fiet zakboekje.
164
EEN BEGRAFENIS, DIE VEEL BELANGSTELLING TROK:
op het R. K. kerkhof te Haarlem werd deze week onder groote
belangstelling ter aarde besteld het stoffelijk overschot der Eerw.
Moeder Bonaventura, in leven Overste van het St Jacobs-Godshuis,
Haarlem's welbekende instelling voor weezen en ouden van dagen.
Hoewel het weer zich allerongunstigst toonde, waren tal van oud-
verpleegden, vrienden en belangstellenden, w. o. vele Eerw. Heeren
Geestelijken, opgegaan ter begraafplaats teneinde de beminde Moe
der-Overste een laatste vaarwel toe te roeDen.
6)
ENIGSZINS ont
hutst staarde de
koetsier den detec
tive aan, maar
spoedig vond hij zijn kalme
gelijkmoedigheid terug.
„Wie zijt gij, dat ge dat
zoo absoluut wilt weten,"
vroeg hij kalmpjes.
JOHANNA RAMAK,
die den 3en Mei haar zilveren jubilé
als dienstbode bij de familie Peskens
te Leiden vierde.
„Dat zal ik je binnen
wel vertellen," sprak Mul
ler, en wenkte den koet
sier, die begreep dat het
nu ernst begon te worden,
hem in het politiebureau
te volgen.
Muller had intusschen
tijd gehad om even in het
rijtuig rond te kijken, en
daar een fijn geslepen gla
zen stop gevonden, zooals
men die op elegante reuk-
werkfleschjes vindt. Hij be
greep nu hoe het kwam
dat de geur die van het
door hem gevonden zak
doekje zoo sterk uitstroom
de, ook het geheele rij
tuig vervulde. Else Kand-
ler had hierdoor toevallig
of opzettelijk een kost
baar spoor achtergelaten.
goedgewapenden politiebe
ambte bestuurd werd.
„Het eerste rijtuig na," riep
de commissaris den politie
dienaar toe, en hij wees op
het huurrijtuig, waar de
detective Muller naast den
koetsier op den bok plaats
genomen had. Langs een klei
nen omweg» reden ze naar
de Duivensteeg, waar
Fiedler afgehaald werd.
In snelle vaart reden nu
de rijtuigen door den
donkeren avond de stad
uit, de buitenwijken
door en daarna een een
zamen weg op.
Muller keek met zoo
veel aandacht rechts en
links om zich heen, dat
hij de koude niet eens
voelde. „Hier had ge
toch moeten merken
wat er gebeurde," sprak
hij opeens tot den koet
sier.
„Waarom," bromde
deze.
„Omdat op deze plek de ruit stukgeslagen werd."
„Dat heb ik pas bemerkt, toen ik weer thuis kwam,'
antwoordde de man.
„Zoo, dan had je zeker nog al aardig gedronken."
De koetsier mompelde eenige onverstaanbare woorden.
„Hierheen," sprak opeens de detective weer, „ge zijt gis
teren door dezen hollen weg gereden
„Hoe weet gij dat," vroeg de ander verwonderd, „die
weg voert precies naar hetzelfde doel."
„Dat kan wel zijn," antwoordde de detective, „maar ik
geef er de voorkeur aan, denzelfden weg te nemen, dien gij
gisteren gereden zijt."
„Nu, het is mij hetzelfde."
Een tijdlang heerschte er nu stilzwijgen op den bok van
het rijtuig, tot eindelijk na een half uur ongeveer de koet
sier sprak: „Daar ligt het huis, moet ik misschien voor het
tuinpoortje stilhouden?"
„Neen, voor den hoofdingang. Zijn er soms honden hier?"
„Daar heb ik gisteren niets van gemerkt."
.Hm, je schijnt gisteren heelemaal niet in een stemming
geweest te zijn om veel op te merken," meesmuilde de de
tective. Hij deed het portier van het tweede rijtuig open, en
verzocht Fiedler hem te volgen.
n
De
EEN SENSATIONEELE VLIEGTOCHT:
beroemde Fransche aviateur Paulhan deed verleden week een vlucht van Londen
Een kwartier nadat de
koetsier door den commis
saris van politie in verhoor
genomen was, steeg de
laatste met Horn in een
ander rijtuig, dat door een
naar Manchester, dat is héél midden-Engeland dwars-over! Daarmee won hij den door de
„Daily Mail" uitgeloofden prijs van 10.000 pond sterling (120.000 gulden 1) Onze foto's
geven den koenen vlieger weer: boven vóór de opstijging, terwijl Farman, een andere
bekende luchtschipper, hem een goede reis wenscht; in het midden hoog in de lucht,
pas na het opstijgen; en rechts zien we het zoontje van den koenen aviateur, den jongen
René Paulhan wiens geliefkoosd speelgoed natuurlijk al is.... een model van een aëroplaan!
„Wat een afschuwelijke
rit," sprak de oude man
op bevenden toon.
„Ja, de terugreis zal [u
intusschen beter beval
len." zei de detective
vriendelijk. Ondertus-
schen had hij een blik
geworpen op den grooten,
dichtbegroeiden tuin en
op de voorzijde van het
huis. Door twee vensters
op de eerste verdieping
scheen eenig licht. Een mi
nuut later hadden Muller
en Horn een der ruiten in
de benedenverdieping
voorzichtig ingedrukt, het
venster opgeschoven en
zich toegang verschaft
tot het huis. Spoedig
waren de grendels van
de voordeur en liet Muller
het heele gezelschap bin
nen. De deur werd nu
weer gesloten en de po
litieagent hier op post
gezet. Daarna liet de de
tective het licht van zijn
lantaarn rondgaan en ze
zagen, dat ze zich in een
VAN DE HAARLEMSCHE BLOEMENTENTOONSTELLING,
die nu op 't prachtigst is, hebben we al ettelijke kiekjes gegeven. De vollegronds-tentoonstel-
ling is nu wel op haar toppunt en als een staaltje van het schoons en merkwaardigs dat daar
te zien is, kan bovenstaand kiekje gelden van een hoek vol kolossale pracht-tulpen, die de
bewondering van eiken kenner gaande maken 1