BUITENLAND, De Slagboom. BINNENLAND. ring- Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 28 Mei. Uit de Pers, Grootspraak. 5Pi] lezen in de Volksb'anier „Het Volk", orgaan van de eni, is Hij, heel blij. In het nummer van 'Za terdag heeft het een1 bewijs van goed ge- drag aangehaald voor Zijn partij, en wel ivan de liberale „Arnhemsche Courant |die sprekende over de .verkiezingen jn JJelgië zegt: „Aan den eenen kant wist Wij iede re volgende verkiezing het klerika- iistne zich te handhaven, aan y-en anderen kant nam' het socialisme Sterk irf kracht toe. Onder den in vloed vaii dit groeiend sociplistad Zijn door de klerikale regeering en kele wetten' tot Stand gebracht,- die inderdaad genoemd mogen worden. Zoo bijv. de wet op het arbeidscon tract, op de onVervreembaarheid'van het loon1, op de "bescherming Van vrouw en kinderen, op de arbeidson gevallen, op de werkliedenpenjsipd- nen, op de instelling van 'de nijver heids en arbeidsraden, de wet op de Zondagsrust, en die op den rnijn- arbeid". Al deze wetten' zijn tot stand gekomen in de laatste tien jaren, sinds de socv- (democratie in' de Belgische K&nier heeft gedaan, zegt het blad. Alzoo: het lijstje dat hierboven' prijkt (uitgevoerd door een' Christelijke regee1- [ring, is tot stand gebracht door... 1de so- „Natuurlijk", zégt „Het Volk,"» *'s allemaal ons werk. Dat tó overal too, in Frankrijk, Engeland, Duitschland ,dat is ook in ons land zoo". Hm, heelemaal geen grootspraak niet .Waar. Och ja, de socialisten stemmen jnog al eens tegen bij een sociale wet zaet ge... maar toch, als ze er komt, dan' is dat hun' werk. Je jnoet toch Imaar ingenomen zijn met je zelf. Daarom' pakt bet Volk zoo gretig eht bewijs van goed gedrag gaan Maar in dat zelfde nummer staat sbeerl Ook onder 't redactioneel gedeelte. Pre cies een kolom verder lezen we letterlijk „En hoe staat de rekening van liet 26-jarig Katholiék regime ten' aan zien van de sociale wetgeving? De Katholieke sociale politiek in België is zoo onvruchtbaar geweest dat zij sinds 20 jaar ongeveer geen enkele hervorming meer ten b'ate der arbeidersklasse voortgebracht heeft. Ziet ge daarvoor moet ge „bewuste" lezers hebben, die snappen zeker hoe in de eene kolom staat een lijstje van wet ten „die inderdaad genoemd mogen wor den", en in de volgende kolom^Sinds 20 jaar heeft deze geen enkele hervor ming ten bate der arbeidersklasse voort gebacht" Maar dat slikken die bewuste lezers. Frankrijk. De muiterij onder de reservisten. Dezer dagen zijn een tachtigtal reser visten, die in het kamp van Massilan, op korten afstand van Nimes gelegen, gele gerd waren, aan het muiten geslagens. Omtrent de aanleiding tot deze daad Vinden we het volgende in de Fransche bladen. Het 204e regiment, een reserveregie- ment, wordt gerecruteerd uit het depar tement Gard en onder de 900 reservisten yan dit regiment, die tegen den 23en Mei voor een zevèntiendaagsche oefening, on der de wapenen geroepen waren, bevon den zich ongeveer 150 jonge mannen, (die in de stad Nimes zelf woonachtig fcijn. De manoeuvres van de reserveregimen ten moeten bij beschikking van den 22eh [April 1908 van den Minister van Oorlog dn der dezelfde voorwaarden geschieden FEUILLETON. (Vrifi tiaar het Fransch, van RENÊ BAZIN). 32) Herinneringen, een gevoel van spijt jen van uitdaging tegelijk deden hem zien [naar den remonstrans en die H. Hostie. [Hij richtte er zijn blik op, die niets vroeg; |en ihij kreeg het gevoel, de zekerheidi,' dat [niet de geringste aandoening hem b'e- [vvoog, en dat de aanwezigheid ,van het j[H. Sacrament hem ongevoelig liet. Het Jsmartte hem, dat hij onaandoenlijk bleef. 