BUITENLAND. BINNENLAND. [Tweede Blad, behoorende I bij DeLeidsche Courant van Donderdag 12 Mei. Uit de Pers» Waar blijft de waarheid^ r," In verband' met den lof Koning Edu- jard na zijn dood alom toegezwaaid 5 (maakt „Het Huisgezin" volgende op- 1 in er kingen h Koningen en keizers,- presiidentén )en [(ministers en andere officieele personen i ihebben zich als het ware .uitgeput in de [meest vleiende hulde, aan de nagedach tenis van den Engelschen monarch be- -wezen. Dit is de officieele, diplomatieke lof, 'frnaar niemand is zoo naïef dat alles voor igoede munt aan te nemen. Het .berust <voor een deel op conventie, voor een deel j [op berekening, en maar voor een klein (deel1 op waarheid. Ook de pers van heel1 de wereld beeft jd'en lof van koning Eduard gezongein. Nu viel1 er in Eduard VII inderdaad veel te prijzen. Doch hetgeen er in hem ge laakt moest worden, in hem vooral die zoo 1 hoog stond, werd doorgaans blauw blauw gelaten. Dit komt wel grootendeels hier vandaan, dat de toongevende pers over [zedelijke afdwalingen, hoe ergerlijk ook, geneigd is zeer clement te oordeelen. 'Zoo wordt ook bij de menigte de zede lijke zin afgestompt. Maar het ergerlijkst is wel de houding van de Anglicaansche en Wesleyaansche geestelijkheid geweest. Door deze is ko ning Eduard voorgesteld als de verwezen lijking van het ware christelijke ideaal .van grootheid en adeldomis hij de groot ste en beste koning genoemd, dien God' [ooit aan een volk heeft gegeven. Waar blijft de waarheid? Geldt een andere maatstaf voor een koning dan voor een particulier? Is een vorstelijk persoon geoorloofd wat in een gewoon burger als verkeerd en zondig wordt beschouwd? Er is maar één zedelijkheid, en wie zich 'daaraan vergrijpt, misdoet, hij zij koning ,of onderdaan. De koning misdoet zelfs meer, daar hij zoo boog geplaatst is en het goede voorbeeld heeft te geven. We zijn toch wel ver van den goeden weg afgeweken, als men zulke eenvoudige ien onveranderlijke waarheden in de prac- tijk gewoonweg loochent en durft prijzen waar gelaakt, minstens gezwegen dien de te worden. Minister Nelissen. Bijna alle bladen brengen woorden van hulde aan den pas afgetreden minister. „Het Centrum" zegt o.a.: „De minister van Justitie gaat dan toch heen. Het is een ernstig verlies voor het Ka binet, dat reeds een zijner leden dooi den dood verloor en twee anderen hun ambt zag neerleggen, om elders hun krachten te wijden aan het belang van den Staat. Het scheiden van mr. Nelissen heeft bovendien deze onaangename zijde, dat een slechte gezondheidstoestand' hem tot aftreden noopt. De minister heeft zich overwerkt en het langdurig verlof bleek, jammer ge noeg, onvoldoende, om hem de^noodige kracht terug te geven. Toch mag de hoop worden gekoesterd dat hij eerlang zijn zeldzame gaven in 'een anderen werkkring ten dienste van het land zal kunnen blijven stellen. Als een onzer beste juristen wordt hij ook door de tegenpartij gehuldigd en van zijn buitengewone toewijding en werk lust gaf hij, niet slechts als raadsman der Kroon, de meest doorslaande bewij zen. Of de quaesti-e van zijn opvolging spoe dig geregeld zal zijn, is de vraag. Reeds bij het ingaan van mr. Nelissen's' verlof hoorden wij, gelijk we indertijd meldden, een katholiek lid van den Hoo- gen Raad als aanstaand minister noemen. De mogelijkheid schijnt echter niet ge heel uitgesloten, dat er een partieele wij ziging in de samenstelling van het Kabi net plaats heeft. Maar natuurlijk is afwachten de bood schap, en kunnen wij inmiddels ons troosten met de gedachte, dat wij, ook bij de jongere generatie in onze partij, op uitnemende rechtsgeleerden, kloeke (werkers en slagvaardige sprekers kun nen wijzen." „De Tijd" oordeelt: „Het bericht komt niet onverwachts, ■maar het blijft een droeve tijding, welke in wijde, katholieke en ni.et-katholieke, [kringen opnieuw de gevoelens van waar- /jdeering en sympathie naar voren dringt, /(waarmede deze Minister van Justitie bij 'zijn