BUITENLAND. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 19 April. Uit de Pers, Een les uit de practijk. Onze Nederlandsche vrijhandelaars 'jhebben een vereeniging ?,Hët vrije Ruil- jjrferkeer", en die Vereeniging geeft van [tijd tot tijd blaadjes uit, wier inhoud de {Nederlanders met de zegeningen van den ferijhand'el bekend maken, i Het jongste blaadje draagt ten op schrift: ï,Een les uit de praktijk", en ook £vij willen op die j.les"- in deze rubriek jeven .wijzen, wijl het ons voorkomt dat de bpvoedende kracht van deze les niet bijs- fcr groot is. Het lesje >vil ons aan het verstand) (brengen dat beschermende rechten voor jd|en landbouw yerkeerd zijnj. De zaak is dat bij onze Oostburen landbouw krachtig wordt beschermd. Nu (liggen in het Noordoosten van Gronin- jgén akkers, in den Dollardpolder, die ijaren geleden volkomen gelijkwaardig Kvaren met de akkers aan de andere zijde jyan de grenzen, in Duitschland. Nu zou jpien zoo zeggen, zoo verhaalt de „les uit jde praktijk", dat die Duitsche akkers veel (meer voordeel zouden opleveren dan de {Nederlandsche, doch dat komt net anders om uit; van die Nederlandsche oogst men yeel meer graan dan van de Duitsche, jdie nog wel onder beschermende rech ten leven. Hoe komt dat dan toch? Zie- jhier .wat de „les" er over vertelt: y,Dertig jaar geleden waren beide (soorten akkers) in alle opzichten vol komen gelijk, werden geheel op gelij ke wijze bewerkt, men merkte nauwe lijks aan welke zijde van de grehs men zich bevond. Die dertig jaren hebben in Duitsch land gebracht de bescherming van den landbouw, de agrariërs met hun tolpoli- tiek en hun steeds hoogere eischön, In Nederland en vooral in de provin cie Groningen hebben ze gebracht de moeilijke tachtiger jaren, die ook in ons land vele landbouwers hebben Idoen roepen pm bescherming, welke jaren volgden op de zeventiger jaren van goede oogsten, hooge prijzen en betrekkelijke weelde. Velen die hun landerijen tot .hooge prijzen hadden gekocht of gepacht, heb- [ben helaas schipbreuk geleden op de levenszee, maar hen die niet met hoog water op strand waren gekomen heeft de tegenspoed gestaald. Zij hebben den 'landbouw gemaakt tot een tak van we tenschap, hebben met behulp van kunstmeststoffen een geheel andere (wijze van bebouwing van den grond ■ingevoerd, hebben van jaar tot jaar 'ieen hoogere opbrengst weten te berei ken. Mannen die vijf en twintig jaar ge leden voor het eerst een boerderij ge- 'pacht hebben in de Groninger Dol- •iart-polders, zonder eenige eigen mid- 'idelen te bezitten, hebben het in dien tijd door hard en oordeelkundig wer ken, gepaard aan een eenvoudige le venswijze, gebracht tot welstand, tot het bezit van een eigen kapitaal, waar mede zij zonder hulp van vreemden, hun kinderen aan den gang kunnen hel pen. Tal van Nederlandsche landbouwers 'zijn dus in den strijd bezweken,' en al- ileen die 't bange kwaad te boven kwa men, hebben door zeer zware inspanning [eindelijk en ten langen leste voordeel be haald en een bestaan gevonden. Dat was ponder bescherming. Maar nu in Duitschland? Laat ons de 1,1 es" verder lezen: „En wat ziet men aan de overzijde der grens? Dat zij die met behulp van beschermende graanrechten door de re geering door de moeilijke tachtiger ja ren zijn heengeholpen, die dien zwa- ren strijd om het bestaan niet in gelij ke mate hebben gestreden als hun Ne derlandsche broeders, niet door diep strijd zijn gestaald, hun bedrijf op verre na niet hebben opgevoerd tot gelijke Wetenschapeplijke hoogte. Hun eerste gedachte des ochtends en hun laatste des avonds was niet bedacht te zijn op nieuwe middelen om de productivi teit van den bodem te verhoogen. Ook is hun levenswijze veel minder eenvou dig. Niet alleen worden door den jon gen pachter werkpaarden aangekocht, neen van het begin af moeten er ook ïweeldepaarden zijn. Daarbij is een rij tuig onmisbaar en men rijdt liever dan dat men te voet gaat.