2fiij dacht, terwijl hij keek naar die witte .tJostie in gouden stralen: ,;Mari,e weet tniet, dat ik hier ben; maar jk zal haar ifnoeten bekennen, dat ik hier niet beef,- piet bid, niet ween dan alleen om haar, [dat wil zeggen om me zelf.... Ben ik .iWiel verplicht haar dat te zeggen? Heb ben zelfs de heiligep piet hun prea yap iagwhgid gekgndj?, als in geval van mobilisatie; de troepen worden niet in kapmes, maar in leger kampen ondergebracht. Zoo werd Ih et 240ste rëgim'ent Maandag nadat het in Nimes geformeerd was, (naar hiel schietterrein van Massilan geleid, waar haar kamp reeds was opgetrokken. Da burgers van Nimes hadden, deels om particuleire, deels om financieele re denen, liever gezien,- dat de soldaten in de stad zelf overnachtten. En na eenige agitatie in de pers had ook'de burgemees ter die socialist is, besloten zich tot den Minister van Oorlog te wenden, om hem te verzoeken het daarheen te willen leidien. De Minister gaf lechter een weigerend antwoord, Joen pu de reservisten in het kamp van Massilan aankwamen, vonden zij den) grond doorweekt tengevolge van lang durige regenbuienen niet alleen de tan- ten waren door jen door pat, maar .ook' de slaapplaatsen hadden zeer veel van d|en regen te lijdien gehad. Zij begonnen te morren en wendden zich met klachten tot de officieren. Dezen wilden echter niets van de klachten Weten waarop 80 man, door al het voorafgaande geprikkeld, besloten bepakt en bezakt dien terugweg naar de stad te aanvaardep. Hoe het toen verder ging, is bekend. De vier voornaamste belhamels zijn ge arresteerd. Een van hen, die, toen ide muiters de legerplaats verlieten en de commandant van het kamp zulks wilde be letten, 'dezen een slag toebracht met 'de kolf van het geweer, zoo dat de kolonel op den grond viel, is in staat van be schuldiging gesteld, wegens het aanzetten van militairen tot oproer en wegens mis handeling van een superieur. Een tweedie, del hoornblazer, die piet zijn hoorn het sein gaf aan de muiters om zich te ver zamelen, en nog twee belhamels, zijn in beschuldiging gesteld wegens het aan zetten tot insubordinatie Alle .overige muiters zijn veroordeeld tot 30, 15 of 8 dagen kri^sarrest Verschillende Fransche bladen bevat ten beschouwingen over de muiterij. De radicale ,jPetite Republique" schrijft: „In deze zaak hebben beide partijen ongèlijk, de militaire overheid,- omdat ze de reservisten niet beschermd heeft tegen den regen en de reservisten, wier gedrag betreurenswaardig .was. De nalatigheid der officieren vormt geen verontschuldi ging voor de insubordinatie der soldaten Zij maakt ze hoogstens verklaarbaar." De radicale „Petit Parisien" zegt: „Manoeuvres dienen niet om de troepen aan ziekten te gewennen." Het royalistische „Journal" schrijft: „Wanneer de Franschen niet meer de onaangenaamheden verdragen willen die de militaire dienst met zich meebrengt, dan is het maar het beste, idat men het leger afschaft." Ons dunkt, dat laatstgenoemd blad den spijker op den kop slaat. De scheepsramp bij Calais. Wij hebben reeds melding gemaakt van de treurige scheepsramp bij Calais, waar een onderzeeër der Fransche marine, de Pluviose, overvaren' is door de postboot Pas-de-Calais, die dienst doet tusschen Calais en Dover. Het ongeluk ischijnt 'smiddags om half drie plaats gehad te hebben. De Pluviose, bezig oefeningen te doen, was ondergedoken en, naar bb- vën' komende, is zij gestooten onder te gen de Pas-de-Calais aan en gezonk'etf. De opvarenden, ten getale van 25, zijn omgekomen, niettegenstaande onmiddel lijk pogingen tot redding zijn ingesteld eerst door de Pas-de-Calais, die onmid dellijk een boot uitzette, later met be hulp van torpedobooten, sleepbooten en drijvende bokken. Om half acht keerden de schepen, die gepoogd hadden hulp te verleenen, te Calais terug. De ontroe ring was algemeen. Op de plek, waar de Pluviose .gezonken was, stond zulk een sterke onderzeesche stroom, dat er met hijschwerktuigen niets uit te richten viel. Tot tien uur heeft men nog getracht, maar toen moest het reddingswerk pp- gegeven worden. Uit Cherbourg zullen machtiger hulpmiddelen gezonden wor den*". De Pluviose hoorde