Zijn heldenmoed. 168 Hoe kon dat nnJan. Zeg, die arme Bertus I Zijn houten been heeft hem vreeselijke pijn gedaan Piet. Kom, maak geen gekheid. Hoe kan een houten been nu pijn doen I Jan. Ja, 't is toch' zoo Maar misschien begrijp je de zaak niet goed. Hij had zijn been losgegespt, en toen heeft zijn broertje hem er mee op zijn hoofd ge slagen 1 Toppunt van verstrooidheid. Professor. Is meneer Bouman thuis? Portier Maar professor, ik heb u toch de vorige week al gezegd, dat meneer Bouman dood isl Professor. Dood, hm! En is er in dien toestand nog geen verandering gekomen Een slimme knecht. „Wat is datl" riep de dokter ver baasd, „zijn er maar twee menschen geweest in mijn afwezigheid „Welneen, meneer", was het antwoord van den snugge- ren knecht. maar de lei stond zoo vol, dat ik hem schoon 'moest maken om volgende bezoekers hun naam te laten zetten, zooals if mij gezegd had 1" EEN ZINRIJK EN KEURIG MONUMENT, waarvan hierboven een ge trouwe foto, is Zaterdag j.l. geplaatst te Nijverdal (Overijs sel), ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van den heer G. Salomonson Hzn, als be stuurder der Kon.Stoom weverij een moderne reuzeninrichting waaraan Nijverdal zijn naam en bloei te danken heeft. Het monument dat op een hardsteenen voetstuk is ge plaatst, steltvoor de Industrie als attributen houdt deze de weefspoel in de hand en eenige garenklossen zijn mede aange bracht, terwijl de lauwerkrans zinvol als huldigingsattribuut door de schoon-gebeeldhouwde figuur van de Nijverheid wordt vastgehouden. Het geheel is een kunstwerk van den ver maarden Haarlemschen beeld houwer J. P. Maas. EEN PRACHTSTUK VAN ZILVERSMEED KUNST De z.g. Bossche voetbalbeker, op 5 Mei j.l. definitief door de Haarlemsche voetbal club „H. F. C." gewonnen. Deze beker moest driemaal door dezelfde club worden gewonnen, voordat zij eigendom werdin 1905 wonneu de Haarlemmers hem voor de eerste maal, in 1906 voor den tweeden keer, doch daarna moesten zij den beker driemaal in andere handen zien overgaan, thans echter is de beker eigendom, na de derde overwinning op Hemelvaartsdag j.l. Er zijn heel veel menschen, die o zoo graag in Gods liefde willen sterven, maar het lastig vinden om in Gods vriendschap te leven Geld verloren, niets verloren tijd verloren, veel verloren moed verloren, alles verloren. Zoo'n schelm Willem, (op de badplaats). Zeg Irma, ik heb een bonne gezien, die met een kinderwagen met twee kleine meisjes er in zoo maar pardoes de pier afreed 1 Irma. Wat zeg je Zoo'n monster 1 Maar dat zal zoo uiet afloopen. Ik geef het dadelijk bij de politie aan. Hoe heet die misdadigster Willem. Dat weet ik niet, maar ik vergat nog je te zeggen dat ze de pier aan de landzijde afreed, zus Bij die woorden maakte het jongemensch, dat hij uit de voeten kwam,uit vrees voor een trouwens welverdiende klap om de ooren AMES Garcia was machinist op den Rio Grande-spoorweg in Mexico. Meestal had hij een lange dag taak en vrije dagen waren zeldzaamheden voor hem. Nog nooit echter had hij zulk een zwaren dienst als op den dag, dat hij een ongewoon langen goederen trein, waarin een aanzien lijke hoeveelheid buskruit geladen was, naar de mijnen van Pilares moest brengen. Tegen twaalf uur was de trein te Nacozari, en Garcia wachtte ongeduldig op het sein, dat hij vertrekken kon. Opeens weerklonk een vree selijke angstkreet, en het volgende oogenblik kwam er een remmer op de locomo tief toesnellen met de jobs tijding, dat een gedeelte van den trein in brand stond Garcia sprong terstond van zijn machine af en liep naar achteren om het gevaar te overzien. Reeds kwamen een aantal spoor- wegteamten met emmers water aan om den brand te blusschen. Maar de wakkere machinist zag terstond dat hun pogingen