BUITENLAND. BINNENLAND. Ie Jaargang. No. 185. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onze Ongevallenverzekering, Ingevolge de voorwaarden op de polis vermeld onder art. 7, werd ons gisteren 'avond mededeeling gedaan, dat onze 'abonné I. H. Hen sing, tijdens zijne werkzaamheden op de Kon. Grofsmederij, getroffen werd door een stuk ijzer, waar door opname in het ziekenhuis noodza kelijk is. Naar aanleiding van een Polemiek. Het komt van zelf voor dat ook in de Katholieke bladen onderling verschillende meeningen tot uiting komen, verdedigd |en bestreden worden. Ook wij hebben onze „open" kwesties. Op een enkele uitzondering na droe gen de polemieken tusschen de Room- schc bladen onderling een hoffelijk, vreedzaam karakter, waarbij meer de wil om te overtuigen voorzat, dan wel de zucht om vliegen, af te vangen of elkaar af te breken. Maar zooals het nu in een deel der Ka tholieke pers toegaat, hebben we het nog niet beleefd. Naar aanleiding van een reeks artikelen in de „Maasbode" artikelen, geschre ven zoo niet ter eigen verheerlijking, dan toch ter verdediging van een lang ge volgde eigen en eigenaardige methode, de "methode n.l. om tegenstanders en de eigen geloofsgenooten verre van hoffe lijk te bestrijden; artikelen bovendien, welker inhoud klaarblijkelijk niet van toe passing geacht kan worden op Nederland- sche, maar op Itaüaansche toestanden naar aanleiding van die artikelen is een polemiek ontbrand tusschen „Maasbode" en „Tijd", van een felheid en heftigheid, zooals wij ze nog nimmer zagen, ja, zoo als wij ze onder Katholieke collega's niet mogelijk hadden geacht. Wij kunnen ons gevoeglijk buiten deze o n v c r k wik k el ijk h ed e n houden; maar de vraag mag toch wel eens ernstig onder de oogen gezien, of het prestige der Ka tholieke pers niet alleen, maar de zaak der Katholieke partij geen schade lijdt door een polemiek als dezer dagen in onze pers is gevoerd. De liberale pers ginnegapt van genoe gen over deze ruzie tusschen de broe deren, en deelt deze, met toepasselijke aanteekeningen voorzien, haar lezers me de. „Het Handelsblad" vindt er gereede aanleiding in een peil af te schieten op de coalitie En vele katholieken voelen er zich door ontstemd. Bovendien zal dit twistgeschrijf het lot deelen van bijna alle polemieken: het zal onvruchtbaar zijn. In verband met deze kwestie .Willen we nog de aandacht vestigen op-een enkel punt, om te doen zien, hoe een verdedi ging niet moet gevoerd worden. Ëen inzender in „De Gelderlander", welk R. K. blad het tegen de „Maasbode" had opgenomen, treedt in eerstgenoemd orgaan als verdediger op van het Rotter dam sche blad. De loftrompet wordt gestoken en dan leest men het volgende: „Ook. op het gebied van de sociale actie hebben we nog altijd veel aan de „Maasbode" te danken, Aa'.berse en Aengenejit zouden niet zulke veilige gidsen in 'deze geworden zijn en mis schien niet blijven, als de dusgenoem- ide conservatieven hun ideeën niet ge lucht zagen in „De Maasbode". Uit wrijving ontstaat licht, uit onzachte wrijving heel veel licht." Men staat verbaasd! „De Maasbode" heeft getoond voor onze Katholieke Sociale Actie niets te gevoelen. „De Maasbode" heeft geschreven, dat ide K. S. A. was „een bloedloos ding". „De Maasbode" heeft, toen de Sociale (Week te Rotterdam zou worden gehou- iden, stelselmatig alle mededeelingen hier omtrent uit haar blad geweerd, zoodat (de Rotterdamsche Katholieken, die alleen „De Maasbode" lezen, over deze allerbe langrijkste aangelegenheid geheel .onvol doende .waren ingelicht. 