thuis aan het station voor onderzeeërs van Calais. De drie commandanten van dat station be vonden zich aan boord van den gezonken Hij wendde de oogen af. Maar niet minder wreede gedachten vervolgden hem: „Ik ben niet altijd zoo geweest. Er is iets in me uitgestorven. Woorden, die groote beteekenis voor me hadden,' hebben hun inhoud verloren. Ik voel aan de kilheid van mijn hart, dat de broeder schap tusschen mij en degenen, die hier zijn neergeknield, is verbroken. Ik be hoor niet meer tot hen. En het is niet pas dezen avond, dat ik de verandering opmerk! Maar mét welke duidelijkheid zie ik haar nu...." En de vraag keerde tot hem ,weer, dringend ,en wreed: „Moet ik Marie de proef, .die ik nu genomen heb bekendl maken en haar mijn ziel eto es tand bloot leggen" Hij' was niiet verstrooid; hij zou graag gewild hebben niet onverschillig te zijn, en hij keek naar die neergeknielde .men- schen, dan naar den leen,- dan paar den ander Allen, waren in aanbidding. Dicht bij hem bevond er zich een,- die de lippen niet bewoog, maar |die aanhoudend het hoofd gericht hield naar den remonstrans. Hij bewoog zich niet. Maar uit [zijn pogejn,- die Félicien kon zien,- spraken diepe eer bied en oneindige liefde. Tersluiks sloeg Félicien Reginald gade, jdjg de a,rinqn gekruist [had en pn&ewege- b'pot. Dadelijk nadat men aan boord van Ide Pas-ide-Calais ben' schok van de aan varing gevoeld had, zag men de Pluvio se haar voorsteven' over een lengte van 12 a 15 graden' boven water uitsteken in' een hoek van 35 graden. Onmiddel lijk daarop zonk de boot weg. Veel olie dreef op het water en' ook stukken hout zag men drijven. De Ventose, een andere onderzeeër, die eveneens te t Calais gestationeerd1 is, deed oefeningen op zee, toen de ramp plaats had. Toen de opvarenden aan de beweging der schepen zagen, dat er iets bijzonders gaande moest zijn, vroegen zij door middel van signalen, wat er aan de hand was. Het antwoord whs vree- selijk. „Allen aan boord, zoo vertelt de matroos 'der Ventose, braken in tranen uit. Wij zetten onze oefening voort, ter wijl wij onze 'kameraden b'ewfe enden, die zooeven nog in het volle leven waren". De En'gelsche Minister van Marine, Mac .Kenna, heeft gisteren, zjoodra Ide ramp helm b'ekend was, den Franschen minister van Marine geseind: Vergun mij, uit n'aam van de Engelsche admirali teit, u (de verzekerin'g te geven van de diepgevoelde sympathie der koninklijke marine, bij gelegenheid van het Ver schrikkelijke ongeluk met de onderzeeër, dat u getroffen heeft. Griekenland. Van Kreta wordt gemeld', dat men (daar met de algemeene wapening van het volk is begonnen. Het nieuwe driemanschap onder Veniselos verklaart, dat het in geen geval van zijne laatste besluiten terug zal komen. Het is van plan, tien vc-orname Kretenzers naar Europa te zenden, dieltot taak zullen hebben, de politici en de kran ten te overtuigen, dat de gedane zaken niet te veranderen zijn. Verder zal de Kretenzer regeering alle betrekkingen met Turkijie afbreken en alle wapens en ver dere Turksche onderscheidingsteekenen verwijderen. De Kretenzer Bank zal in de Nationale Bank van Griekenland opgaan en daarvan een bijbank worden. In Athene heeft het bericht, dat de be schermende mogendheden den toestand van voor 1908 zullen herstellen, weinig jgeloof en instemming gevonden. iMeïi. voert ter tegen aan, dat de Kretenzers er zicih uit alle macht tegen zullen ver zetten, want de mogendheden hebben in hun antwoord op het besluit van de Kre tenzer Kamer tot vereeniging met Grie kenland in October 1908 stilzwijgend' de afschaffing van het toenmalige stelsel er kend, en beloofd de kwestie van een ver- oeniging welwillend te zullen onderzoe ken onder voorwaarde, dat de orde op het eiland niet verstoord zou worden en men rekening zou houden met de Muzel- mansohe minderheid. De Kretenzers mee- nen zich daar stipt aan gehouden te héb ben