optreden begroet werd. De hooge verwachtingen, welke dat op treden wekte, zijn slechts ten deele in ..vervulling gegaan. Ni-et dat het dezen ^dignitaris ontbroken heeft aan bekwaam- jheid of werkkracht en werklust de geheele pers, die vrijzinnige als de chris- ilelijke, heeft van meet af juist aan deze 'eigenschappen van den Minister onbe krompen hulde gebracht. Hij had une bonne press-e. Algemeen is o.a. in de Pa- pcndrechtsche strafzaak zijn houding hoog geprezen; en zelfs, wanneer zich de cri- [tiek liet hooren, dan was het als schroom de men dezen hooggeachten man onaan genaam te zijn en deed de aanmerkingen op; zijn inzicht of beleid meestal vergezeld gaan van woorden, welke evenzeer zijn karakter en zijne bedoelingen recht lieten wedervaren. Zeker, het heeft ook' aan scherpe uitvallen niet ontbroken, speciaal bij de ^achterstands"-ontwerpen jn de Eerste Kamer, maar een geroutineerd parlementariër, -die jaren lang dag aan dag bloot stond aan de vijandige critiiek in en buiten de Kamer, zou deze aanval len bijna onaandoenlijk langs zich hebben laten heengaan, wellicht getroost door de gedachte, dat die meeste zijder ambtge- nooten tel" nog veel slechter afkwamen en dat men i,n den politieken strijd de dingen zóó zwaar niet moet opnemen. Het pleit allerminst tegen zijne onge reptheid van karakter en zijne hoogheid van levensopvatting, dat Minister Ne lissen zich niet in dieze betrekkelijkheid en -eigenaardige situatie heeft kunnen in denken -en schikken maar dit vrij zijn van alle „politieke smetten" is hem wel licht te staan gekomen op het verlies van idealen -en illusies, welke de politici van beroep niet eens in het ministerieele le ven meebrengen en waarvan zij derhalve nooit behoeven te scheiden Hiermede hebben wij het zwakke punt van minister Nelissen's ministerieele po sitie aangeraakt. Geen parlementaire of politieke loopbaan had hem op het minis terschap voorbereid en persoonlijke qua- liteiten, hoe edel en groot ook, kunnen in onzen tijd dit gemis nauwelijks voldoen de aanvullen. Met zekeren weemoed, maar vooral met hartelijke dankbaarheid en sympathie scheiden wij van dezen Minister, die, door geen vijand overwonnen, zoo tra gisch sneuvelde, maar sneuvelde in volle wapenrusting en op het veld van eer. Be halve de wetsontwerpen, welke hij tot stand bracht wij denken hier aan de Achterstands wetten en de wet op het Va derschap zaaide hij voor zijn opvol gers veel', wat hij zelf helaas niet kon oogsten. Wie denkt hier niet aan het wetsont werp op de openbare onzedelijkheid en de herziening van de Echtscheiding, welke zoo'n echt christelijken en edelen geest ademden. Al had minister Nelissen niets anders gedaan dan deze wetsontwerpen indienen, zijn naam als christelijk be windsman, als katholiek Minister zou nog lang voortleven in de dankbare her innering van de anti-liberale partijen. Dit afscheid zal evenwel, vertrouwen wij vast, geen definitief afscheid zijn van het openbaar leven. Na herstel van zijne gezondheid hopen wij den ex-Minister weer te ontmoeten i.n den actïeven dienst van de vaderlandsch-e en katholieke zaak, waaraan hij zijne uitnemende gaven en krachten wijdde en waaraan ook nu nog z^jn hart verpand blijft." „Het Handelsblad" schrijft: „Met leedwezen zal, bij alle partijen, vernomen worden, dat minister Nelis sen gedurende de rust, die een verlof van eeinge maanden hem gegeven heeft, niet het gehoopte herstel van gezondheid heeft gevonden en dat hij genoodzaakt is ge weest zijn ontslag te nemen. De heer Ne lissen, die van zijn raadsheerszetel in den Ho ogen Raao was opgestaan om het mi nisterschap te aanvaarden, heeft zich met grooten ijver aan zijn nieuwe taak ge wijd; zoowel de wetgevende arbeid als de overige werkzaamheden van zijn ambt heeft hij zeer nauwgezet vervuld; het is ons bekend hoe de minister bijv. zich de Papendrechtsche zaak heeft aangetrokken en hoe hij zich daarvan tot in details op de hoogte had gesteld. Zeker heeft deze opvatting