BUITENLAND.
BINNENLAND.
[Tweede Blad, behoorende
I bij DeLeidsche Courant
van Donderdag 12 Mei.
Uit de Pers»
Waar blijft de waarheid^
r," In verband' met den lof Koning Edu-
jard na zijn dood alom toegezwaaid 5
(maakt „Het Huisgezin" volgende op-
1 in er kingen
h Koningen en keizers,- presiidentén )en
[(ministers en andere officieele personen
i ihebben zich als het ware .uitgeput in de
[meest vleiende hulde, aan de nagedach
tenis van den Engelschen monarch be-
-wezen.
Dit is de officieele, diplomatieke lof,
'frnaar niemand is zoo naïef dat alles voor
igoede munt aan te nemen. Het .berust
<voor een deel op conventie, voor een deel
j [op berekening, en maar voor een klein
(deel1 op waarheid.
Ook de pers van heel1 de wereld beeft
jd'en lof van koning Eduard gezongein.
Nu viel1 er in Eduard VII inderdaad veel
te prijzen. Doch hetgeen er in hem ge
laakt moest worden, in hem vooral die zoo
1 hoog stond, werd doorgaans blauw blauw
gelaten. Dit komt wel grootendeels hier
vandaan, dat de toongevende pers over
[zedelijke afdwalingen, hoe ergerlijk ook,
geneigd is zeer clement te oordeelen.
'Zoo wordt ook bij de menigte de zede
lijke zin afgestompt.
Maar het ergerlijkst is wel de houding
van de Anglicaansche en Wesleyaansche
geestelijkheid geweest. Door deze is ko
ning Eduard voorgesteld als de verwezen
lijking van het ware christelijke ideaal
.van grootheid en adeldomis hij de groot
ste en beste koning genoemd, dien God'
[ooit aan een volk heeft gegeven.
Waar blijft de waarheid?
Geldt een andere maatstaf voor een
koning dan voor een particulier? Is een
vorstelijk persoon geoorloofd wat in een
gewoon burger als verkeerd en zondig
wordt beschouwd?
Er is maar één zedelijkheid, en wie zich
'daaraan vergrijpt, misdoet, hij zij koning
,of onderdaan. De koning misdoet zelfs
meer, daar hij zoo boog geplaatst is en het
goede voorbeeld heeft te geven.
We zijn toch wel ver van den goeden
weg afgeweken, als men zulke eenvoudige
ien onveranderlijke waarheden in de prac-
tijk gewoonweg loochent en durft prijzen
waar gelaakt, minstens gezwegen dien
de te worden.
Minister Nelissen.
Bijna alle bladen brengen woorden van
hulde aan den pas afgetreden minister.
„Het Centrum" zegt o.a.:
„De minister van Justitie gaat dan toch
heen.
Het is een ernstig verlies voor het Ka
binet, dat reeds een zijner leden dooi
den dood verloor en twee anderen hun
ambt zag neerleggen, om elders hun
krachten te wijden aan het belang van
den Staat.
Het scheiden van mr. Nelissen heeft
bovendien deze onaangename zijde, dat
een slechte gezondheidstoestand' hem tot
aftreden noopt.
De minister heeft zich overwerkt en
het langdurig verlof bleek, jammer ge
noeg, onvoldoende, om hem de^noodige
kracht terug te geven.
Toch mag de hoop worden gekoesterd
dat hij eerlang zijn zeldzame gaven in
'een anderen werkkring ten dienste van
het land zal kunnen blijven stellen.
Als een onzer beste juristen wordt hij
ook door de tegenpartij gehuldigd en van
zijn buitengewone toewijding en werk
lust gaf hij, niet slechts als raadsman
der Kroon, de meest doorslaande bewij
zen.
Of de quaesti-e van zijn opvolging spoe
dig geregeld zal zijn, is de vraag.
Reeds bij het ingaan van mr. Nelissen's'
verlof hoorden wij, gelijk we indertijd
meldden, een katholiek lid van den Hoo-
gen Raad als aanstaand minister noemen.