- Veel meer dan nuttig en ook^ zelfs dan voor ontwikkeling of uitspanning noodig is, verwijdert men zich van zijn boerderij en brengt zijn avonden voor een deel door in dorpskoffiehuizen met agrarisch-politieke tinnengieterij, en Iaat men het werk te veel over aan de arbeiders zonder daarop in de vroege morgenuren voldoend toezicht uit te oefenen. Het onvermijdelijk gevolg is ■een veel minder intensieve bewerking van den bodem dan aan deze zijde der 'grens, oen gemiddeld aanmerkelijk min der groote opbrengst van alle land bouwproducten. -n zoo is bij onderzoek geb'.e dat niettegenstaande de hooge invoer- [rechten op graan in Duitschland, de verkooppiijz i: en de huurprijzen van de landerijen in de Duitsche Dojlart- polders niet hooger zijn dan in de oorspronkelijk gelijkwaardige in Neder land, omdat die hooge invoerrechten er dte landbouwers hebben verweeke- lijkt, tot een zekere mate van weelde, gemak- en genotzucht hebben gebracht, die onvereenigbaar zijn met de eischen die een wetenschappelijke, intensieve beoefening van den landbouw, bij de vorderingen die de landbouwweten - schap in de laatste jaren gemaakt heeft, tegenwoordig stelt. Van die vor deringen wordt door den Duitschen landbouwer zelfs op de beste gronden niet volden de jnut getrokken. Volgt dan nog een hartelijke en na tuurlijk goed gemeenae waarschuwing om 'toch vooral de boerderij niet te ver- waarloozen; zich niet aan buitensporige weelde over te geven enz. Misschien zal bij dezen of genen de gedachte wel eens bovenkomen, die ook bij ons opkwam, dat het doodjammer is, dat die Duitsche boeren de hun door de bescherming verleende hulp zoo treu rig hebben gebruikt. Denk eens aan dat dde Duitsche boeren met de bescherming eens hadden gedaan wat de onzen deden aonder bescherming. Dan pas zou de ver gelijking opgaan, en de onzen zouden reden tot jaloerschheid hebben. En is er ook wel niet eens geklaagd, dat in de goede jaren onze boerenstand, zonder bescherming, wel wat al te weel derig werd Dat lag dan toch niet aan de beschermende rechten. Iedereen, die naar de kroeg loopt inplaats van bij zijn werk te zijn, doet kwaad, bescherming of geen bescherming. En uit de schildering, die de les van Duitsche landbouwers geeft, blijkt dan ook niet anders, dan dat die bescherming voor den landbouw uitne - mend werkt, mits men haar goed ge - b ruikt Frankrijk;. De ouderdomswet. Deze wet, onlangs tot stand gekomen verzekert aan jederen Franschman, die minder dan 3000 francs inkomen heeft, een pensioen. Alleen militairen, staats beambten en zeelieden voor wie op an dere wijze verzorgd is, zijn uitgesloten. De wet maakt onderscheid tusschen loonarbeiders en zelfstandige bazen. Voor beide groepen zijn afzonderlijke be palingen voorgeschreven. Door over gangsmaatregelen gaat de wet voor som mige personen aanstonds in werking. Voor den loonarbeider is de verzeke ring verplichtend. Mannen betalen 9, vrouwen 6 en minderjarigen beneden 18 jaren 4.50 francs aan bijdragen