vergeefsch moesten blijven. Twee waggons, vlak bij die waarin het buskruit geladen was, stonden in vlammen, en eer het blus- schingswerk goed begonnen zou zijn, moest het vuur het geweldig ontplof fingsmiddel al bereikt hebben. Garcia wendde zijn blik naar het kleine bergstadje, welks huizen zich vlak langs de spoorlijn uitstrekten. Wat zou er van Nacozari overblij- EEN „HERINNERINGS-BANK" OP DE BINNENPLAATS VAN EEN SCHOOL: het plaatsen van een monumentale bank in plantsoenen, welke bank dan tevens een herinnering is aan een of ander bekend persoon, is een soort van hulde welke uit Duitschland stamt en ook naar hier is overgewaaid. In Haarlem heeft men dezer dagen óók zulk een huldiging gebracht en onze foto toont de Iraaie, granieten bank, welke op de binnenplaats der Hoogere Burgerschool is geplaatst ter herinnering aan dr. H. J. Brongersma, wien met 1 Mei 1.1. eervol ontslag als directeur was ver leend en die sedert 1879 daaraan was verbonden. ven als het vuur de vaten buskruit bereikte Met vreeselijke helderheid van geest zag de machinist in dat het stadje geheel verwoest zou worden, en dat de inwoners bijna allen onder de puinhoopen hun dood moesten vinden, op het oogenblik der bijna onvermijdelijke, ontzettende ontploffing. Wat vermochten enkele emmers water tegenover dit met schrikkelijke snelheid naderend gevaar I De spoorwegmannen liepen als krankzinnigen rond, niet wetende wat te beginnen. Er was maar eén middel om het stadje te redden. Maar wie zou dit durven aanwenden? De wakkere machinist nam een heldhaftig besluit. Hij snelde naar de locomotief terug en sprong er op. De stoker wachtte hem daar, maar Garcia gelastte hem kortaf, de machine te verlaten. En toen de man aarzelde, greep hij hem vast, stiet hem naar beneden en rukte aan een hefboom. De menigte spoorwegbeambten, die nog steeds wanhopige po gingen aanwendden om het vuur te bedwingen, hoorden opeens een scherp, waarschuwend gefluit Instinctmatig weken ze terug de volgende seconde zette de brandende trein, wiens aan wezigheid dood en verwoesting beteekende voor het stadje en zijn bewoners, zich in beweging. Eén oogenblik stonden allen als verbijsterd, in stomme bewon dering van het heldhaftig offer, dat de machinist ging brengen. Maar weldra werd het plechtige stilzwijgen verbroken door de meest enthousiaste kreten. Allen begrepen ze dat Garcia het stadje en hun aller leven ging redden maar ten koste van het zijne. Het gevaar dat hen bedreigde, vergetende, snelden ze de locomotief achterna om een geestdriftige hulde te brengen aan een zoo zeldzamen heldenmoed. Maar Garcia lette niet eens op hen: in een kort gebed had hij zijn ziel aan God aanbevo len, en nu stookte hij wat hij kon om de snelheid van het brandende gevaaite te vergrooten. Honderd oogen volgden den trein, die al in razende vaart voortgleed over de rails, maar ze slaagden er niet ip, met hun blikken de zware rookwolken te doordringen, waarin de wagens gehuld waren. Allen hadden slechts eén gedachtehet lot van den man, die daar tot heil van velen een zoo vreeselijken dood tegemoetging. Zou zijn offer ten minste met succes be loond worden. Een dof gebrul en gekraak doorklonk de lucht. Hoog schoot een geweldige rookvlam naar boven en reusachtige brokken ijzer en hout werden in alle richtingen weggeslingerd. Toen werd het lichter op de plek des onheils, en het vuur voltooide de verwoes ting, door de ontploffing aangericht. Garcia's offer was vol trokken en het doel bereikt. Want wel was in heel Nacozari geen ruit heel gebleven, maar voor het overige was het stadje gered, en dank zij de heldendaad van den edelraoedigen machiuist kostte het onheil geen ander leven dan het zijne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 14