3,Dë Maasbode" heeft, haar gewoonte getrouw, met M r. A a 1 b e r s e gehandeld, zooals zij gehandeld heeft met andere vooraanstaande Katholieke mannen, als Mgr. Dr. Schaepman en Mgr. van Cooth. Men kan gerust zeggen, dat ze een „c a m- p agn e" gevoerd heeft tegen Mr. Aalber- se, en wel een zeer ongelukkige, uiterst partijdige en onrechtvaardige campagne, welke trouwens in breeden kring van Katholieken kwaad bloed heeft gezet en rechtmatige verontwaardiging gewekt. Wij memoreeren maar enkele feitende lijst zou werkelijk tot een beteekenendc lengte zijn aan te vullen. En nu leest men dan in „De Maasbo de", die den durf bezit het in hare ko lommen uit „De Gelderlander" over te nemen dat op het gebied van sociale actie wij veel te danken hebben aan „De Maasbode" Wij hebben wat onze Katholieke Soci ale Actie aangaat, volstrekt niets aan het Rotterdamsche blad te danken. Integendeel: wanneer de voormannen onzer K. S. A. geen mannen waren uit één stuk, die wisten wat ze wilden, en tegen een stootje kunnen, dan was het misschien niet onmogelijk geweest, dat zij na 'die Maasbodiaansche oppositie er den brui van gegeven hadden, hun zware, maar mooie taak voort te zetten. Ja, wij hebben „op liet gebied van de sociale actie nog altijd veel aan .T)e Maasbode" te danken"! De Nederlandsche gezant, jhr. Van der Staal van Piershil, overhandigde koning Albert mam ens H. M. de Koningin Ide versierselen van ridder-grootkruis van dien Nederlandschen Leeuw. i Engeland, De laatste eer. Bij den rouwstoet die zich 17 Mei van Buckingfiampalace naar Westminster Hall zal begeven, zullen zich koningin Alexan dra en koningin Mary voegen, waarschijn lijk ook koningin Maud van Noorwegen. De buitenlandsche vorsten, die zich te Londen bevinden, zullen eveneens deel nemen aan de overbrenging van het stof felijk overblijfsel en aan den dienst te Westminster Hall. Na de overbrenging, in de troonzaal zullen de vreemde vorsten en het corps diplomatique worden uitge- noodigd tot een défilé in cle zaal. Er zal geen formeele tentoonstelling van het lijk plaats hebben. Koning George en de Katholieken. Om aan den wensch van zijn Roomscli- Katholieke onderdanen tegemoet te ko men, moet koning George, zooals reeds gemeld werd hebben aangespoord tot die samenstelling van een wetsontwerp, waardoor een voor de Katholieken aan- stootelijke passage in den eed van den koning bij de troonsbestijging zou wor den uitgeschakeld. Deze .passage luidt „Ik verklaar dat de aanroeping of aan bidding van de Maagd Maria of van een andere heilige en het ..celebreeren van de Mis, zooals dit thans plaats heeft in de Katholieke Kerk, Jjijgeloof is en afgoderij." Deze laatste woorden zul len nu worden vervangen door de zin snede „tegen mijn geloof zijnde". De aanstootelijke passage werd eerst in! 1689 in den eed ingelascht. Reeds vele jaren hebben de Katholieken, tot nu toe echter tevergeefs ^gestreefd naar de verwijdering van deze woorden. Dmtschland. Roosevelt in Berlijn. Naar verluidt heeft de beleende keel- specialiteit, professor Franke 1, Roose velt na zijn terugkeer van Potsdam on derzocht. De professor constateerde een lichte keelontsteking, die in vijf of zes dagen, bij behoorlijke rust wel weer genezen zou zijn. Waarschijnlijk was zij veroorzaakt door den ploiseiingen overgang van een tropisch in een noordelijk klimaat. Dr. Franlael beschouwde Roosevelt's toe stand als zoo ernstig, dat hij de mili taire manoeuvres te Döberitz niet zou kunnen bijwonen. i Toch is Roosevelt daarbij tegenwoor dig geweest. 