nadat men aan boord van
Ide Pas-ide-Calais ben' schok van de aan
varing gevoeld had, zag men de Pluvio
se haar voorsteven' over een lengte van
12 a 15 graden' boven water uitsteken
in' een hoek van 35 graden. Onmiddel
lijk daarop zonk de boot weg. Veel olie
dreef op het water en' ook stukken hout
zag men drijven.
De Ventose, een andere onderzeeër,
die eveneens te t Calais gestationeerd1
is, deed oefeningen op zee, toen de ramp
plaats had. Toen de opvarenden aan de
beweging der schepen zagen, dat er iets
bijzonders gaande moest zijn, vroegen
zij door middel van signalen, wat er aan
de hand was. Het antwoord whs vree-
selijk. „Allen aan boord, zoo vertelt de
matroos 'der Ventose, braken in tranen
uit. Wij zetten onze oefening voort, ter
wijl wij onze 'kameraden b'ewfe enden, die
zooeven nog in het volle leven waren".
De En'gelsche Minister van Marine,
Mac .Kenna, heeft gisteren, zjoodra Ide
ramp helm b'ekend was, den Franschen
minister van Marine geseind: Vergun
mij, uit n'aam van de Engelsche admirali
teit, u (de verzekerin'g te geven van de
diepgevoelde sympathie der koninklijke
marine, bij gelegenheid van het Ver
schrikkelijke ongeluk met de onderzeeër,
dat u getroffen heeft.
Griekenland.
Van Kreta wordt gemeld', dat men (daar
met de algemeene wapening van het volk
is begonnen. Het nieuwe driemanschap
onder Veniselos verklaart, dat het in geen
geval van zijne laatste besluiten terug zal
komen. Het is van plan, tien vc-orname
Kretenzers naar Europa te zenden, dieltot
taak zullen hebben, de politici en de kran
ten te overtuigen, dat de gedane zaken
niet te veranderen zijn. Verder zal de
Kretenzer regeering alle betrekkingen met
Turkijie afbreken en alle wapens en ver
dere Turksche onderscheidingsteekenen
verwijderen. De Kretenzer Bank zal in de
Nationale Bank van Griekenland opgaan
en daarvan een bijbank worden.
In Athene heeft het bericht, dat de be
schermende mogendheden den toestand
van voor 1908 zullen herstellen, weinig
jgeloof en instemming gevonden. iMeïi.
voert ter tegen aan, dat de Kretenzers
er zicih uit alle macht tegen zullen ver
zetten, want de mogendheden hebben in
hun antwoord op het besluit van de Kre
tenzer Kamer tot vereeniging met Grie
kenland in October 1908 stilzwijgend' de
afschaffing van het toenmalige stelsel er
kend, en beloofd de kwestie van een ver-
oeniging welwillend te zullen onderzoe
ken onder voorwaarde, dat de orde op
het eiland niet verstoord zou worden en
men rekening zou houden met de Muzel-
mansohe minderheid. De Kretenzers mee-
nen zich daar stipt aan gehouden te héb
ben en de mogendheden hebben dit er
kend door hunne bezettingen van het ei
land terug te halen. De Kretenzers zouden
zich nu wel eens ontslagen kunnen re
kenen van de verplichting om de orde
te handhaven en de Muzelmannen te be
schermen.
Marokko.
De Sultan Moeleg Hafid heeft beslo
ten de folteringen en lijfstraffen in zijn
rijk af te schaffen!
De miss,ive, waarin zijn regeering dit
aan !h|et corps diplomatique mededeelt,
luidt aldus
„Zijn Sjerifjaansche Majesteit meent,)
dat de omstandigheden, welke straffen
noodiig maakten als die, welke destijds
aan de vrienden van den pretendent zijn
opgelegd niet meer bestaan, en dat deze
aan de vergetelheid moeten worden prijs
gegeven.
Zij doet er dus afstand van. t
De Sultan ifreeft besloten, om voor
taan geen straf meer te doen voltrekken,
die de gevoelens van vriendschap en ver
trouwen Uer Buitenlandsche Mogendhe
den te zijner opzichte kunnen schokken.
Wanneer sommigen zijner onderdanen
zich misdragen, zullen zij worden gestraft
in overeenstemming met de gebruiken,
die zijn aangenomen door andere be
schaafde islamitiesche Staten en door de
buitenlandsdhe regeeringen, die zich door
Ihun humane: gevoelens onderscheiden."
