172
Z. M. GEORGE V,
koning van het vereenigd Koningrijk Groot-
Brittanje en Ierland, en van de Britsche
Gebieden overzee, Verdediger des Geloofs,
keizer van Indië, zooals de officieele titula
tuur luidt van de Engelsche vorsten.
weer in de zakken. Als men niets bij hem
vond, zou men achterdocht krijgen. Nu weet
je wat ons nog te doen overblijitlaten we
het vlug doen, terwijl het nog nacht is".
Paul sloot de oogen. Hij rilde van het
hoofd tot de voeten, minder uit angst voor
den vreeselijken moord, welken zij zouden
gaan bedrijven, dan wel uit wanhoop, nu hij
bemerkte, dat zijn vader en moeder, daarover
nog zoo wezenloos van dronkenschap, hun
dronkenschap schenen afgeschud te hebben
om des te zekerder hun gewelddaad ten uit
voer te kunnen brengen. x
Paul Bressol dacht
„Ik zag hen thans liever ijlend, waanzinnig
door den alcohol, nu zij zulk een laaghartige
docd gaan bedrijven
Het was te ontzettend om het in woorden
te kunnen uitdrukken, dat hij door zijn eigen
ouders zou vermoord worden, zonder dat hij
hun kon doen begrijpen, dat hij hun zoon was.
In het bewustzijn der onmacht, waartoe zijn
banden en de doek om zijn mond hem dwon
gen, sprongen heete tranen in zijn oogen en
vloeiden langs zijn ijskoude wangen.
De vrouw ging heen, terwijl de man bij
den haard bleef staan. Paul begreep meer
dan hij hoorde, dat zij de poort van het
kasteel ging openen, dat zij de plank over
de gracht wierp en het werd hem duidelijk,
dat de strandjutters, ongetwijfeld om, in
geval er een onderzoek zou worden ingesteld,
geen enkel spoor, niet de kleinste bloedvlek
achter te laten, hem buiten het kasteel zouden
brengen, misschien om hem tusschen de
rotsen den hals af te snijden of te wurgen.
De oude vrouw trad weer binnen, gaf den
man een teeken, dat alles gereed was en
vroeg toen, op de overjas wijzend, die nog
bij het vuui hing:
„Wat moeten we daarmede beginnen ?a
We hadden misschien beter gedaan hem
dien eerst aan te trekken."
„Dat kan nu niet meer, nu hij zoo stevig
gebonden .s. Gooi het ding in het vuur."
Hierop kwam Loupiaude, zonder dat Paul
zich kon verklaren waarom, de touwen,
waarmede hij gebonden was, insmeren met
een stukje spek. Toen dit werk gedaan was,
nam de man den vreemdeling bij de schou
ders, de vrouw bij de voeten. Zoo droegen
zij hem weg. Zij gingen juist langs den
schoorsteen, toen de nu droge overjas in
vlammen opging.
Door een laatste wanhopige ingeving dacht
Paul aan het zilveren medaillon, dat hij aan
HET ENGELSCHE KONINGSPAAR MET DEN
TEGENWOORDIGEN KROONPRINS, PRINS
EDWARD, NU HERTOG VAN CORNWALL:
de Engelschen zijn ook daarom zoo ingenomen met hun
nieuwen vorst, omdat deze een zeeman is in zijn hart. Van
1877 is prins George steeds in actieven dienst geweest bij
de Engelsche vloot, in welken hij van rang tot rang is
opgeklommen: in 1907 werd hij admiraal, 's Konings twee
oudste zoons zijn eveneens beiden zee-cadetten.
EEN WELVERDIENDE RUST:
de Zeereerw. heer J. J. Vernieuwe pas
toor der St. Petrusparochie te Leiden,
die met ingang van 3 Juni a s. rustend
wordt. De Zeereerw. heer Vernieuwe
was vroeger pastoor te Zuid-Zijpe en
daarna aan de Vondelkerk te Amster
dam. totdat hij in Juni 1891 den onver-
getelijken pastoor Muré ze. aan de St.
Petruskerk te Leiden opvolgde. Zijneerw.
is ridder in de orde van Oranje-Nassau.
k-DE WEDUWE VAN WIJLEN KONING
EDWARD,
koningin Alexandra, de afgod van het Engel
sche volk, van geboorte een prinses van Dene
marken. De tegenwoordige Koningin-Moeder
van Engeland heeft aan het Engelsche volk
een roerenden afscheidsbrief gericht, waarin zij
dank zegt voor de bewijzen van deelneming
die werkelijk boven alle beschrijving talrijk
zijn geweest.
een kettinkje om den hals droeg en waarop zijn
naam met den datum zijner geboorte waren ge
graveerd.
Zoo krachtig het hem eenigszins mogelijk was
wreef de jonge man met zijn kin over zijn das,
in de hoop daardoor den knoop van zijn hemd
te doen losspringen, aldus zijn hals te ontblooten
en het medaillon in het oog te doen vallen.
„Kijk eens Loupiaude," sprak de oude vrouw op
eenigszins zachten toon, „wat rolt de jongen met
de oogen, en wat wringt hij zich in allerlei bochten
en hoor je die zuchten wel. Denk je niet, dat hij
ons iets wil zeggen
„Dat zou toch tot niets dienen," antwoordde de
oude laconisch. „Nu we eenmaal zoover zijn,
moeten we doorgaan tot het einde."
„Wacht even 1 Er zit iets om zijn hals dat hem
hinderd. Misschien stikt hij. Kom, Bressol, leg hem
even neer. Jij kan het niet zien, maar ik zie zijn
BROEDER ALEXIUS,
procurator van het gesticht St. Joannes
de Deo te Haarlem, die 28 Mei a. s. zijn
vijf en twintig jarig jubilé als religieus hoopt
te vieren. Broeder Alexius was achtereen
volgens overste te'sGravenhage,Amsterdam
en Montabaure. De 29ste Mei op dien
dag wordt het feest gevierd zal onge
twijfeld een welkome gelegenheid zijn om
den beminden Broeder te huldigen.
H. M. KONINGIN MARY VAN ENGELAND,
geboren gravin van Teek, uit een oorspron-
kelijk-Wurtembergschen zijtak van het Her
togelijk Huis van dat land. Koningin Mary
huwde in 1893, na den dood (in 1892) van
haren verloofde, den oudsten zoon van Edward
VII, den tweeden zoon prins George, den
tegenwoordigen koning.
smeekende oogen en dat hindert me
toch wel een beetje."