29 BUITENLAND. BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. Ie Jaargang. No. 174. 3)c Ccicbcfie Sou/tornt Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, t 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag April 1910. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden- betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. WELKOMSTGROET aan onzen beminden Pastoor, bij zijn terugkomst uit het H. Landt (Wijze: aan U, o Koning der eeuwen) Aan U, o dierbare Herder, Een welkomstgroet gebracht: iZijt welkom in ons midden, Zoolang door ons verwacht. Beangst was wel ons harte, Toen G' ons voor kort verliet, Doch thans juicht elk van vreugde, Nu hij U wederziet. Als pelgrim trokt gij henen- Naar Jezus' heilig Graf; De plaats mocht Gij .aanschouwen. Waar Hii Ziin leven eaf. Daar inocht Gij nederknielen. En als ons aller tolk, Aan Jezus liefde denkend, Daar bidden voor Uw volk. O Herder, wees dan vvelkom, Wij deelen in Uw vreugd: Uw weerzien in ons midden Het maakt ons haft verheugd;... Doch boven alle vreugde Aan God de lof gewijd, Die op Uw pelgrimsreize U veilig heeft geleid. Aan U, o God van liefde, Zij lof en dank gebracht: Gij hebt ons aller Herder Beschermd door Uwe macht! Bewaar Hem nog veel jaren: Wij luisteren naar Zijn Stem-; En moge Hii.ons leiden Naar Uw Jeruzalem Een aitdere VeelndE- Brieven uit het H. 1 ld. Oyer Athene naar Rome. De lezers weten dan, dat we allen be houden aan boord van den „Statendam" te Haiia gekomen zijn. We werden wel \vat ruw getrokken, gedragen, gestooten uit de sloep in het stoomschip, vooral bij de dames luidde het: „und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt", maar toch kwamen allen aan boord. Naar dat het zich liet aanzien^ viel de ver dere reis toch nog mee, de zee iwerd vrij kalm, en wij hadden een zeer eigen- aardigen tocht langs en tusschen de eilanden van den Griekschen Archipel. Menig eiland is ons van der jeugd reeds bekend, toen we de oude geschiedenis bestudeerden en de Grieksche mythelo- gie. Ook in de H. Schrift vinden wij meer malen een of ander van die eilanden vermeld, zoo b.v. wie kent den naam' Patmos niet, het eiland waar -de H. Evangelist Joannes als balling het boek der openbaring schreef? Het was pp een Zondag, zegt hij, dat hem een visioen verscheen, ook op een Zondag passeer den wij daar. Li groote verwachting gingen wij te Athene aan wal; in een kwartier tijds bracht ons de electrische tram van de haven naar de hoofdstad van Grieken land, waar meer dan honderd rijtuigen gereed. stonden om het grootste gedeelte van 't aantal pelgrims naar de verschil lende merkwaardigheden te vervoeren. De rijtuigen vielen ons mee, we waren in Palestina -niet verwend op dat punt, en de kunstwerken der oude Hellenen, groolendeels ruïnen, dwingen zelts den leek in dc kunst de hoogste bewondering af, maar de stad zelf, hoe schoon zij den aanschouwer van de hoogte, waarop de Acropolis staat, voorkomt, zij valt bitter tegen. Is dat nu een Koninklijke residen tie?-Geen enkele straat is .geplaveidj eü we w-aïtsi 2an heei wat stofwolken ge woon geworden in Palestina, maar Athe- me Wint het. Na een uur te hebben gere den waren we niet meer toonbaar in een fatsoenlijk huis; van boven tot onder stof. Ik kan hier gevoegelijk een paar wen ken tusschen voegen, voor degenen onder -de lezers, die soms last mochten hebben de pelgrimaadie naar het H. Land te ondernemen. De stofwolken van Athene biengen mij op die gedachte. Neem één pak kleeren mee, dat ge er aan waagt. 