1 We ontleenen omtrent die krijgs-ope- raties het volgende ^an liet H. y. A- Heden werden hier groote krijgsma- noeuvres gehouden ter eere van den oud president Roosevelt. Het gevecht werd geopend met een en' langen artilleriekamp, waarna het voet volk en de /niterij in Ijet veld traden1. De keizer, de prinsen en Roosevelt volgden te paard vanaf den Mühlen- berg, de krijgsverrichtingen. Te 1 uur had het défilé der troepen plaats. Tijdens de kritiek in jdea kring 'der generalen, na afloop der manoeuvres, hield de keizer een panSpraak tot Roo sevelt. Hij begon in Tiet Duitsch en 6prak hem aan als: „Mein Freund Roosevelt". In het Engelsch voortgaande, zeide Z. M.: Gij zijt de eerste particulier die de gelegenheid hebt eene zoodanige oefe ning mijner troepen bij te wonen. Ik ben zeer gelukkig u dit schouwspel Je hebben kunnen panbieden en u hier in tegenwoordigheid mijner garde te be groeten. Daarna zich richtend tot de officie ren Ik ben overtuigd, heereir, dat gij irnet mij zult denken dat het voor ons' eene groote eer was onze troepen in actie voor te stellen aan mijnen vriend Roosevelt, dezen uitmuntenden Ame- rikaanscheri burger, den beroemden ko lonel der Rough-riders. Italië. „The Daily Chronicle" deelt mede, dat bisschop Grimes, een R. K. Prelaat van Syracuse, New-York, de opzienbarende verklaring heeft afgelegd, dat hij uit par ticuliere bron heeft vernomen, dat de mededeeling van mgr. Kennedy, den Amerikaanschen prelaat, die voor tus- schenpersoon fungeerde tusschen het Vaticaan en Roosevelt, omtrent het voor genomen bezoek van den oud president aan den Paus, opzettelijk verkeerd was geïnterpreteerd en wel door den Ameri kaanschen ambassadeur te Rome, den heer Leisher. „Ter wille vain de 12 millioenl Roomsch-Katholieken in Amerika," acht te de bisschop een nadere verklaring ge wen scht Het Hof in de Hoofdstad. In de brieven „Uit de Hoofdstad" der „Prov. Gron. Ct." leest men „Het programma van het aanstaand Koninklijk bezoek heeft thans vaster grondslag gekregen door de officieele mededeeling omtrent de dagen, waarop H. M. de Koningin haar officieele en niet officieele onderdanen !ten Paleize zal ontvangen. Men weet nu de desbetref fende dagen en uren, maar weet ook, dat H.M. daaraan slechts een zeer beperkt deel van haren tijd zal besteden. Ditmaal toch wordt men niet in audiëntie ontvan gen, doch houdt ,H. M. cour. Weet men wat dit beteekent? Dat H. M. op haar troon gezeten eerst de daarvoor in aan merking komende autoriteiten en aan zie, ilijke personen, straks ook de gewo ne burgers, die een verzoekschrift Jieb ben aan te bieden, langs zich heen zal zien gaan!, buigend en zwijgend beide zeer diep terwijl de ceremoniemeester of welk ander lid van liet Huis van H. M. de namen der voorbijgaan-den op noemt. Zoo'n ceremonie neemt heel wat min der tijd in beslag dan eene gewone audiëntie, waarbij H. M. tot plicht heeft tot een ieder, die verschijnt, een paar woorden te zeggen en een eerbiedig ant woord aan te hooren', maar ik kan me best voorstellen dat H. M. aan een cour de voorkeur geeft boven een vermoeien de audiëntie waarbij zij al zeer dikwijls 'n gesprek, hoe kort dan ook, moet voeren1, dat Haar onmogelijk altijd belang kan inboezemen. Waarom H. M. thans tot die wijziging is gekomen, is mij niet dui delijk. Is het omdat Prinses Juliana on mogelijk zoo veel tijd Hare moeder kan ontberen, als een audiëntie in beslag neemt? Of is er een andere reden? Dit laatste heb ik reeds hooren bewe ren men verzekerde mij, dat voor Prin ses Juliana De Géhestets welbekend ge dicht van „Benjamin af" zou gelden en dat we binnenkort daaromtrent wel meer z&qdenJbp.oren, De Juni-Verkiezingen. De Staten-verkiezingen in Juni zullen, naar het schijnt, een vrij kalm verloop hebben. Toch ondderschatte men de beteekenis daarvan niet, .en houde men wèl in 't oog, dat, al loopt de meerderheid geen gevaar, toch ook nu een behoorlijke! krachtsinspanning van ons