van zijn taak veel, te veel van zijn krachten gevergd, en daarbij zul len de moeilijkheden, die hij ondervond bij de behandeling der achterstandsont - werpen, welke hij met werkelijk bekwa men spoed had ingediend, ook wel het hare hebben gedaan om zijn gezondheid te knakken. Wij herinneren er aan dat van hem onder meer werden ontvangen ontwerpen omtrent reclasseering van ont slagen gevangenen, en tot bestrijding der onzedelijkheid. In Mr. Nelissen verliest het ministerie- Heemskerk een lid', dat, van verschillende zijden met sympathie begroet, misschien niet .alles heeft gegeven wal men van hem had gehoopt, maar wat zijn kennis en karakter betreft aan het departement dat hij ongeveer twee jaar van 12 Febr. 1908 af bestuurd heeft, .zeker op zijn plaats was." En op 2 Mei van dit jaar, toen liet gerucht der aftreding pas liep, schreef reeds „De Nieuwe Courant": „Velen, ook buiten den kring van zijn geestverwanten, zullen d|it betreuren, niet om de wetgevende maatregelen welke door Minister Nelissen worden bevorderd of voorbereid, maar op grond van de al gemeen gedeelde overtuiging, dat deze minister was een rechtvaardig, uiterst nauwgezet en rechtschapen man, wiens diepe ernst door zijn groote kennis ge- cvenaard werd. „Gewoon als lid der rechterlijke macht, laatstelijk raadsheer in den Hoogen Raad, over de belangen der justitiabelen nauw keurig naar recht en billijkheid te be slissen, het voor en tegen te overwegen aan de voorschriften der wet te toetsen, heeft hij plotseling en niet zonder tegen streven midden in de politiek en het over weldigend drukke ministersleven zich ge zet, 'de talrijke zaken van zijn ambt van den aanvang af zoo zwaar opgenomen als gold het telkens het opmaken van een rechterlijk vonnis. „Dit wekt deernis; en de overweging, dat deze uitnemende jurist en slagvaar dige spreker zich met het aanvaarden van (ie. hoogste l^ïid^etrekkyig jn pjjn ge schiktheid vergist heeft, kan niet afdoen aan het leedwezen over het uittreden van een zoo bekwaam en zoo hoogstaand tnensch, na, zoo kortstondiigen dienst, uit die Regeering." Dultschland. De Volksverein en het Episcopaat. Vjolge'nls 'een's bericht van de yGer- mania, heeft Kardinaal Kopp, Aartsbis schop van Breslau, ten opzichte van de „Volksverein" het volgende besluit ge nomen', blijkbaar namens het geheele episcopaat. „Het 'Pruisische episcopaat houdt het voor gepast, dat den bisschoppen1 Van alle belangrijke maatregelen, besluiten en gebeurtenissen van den Katholieken Volksverein wordt kennis seeeven. Daar de stichting: .van een nieuwe afdeeling- van den Volksverein ongetwijfeld zulk een gebeurtenis is, wensch ik, idat piij daarvan van te voren mededeeJing wor de verstrekt. Georg. Kardinaal Kopp." Er dreigt weer een groote uitsluiting ditmaal in de Dnitsche ijzernijverheid. De verbonden patroons te Hagen- Sch'walm hadden den 4den dezer 1200 vormers en gieters uitgesloten. Totdus- ver is men er niet in geslaagd, met de ze arbeiders tot overeenstemming te ko men. Den 18den dezer zullen nu (alle werklieden in de gieterijen, en tegen 1 Juni de helft van alle arbeiders in het Westfaalsche nijverheidsgebied uitgeslo ten worden, indien voor dien tijd (de vrede niet hersteld is. Portisgési Een groot financieel schandaal. is in Lissabon aan het licht gekomen, waarbij verschillende politieke personen betrokken zijn. De hypotheekbank Credi- to Predical, in welker bestuur invloed rijke politici zitting hebben, had reeds geruimen tijd' een ongunstigen naam. In de laatste algemeene vergadering is bij het onderzoek der boeken het schan daal aan het licht gekomen. De boek houder schijnt omstreeks twee-en-een- halve ton (gulden) verduisterd te hebben en er moeten door bedriegelijke hande lingen' voor ongeveer twee-en-eenhal f millioen waardeïooze obligaties in om loop gebracht zijn. Sinds vijftien jaren blijken er dividenden uitgekeerd te zijn, die nooit verdiend zijn. De directeur van het Credito Predical is Luciano de