De mogelijkheid schijnt echter niet ge
heel uitgesloten, dat er een partieele wij
ziging in de samenstelling van het Kabi
net plaats heeft.
Maar natuurlijk is afwachten de bood
schap, en kunnen wij inmiddels ons
troosten met de gedachte, dat wij, ook
bij de jongere generatie in onze partij,
op uitnemende rechtsgeleerden, kloeke
(werkers en slagvaardige sprekers kun
nen wijzen."
„De Tijd" oordeelt:
„Het bericht komt niet onverwachts,
■maar het blijft een droeve tijding, welke
in wijde, katholieke en ni.et-katholieke,
[kringen opnieuw de gevoelens van waar-
/jdeering en sympathie naar voren dringt,
/(waarmede deze Minister van Justitie bij
'zijn optreden begroet werd.
De hooge verwachtingen, welke dat op
treden wekte, zijn slechts ten deele in
..vervulling gegaan. Ni-et dat het dezen
^dignitaris ontbroken heeft aan bekwaam-
jheid of werkkracht en werklust de
geheele pers, die vrijzinnige als de chris-
ilelijke, heeft van meet af juist aan deze
'eigenschappen van den Minister onbe
krompen hulde gebracht. Hij had une
bonne press-e. Algemeen is o.a. in de Pa-
pcndrechtsche strafzaak zijn houding hoog
geprezen; en zelfs, wanneer zich de cri-
[tiek liet hooren, dan was het als schroom
de men dezen hooggeachten man onaan
genaam te zijn en deed de aanmerkingen
op; zijn inzicht of beleid meestal vergezeld
gaan van woorden, welke evenzeer zijn
karakter en zijne bedoelingen recht lieten
wedervaren. Zeker, het heeft ook' aan
scherpe uitvallen niet ontbroken, speciaal
bij de ^achterstands"-ontwerpen jn de
Eerste Kamer, maar een geroutineerd
parlementariër, -die jaren lang dag aan
dag bloot stond aan de vijandige critiiek
in en buiten de Kamer, zou deze aanval
len bijna onaandoenlijk langs zich hebben
laten heengaan, wellicht getroost door de
gedachte, dat die meeste zijder ambtge-
nooten tel" nog veel slechter afkwamen en
dat men i,n den politieken strijd de dingen
zóó zwaar niet moet opnemen.
Het pleit allerminst tegen zijne onge
reptheid van karakter en zijne hoogheid
van levensopvatting, dat Minister Ne
lissen zich niet in dieze betrekkelijkheid
en -eigenaardige situatie heeft kunnen in
denken -en schikken maar dit vrij zijn
van alle „politieke smetten" is hem wel
licht te staan gekomen op het verlies van
idealen -en illusies, welke de politici van
beroep niet eens in het ministerieele le
ven meebrengen en waarvan zij derhalve
nooit behoeven te scheiden
Hiermede hebben wij het zwakke punt
van minister Nelissen's ministerieele po
sitie aangeraakt. Geen parlementaire of
politieke loopbaan had hem op het minis
terschap voorbereid en persoonlijke qua-
liteiten, hoe edel en groot ook, kunnen in
onzen tijd dit gemis nauwelijks voldoen
de aanvullen.
Met zekeren weemoed, maar vooral
met hartelijke dankbaarheid en sympathie
scheiden wij van dezen Minister, die,
door geen vijand overwonnen, zoo tra
gisch sneuvelde, maar sneuvelde in volle
wapenrusting en op het veld van eer. Be
halve de wetsontwerpen, welke hij tot
stand bracht wij denken hier aan de
Achterstands wetten en de wet op het Va
derschap zaaide hij voor zijn opvol
gers veel', wat hij zelf helaas niet kon
oogsten.
Wie denkt hier niet aan het wetsont
werp op de openbare onzedelijkheid en
de herziening van de Echtscheiding, welke
zoo'n echt christelijken en edelen geest
ademden. Al had minister Nelissen niets
anders gedaan dan deze wetsontwerpen
indienen, zijn naam als christelijk be
windsman, als katholiek Minister zou
nog lang voortleven in de dankbare her
innering van de anti-liberale partijen.