Het stuk eindigt met de bede, dat God
lijk stond. Van zijn kant dacht Reginald;
„deze menschen behooren tot alle klas
sen, behalve tot de allerarmste. Zij ko
men hier zonder eenig .bijoogmerk, zon
der eenige gedachte aan wereldsche be-
looning.
En toch ontvangen zij een belooning
voor hetgeen zij aan lichamelijke rust
opofferen. Hun ziel vindt een gerustheid^
een vertrouwen, die van hun gelaat at-
straalt. Zij bezitten den vrede. Ja zeker,
zij zijn oprecht.... Alle nachten zijn daar
mannen, die daar boven het hooge Parijs
waken en bidden. Zij bewaken misschien
de stad! .Wat een verschil met het -.be
derf idjaar beneden!.... Zoo iets ontbrak'
aan de beschaving der ouden...."
.Wat Reginald geleden had over het
bederf in Babyion kwam hem in het ge-
hjeugen. JHij dacht aan die echtbreuken,
'aan die .bedorvenheid der .zinnen, aan de
onbeschaamdheid der weelde, aan de har
de barbaarschheidi, welke zooveel arme
jen rijke vrouwen in slavernij gevangen
'hi|eld.
En hij dacht nog: -^Zou het .mogelif'"
zijn, dat door de gebeden van dezen,- an
deren zouden kunnen worden bekeerd?,
Hun naastbestaanden? Hun vrienden?
Hun vijanden? Zoud,en deze gelijken aan
d|e y/ofken, hüQ fegen brgngep tot
den Sultan moge helpen bij de vervulling
van zijh goede voornemens.
China.
De Troebelen.
De laatste berichten over onlusten of
dreigende onlusten in Midden- en Zuid-
China doen den toestand ernstig inzien.
De provincie Hoenan is op 't oogen-
blik het meest blootgesteld aan de ge
welddaden van het muitende volk, dat
in hongersnood verkeert, ten deele ver
oorzaakt door overstroomingen.
Ook in de buurt van Sjanghai echter
bijv. te Soetsjow en Ningpo zijn on
lusten voorgekomen en het geheele Jangt
sédal verkeert in gisting.
Het zal voor jte regeerin'g een steeds
meer dringende noodzakelijkheid worden
zoowel repressieve maatregelen te ne
men1, als economische en andere fenis-
s tanden, die in deze streken ree|ds se
dert den Taipingopstand moeten bestaan,
radicaal op te ruimepl Eerst nu is ook
de regeering begonnen piet van megee-
ringswege rijst op te koopen en voor
geval van' nood in voorraadschuren pp
te stapelen. Qewetenlooze rijstspeculan
ten zijn in hun handelingen (niet belem
merd en waren zoo in de gelegenheid de
prijzen op te drijven.
Het is ook merkwaardig, dat de mö-
dernste aller bewegingen, de arbeiders
beweging, in Zuid-China door loon-
eischen en werkstakingen van z'ich doet
spreken.
Nog vele redenen tot ontevredenheid
over de Regeering meent het volk te
hebben. De Mandjoes, die de eigenlijke
Chiaieezen ,uit hun ambten verdrongen
hebben, de steeds meer Jnid wordende
drang naar een vertegenwoordigend li
chaam, alles voert er toe het volk ver
bitterd te doen zijn.
De overheden echter vinden het Idan
een probaat middel de algemeene wrok
op de vreemdelingen af te wentelen, om
aan den dans te ontkomen.
Aan de Katholieke Arbeiders.
In Eindhoven en omgeving werd het
volgende manifest verspreid ter wering
van onderkruipers. Daar ook in andere
deelen des lands thans getracht wortdt
onderkruipers aan te werven, verzoekt
men' ons dit manifest op te nemen:
Aan de Katholieke arbeiders en
i arbeidsters van Eindhoven en
omgeving.
't Is u bekend, dat door de firma Phi
lips eri Co. honderden arbeiders en ar
beidsters zijn ontslagen, omdat zij niet
afstand wilden doen van hun recht om
zich te vereenigen in eene Roomsch Ka
tholieke organisatie.