per jaar. Deze bijdrage worden door de werk gevers van het loon ingehouden en aan gevuld met gelijke bijdragen uit eigen zak. Vanaf den tijd, waarop de werk man recht op rente verkrijgt, tot aan zijn sterfdag wordt uit de Staatskas bij zijne rente gevoegd 60 fres. per jaar. De werkman kan zijn pensioen verhoogen door meer te betalen de bijdragen der werkgevers en die yan den Staat worden dan echter jniet hooger. Om de bijdrage Van den Staat te ont vangen moet de werkman 65 jaar pud zijn en minstens 30 jaar verzekerd. Hij kan ook reeds eene bijdrage ontvangen! op 55-jarigen leeftijd, maar dan js deze aanmerkelijk geringer. Wordt de werk man invalide, dan kan hij aanstonds een rente ontvangensterft hij, dan ontvan gen zijn vrouw en kinderen een tijdelijke rente van den Staat, bedragende 50 fr. per maand, doch in het geheel niet meer bedragende dan 150 tot 300 frs. Tot 1930 zijn overgangsbepalingen gel dig. De werklieden, die bij liet inwer kingtreden der wet m/nstens 45 jaar oud zijn, worden verdeeld in drie klassen. De werklieden, boven -69 jaar, hebben aan stonds recht op ondersteuningdie van 65 tot 69 jaar ontvangen van den, s"taj|t de helft der toelage, die zij zouden ont vangen inden zij den gevorderden ouder dom hadden die van 4464 jaar be talen premie tot aan hun '65e levens jaar. De oudsten hebben reeds na één jaar, de anderen eerst na ""20 jaar recht op rente. Natuurlijk moet de Staat hier te hulp komen, met bijdragen, die gtij- gen tot 100 frs. per "jaar. De wet is 'verder van toepassing op kleine pachters, kleine ambachtsb'azen en andere zelfstandige 'kleine ondernemers op ere vrouwen van deze categorie per sonen en op de vrouwen van loonar beiders. Voor de zélfstandige onderne mers vervult de Staat de rol van den werkgever en betaalt een derde van hun bijdragen, doch hoogstens 6 fr. per jaar. De zelfstandige bazen kunnen zeiven hun bijdragen bepalen. Deze wet is tot stand gekomen onder een socialistischen m'inister en met me dewerking van den socialistischen Ka merafgevaardigden. Hier schreeuwen de „partijgenooten" echter moord en brand wanneer de Regeering met een verzeke ringswet Wil komen. 'Hier verlangt men staatspensioen. De Fransche Pelgrims bij den Paus 'Zaterdag j.l. heeft de Paus in de Va- ticaansche zaal van het Consistorie 300 Fransche pelgrims ontvangen, onder lei ding van Mgr. Odelin, vicaris-gneraal van' et Parijsche aartsdiocees, naar Rome gekomen. In antwoord op een Aidresj, voorgelezen door Mgr. Odelin, en waarin1 melding gemaakt werd van de verblijden de acUe, door de Katholieken den ia,at- sten tijd ontwikkeld op het gebied van den godsdienst, het maatschappelijk le ven, de pers en het onderwijs, hield Pius X in het. Italiaansch onmiddellijk door Mgr. Glorieux vertolkt een toespraak om daarover zijn voldoening uit te spre ken. „Inderdaad," zeide hij, „schuilt onze kracht in de eendracht van alle geloo- vigen, in het samenstaan met de geeste lijken, van dezen met de bisschoppen en' van dezen weder met den H. Stoel. Zulk een kracht is onweerstaanbaar en reeds zegevierend in die donkere oogenblikken als wij overwonnen schijnen. Want, waar de eenheid is daar heerscht de liefde, en waar de liefde is daar heerscht de vre de, en waar de vrede is heerscht God de Heer, en tegen God de heer vermag niemand ter wereld iets. „Hoezeer die eendracht tusschen u be staat bewijzen niet alleen de bewonde'- renswaardige werken welke de laatste jaren voltrokken