Dit afscheid zal evenwel, vertrouwen
wij vast, geen definitief afscheid zijn van
het openbaar leven. Na herstel van zijne
gezondheid hopen wij den ex-Minister
weer te ontmoeten i.n den actïeven dienst
van de vaderlandsch-e en katholieke zaak,
waaraan hij zijne uitnemende gaven en
krachten wijdde en waaraan ook nu nog
z^jn hart verpand blijft."
„Het Handelsblad" schrijft:
„Met leedwezen zal, bij alle partijen,
vernomen worden, dat minister Nelis
sen gedurende de rust, die een verlof van
eeinge maanden hem gegeven heeft, niet
het gehoopte herstel van gezondheid heeft
gevonden en dat hij genoodzaakt is ge
weest zijn ontslag te nemen. De heer Ne
lissen, die van zijn raadsheerszetel in den
Ho ogen Raao was opgestaan om het mi
nisterschap te aanvaarden, heeft zich met
grooten ijver aan zijn nieuwe taak ge
wijd; zoowel de wetgevende arbeid als
de overige werkzaamheden van zijn ambt
heeft hij zeer nauwgezet vervuld; het is
ons bekend hoe de minister bijv. zich de
Papendrechtsche zaak heeft aangetrokken
en hoe hij zich daarvan tot in details
op de hoogte had gesteld. Zeker heeft
deze opvatting van zijn taak veel, te veel
van zijn krachten gevergd, en daarbij zul
len de moeilijkheden, die hij ondervond
bij de behandeling der achterstandsont -
werpen, welke hij met werkelijk bekwa
men spoed had ingediend, ook wel het
hare hebben gedaan om zijn gezondheid
te knakken. Wij herinneren er aan dat
van hem onder meer werden ontvangen
ontwerpen omtrent reclasseering van ont
slagen gevangenen, en tot bestrijding der
onzedelijkheid.
In Mr. Nelissen verliest het ministerie-
Heemskerk een lid', dat, van verschillende
zijden met sympathie begroet, misschien
niet .alles heeft gegeven wal men van hem
had gehoopt, maar wat zijn kennis en
karakter betreft aan het departement dat
hij ongeveer twee jaar van 12 Febr.
1908 af bestuurd heeft, .zeker op zijn
plaats was."
En op 2 Mei van dit jaar, toen liet
gerucht der aftreding pas liep, schreef
reeds „De Nieuwe Courant":
„Velen, ook buiten den kring van zijn
geestverwanten, zullen d|it betreuren, niet
om de wetgevende maatregelen welke
door Minister Nelissen worden bevorderd
of voorbereid, maar op grond van de al
gemeen gedeelde overtuiging, dat deze
minister was een rechtvaardig, uiterst
nauwgezet en rechtschapen man, wiens
diepe ernst door zijn groote kennis ge-
cvenaard werd.
„Gewoon als lid der rechterlijke macht,
laatstelijk raadsheer in den Hoogen Raad,
over de belangen der justitiabelen nauw
keurig naar recht en billijkheid te be
slissen, het voor en tegen te overwegen
aan de voorschriften der wet te toetsen,
heeft hij plotseling en niet zonder tegen
streven midden in de politiek en het over
weldigend drukke ministersleven zich ge
zet, 'de talrijke zaken van zijn ambt van
den aanvang af zoo zwaar opgenomen
als gold het telkens het opmaken van een
rechterlijk vonnis.
„Dit wekt deernis; en de overweging,
dat deze uitnemende jurist en slagvaar
dige spreker zich met het aanvaarden van
(ie. hoogste l^ïid^etrekkyig jn pjjn ge
schiktheid vergist heeft, kan niet afdoen
aan het leedwezen over het uittreden van
een zoo bekwaam en zoo hoogstaand
tnensch, na, zoo kortstondiigen dienst, uit
die Regeering."
Dultschland.
De Volksverein en het Episcopaat.