'Zwart is natuurlijk het eerst bedorven. iZeker, om in passend toilet aan tafel te verschijnen, kan men zoo'n gala-pak mee nemen, maar gebruik dat dan ook fllleen binnen 's huis. Op de,n .weg, pp een schip, op den trein gebruike men een echt toeristen pak van grauwe kleur en geen gesteven linnen. Vervolgens zij men ook, ja vooral in 't Heilige Land, 't is zonde, dat ik 't zeggen moet, op zijn hoede voor zak kenrollers. En die vindt men onder alle standen, onder grooten en kleinen. Treu rige ondervinding heeft meer dan een on zer pelgrims opgedaan. Kwartjesvinders, zooals we die in Europa thans kennen, worden hier, geloof ik, nog niet aange troffen, maar hun gemis wordt rijkelijk aangevuld door de verschillende winke liers. Zonder uitzondering bijna, durf ik zeggen, dat ze den vreemdeling schande lijk overvragen. Geef het derde gedeel te van den prijs, waarvoor zij U iets aan bieden. Vraagt men U 20 gulden, zeg vijf. En dat is overal zoo. In de geheele wereld vindt men menschen, die gaarne wat verdienen aan den vreemdeling, aan elk station vooral van de wereldsteden, staan de gedienstige geesten met uitge strekte armen gereed, van U te ontvan gen en eenige veeren van U te plukken, dat is eenmaal een menschelijke eigen schap, maar nergens is de auri sacra fa- mes, de gevloekte geldhonger zoo bru taal en zoo algemeen als bij het mengel moes van Semieten en Arabieren in Pa lestina. Te Bethlehem, waar de pelgrim denkt in stille overweging te zullen ver toeven, werd door kooplui van de natie aan personeel van den „Statendam" toe geschreeuwd. „ik spreek ook hollandsch, alles kost een dubbeltje." Neen dan gaat het in Kevelaer en den Briel toch netter toe. Met het Turksche geld is het in Pa lestina treurig, 't Ziet er onoogelijk uit, maar 't lastigste is, dat het zelfde munt stuk op verschillende plaatsen verschil lende waarde heeft. Men doet voorzich tig zoo weinig mogelijk van die dingen in ontvangst te nemen en liever fransch geld te vragen. Dat is overal geldig, maar zilverstukken met den Naijoleonskop moeten den lauwerkrans hebben, anders neemt de Turk ze niet aan. De winkelier heeft nog dit eigenaardige, dat hij zoo lang mogelijk talmt met .geld terug te geven. Wat hii eenmaal in handen heeft, ctaat hij niet gauw meer ai. En dan nog dit, wat ik nog nergens heb aangetroffen, nl. geld wisselen doet niemand van dat volkje voor niets. Ze staan U als een on- noozelen hals uit te lachen, wanneer ge voor een goudstuk van 20 francs ook 20 zilver stukken wilt hebben. Ja, zult ge zeggen, zoo handelt de een of andere arme drommel, die ook wat aan deau vreemdeling verdienen wil. Neen, ik vroeg den hotelhouder van een voornaam huis te Jericho mij voor frs. 20 klein geld te geven, en de man gaf mij heel gewoon frs. 19.50 voor inijn goudstuk. Op mijn protest, dat er een kwartje ontbrak, zei hij dood kalm dat is voor mij. Geen ver haal was er op. Maandagavond 19 April vervolgden wij onze reis door de Jonische Zee en hadden 's nachts en den geheelen volgen den dag sterken tegenwind en woeste zee. Maar de machtige machien van den „Statendam" bracht er ons door. En woensdag morgen bij ons ontwaken1 mochten we ons in 't schoonste weer ver heugen zagen de zuidkust van de Itali- aansche 1 a a r s, en hielden die kust voort durend in 't gezicht. De Etna was tot be daren gekomen, en trotsch verhief hij zijn besneeuwden kruin in de morgenzon, welks stralen hem met een goudglans overtogen. En zoo stevenen wij van de H. Stad Jeruzalem, over de Klassieken Stad Athe ne naar de Eeuwige Stad Rome, alwaar wij Zondag as., door den ,H. Vader in audiëntie zullen worden ontvangen. En daarmee is onze pelgrimstocht geëindigd, die door den Zegen Gods €êh allergeluk kigst verloop had. Deo Gratias. W. H. België. Roosevelt te Brussel. Roosevelt, van Parijs komende, kwam gister met echtgenoot, dochter en zoon te 12.15 aan. Hij werd op het perron be groet door een vertegenwoordiger van den