Ieder Katholiek en ieder weldenkend
mensch moet dezen aanslag op het Ka
tholiek vereenigingsrecht der Katholie
ke arbeiders en arbeidsters, alsmede op
het Katholiek beginsel en de Katholieke
overtuiging dezer arbeiders en arbeid
sters ten zeerste afkeuren en tevens den
moed en de overtuiging der mannen, jon
gens en meisjes prijzen. Van alle zijden
vindt het leidingscomité dan ook sympa
thie en steun in dezen idoor jde firma
Philips tegen de Katholieke arbeiders
aangebonden strijd. Wij komen ons thans
wenden tot u, Katholieke arbeiders ien
arbeidsters, om u te waarschuwen, te
gen het verrichten van onderkruipers-
dien'st.
Bedenkt, dat zij niet alleen verraad
plegen tegenover hunne medearbeiders
en arbeidsters, maar ook verraad aan hun
n'e Kath. beginselen, Laat u toch geen
zand in de oogen strooien door de ver
klaring, in de fabriek van Philips opge
hangen, dat degenen, die na 17 Mei tot
de Katholieke vereeniging zijn toegetre
den!, niet ontslagen worden. Hiermede
is het door de firma gepleegde onrecht
een de op de Kath. organisatie en het Ka
tholiek beginsel gepleegde, aanslag,
daags voor Pinksteren, niet in het min
ste hersteld of verzacht. Katholieke ar
beiders en' arbeidsters, werpt de blaam
biet op u, te worden onderkruipers of
onderkruipsters.
aan de uiteinden der aarde? Wat een
schoone gedachte van kracht! Wat een
domein grooter uan alle keizerrijken!
Félicien boog zich naar hem toe.
Ik ga weg Gaat ge mee?
Neen.
Morgenvroeg om drie uur kom jk
\Veer bij u.
Goed.
Félicien wachtte teen oogenblik, den
kend, dat Reginald zich met hem tegelij
kertijd zou terugtrekken. Toen ging Ihij
wieg, en men hoorde zijn stappen zich ver
wijderen over de plavuizen.
Reginald verzonk weer in zijn mijine-
„Zij' twijfelen ier niet ,aan, dat zij .zich
bevinden in ide tegenwoordigheid van
Ohristus, die Zich uit liefde van gedaante
verwisseld heeft. Overal voelt men hier de
goddelijke tegenwoordigheid, de Chris
tus, die onder de menigte woont en de
ellende nabij is. Dat is waarlijk een groo
te troost. Alle menschelijke nooden roe
pen om Zijn tegenwoordigheid.... En wij
ien anderen missen die. Er is grooter af -
stand tusschen Jezus Christus en ons
dan tusschen deze menschen en Hem.
Misschien zien eenigen dezer Hemhun
gezichten stralen.... Waartoe zouden de
tempels idienerij indien wij gr onzen ,God
Toont respect te hebben voor uwe en
anderer Katholieke beginselen.
Toont u solidair
Blijft weg uit de fabriek' vanf"Philips1,
zoolang het gepleegde onrecht niet is,
hersteld. Het Leidin'gs-comité..
Mr. Troelstra's beweringen.
Naar aanleiding van de medeldeeling
van den heer Loeff in de Tweede Kamer
dat Mr. van Gigch aan Dr. Kuyper een
schrijven richtte, houdende mededeeling
dat de Lehmanns niet betrokken waren
in het proces-Haas-Van Hall heeft het
„Hbl." Mr. L. W. van Gigch om een'
onderhoud verzocht.
Wat gaf u aanleiding aan Dr. lKuy-i
per over deze zaak te schrijven en van
wanneer dateert uw schrijven dus luid
de de eerste vraag.
Mr. van Gigch antwoorddeDen 23eb
Mei 1.1. ontving ik uit Den Haag een'
eigenhandig schrijven van Dr. Kuyperl
van den volgenden inhoud
„Zou het u ook mogelijk zijhririij per
ommegaande te willen melden, of het
juist is, wat Mr. Troelstra in zijn jong^
ste redevoering heeft beweerd', dat nL
de heeren Lehmann betrokken zouden ge^
trokken geweest zijn in een strafzaak v.