Vjolge'nls 'een's bericht van de yGer-
mania, heeft Kardinaal Kopp, Aartsbis
schop van Breslau, ten opzichte van de
„Volksverein" het volgende besluit ge
nomen', blijkbaar namens het geheele
episcopaat.
„Het 'Pruisische episcopaat houdt het
voor gepast, dat den bisschoppen1 Van
alle belangrijke maatregelen, besluiten
en gebeurtenissen van den Katholieken
Volksverein wordt kennis seeeven. Daar
de stichting: .van een nieuwe afdeeling-
van den Volksverein ongetwijfeld zulk
een gebeurtenis is, wensch ik, idat piij
daarvan van te voren mededeeJing wor
de verstrekt. Georg. Kardinaal Kopp."
Er dreigt weer een groote uitsluiting
ditmaal in de Dnitsche ijzernijverheid.
De verbonden patroons te Hagen-
Sch'walm hadden den 4den dezer 1200
vormers en gieters uitgesloten. Totdus-
ver is men er niet in geslaagd, met de
ze arbeiders tot overeenstemming te ko
men. Den 18den dezer zullen nu (alle
werklieden in de gieterijen, en tegen 1
Juni de helft van alle arbeiders in het
Westfaalsche nijverheidsgebied uitgeslo
ten worden, indien voor dien tijd (de
vrede niet hersteld is.
Portisgési
Een groot financieel schandaal.
is in Lissabon aan het licht gekomen,
waarbij verschillende politieke personen
betrokken zijn. De hypotheekbank Credi-
to Predical, in welker bestuur invloed
rijke politici zitting hebben, had reeds
geruimen tijd' een ongunstigen naam.
In de laatste algemeene vergadering is
bij het onderzoek der boeken het schan
daal aan het licht gekomen. De boek
houder schijnt omstreeks twee-en-een-
halve ton (gulden) verduisterd te hebben
en er moeten door bedriegelijke hande
lingen' voor ongeveer twee-en-eenhal f
millioen waardeïooze obligaties in om
loop gebracht zijn. Sinds vijftien jaren
blijken er dividenden uitgekeerd te zijn,
die nooit verdiend zijn. De directeur van
het Credito Predical is Luciano de Cas
tro, de minister-president, minister van
Justitie en leider der progressieve partij.
Luciano de Castro heeft zijn ontslag als
minister ingediend.
Xaarklje.
Albanië.
In het onder het standrecht staande
gebied wordt de ontwapening der bevol
king dorp voor dorp op strenge wijze
ten uitvoer gelegd'. Na zes uur 's avonds
mag niemand het huis uit. Wanneer, na
de officieele afgifte der wapens, toch nog
een geweer in huis wordt gevonden,
wordt het gansche dorp verbrand.
Eergisteren waren de eerst verdreven
Albaneezen naar den Symnia-pas terug
gekeerd. Daar kwam het tot een ge
vecht met de Turken, waaraan 14 batal
jons met geschut deelnamen. De strijd
duurde tot den avond. De Albaneezen
leden zware verliezen; de Turken minder.
De opstandelingen werden ten slotte ver
strooid.
Het schijnt, dat de minister van oor
log, 'die, gelijk gemeld, naar Albanië is
gegaan, thans zelf de operatiën leidt. Ver
scheidene buitenlandsche attaché's bevin
den zich in het Turksche hoofdkwartier.
Maandag j.l. werd in de Turksche Ka
mer een zeer heftig debat gevoerd over
de spionnage-berichten, de zoogenaam
de „djoernals" voor den afgezetten Sul
tan Abdoel Hamid.
in cfe „Tanin" was n.l. de Arabische
afgevaardigde, Sjeftik el Moeajat, beticht
een „djoemaidsji" (schrijver van spiona-
geberichten) te zijn en daartegen protes:
teerde deze nu in heftige bewoordingen.