en de mogendheden hebben dit er kend door hunne bezettingen van het ei land terug te halen. De Kretenzers zouden zich nu wel eens ontslagen kunnen re kenen van de verplichting om de orde te handhaven en de Muzelmannen te be schermen. Marokko. De Sultan Moeleg Hafid heeft beslo ten de folteringen en lijfstraffen in zijn rijk af te schaffen! De miss,ive, waarin zijn regeering dit aan !h|et corps diplomatique mededeelt, luidt aldus „Zijn Sjerifjaansche Majesteit meent,) dat de omstandigheden, welke straffen noodiig maakten als die, welke destijds aan de vrienden van den pretendent zijn opgelegd niet meer bestaan, en dat deze aan de vergetelheid moeten worden prijs gegeven. Zij doet er dus afstand van. t De Sultan ifreeft besloten, om voor taan geen straf meer te doen voltrekken, die de gevoelens van vriendschap en ver trouwen Uer Buitenlandsche Mogendhe den te zijner opzichte kunnen schokken. Wanneer sommigen zijner onderdanen zich misdragen, zullen zij worden gestraft in overeenstemming met de gebruiken, die zijn aangenomen door andere be schaafde islamitiesche Staten en door de buitenlandsdhe regeeringen, die zich door Ihun humane: gevoelens onderscheiden." Het stuk eindigt met de bede, dat God lijk stond. Van zijn kant dacht Reginald; „deze menschen behooren tot alle klas sen, behalve tot de allerarmste. Zij ko men hier zonder eenig .bijoogmerk, zon der eenige gedachte aan wereldsche be- looning. En toch ontvangen zij een belooning voor hetgeen zij aan lichamelijke rust opofferen. Hun ziel vindt een gerustheid^ een vertrouwen, die van hun gelaat at- straalt. Zij bezitten den vrede. Ja zeker, zij zijn oprecht.... Alle nachten zijn daar mannen, die daar boven het hooge Parijs waken en bidden. Zij bewaken misschien de stad! .Wat een verschil met het -.be derf idjaar beneden!.... Zoo iets ontbrak' aan de beschaving der ouden...." .Wat Reginald geleden had over het bederf in Babyion kwam hem in het ge- hjeugen. JHij dacht aan die echtbreuken, 'aan die .bedorvenheid der .zinnen, aan de onbeschaamdheid der weelde, aan de har de barbaarschheidi, welke zooveel arme jen rijke vrouwen in slavernij gevangen 'hi|eld. En hij dacht nog: -^Zou het .mogelif'" zijn, dat door de gebeden van dezen,- an deren zouden kunnen worden bekeerd?, Hun naastbestaanden? Hun vrienden? Hun vijanden? Zoud,en deze gelijken aan d|e y/ofken, hüQ fegen brgngep tot den Sultan moge helpen bij de vervulling van zijh goede voornemens. China. De Troebelen. De laatste berichten over onlusten of dreigende onlusten in Midden- en Zuid- China doen den toestand ernstig inzien. De provincie Hoenan is op 't oogen- blik het meest blootgesteld aan de ge welddaden van het muitende volk, dat in hongersnood verkeert, ten deele ver oorzaakt door overstroomingen. Ook in de buurt van Sjanghai echter bijv. te Soetsjow en Ningpo zijn on lusten voorgekomen en het geheele Jangt sédal verkeert in gisting. Het zal voor jte regeerin'g een steeds meer dringende noodzakelijkheid worden zoowel repressieve maatregelen te ne men1, als economische en andere fenis- s tanden, die in deze streken ree|ds se dert den Taipingopstand moeten bestaan, radicaal op te ruimepl Eerst nu is ook de regeering begonnen piet van megee- ringswege rijst op te koopen en voor geval van' nood in voorraadschuren pp te stapelen. Qewetenlooze rijstspeculan ten zijn in hun handelingen (niet belem merd en waren zoo in de gelegenheid de prijzen op te drijven. Het is ook merkwaardig, dat de mö- dernste aller bewegingen, de arbeiders beweging, in Zuid-China door loon- eischen en werkstakingen van z'ich doet spreken. Nog vele redenen tot ontevredenheid over de Regeering meent het volk te hebben. De Mandjoes, die de eigenlijke Chiaieezen ,uit hun ambten verdrongen hebben, de steeds meer Jnid wordende drang naar een vertegenwoordigend li chaam, alles voert er toe het volk ver bitterd te doen zijn. De overheden echter vinden het Idan een probaat middel de algemeene wrok op de vreemdelingen af te wentelen, om aan den dans te ontkomen. Aan de Katholieke Arbeiders. In Eindhoven en omgeving werd het volgende manifest verspreid ter wering van onderkruipers. Daar ook in andere deelen des lands thans getracht wortdt onderkruipers aan te werven, verzoekt men' ons dit manifest op te nemen: Aan de Katholieke arbeiders en i arbeidsters van Eindhoven en omgeving. 