koning, den gezant en den consul der V. S., den burgemeester van Brussel en vele no'.abelen. Het gemeentelijke mu ziekkorps speeldje het Amcrikaa.nsche» volkslied. Na de gewone vcoistelling be gaf Roosevelt zich naar de Amerikaansche legatie, onder het gejuich der dichte volksmenigte. Vereenigde Staten. De schade aan den oogst. Nadere berichten over de schade, door de nachtvorsten aan den oogst in de Ver- eeriigde Staten toegebracht, luiden helaas niet bemoedigend. Ruw geschat wordt de geheele schade geraamd op vijftig duizend dollars. Het departement van landbouw is van oordeel, dat ten minste veeriig percent van de katoenoogst op nieuw moet worden uitgezaaid, waardoor de oogsttijd met een maand zal worden verlaat. Het departement vreest, dat zeer hooge bijdragen tot steun van de plan ters nooLig zullen zijn, wegens de prijs- verhooging van katoenzaad tot honderd a honderdvijftig dollars per ton. Aan de planters in Louisiana en een deel van Alabama is den raad gegeven, niet tot een tweeden uitzaai over te gaan, wijl gegron de vrees bestaat, dat deze oogst niet meer rijpen zal. Texas is er vrij goed afgeko men, daar zal de katoenoogst bijna nor maal zijn. Uit de centrale staten wordt gemeld, dat de tarweoogst vijftig inillicen bushels beneden het gemiddelde zal blijven. Voor al Missouri, Nebraska en Kansas hebben zwaar geleden en van dezen Kansas wel het me'est; van het geheele tekort komen dertig millioen bushels voor rekening van dezen staat. In Texas en Oklahama staat echter de tarwe wat gunstiger. China. De onrust in Hoenan. Er komen voortdurend tegenstrijdige berichten binnen omtrent den toestand in Hoenan. Den 22en dezer, den dag dus nadat gemeld werd, dat voor nieuwe on lusten te Tjsandsa werd gevreesd, schreef de agent van de Asiatic Petroleum Com pany aldaar, dat alles rustig was en hij deed daarbij het verzoek om toezending van een nieuwen voorraad petroleum. De gouverneur vaii Hoenan heeft dan ook reeds doen weten, dat de rust in zijne provincie was teruggekeerd, maar de En- gelsche correspondent te Tsjandsja tee- kende hierbij aan, dat genoemde autori teit toch niet durft instaan voor het le ven van de vreemdelingen, die het wagen zouden aan land te gaan. Turkije. De opstand in Albanië. „De Albaiieesche opstandelingen, die de Katsjanikpas bezet houden zullen he denmiddag worden aangevallen, indien zij weigeren zioh over te geven", zoo luid de een Reuter-telegram van gisteren. Targhoet pasja heeft n.l. last gekregen, van den minister van Oorlog tot eiken prijs de pas in bezit te nemen die alsnog in handen van de opstandelingen is. Men verwacht dus bloedige gevechten en het blijkt duidelijk, dat de regeering thans alle lankmoedigheid heeft afgeschud. Te veel werd zij van alle zijden geprikkeld, te veel toonde men haar, wat voor haar op het spel staat, dat het geldt de erken ning van haar gezag als een Krachtig bewind of het verlies van de achting, welke zij pas begon te winnen. De vloot kreeg bevel zich naar Skoetari te begeven om daar de Albaneezen in het oog te houden. Het schijnt dat thans drie benden op standelingen aan 't werk zijn. De eerste verzet zich tegen de legerafdelingen van Doerghoet Sjefket pasja, bij Prisjtina (O. van den spoorweg). Dit schijnt hel noor delijkste punt W22;' zij zich wagen. De tweede bewaakt de Katsjanikpas en belet daardoor de vereeniging van de troepen met die van Sjefket pasja; de derde be staat uit Albaneezen uit Lioema en Priz- ren (w. van den spoorweg), en is mees ter vanden weg van Prizren naar Weriso- witsj Ook schijnt de.ze bende den door gang bij Tsjernolowa, bij de stad Similia te.behecrschen. De afgevaardigde van Ipek en Prizren kregen de boodschap, dat zij het comité van Eenheid en Vooruitgang