wordt gevor derd. Wanneer wij in stemmencijfers achter uitgaan, of door al te groot vertrouwen' op onze macht zetels verliezen1,-zal de tegenpartij uit dezen' indirecten tegen slag al het voordeel halen, dat er voor haar uit te halen is. Het zal dan heeten, dat het 'land zich tegen de Rechterzijde en tegen de Regee ring begint uit te spreken, dat er een kentering komt ten gunste van Links dat een moreele nederlaag aan Kabinet en Coalitie is toegebracht, enz. Onnoodig te zeggen, dat dit alles dient voorkomen. De Rechtsche partijen kunnen over 't algemeen den naderenden strijd met ge rustheid tegemoet gaan. Bij eenige In spanning toch zal het haar niet al te moeilijk vallen haar reeds sterke positie nog krachtiger te maken. Dit is te waarschijnlijker, >vijl de sa menwerking gelukkig weinig te wen sch en overlaat. Meer nog dan bij vorige verkiezingen, wordt nu door de provinciale organisa ties der Rechtsche partijen overleg ge pleegd, wat goede uitkomsten belooft. Toch blijkt de hemel niet geheel onbe wolkt te zijn. Op enkele plaatsen', en met name in Zeeland, is het overleg niet slechts on volkomen, maar dreigen zelfs min of meer heftige geschillen den toestand te bederven. Echter komt men er zonder een goed geregelde samenwerking daar, zoomin als elders. En in 't belang van Land en Pro vincie moeten ook bij déze verkiezings campagne allen, die Rechts staan, toonen te begrijpen, dat het niet gaat om de versterking van een bepaalde partij, maar om de bevestiging der posi tie, welke de Rechtsche coalitie als zoodanig inneemt. (Cent.) Goud- frn Zilverwerken. Een groot aantal leden van den bond van Nederlandsche fabrikanten van en handelaren in gouden en zilveren wer ken, heeft bij den yporzitter van den bond een verzoek ingediend om ten spoe digste een algemeene vergadering bijeen te roepen, ten einde te beraadslagen wat te doen, #aar aanleiding van het bij de Tweede Kamer ingediende jvets- ontwerp in zake bepalingen omtrent vi sitatie van met de post uit heit buiten land aangekomen brieven, waarvan de onderteekenaren in het algemeen veel nadeel voor hun vak, verwachten. Koninklijke Besluiten. Is benoemd tot kantonrechter te Mid delburg mr. M. P. Sipkes, thans kan tonrechter te Ter Neuzen.; is aan jhr. mr. O. Q van Swin- deren, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van presi dent der arr.-rechtban'k te Groningen, onder dankbetuiging voor de in -rech terlijke betrekkingen bewezen diensten, en bij gemelde rechtbank benoemd, tot president: mr. F. G. Kool, en tot vice- president jhr. mr. W. Alberda van Eken- stein, thans respectievelijk vice-presi dent en rechter bij dat college, een en ander met ingang van 1 Juni 1910; is benoemd tot notaris binnen liet arrondissement Haarlem, ter standplaats de gemeente Edam, P. de Grient D-reux candidaatnotaris te Purmerend Daar gaat er weer een. In „het Volk" van 23 April 1.1. kon inen het volgende bericht lezen van den So- cialistischen bestuurdersbond GEVRAAGD personen, die bereid zijn tegen een vergoeding van f 1.50 op Zaterdagavond 30 April in den Mei-optocht stukken of fakkels te dragen. Zich aan te melden aan den molen op het lan'd achter de Ferdi - nand Bolstraat. Onder de plaat leest men de Woorden „Op Socialisten sluit de rijen, Het roode vaandel volgen wij." Zou h,et onderschrift piet qieer (de waarheid inabij zijn gekomen als 't ge luid had Daar gaat Weer 'ri bewuste voor 'ml Daalder!" (Voorh.) De nieuwe minister van Justitie. Het is thans zeker, schrijft het HblL; dat mr. E. R. H. Regout, Kamerlid voor Helmond en rijkscommissaris voor de Brusselsche tentoonstelling, broeder van den minister van waterstaat, berioemdl zal worden tot