Toen Hoessim Djahidi, de redacteur van
de „Tanin", daarop verklaarde, dat hij
het bewijs kon leveren, dat een aantaj
Arabische afgevaardigden, die hij met
name noemde, spionnen waren, ontstond
er zulk een tumult, dat de president te-
lephonisch de parlementswacht ontbood,
daar hij vreesde, dat de vijandelijke par
tijen handgemeen zouden worden. Dja-
liid verklaarde, dat hij zijn mandaat zou
nederleggen, wanneer hij de juistheid van
zijn beweringen niet kon bewijzen.
Intusschen was de grootvizier binnen
getreden en deze deelde mede, dat de
regeering omtrent dte djoernals nog niets
kon mededeelen, 'daar men met de schif
ting van de vele spionnageberichten, die
360 kisten vullen, nog niet gereed is, wijl
de kwaadwillige med'edeelingen van de
berichten omtrent feiten, gescheiden moe
ten worden.
De partij van liet Comité voor Eenheid
en Vooruitgang eischte echter, dat alle
berichten, die door afgevaardigden zijn
geschreven, zouden worden medegedeeld.
Gisteren zou het debat over deze kwes
tie vervolgd worden.
Congres Gemeentebelangen.
Tot het Nationaal Congres ter be
spreking van' Gemeentebedrijven, uit
gaande van de vereeniging voor Handel
Nijverheid en ijemeentebelan'gen te
,s Gravenhage, zijn tot dusverre toege-
getreden 36 Gemeentebesturen', veree-
inigin'gen en 171 leden.
Het aantal inschrijvers voor het Waar
borgfonds bedraagt 58.
Rondgedeeld zijn de preadviezen ter
behandeling in het 6, 7 en 9 Juni a.s.
te houden Congres te Scheveningen t. w.
van. i
io. Mr. J. Patijn en 'W. H. Vliegen, be
treffende die vraag door weLke begin
selen het uitoefenen van bedrijven door
de gemeente behoort te worden1 b'e-t
heerscht.
2o. van eene commissie bestaande luit
mr. S. J. Blaupottin Cate, Directeur van!
het Bureau voor Staats- en Administra
tie, rechterlijke adviezen te 's Gravenha-
mr. J. L. C. van Essen, secretaris der
gemeente Arnhem en A. de Vulder van
Noorden lid van het bestuur (der Ver
eeniging voor gemeentebelangen over de
vraagwelke behoort de verhouding te
:zijn tusschen de financieën der bedrij-
.ven en die der gemeente en op welke
wijze behoort zich deze verhouding in; de
gemeentebereking af te spiegelen'.
Deze Commissie geeft als hare mee-
ning te kennen dat de afscheiding tus
schen de #nancieën der gemeente cn
die harer bedrijven, niet te scherp, kan
zijn.
Minister van Justitie.
Naar „de Tijd" verneemt is (het (mi
nisterschap van Justitie aangeboden aan
den heer mr. E. R. H. Regout, Tweede
Kamerlid voor Helmond, die gisteravond
uit Brussel, waar hjj vertoeft voor Ten-
toonstellïngsbelangen, te 's-Gravenhage
werd verwacht.
De oud-minister Loeff, andermaal uit-
genoodigd, bedankte definitief om ge
zondheidsredenen.
De Minister van Justitie, mr. Nelissen',
is gister nog aan dat Departement ge
weest, om, vóór hij aftrad, zijn porte
feuille persoonlijk over te dragen aan
den benoemden Minister van Justitie,
a. i., den Minister Heemskerk.
Bij deze gelegenheid nam mr. Nelissen'
ook afscheid van hoofd- en verdere amb
tenaren! van het Departement.
Naar aanleiding van het bericht Idat
tijdens het Koninklijk bezoek aan Am
sterdam 1 Juni de dag zal zijn waarop
door H. M. de Koningin het nieuwste
schip genaamd Juliana, van jde stoom
vaart-maatschappij „Nederland" te'wa-
ter zal gelaten worden, kan nog het vol
gende worden medegedeeld.
Bij die gelegenheid zal Z. K. H. de
Prins aan genoemde maatschappij aan-
-bieden -een zijden Nederlandsche vlag
met begeleidende oirkonde als hulde aan
de Maatschappij „Nederland" en tevens
aan den Nederlandschen scheepsbouw
doordat dit is het grootste schip dat ooit
in ons land gebouwd is.