werden, als inrichtin1- gen van onderwijs, patronaten en veler lei sociale instellingen maar ook en voor al de machtige herleving van den gods dienst, zich uitend in de heldhaftigste offers en een ernstige beoefening van het christelijk leven. Niemanjd late zich dus ontmoedigen door den invloed der tij delijke macht waarover de vijanden van God en Zijn Kerk beschikken. En allen kleingeloovigen, vreesachtigen en zwak ken zou ik het woord van den H. Paulus willen toeroepen: „Moed, laten wij de beoefening des geloofs behouden, want Hij die beloofd heeft, is getrouw." Ten slotte wees de Paus op de be scherming van Frankrijk door O. L. Vrouw van Lourdes, den Pastoor van Ars en Jeanne d'Arc, en spoorde hij de Fransche Katholieken aan, om niet de katholieke samenwerking prijs te geven teneinde het terrein van de tegenisftan- ders te betreden, want door dezen zou zulk een stap worden uitgelegd als een teeken van medeplichtigheid. De audiëntie werd met den pauselij ken zegen besloten terwijl de pelgrims het „Oremus pro Pantiftce" zongen. De Rijksmiddelen. Blijkens den maandelijkschen staat van de opbrengst der Rijksmiddelen werd in Maart f812.649.14 meer ontvangen dan in 1909. Dit bedrag zou hooger ^ijn geweest, wanneer de opbrengst van den accijns op het gedistilleerd niet aanzienljjk be neden de verwachting ware gebleven. Waar 1/12 der raming f2.616.666.99 bedroeg, werd slechts ontvangen de som van f 2.094.696.96, d.i. dus een tegen slag van een half millioen gulden. Slechts ongeveer f 8.8000 werd meer ontvangen dan verleden jaar. Men teert nog op den grooten voor raad, in het laatst van 1909 ingeslagen. In JanuariMaart was "6.731 millioen ontvangen tegen 5.S99 millioen 'in 1909. Bij i/4 der raming over alle middelen is de opbrengst nog bijna 8 millioen achter. De reis van Prins Hendrik. De Prins der Nederlanden aanvaardde het beschermheerschap van de Noord en Zuid-Holl. Reddingmaatschappij. Prins Hendrik wordt Woensdagavond tusschen zes en zeven uur te Leeuwar den verwacht. Hij zal vergezeld zijn van den gepensioneerden vice-admiraal A. G. Ellis en den penningmeester der Noord en Zuid-Holl. Reddingmaatschappij den heer C. A. den Tex. Donderdagmorgen ten 7 uur vertrek met den Commissaris der Koningin in Friesland naar Oostmahorn en te half negen van daar naar Schiermonnikoog. Vrijdagmorgen te 7 uur gaat de tocht naar Ameland. Aankomst te half 11 al daar. Vertrek des avonds te zes juut naar Schiermonnikoog. Zaterdagmorgen zeven uur naar Rot tum eroog en van daar naar Noordpol- derzijl. Aankomst te 7 of 8 uur. Des avonds aankomst te Leeuwarden ongeveer te tien uur. Het doel van den tocht is: de inspec tie der op de eilanden gevestigde red dingstations der Noord- en Zuid-Holl'. Redding Maatschappij. Op Schiermonnikoog zal Z. K. H. een schietoefening met het vuurpijltoestel bijwonen en een bezoek brengen aan de zeevaartschool. Sociale Cursussen. Driedaagsche sociale cursussen zullen ook dit jaar in de verschillende bisdom men gehouden worden. Verleden jaar is door deze cursussen veel goeds gesticht en overal hadden zij groot succes. De Federatie der R. K. W,erkIiedenbonden heeft dan ook reeds maatregelen geno men om dit practische werk dit Jaar voort te zetten. Een program is ree'ds ontworpen Kath. Volk. Rechtszaken. De zaakDieters. Ond'ér groote belangstelling stond gis teren, na een preventieve hechtenis se dert 3 December, voor de rechtbank te Groningen terecht het ouddid