't Is u bekend, dat door de firma Phi lips eri Co. honderden arbeiders en ar beidsters zijn ontslagen, omdat zij niet afstand wilden doen van hun recht om zich te vereenigen in eene Roomsch Ka tholieke organisatie. Ieder Katholiek en ieder weldenkend mensch moet dezen aanslag op het Ka tholiek vereenigingsrecht der Katholie ke arbeiders en arbeidsters, alsmede op het Katholiek beginsel en de Katholieke overtuiging dezer arbeiders en arbeid sters ten zeerste afkeuren en tevens den moed en de overtuiging der mannen, jon gens en meisjes prijzen. Van alle zijden vindt het leidingscomité dan ook sympa thie en steun in dezen idoor jde firma Philips tegen de Katholieke arbeiders aangebonden strijd. Wij komen ons thans wenden tot u, Katholieke arbeiders ien arbeidsters, om u te waarschuwen, te gen het verrichten van onderkruipers- dien'st. Bedenkt, dat zij niet alleen verraad plegen tegenover hunne medearbeiders en arbeidsters, maar ook verraad aan hun n'e Kath. beginselen, Laat u toch geen zand in de oogen strooien door de ver klaring, in de fabriek van Philips opge hangen, dat degenen, die na 17 Mei tot de Katholieke vereeniging zijn toegetre den!, niet ontslagen worden. Hiermede is het door de firma gepleegde onrecht een de op de Kath. organisatie en het Ka tholiek beginsel gepleegde, aanslag, daags voor Pinksteren, niet in het min ste hersteld of verzacht. Katholieke ar beiders en' arbeidsters, werpt de blaam biet op u, te worden onderkruipers of onderkruipsters. aan de uiteinden der aarde? Wat een schoone gedachte van kracht! Wat een domein grooter uan alle keizerrijken! Félicien boog zich naar hem toe. Ik ga weg Gaat ge mee? Neen. Morgenvroeg om drie uur kom jk \Veer bij u. Goed. Félicien wachtte teen oogenblik, den kend, dat Reginald zich met hem tegelij kertijd zou terugtrekken. Toen ging Ihij wieg, en men hoorde zijn stappen zich ver wijderen over de plavuizen. Reginald verzonk weer in zijn mijine- „Zij' twijfelen ier niet ,aan, dat zij .zich bevinden in ide tegenwoordigheid van Ohristus, die Zich uit liefde van gedaante verwisseld heeft. Overal voelt men hier de goddelijke tegenwoordigheid, de Chris tus, die onder de menigte woont en de ellende nabij is. Dat is waarlijk een groo te troost. Alle menschelijke nooden roe pen om Zijn tegenwoordigheid.... En wij ien anderen missen die. Er is grooter af - stand tusschen Jezus Christus en ons dan tusschen deze menschen en Hem. Misschien zien eenigen dezer Hemhun gezichten stralen.... Waartoe zouden de tempels idienerij indien wij gr onzen ,God Toont respect te hebben voor uwe en anderer Katholieke beginselen. Toont u solidair Blijft weg uit de fabriek' vanf"Philips1, zoolang het gepleegde onrecht niet is, hersteld. Het Leidin'gs-comité.. Mr. Troelstra's beweringen. Naar aanleiding van de medeldeeling van den heer Loeff in de Tweede Kamer dat Mr. van Gigch aan Dr. Kuyper een schrijven richtte, houdende mededeeling dat de Lehmanns niet betrokken waren in het proces-Haas-Van Hall heeft het „Hbl." Mr. L. W. van Gigch om een' onderhoud verzocht. Wat gaf u aanleiding aan Dr. lKuy-i per over deze zaak te schrijven en van wanneer dateert uw schrijven dus luid de de eerste vraag. Mr. van Gigch antwoorddeDen 23eb Mei 1.1. ontving ik uit Den Haag een' eigenhandig schrijven van Dr. Kuyperl van den volgenden inhoud „Zou het u ook mogelijk zijhririij per ommegaande te willen melden, of het juist is, wat Mr. Troelstra