Cas tro, de minister-president, minister van Justitie en leider der progressieve partij. Luciano de Castro heeft zijn ontslag als minister ingediend. Xaarklje. Albanië. In het onder het standrecht staande gebied wordt de ontwapening der bevol king dorp voor dorp op strenge wijze ten uitvoer gelegd'. Na zes uur 's avonds mag niemand het huis uit. Wanneer, na de officieele afgifte der wapens, toch nog een geweer in huis wordt gevonden, wordt het gansche dorp verbrand. Eergisteren waren de eerst verdreven Albaneezen naar den Symnia-pas terug gekeerd. Daar kwam het tot een ge vecht met de Turken, waaraan 14 batal jons met geschut deelnamen. De strijd duurde tot den avond. De Albaneezen leden zware verliezen; de Turken minder. De opstandelingen werden ten slotte ver strooid. Het schijnt, dat de minister van oor log, 'die, gelijk gemeld, naar Albanië is gegaan, thans zelf de operatiën leidt. Ver scheidene buitenlandsche attaché's bevin den zich in het Turksche hoofdkwartier. Maandag j.l. werd in de Turksche Ka mer een zeer heftig debat gevoerd over de spionnage-berichten, de zoogenaam de „djoernals" voor den afgezetten Sul tan Abdoel Hamid. in cfe „Tanin" was n.l. de Arabische afgevaardigde, Sjeftik el Moeajat, beticht een „djoemaidsji" (schrijver van spiona- geberichten) te zijn en daartegen protes: teerde deze nu in heftige bewoordingen. Toen Hoessim Djahidi, de redacteur van de „Tanin", daarop verklaarde, dat hij het bewijs kon leveren, dat een aantaj Arabische afgevaardigden, die hij met name noemde, spionnen waren, ontstond er zulk een tumult, dat de president te- lephonisch de parlementswacht ontbood, daar hij vreesde, dat de vijandelijke par tijen handgemeen zouden worden. Dja- liid verklaarde, dat hij zijn mandaat zou nederleggen, wanneer hij de juistheid van zijn beweringen niet kon bewijzen. Intusschen was de grootvizier binnen getreden en deze deelde mede, dat de regeering omtrent dte djoernals nog niets kon mededeelen, 'daar men met de schif ting van de vele spionnageberichten, die 360 kisten vullen, nog niet gereed is, wijl de kwaadwillige med'edeelingen van de berichten omtrent feiten, gescheiden moe ten worden. De partij van liet Comité voor Eenheid en Vooruitgang eischte echter, dat alle berichten, die door afgevaardigden zijn geschreven, zouden worden medegedeeld. Gisteren zou het debat over deze kwes tie vervolgd worden. Congres Gemeentebelangen. Tot het Nationaal Congres ter be spreking van' Gemeentebedrijven, uit gaande van de vereeniging voor Handel Nijverheid en ijemeentebelan'gen te ,s Gravenhage, zijn tot dusverre toege- getreden 36 Gemeentebesturen', veree- inigin'gen en 171 leden. Het aantal inschrijvers voor het Waar borgfonds bedraagt 58. Rondgedeeld zijn de preadviezen ter behandeling in het 6, 7 en 9 Juni a.s. te houden Congres te Scheveningen t. w. van. i io. Mr. J. Patijn en 'W. H. Vliegen, be treffende die vraag door weLke begin selen het uitoefenen van bedrijven door de gemeente behoort te worden1 b'e-t heerscht. 2o. van eene commissie bestaande luit mr. S. J. Blaupottin Cate, Directeur van! het Bureau voor Staats- en Administra tie, rechterlijke adviezen te 's Gravenha- mr. J. L. C. van Essen, secretaris der gemeente Arnhem en A. de Vulder van Noorden lid van het bestuur (der Ver eeniging voor gemeentebelangen over de vraagwelke behoort de verhouding te :zijn tusschen de financieën der bedrij- .ven en die der gemeente en op welke wijze behoort zich deze verhouding in; de gemeentebereking af te spiegelen'. Deze Commissie geeft als hare mee- ning te kennen dat de afscheiding tus schen de #nancieën der gemeente cn die harer bedrijven, niet te scherp, kan zijn. Minister van Justitie. Naar „de Tijd" verneemt is (het (mi nisterschap van Justitie aangeboden aan den heer mr. E. R. H. Regout, Tweede Kamerlid voor Helmond, die gisteravond uit Brussel, waar hjj vertoeft voor Ten- toonstellïngsbelangen, te 's-Gravenhage werd verwacht. De oud-minister