minister van Justitie, i De publicatie was eigenlijk reeds id die „Staatscourant" van gisteravond ver* wacht. Men meldt aan „De Tijd" Het Kamerlid Regout zal 1 Juni a.si. het beheer van het departement van jus titie aanvaarden. i Een nieuwe nota van den heer Van Heeckeren. Het lid van de Eerste Kamer, baron van Heeckeren van Keil heeft te zijner rechtvaardiging en ter beantwoodirng van den minister van Buitenlandsche Zaken bij de Eerste Kamer weder een nota in gediend. De heer van Heeckeren schrijft dat hij genoodzaakt is op de bekende zaak terug te komen, nu de minister van Buitenland sche zaken bij de wederbijeenkomst der Eerste Kamer op 4 April j.l. zijn veront schuldiging niet heeft gemaakt over dq onverantwoordelijke wijze, waarop hij zoowel bij de schriftelijke als mondelinge behandeling dezer zaak tegen hem is op getreden. Na herinnerd te hebben, dat hij in zijn nota over de Noordzee-entente en ter rechtvaardiging zijner meening dat daarbij door het departement van buitenlandsche Zaken niet was opgetreden, zooals z. i. het landsbelang vorderde, zich beroepen had op een feit, zegt de heer v. Heecke ren, dat de minister, de juistheid van zijn betoog niet erkennende, gemeend heeft dit op de meest afdoende wijze te kun nen weerleggen door cok het feit, waarop hij doelde, met nadruk tegen te spreken. De heer van Heeckeren schrijft, in antwoord op de tegenspraak van den minister in de vergadering der Kamer van 10 Februari: Naar aanleiding nu van hetgeen de Minister in die Kamerzitting heeft gezegd en van zijn andere bewering, dat er iu 1904 schijn noch schaduw is geweest vau ter sprake gebrachte voor Nederland be denkelijke maatregelen, wensch ik hierbij met even grooten nadruk als de Minister te verklaren, dat ik de juistheid van het dienaangaande door mij beweerde, doch alleen daarvan en niet ook van hetgeen de Minister mij gelieft in den mond te legge nblijf volhouden. Wellicht heeft het den Minister aan tijd ontbroken, om de geheele geschiedenis iu de akten van zijn eigen departement na te gaan. In een Nederlandsch dagblad, dat in deze zaak begonnen is niet zonder groote hartstochtelijkheid de pariij te kie zen van den Minister en waarni wel eens artikelen voorkwamen, waarvan gezegd werd, dat zij waren afkomstig van of al thans geïnspireerd door ons departement van Buitenlandsche Zaken is te ver staan gegeven, dat de Minister, over deze zaak in de Eerste Kamer het woord voe rende, vooraf zich zou hebben op de hoogte gesteld bij, of althans omtrent sommige bijzonderheden laten inlichten door den persoon, dien ik, daartoege- prest, in mijn schrijven van 15 Febr. j.l. heb genoemd, als de bron, waaruit ik ook mijn wetenschap putte. De Minister zou dus op het oogenblik, dat hij in de Kamer het woord voerde, geweten hebben, dat de juistheid van het coor mij beweerde werd gewraakt door hem, dien ik later als mijn zegsman noem de. Dat blad geeft thans evenwel toe, dat het zich te vroeg heeft verblijd-, want i n datzelfde blad, dat eerst den onderge- teekende meende te mogen beschuldig en,- het met-de waarheid niet zoo nauw te ne men, wordt in een later artikel betoogd, dat het blad zich mogelijkerwijze in zijn eerste oordeel heeft vergist en de fout misschien zal te zoeken zijn niet bij mij,- doch bij den door mij aangehaalden zegs man. De Minister moge ontkennen op zijn meest ernstige wijze, dat er van in vollen vredestijd ter sprake gebrachte voor Ne derland bedenkelijke maatregelen nooit schijn of schaduw is geweest, toch houd ik vol al mijn iu deze gedane mededeelin gen en ook dat wij toen zeer ern stige tijden hebben doorleefd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1