van Gede puteerde Staten der provincie Groningen, Hendrikus Dieters, oud 52 jaren, gebo ren te Assen, landeigenaar te Groningen, ter zake van oplichting en verduistering £>E gcaeta Beklaagde, een man uit den arbei dersstand geboren, heeft, toen hij tram conducteur was, een goed huwelijk ge daan en is daarna langzamerhand tot groote dingen gekomen. Mede door zijn voorkomendheid en groote hulpvaardig heid genoot hij in zijn nieuwe positie heel spoedig het vertrouwen van velen, zoodat, toen er later een vacature in de Provinciale Staten kwam, zijne gewest- genooten op hem liet oog lieten vallen; hem candideerden met het resultaat dat hij 'werd gekozen. Ook het meerendeel van zijne medeleden in dit college zag iij hem een man van gezond verstand, met een helderen blik op zaken, een man die groote bestuurstalenten moest heb ben, waarom zij hem eenige jaren daarna verkozen tot lid van Ged. Staten. Van di[en tijd af was het vertrouwen in Dieters onbeperkt, wat blijkt uit de vele betrekkingen in verschillende han- derls- en industrieele ondernemingen, welke hem successievelijk werden opge drongen, zoodat hij ten slotte aandeel had in of commissaris was van ver schillende financieele instellingen. Tegenover de daaruit voortvloeiende baten stonden evenwel nog grootere uit gaven door de met zijn maatschappelijke positie gepaard gaande levenswijze, die d,e oorzaak werden van zijn val. Want hoewel hij voor 't oog van de wereld steeds een man in bonis was, geraakte hij meer en meer in financieele moeilijk heden. Nu zocht hij naar middelen om zich daaruit te redden. Een dier middelen was de oprichting van de Naaml. Venn. Neerlandsch Grond bezit, een maatschappij, werkende vol gens de acte van oprichting, met een kapitaal van één millioen, waarvan vol gens bewering van Dieters reeds bij de oprichting f300.000 was geplaatst. Door deze bewering, die valsch was en in strijd met de waarheid, heeft hij zijn vriend, den heer J. J. ten Cate Vissering, lid van d|e Prov. Staten te De Punt weten te bewegen tot het nemen van 10 in plaats van 5 aandeelen in die ven nootschap, zooals de heer Vissering aan vankelijk had toegezegd. Voor de oprichting van genoemde ven nootschap had Dieters gronden aange kocht te Utrecht voor eene som van f56.000, hoewel die gronden, volgens an- derer schatting, in de verste verte niet die waarde hadden. Hij had die gronden volgens zijn bewering betaald met een vordering van f26000, die hij op den verkooper had> f1500 aan aandeelen in de Naaml. Vennootschap Neeii. Grond bezit, terwijl hij voor een gedeelte van de overblijvende schuld effecten in on derpand gaf, die hij van zijn vriend Vis sering in bruikleen had gekregen. .Het toen nog resteerende bleef hij schuldig. Dit laatste was ongeveer een bedrag van f 7000. De aandeelen der vennootschap die hij in portefeuille had, plaatste hij op de vol gende manier. Dieters was eigenaar van de Margarine- fabriek „De Noordster", Deze fabriek stond met de Groningsche Crediet- en Handelsbank te Groningen in rekening courant, van welke bank de bekl. tevens commissaris was. De fabriek werkte niet voordeelig, zoodat haar debetsaldo bij de bank grooten omvang kreeg. Om nu dit nadeelig saldo te dekken verstrekte hij de bank een recepis (stortingsbewijs) van 40 aandeelen a f 1000 in de Naaml. Venn. Neerlandsch Grondbezit. Dit bewijs als echt geteekend door hem als gedelegeerd commissaris en F. F. F. van der Breg- gen als directeur, dat