Loeff, andermaal uit- genoodigd, bedankte definitief om ge zondheidsredenen. De Minister van Justitie, mr. Nelissen', is gister nog aan dat Departement ge weest, om, vóór hij aftrad, zijn porte feuille persoonlijk over te dragen aan den benoemden Minister van Justitie, a. i., den Minister Heemskerk. Bij deze gelegenheid nam mr. Nelissen' ook afscheid van hoofd- en verdere amb tenaren! van het Departement. Naar aanleiding van het bericht Idat tijdens het Koninklijk bezoek aan Am sterdam 1 Juni de dag zal zijn waarop door H. M. de Koningin het nieuwste schip genaamd Juliana, van jde stoom vaart-maatschappij „Nederland" te'wa- ter zal gelaten worden, kan nog het vol gende worden medegedeeld. Bij die gelegenheid zal Z. K. H. de Prins aan genoemde maatschappij aan- -bieden -een zijden Nederlandsche vlag met begeleidende oirkonde als hulde aan de Maatschappij „Nederland" en tevens aan den Nederlandschen scheepsbouw doordat dit is het grootste schip dat ooit in ons land gebouwd is. Die vlag zal geheschen worden) bij het van stapelloopen, als wanneer Ide Prins tevens de oirkon'de zal over handigen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag 11 'Mei. In behandeling kwam het wetsont werp, houdende wettelijke bepalingen be treffende het gebruik van trekhonden. De heer Smidt achtte de bestaande bepalingen voldoende en wees er op dat van de belanghebbenden zelf geen aan drang tot wijziging der bepalingen is uit gegaan. Voorts wees hij er op, dat bij na alles bij maatregel van bestuur zal wor.den geregeld en vreesde hij dat de regeerng daarin zulke strenge bepalin gen zal opnemen, dat veel schade zal wor den toegebracht aan menschen, die nu met hun hond een eerlijk stuk brood ver dienen. Hij wenschte dus dat de regee ring bij het maken van die voorschriften een zekere toegevendheid zal in acht ne men. De heer Duymaer v. .Twist zich bij dit betoog aansluitende, wees er op dat te krasse bepalingen gelijk zouden staan met verbod van 't gebruik van trek- honden, hetgeen den ondergang van ve ler bedrijf zou zijn. De heer Rink verdedigde het wets ontwerp dat uitgaat van-het z. i. juiste denkbeeld dat er algemeen geldende re gelen moeten zijn,, waaraan allen, die van die van trekhonden gebruik maken, zul len zijn onderworpen. Betere behandeling van dien hond en het tegengaan van mis bruiken en ruw- en wreedheden zal het gevolg hiervan zijn. Spreker achtte het juist gezien, in de wet geen verbod van 't gebruik van trekhonden op te nemen. Ver der zette hij uiteen dat gemeenten, die reeds verordeningen hebben, waarbij het gebruik van trekhonden op hun wegen wordt verboden, zooals Amsterdam, Haar lem, Zutphen en Arnhem, bij aanneming van dit wetsontwerp die verordeningen niet behoeven in te trekken, omdat be doelde verordeningen in 't leven zijn ge roepen uitsluitend in het belang van het verkeer terwijl het onderhavige ontwerp .uitsluitend is gebaseerd pp bescherming van den trekhond. Ook in de toekomst zullen op diezen grond, de gemeenten ver< bod-bepalingen' mogen maken. De heer van I d s i n g a verdedigde hét ontwerp en vertrouwde dat de Regeering bij het ontwerpen van den Maatregel yah Bestuur met de belangenf (der (houders' van trekhonden rekening zal houden. Tegenover den' heer T^eich betoogde) spreker dat, indien het Wietsontewrpj werd aangenomen in iden vorm (waarin; het than|s is ingekleed, de bevoegdheid der plaatselijke besturen om bepalingen) van gelijke strekking als van' 'jt ontwerp! te maken, wèl zal komen; te vervallen^ Doch' dat zou spreker betreuren en' daar-» om gaf hij een wijziging in dien con-» siderans van 't ontwerp in overweging.; De heer Schaper verklaarde alvorens het woord te voeren over dat wetsontwerp, te erkennen dat vroeger eenige door hem gebezigde uitdrukkingen in deze kamer niet te pas kwamen en dat hij die uit drukkingen derhalve volgaarne terug nam. Hij zeide te verklaren dat hem dit terug nemen niet gemakkelijk is gemaakt door de tegen hem zoowel in