hadden te verlaten of dat zij zouden worden be schouwd als verraders van de Albance- sche zaak. Tien bataljons redifs zijn onder de wa penen geroepen te Smyrna en Saloniki. Over den toestand aan dc Katsjanik- _'pas worden nog de volgende bijzonder heden, medegedeeld^ Aaij bei^e zjjdep van den spoorweg bezetten eenige duizenden Albaneezen de hoogten in dichte benden. Het diepe dal van de Lepenats laat naast het riviertje slechts ruimte voor den spoorweg, die bovendien door een tun nel loopt. Rechts en links rijzen steile ro'swanden omhoog. Toen op dit punt een trein door de Albaneezen werd aan gehouden waren de reizigers ontzet. Eeni ge Turksche vrouwen vielen in onmacht maar de opstandelingen toonden zich wel willend, boden tabak aan en verzekerden den reizigers dat zij volkomen veilig waren. Alleen de zwakke troepenmacht, wel ke de trein begeleidde om het materiaal en de post naar Prisjtina te brengen, werd ontwapendden officieren werd nadrukkelijk te kennen gegeven, dat zij hun kameraden moesten doen weten, dat geen soldaat meer werd doorgelaten. Ge lijk gemeld werd, zijn dan ook alle trei nen streng doorzocht. Maar de Albanee zen hielden hun toezegging dat treinen zonder militairen veilig waren. Een enkel geval deed zich voor van schieten, allicht lïit overmoed. Dc da ders werden echter gestraft, en onmid dellijk namen de leiders maatregelen om een herhaling te voorkomen. Al staan de Albaneezen dus op hun stuk, aan orde ontbreekt het bij hen blijkbaar niet en verhalen, welke reeds door enkele bladen verspreid werden, over hun wreedheid, ziet men yerder niet bevestigend. Een bode van de „Prins Willem 11". De duin wachter J. Kelderhuijs heeft nabij de Koog op Texel aan het strand een uit zee aangespoelde flesch gevonden, welke een briefje bevatte, waarop met potlood stond geschreven: „God help, wij vergaan. S.S. Prins Willem II. A. v. L." Tot de bemanning behoorde ook de tweede hofmeester A. van Leiden, te Am sterdam woonachtig. Ook de directie der West-Indische Mail ontving bericht omtrent het vinden van de flesch. De directie meent echter, dat hier ongetwijfeld een ongepaste grap in het spel is. Niet alleen dat de plaats waar de flesch aanspoelde, ernstige reden tot twijfel geeft, doch de schrijver van zulk een briefje nog wel iemand van de bemanning zou allicht over de oorzaken met een paar woorden licht verspreid hebben en een woord aan zijn vrouw zou zeker ook niet ontbroken hebben. Het verjaargeschenk voor de Prinses. Voor Prinses Juliana is gisteren op Het Loo een dogkarretje aangekomen met vierkanten gesloten bak en afneem bare kap, voor wélk voertuig twee pon- nies als bespanning zulen dienen, die eveneens reeds zijn aangekomen. Deze kleine equipage is bestemd als verjaar geschenk voor de Prinses. Koninklijke Besluiten. De kapitein-luitenant ter zee G. R. Nauta Lemke," is eervol ontheven van het tijdelijk bevel over Hr. Ms. Monitor Rei- nier Claeszen, en met dien datum het bevel over dien bodem opgedragen aan den kapt.-luit. ter zee P. H. van Voort- huysen zijn, met ingang van 2 Mei 1910, bij het korps Mariniers bevorderd tot kapt. Ie luits J. G. Gruschke en J. C. J. Romswinckel is, mei intrekking van het Kon. be sluit van 15 April 1910, alsnog benoemd tot vertegenwoordiger der Nederland- sche regeering op het 30 April tot 3 Mei 1910 te Brussel te houden interna tionaal tuinbouwcongres, G. Kruyff, te Sassenheim, voorzitter van den Bond van Bloembollenhandelaren en lid van het centraal bestuur van den Nederl. Tuin- bouwraad. zijn met ingang van 1 Mei 1910 be noemd a. tot adjunct-inspecteur van den arbeid, L. A. Fruytier, werktuigkun dig ingenieur te Gaasterland, G. J. de Jongb, werktuigkundig ingenieur te Dor drecht en H. J. N. H. Kessener, schei kundig ingenieur te Groningen b. tot adjunct-inspectrice van den ar beid mej. E. Beitschot, te Arnhem en mevrouw M. Slingerland, wed. van J. Arends, te Schcveningen. en js in et ingang van 1 Aug. 1910 benoemd tot ad-unct-inspecteur van den' arbeid H. M. van Vessem, scheepsbouw kundig en werktuigkundig ingenieur te Vlissingen. Tweede Kamer. De leden der Tweede Kamer zijn thans? bijeengeroepen tegen Maandag 9 Mei, des namiddags te 2 uur. Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg). Aan de orde is vervolgens: 9e. Verzoek van de Leidsche Duinwa termaatschappij om goedkeuring van plannen ter uitvoering van eemge wer ken op het terrein te Katwijk. 10e. Verzoek van de Leidsche Duin watermaatschappij om goedkeuring tot het aangaan van een geldleening. B. en W. adviseeren beide verzoeken toe te staan. De heer van Grüting wil punt 9 van de agenda afvoeren om eerst de Ge zondheidscommissie te hcoren. De Voorzitter zegt dat de wet zulks niet voorschrijft 't Is hier een zui ver technische quaestie, die niet tot de bevoegdheid der Commissie behoort. De heer van G r ti n g meent eat het maken van een ontijzerings in rhting een technische zaak is, waarvocï e Gezond heidscommissie van advies moet dienen Spr. stelt voor het voorstel af te voeren om het te renvoijeeren naar de Com missie. Na eene verwarde discussie, waaraan de heeren Pera, Zwiers, van Hamel en Sijtsma ohrelnemen verdedigd de heer A a 1 b e r s e nog het hooren der gezond heidscommissie in het belang der volks- hygiene. Spr. wenscht de commissie te kooren over punt 9; daaruit volgt niet at de commissie over punt 10 geraad pleegd moet worden. Ten slotte worden beide punten aan gehouden, om over punt 9 de commissie te hooren. 11e. Vaststelling van ijet kohier der plaatselijke d.recte belasting, dienst 1910 B. en W. stellen voer het kohier vast te stcilen met een belastbaar inkomen van f 8.433.065, een belastingopbrengst van f413.880 en een heffingspercentage van 4.90. De heer de Vries maakt eene op merking over de inrichting der kohieren: door weglating van een kolom is het over zicht voor de raadsleden vrijwel onmo gelijk "geworden. Wethouder Kerstens zegt dat in de toekomst met tie wenschen van den heer de Vries rekening zal worden gehouden. Alvorens het kohier verder in comité- generaal le behandelen is de'rondvraag aan de orde. De heer Vergouwen maakt een op merking over de hulpbrug over het Ra penburg. Waarom is ee.i oprit gemaakt en had men geen eenvoudiger hu'.pbrxg kunnen maken? WeL.o.ider Korevaar zegt dat de straat opgekoogd en de weg dus waterpas wordt. Critiek is altijd ge makkelijk, we doen ons best om het zoo goed en gcedkcop mogelijk te maken De heer Fokker is bevreesd dat bij opheoging der straat het water in de hui zen der omwonenden zal loopen, als het regent, wethouder Korevaa r zou den den lieer Fokker, ware hij geen laads'.id CfP deze vraag antwoordenWacht je beurt maar af; nu hij ech.er lid van d n Raad is, is spr. een antwoord schul ig en verklaart, dat zooveel mogelijk g-- tracht zal worden de be.voners \'ZV. hei Rapenburg g'Cn last te bezorg..n Hien.j wordt de ope.ibare vergadering gesloten. LEIDEN, 29 April Partijdige voordrachten. De Raad besloot eenigen tijd geleden de Plaatselijke Schoolcommissie met vier leden uit te breiden. Op de aanbeveling van benoembaren plaatste de Schoolcommissie liberale da mes en heeren. Er schenen onder de Christelijke be volking onzer gemeente geen mannen of vrouwen te zijn, naar het oordeel der Commissie geschikt om in haar midden plaats te nemen. De Leidsche vrijzinnigen zijn heel on bevangen, als het geldt de hunnen in commissies, lUiibten .enz. te .benoemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 1