hij in blanco in portefeuille had', had hij met zijn eigen naam (als den storter) ingevuld, hoewel hij wist dat die storting niet had plaats gehad. Verder heeft hij 10 aandeelen van Neer landsch Grondbezit in pand gegeven aan (den heer Vissering bovengenoemd, om ze te doen strekken als onderpand v,oor de effecten, die hij van den heer V. ter beleening had gekregen, maar waarmee hij den verkooper van de gronden in Ut recht gedeeltelijk had betaald. Voorts heeft hij een recepis voor 8 aandeelen der Vennootschap, dat hij we der met zijn naam als storter had in gevuld, in betaling gegeven aan de Naaml. Vennootschap Internationale Guano-, en Superphosphaatwerken te Zwijndrecht voor de van die onderneming ontvangen meststoffen, benoodigd voor de landont- ginning. Gedurende de maanden Mei tot Oct. 1907 nam hij bij de Julius Oppenheims Bank te Groningen achtereenvolgens be dragen op tot een som van f 39.000, welk geld was gestort door hen, die zich ver bonden hadden aandeelen te nemen in de Nml. Venn. Neerlandsch Grondbezit. Daarvoor gaf hij een quitantie afgetee- kend door hem zelf als gedelegeerd com missaris en den heer Ten Cate Visse ring bovengenoemd als commissaris der vennootschap. En ten slotte heeft hij een 9-tal Rus sische Obligaties Moscou Jaroslow van elk L 100, die hij van den heer Visse ring ter beleening had ontvangen, door de firma Schortinghuis en Stikkei te Gro ningen laten vci .:cope en het saldo voor zich gehouden. De zaal was geheel gevuld. Er waren 15 getuigen gedagvaard, terwijl de ver dediger drie getuigen a décharge had opgenomen. De heer F. F. F. van der Breggen, directeur van Neerlandsch Grondbezit, als getuige gehoord heeft als .zoodanig on geveer niets gedaan Zijn werk was aandeelen te pla: tscn, .wat hém bij enkelen gelukte. .Hij had f 2000 salaris, ander geld kreeg hij van {beklaagde niet. De verdediger diendej evenwel een stuk in, waaruit blijkt dat getuige geld van beklaagde heeft geleend Daaruit kan dus, naar des verdedigers meening, blijken, dat beklaagde geld aaij Neerlandsch Grondbezit voorschoot. Een ander getuige, de heer M. Merens,- consul generaal van Servië, en commis saris der vennootschap \erklaarde dat commissarissen bij de -ing beslo ten vijf aandeelen te nemen, maar niet te storten, omdat de tijden zoo slecht wa ren. Over den inbreng van grond-en i$ op de eerste vergadering, die te Arnhem' werd gehouden, niet gesproken. Beklaag de, die altijd zeer welwillend was heeft' getuige verteld dat erVeeds f360.000 ge plaatst was en 'dat de aanzienlijkste person nen te Groningen aandeelhouder waren,, in Neerl. Grondbezit. Beklaagde had in Utrecht gronden gekocht voor zich zelf bij haa zich bereid verklaard ze bij d$ maatschappij in te brengen. Het plan is, geopperd om Prins Hendrik het be schermheerschap der vennootschap aaH te bieden. Dat Z. K. H. nooit een derge- lijken eerepost aanvaardt, verklaarde ge tuige, op een vraag van den verdediger, niet te weten Getuige had in beklaagde! het onbeperkste vertrouwen vanwege diens hooge positie. Beklaagde heeft getuige per brief doen weten dat er f340.000 voor Nederig Grondbezit geplaatst was. Mr. G. A. P. M. van der Aa te Amster dam, eveneens commissaris van Neerl, Grondbezit, heeft evenmin als vorige ge tuige ooit een samenkomst gehad met den commissaris .Ten Cate Vissering. Of be klaagde die samenkomst verhinderd heeft weet getuige niet. De heer J. J. ten Cate Vissering" die over deze zaak met