Die vlag zal geheschen worden) bij
het van stapelloopen, als wanneer Ide
Prins tevens de oirkon'de zal over
handigen.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag 11 'Mei.
In behandeling kwam het wetsont
werp, houdende wettelijke bepalingen be
treffende het gebruik van trekhonden.
De heer Smidt achtte de bestaande
bepalingen voldoende en wees er op dat
van de belanghebbenden zelf geen aan
drang tot wijziging der bepalingen is uit
gegaan. Voorts wees hij er op, dat bij
na alles bij maatregel van bestuur zal
wor.den geregeld en vreesde hij dat de
regeerng daarin zulke strenge bepalin
gen zal opnemen, dat veel schade zal wor
den toegebracht aan menschen, die nu
met hun hond een eerlijk stuk brood ver
dienen. Hij wenschte dus dat de regee
ring bij het maken van die voorschriften
een zekere toegevendheid zal in acht ne
men.
De heer Duymaer v. .Twist zich
bij dit betoog aansluitende, wees er op
dat te krasse bepalingen gelijk zouden
staan met verbod van 't gebruik van trek-
honden, hetgeen den ondergang van ve
ler bedrijf zou zijn.
De heer Rink verdedigde het wets
ontwerp dat uitgaat van-het z. i. juiste
denkbeeld dat er algemeen geldende re
gelen moeten zijn,, waaraan allen, die van
die van trekhonden gebruik maken, zul
len zijn onderworpen. Betere behandeling
van dien hond en het tegengaan van mis
bruiken en ruw- en wreedheden zal het
gevolg hiervan zijn. Spreker achtte het
juist gezien, in de wet geen verbod van 't
gebruik van trekhonden op te nemen. Ver
der zette hij uiteen dat gemeenten, die
reeds verordeningen hebben, waarbij het
gebruik van trekhonden op hun wegen
wordt verboden, zooals Amsterdam, Haar
lem, Zutphen en Arnhem, bij aanneming
van dit wetsontwerp die verordeningen
niet behoeven in te trekken, omdat be
doelde verordeningen in 't leven zijn ge
roepen uitsluitend in het belang van het
verkeer terwijl het onderhavige ontwerp
.uitsluitend is gebaseerd pp bescherming
van den trekhond. Ook in de toekomst
zullen op diezen grond, de gemeenten ver<
bod-bepalingen' mogen maken.
De heer van I d s i n g a verdedigde hét
ontwerp en vertrouwde dat de Regeering
bij het ontwerpen van den Maatregel yah
Bestuur met de belangenf (der (houders'
van trekhonden rekening zal houden.
Tegenover den' heer T^eich betoogde)
spreker dat, indien het Wietsontewrpj
werd aangenomen in iden vorm (waarin;
het than|s is ingekleed, de bevoegdheid
der plaatselijke besturen om bepalingen)
van gelijke strekking als van' 'jt ontwerp!
te maken, wèl zal komen; te vervallen^
Doch' dat zou spreker betreuren en' daar-»
om gaf hij een wijziging in dien con-»
siderans van 't ontwerp in overweging.;
De heer Schaper verklaarde alvorens
het woord te voeren over dat wetsontwerp,
te erkennen dat vroeger eenige door hem
gebezigde uitdrukkingen in deze kamer
niet te pas kwamen en dat hij die uit
drukkingen derhalve volgaarne terug nam.
Hij zeide te verklaren dat hem dit terug
nemen niet gemakkelijk is gemaakt door
de tegen hem zoowel in deze kamer als
daarbuiten aangenomen houding, maar
wenschte tevens nadrukkelijk te verklaren,
dat hij de uitdrukking niet terugnam
zwichtende voor het dreigement dat
een der leden dezer kamer tegenover hem
geuit had, n.l., dat hem een zeker epithe
ton zou worden onthouden. Dit belache
lijke dreigement is op zijn houding van
thans van niet den minsten invloed ge
weest.