Hall en Haas
Ik heb daarop aan Dr. Kuyper geant
woord
„Naar aanleiding van uw schrijven da
to heden, waarin u mij vraagt u per om
megaande te willen melden of het juist
is, dat de heeren Lehmann betrokken;
zouden zijn gewe-est in de strafzaak Van
Hall en Haas, heb1 ik de eer u het vol
gende te berichten:
.Als verdediger van' den heer Herman
Ph. Haas, die evenals zijn medebeklaag-
de Mr. F. A. van Hall vrijgesproken;
is, heb ik natuurlijk de geheele zaak mee
gemaakt. De heeren Lehmann zijn noch
in het vooronderzoek, noch tijdens
de behandeling ter terechtzitting
in' eenige hoedanigheid gehoord. Zij zijp
dan ook in geen enkel opzicht bij dat
strafproces betrokken geweest.
U kunt van mijn schrijven elk ge-
wenscht gebruik maken".
Het „Hbl." vroeg Mr. van Gigch ver
volgens Wat zijn dan eigenlijk de Leh-
mannetjes, waarover voortdurend in ver
band met de Kuyperzaak is gesproken?
Mr .van Gigch antwoordde:
Voor zo-over mijn geheugen mij niet
bedriegt (waarbij ik u opmerk, dat jk
in' geen enkele kwaliteit betrokken ben
geweest b'ij het civiele proces, waarover;
ik u een en ander zal mededeelen) is
het volgende gebeurd: In 1895 was dé
zooeven genoemde heer Haas als com
missionair in effecten te dezer stede ge
vestigd. Er >vas toen nog niets met hem'
voorgevallen om hem, evenals „Het Va
derland" doet, aan te duiden als de „be
ruchte". De heer Haas heeft toen met
den heer Rudolph Lehmann, consul-gen.
van Griekenland, een transactie aange
gaan betreffende aandeelen in de Cali
fornia Gold Mining Company Limited,
een soort syndicaat tot htft geleidelijk
verhandelen van aandeelen in die maat
schappij, waarbij de heer Haas een op
tie-contract inbracht, dat hij had met den
baron Salvador en waarbij de heer Ru
dolph Lehmann gelden verstrekte om aan
dat optie contract te kunnen voldoen. In
1896 hebben de contractanten met elkan
der moei el ijkh eden gekregen, waaruit
een burgerlijk rechtsgeding is ontstaan;
van den heer Haas contra den heer Leh
mann. De heer Haas vorderde betaling
van pl.m. f 1.200.000. Toen dit proces
dreigde lang te zullen duren en z&&t,
kostbaar te zullen worden, heeft de heer
Haas schuldbewijzen ad f 1000 nominaal
uitgegeven. De houders dier schuldbewij
zen kregen daardoor recht, wanneer het
proces krachtens gewijsde of krachtens
dading zou worden beëindigd, te ont
vangen een bedrag van f1000 of zoo
veel minder als naar evenredigheid de:
heer Lehmann minder zou bepalen dan
f 1.200.000.
Ik behoef u zeker niet te zeggen, dat
het aanlokkelijke van deze schuldbewij
zen daarin gelegen was, dat de nemers
daarvan veel minder betaalden dan de
toegezegde f 1000 en' dus zich .voorstel
den een groote winst met die stukken'
te kunnen maken. In deze schuldbéwij-
niet gevangen houdenDaar, waar Chris
tus lh|et dichtst nabij is, daar moet de waar
heid zijn. Jezus Christus bij zich te heb
ben Niet de enkele genade, maar het le
ven!"
Hij herinnerde zich woorden, die hij
gelezen had in den Bijbel, welks groenle-
deren .omslag gebruind was door de
handen zijner voorvaderen, ooms en tan
tes, die beproefden te begrijpen wat ge
schreven js voor allen.
De 'herinneringen aan Redhall be
stormden hem. Hoe wondden zij dit har£,-
dat zoo aan haar was gehecht! Het hoog-
stammig bosöh, de bloeiende rhododen
drons, hiet groene klimop, de schitterende
vijvers, het massale huis, de gelaatstrek-!
ken zijner lieven dat alles ging in den;
geest voorbij aan dezen jongen man, die'
daar al zoo lang rechtop stond', onbewe
gelijk, alsof hij zich in hofdienst bij den
Koning bevond.
Die beelden kwamen zoo duidelijk vooi;
zijn geest, ien ihij herinnerde zich zoo
goed nog de woorden, bij zÜn afscheid
gesproken, dat ;een groote droefheid ovef
hem kwam,
(Wordt vervolgd).