deze kamer als daarbuiten aangenomen houding, maar wenschte tevens nadrukkelijk te verklaren, dat hij de uitdrukking niet terugnam zwichtende voor het dreigement dat een der leden dezer kamer tegenover hem geuit had, n.l., dat hem een zeker epithe ton zou worden onthouden. Dit belache lijke dreigement is op zijn houding van thans van niet den minsten invloed ge weest. De Voorzitter hield zich overtuigd dat de geheele kamer met voldoening de mededeeling van den heer Schaper heeft vernomen en daarvan akte neemt. De heer Schaper gaf daarna zijn instemming met het ontwerp te kennen, overtuigd dat de Regeering de boog niet te strak zal spannen ten aanzien van de houders van trekhonden, De heer L i e f t i n c k was 't eens met hen, die een algeheel verbod van 't ge bruik van trekhonden wenschen in plaats van bezwarende bepalingen, die au fond gelijk staan met 'n verbod; en er bestaat vrees voor draconische bepalingen, nu zoo goed als alles aan bestuursmaat regelen wordt overgelaten. Ook De Minister van Binnen- landsche Zaken, zette uiteen dat het gewenscht is uniformiteit te be vorderen in de gemeentelijke en provin ciale bepalingen betreffende het ge bruik van trekhonden, ook in 't belang van de houders der honden, die dan voortaan niet meer in de eene gemeente of op den eenen provincialen weg geheel andere voorschriften zullen geldende vinden als in de gemeente of weg die zij juist verlaten hebben. De in te voeren Bestuursmaatregel zal niet uitgevaardigd worden dan na nauw keurig onderzoek en voorlichting. Doof ziekelijke zorg voor den hond mag de mensch niet in zijn kostwinning worden bedreigddat zal in acht worden geno men. Wat betreft de quaestie va'n de be voegdheden der gemeentebesturen, die gemeenten zullen, naar de opvatting der Ministers, wanlneer dit wetsontwerp wet wordt, geen verordeningen mogen wezen waarbij 't verbod van trekhonden wordt uitgevaardigd, indien' zulks wel in het belang van verkeer en veiligheid noodig ismaar wèl mogen zij dit, zoodra het geschiedt in het belang van de veilig heid en het verkeer op hun wegen. Na replieken werd het algemeen debat gesloten. Groentijd. Door het Collegium Supremum van den Utrechtschen Studentenbond is aan den Senatus Veteranorum van het Utrecht- sche Studenten Corps het volgende schrij ven gericht: Aan d'en Senatus Veteranorum van het Utrechtsche Studenten- Coips. Weledelgeboren Heeren! Het Collegium Supremum van den U- trechtschen Studentenbond heeft de eer onder Uw aandacht te brengen, dat ook! aan onze Universiteit een belangrijk ge tal studenten zich niet kan vereenigen met den groentijd, zooals die bij Uwe veree niging gebruikelijk is. Met leedwezen vernam het Collegium,; dat pogingen om dit verouderd misbruik af te schaffen, opnieuw gefaald hebben en dus de vereeniging van alle Utrecht sche Studenten in één verbond weder naar een verdere toekomst is verschoven. Wij meenen U met ernst op den daar door ontstanen toestand attent te moeten maken. Doordat één der voornaamste Studentenvereenigingen in toenemende mate bij den tijd ten achter raakt, kan ons Utrechtsch studentenleven niet tot ont- plooiiing komen, die met het oog op het groote getal studeerenden noodzakelijk zou wezen. Een regeling, die jaren ge leden wellicht voldoende mocht heeten,- past niet meer op onze hedendaagsche toestanden. „Recht wird Unrecht, Wohltat Plage", heeft eenmaal een dichter gezon gen. De groentijd', eens algemeen toege juicht, is thans geworden een reden tot verdeeldheid en afbrokkeling. Van een al gemeene organisatie, die Uw Corps één maal was, is het geworden een vereeni ging van slechts een deel der Utrechtsche studenten de minderheid zich ten doel stellende op kunstmatige wijze prin cipes in het leven te houden, die geen andere verdienste hebben, dan dat ze 1 eenmaal in een voorbijgegaan tijdperk al gemeen werden toegejuicht. Er blijft zoo doende een s tuk middejeeuwsch jstudea-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5