De Voorzitter hield zich overtuigd
dat de geheele kamer met voldoening
de mededeeling van den heer Schaper
heeft vernomen en daarvan akte neemt.
De heer Schaper gaf daarna zijn
instemming met het ontwerp te kennen,
overtuigd dat de Regeering de boog niet
te strak zal spannen ten aanzien van de
houders van trekhonden,
De heer L i e f t i n c k was 't eens met
hen, die een algeheel verbod van 't ge
bruik van trekhonden wenschen in plaats
van bezwarende bepalingen, die au fond
gelijk staan met 'n verbod; en er bestaat
vrees voor draconische bepalingen, nu
zoo goed als alles aan bestuursmaat
regelen wordt overgelaten.
Ook De Minister van Binnen-
landsche Zaken, zette uiteen dat
het gewenscht is uniformiteit te be
vorderen in de gemeentelijke en provin
ciale bepalingen betreffende het ge
bruik van trekhonden, ook in 't belang
van de houders der honden, die dan
voortaan niet meer in de eene gemeente
of op den eenen provincialen weg geheel
andere voorschriften zullen geldende
vinden als in de gemeente of weg die zij
juist verlaten hebben.
De in te voeren Bestuursmaatregel zal
niet uitgevaardigd worden dan na nauw
keurig onderzoek en voorlichting. Doof
ziekelijke zorg voor den hond mag de
mensch niet in zijn kostwinning worden
bedreigddat zal in acht worden geno
men.
Wat betreft de quaestie va'n de be
voegdheden der gemeentebesturen, die
gemeenten zullen, naar de opvatting der
Ministers, wanlneer dit wetsontwerp wet
wordt, geen verordeningen mogen wezen
waarbij 't verbod van trekhonden wordt
uitgevaardigd, indien' zulks wel in het
belang van verkeer en veiligheid noodig
ismaar wèl mogen zij dit, zoodra het
geschiedt in het belang van de veilig
heid en het verkeer op hun wegen.
Na replieken werd het algemeen debat
gesloten.
Groentijd.
Door het Collegium Supremum van den
Utrechtschen Studentenbond is aan den
Senatus Veteranorum van het Utrecht-
sche Studenten Corps het volgende schrij
ven gericht:
Aan d'en Senatus Veteranorum
van het Utrechtsche Studenten-
Coips.
Weledelgeboren Heeren!
Het Collegium Supremum van den U-
trechtschen Studentenbond heeft de eer
onder Uw aandacht te brengen, dat ook!
aan onze Universiteit een belangrijk ge
tal studenten zich niet kan vereenigen met
den groentijd, zooals die bij Uwe veree
niging gebruikelijk is.
Met leedwezen vernam het Collegium,;
dat pogingen om dit verouderd misbruik
af te schaffen, opnieuw gefaald hebben
en dus de vereeniging van alle Utrecht
sche Studenten in één verbond weder
naar een verdere toekomst is verschoven.
Wij meenen U met ernst op den daar
door ontstanen toestand attent te moeten
maken. Doordat één der voornaamste
Studentenvereenigingen in toenemende
mate bij den tijd ten achter raakt, kan ons
Utrechtsch studentenleven niet tot ont-
plooiiing komen, die met het oog op het
groote getal studeerenden noodzakelijk
zou wezen. Een regeling, die jaren ge
leden wellicht voldoende mocht heeten,-
past niet meer op onze hedendaagsche
toestanden. „Recht wird Unrecht, Wohltat
Plage", heeft eenmaal een dichter gezon
gen. De groentijd', eens algemeen toege
juicht, is thans geworden een reden tot
verdeeldheid en afbrokkeling. Van een al
gemeene organisatie, die Uw Corps één
maal was, is het geworden een vereeni
ging van slechts een deel der Utrechtsche
studenten de minderheid zich ten
doel stellende op kunstmatige wijze prin
cipes in het leven te houden, die geen
andere verdienste hebben, dan dat ze
1 eenmaal in een voorbijgegaan tijdperk al
gemeen werden toegejuicht. Er blijft zoo
doende een s tuk middejeeuwsch jstudea-