beklaagde in 1907 in relatie is gekomen, is toen commissaris geworden. Getuige heeft beklaagde ontraden zijn eigen onroerende goederen in de ven nootschap te brengen. Aan hem heeft beklaagde verteld dat f300.000 geplaatst was, maar de lijst van aandeelhouders heeft getuige nooit gezien. Door beklaag- des voorstelling van zaken heert hij zich laten verleiden vijf aandeelen meer te nemen dan de voor commissarissen verplichte aandeelen. De effecten, die ge tuige aan beklaagde heeft gegeven ter, beleening heeft hij beklaagd pegeven als privaat persoon niet als ge^CiCgeerd com missaris. Hij gaf toe dat hij eens tijdens een; bezoek van beklaagde (zij kwamen dik wijls bij elkaar op vriendschappelijk be zoek) aan dezen gezegd had dat zijn< getuiges brandkast altijd voor beklaag de zal openstaan. Dit naar aanleiding van een wissel van f 10.000 op beklaagde,-, die deze had teruggezonden. Hij zou ech ter de effecten, die beklaagde had ge kregen ten behoeve van Neerlandsch Grondbezit, niet hebben gegeven als be klaagde hem had gevraaprl ze voor zich- zelven te mogen gebiv ,11. De reden van deze veranderde verhouding lichtte getuige op een vraag van den verdediger niet nader toe. Beklaagde ontkent getuige Vissering te hebben bewogen meer dan het ver plichte aantal aandeelen nemen. Zij gingen zoo vriendschappelijk met elkaar om, dat de heer Vissering ook zonder eenigen aandrang 10 of meer aandeelen, zou hebben genomen. Bekl. bekent dal hij de effecten, die hij van getuige ter beleening heeft gekregen, ten eigen bate heeft gebruikt. Mr. J. R. Roelfsema, een der direc teuren der Groningsche Crediet en Han delsbank, vertelt dat de geldelijke relaties met beklaagde dateeren van omstreeks 1902. Beklaagde had altijd een debetsaldo en betaalde nooit. De rente aflossen deed hij evenmin. Tegen het onderpand van de 40 aandeelen, die later tegen re- cepissen waren gewisseld, had de Bank geen bezwaar gehad, omdat men moest aannemen dat die aandeelen waarde had den en dat 200 aandeelen geplaatst wa ren, waarvan de storting elk oogenblik! kon worden gevraagd. Mr. Roelfsema kon niet mededeeleni wanneer volgens zijn opinie beklaagdes financiën beneden nul stonden, al had ge tuige voor zich geen fiducie meer in be- n-rde, al moest getuige toegeven dat .xaties door de Nederl. Heidemaat schappij van beklaagdes roerende goede ren gunstig waren. Daarna werd gepauzeerd. Na de pauze richte de verdediger ver schillende vragen tot den heer Roelfse ma. Uit de antwoorden blee 'e- betsaldo van beklaagde bij ng- sche Crediet- en Handelsbaii 1,1 den laatsten tijd aanzienlijk is aangegroeid-; dat stond in verband met de liquidatie der boterfabriek „De Noordstar", waar voor beklaagde borg was. Commissaris- ren dier fabriek waren gezamon k aan sprakelijk voor f25.000. Voor het overige had beklaagde zich per brief aanspra kelijk gesteld. De commissarissen hebben de f25.000 aan de bank betaald. Beklaagde, die com missaris was van de Groningsche Cre diet- en Handelsbank, is als zuodanig ont slagen, omdat hij geen contanten kon verstrekken. Den heer A. Reinders, eveneens di recteur der Groningsche Crediet- en Han delsbank, verklaarde nog, dat het debet saldo van beklaagde bij de Bank tot on geveer f200.000 was opgeloopen. De vroegere boekhouder van beklaag de, de heer J. Hoekstra, te Noordwijk- Binnen, heeft de boeken van beklaagde bijgehouden van Neerlandsch Grondbe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5