1 '81 DE PASSIESPELEN IN OBERAMMEBGAU In Oberammergau zijn de wereldberoemde „Passionsspiele" weer begonnen, waarin om de tien jaren deze vrome Beiersche bergbewoners op zoo aangrijpende wijze het lijden en den dood van den Verlosser dramatisch weergeven. Van alle kanten stroomen dan ook de bezoekers naar het bergdorpje toe, en de bewondering voor wat zoo pieus en treffend wordt weergegevenj door deze eenvoudige landlieden, is alweder ten hoogste gestegen. Onze foto geeft twee der hoofdpersonen weer in een prachtig en aangrijpend tatereel: Jesus' afscheid van Maria, Zijne moeder. De figuur van den Zaligmaker wordt weergegeven door Anton Lang, die van Maria door Ottilie Zwink. „Onze jongen!.Het is twintig jaar geleden dat we iets van hem hoorden. Die is reeds lang dood!" Hij zou deze nacht gestorven zijn op een afschuwelijk langzame, laaghartig voorbereide wijze, als de goede God hem niet had beschermd, die juffrouw Charmin bewoog mij op het strand te volgen. Zij heeft u gezien, toen gij mij bij de Zwarte Meeuwen hadt neergelegd en naast God dank ik aan haar het leven," R. K. VACANTIE-KOLONIES zou meevoeren en geen enkel spoor van uw misdaad zou achterlaten." Loupiaude was doods bleek geworden, tandenklapperend en woest vooi zich uitstarend, week hij wankelend ach teruit. Het jonge meisje liet hem een medaillon zien en ging voort „Lees wat hier op gegraveerd staat, onder vraag uw vrouw en gij zult weten wie het is, dien gij vannacht vermoord hebt." „Onze jongen," riep de vrouw handenwrin gend uit. „Onze Paul, die ons kwam halen, onze zoon, die ons ongetwijfeld uit de schande en de ellende wilde reddenO, Bressol, dat is de straf voor ons duivelsch bedrijf. Ik keer niet meer naar het kasteel terug. ik keer er nooit meer terug... de geest van ons slacht- offei zou ons daar komen vloeken!" De man lachte echter ongeloovig. DE PASSIESPELEN IN OBERAMMERGAU een kijkje op het reusachtige tooneel en op een deel der kolossale toeschouwersruimte gedu- rende de vertooningen van Christus' lijden. de groep kolonistjes, die 23 Mei j.l. van Rotterdam naar de R. K. Vacantie-Kolonie te Egmond aan den Hoef vertrokken, reisvaardig op het station D. P. Links de Zeer Eerw. heer E. A. M. Mersel, voorzitter der commissie tot uitzending, rechts de dames Theys en Pothast, die de kleinen vergezellen. Moge het der commissie gegeven zijn, nog meerdere kolonies uit te zenden, en haar daartoe de krachtige steun van Roomsch Rotterdam niet ontbreken VAN DE BEGRAFENISPLECHTIGHEDEN TE LONDEN gedurende drie dagen heelt het stoffelijk overschot van Edward VII in een reusachtige katafalk, omringd van edel- wachten, in Manchester Hall ten praal gelegen, en kon het publiek den overleden koning een stille en eerbiedige hulde brengen door voorbij de katafalk te trekken. Niet minder dan 700 000 personen van allen rang en stand hebben die hulde aan den overleden souverein gebracht! DE HEER G. H. KOKXHOORN TE LEIDEN, die op 1 Juni a.s. den dag hoopt te herdenken, waarop hij vóór 40 jaar ten stadhuize in dienst trad. De jubilaris bekleedt sedert 16 Juni 1892 de betrekking van gemeente-ontvanger. Terwijl hij aldus sprak kwam Paul uit het tomorcndeboschje te voorschijn. Wordt vervolgdI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 11