in zijn jong^ ste redevoering heeft beweerd', dat nL de heeren Lehmann betrokken zouden ge^ trokken geweest zijn in een strafzaak v. Hall en Haas Ik heb daarop aan Dr. Kuyper geant woord „Naar aanleiding van uw schrijven da to heden, waarin u mij vraagt u per om megaande te willen melden of het juist is, dat de heeren Lehmann betrokken; zouden zijn gewe-est in de strafzaak Van Hall en Haas, heb1 ik de eer u het vol gende te berichten: .Als verdediger van' den heer Herman Ph. Haas, die evenals zijn medebeklaag- de Mr. F. A. van Hall vrijgesproken; is, heb ik natuurlijk de geheele zaak mee gemaakt. De heeren Lehmann zijn noch in het vooronderzoek, noch tijdens de behandeling ter terechtzitting in' eenige hoedanigheid gehoord. Zij zijp dan ook in geen enkel opzicht bij dat strafproces betrokken geweest. U kunt van mijn schrijven elk ge- wenscht gebruik maken". Het „Hbl." vroeg Mr. van Gigch ver volgens Wat zijn dan eigenlijk de Leh- mannetjes, waarover voortdurend in ver band met de Kuyperzaak is gesproken? Mr .van Gigch antwoordde: Voor zo-over mijn geheugen mij niet bedriegt (waarbij ik u opmerk, dat jk in' geen enkele kwaliteit betrokken ben geweest b'ij het civiele proces, waarover; ik u een en ander zal mededeelen) is het volgende gebeurd: In 1895 was dé zooeven genoemde heer Haas als com missionair in effecten te dezer stede ge vestigd. Er >vas toen nog niets met hem' voorgevallen om hem, evenals „Het Va derland" doet, aan te duiden als de „be ruchte". De heer Haas heeft toen met den heer Rudolph Lehmann, consul-gen. van Griekenland, een transactie aange gaan betreffende aandeelen in de Cali fornia Gold Mining Company Limited, een soort syndicaat tot htft geleidelijk verhandelen van aandeelen in die maat schappij, waarbij de heer Haas een op tie-contract inbracht, dat hij had met den baron Salvador en waarbij de heer Ru dolph Lehmann gelden verstrekte om aan dat optie contract te kunnen voldoen. In 1896 hebben de contractanten met elkan der moei el ijkh eden gekregen, waaruit een burgerlijk rechtsgeding is ontstaan; van den heer Haas contra den heer Leh mann. De heer Haas vorderde betaling van pl.m. f 1.200.000. Toen dit proces dreigde lang te zullen duren en z&&t, kostbaar te zullen worden, heeft de heer Haas schuldbewijzen ad f 1000 nominaal uitgegeven. De houders dier schuldbewij zen kregen daardoor recht, wanneer het proces krachtens gewijsde of krachtens dading zou worden beëindigd, te ont vangen een bedrag van f1000 of zoo veel minder als naar evenredigheid de: heer Lehmann minder zou bepalen dan f 1.200.000. Ik behoef u zeker niet te zeggen, dat het aanlokkelijke van deze schuldbewij zen daarin gelegen was, dat de nemers daarvan veel minder betaalden dan de toegezegde f 1000 en' dus zich .voorstel den een groote winst met die stukken' te kunnen maken. In deze schuldbéwij- niet gevangen houdenDaar, waar Chris tus lh|et dichtst nabij is, daar moet de waar heid zijn. Jezus Christus bij zich te heb ben Niet de enkele genade, maar het le ven!" Hij herinnerde zich woorden, die hij gelezen had in den Bijbel, welks groenle- deren .omslag gebruind was door de handen zijner voorvaderen, ooms en tan tes, die beproefden te begrijpen wat ge schreven js voor allen. De 'herinneringen aan Redhall be stormden hem. Hoe wondden zij dit har£,- dat zoo aan haar was gehecht! Het hoog- stammig bosöh, de bloeiende rhododen drons, hiet groene klimop, de schitterende vijvers, het massale huis, de gelaatstrek-! ken zijner lieven dat alles ging in den; geest voorbij aan dezen jongen man, die' daar al zoo lang rechtop stond', onbewe gelijk, alsof hij zich in hofdienst bij den Koning bevond. Die beelden kwamen zoo duidelijk vooi; zijn geest, ien ihij herinnerde zich zoo goed nog de woorden, bij zÜn afscheid gesproken, dat ;een groote droefheid ovef hem kwam, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5