IQ
De Slagboom.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
Ie Jaargang.
No. 165.
BurCflu OUDE SINGEL. 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Oeïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Dinsdag
April
1910.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 centj
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden-
betrekkingen '1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
Groenloopen.
Uitvoerig hebben we melding gemaakt
van het dezer dagen door den Leidscheo
jhoogleeraar D r. J. J. M. de Groot
.uitgegeven geschrift, .waarin deze pro
fessor het misbruik van het „groenloo
pen" hekelde.
Met instemming hebben we dit profes
soraal betoog begroet, en het doet on§
genoegen te kunnen constateeren, dat
mannen van naam in den lande, alle,, ge
promoveerden, na deze „reveil" zijn op
gestaan, om een degelijk woord te rich
ten tot de ouders van hen, die als student
aan de Hoogescholen zullen worden inge
schreven; en welk behartenswaardig
•woord ten doel heeft de ouders aan te
.sporen door eendrachtige samenwerking
te verkrijgen: afschaffing van den
g r o e n t i j d.
Wij hebben het „groenloopen" met
deszelfs aanhang van gebruiken en mis
bruiken steeds beschouwd als iets, wat
j.n oude, slaafsche tijden zou kunnen be
staan, maar niet in onze moderne maat
schappij, nog veel minder bij jongeman
nen, die in die maatschappij voor ont
wikkeld willen doorgaan, en aan de bron
jder kennis zitten.
Wij kunnen niet inzien, dat er ook
maar eenig nut in het groenloopen ge
legen is.
Integendeel, er ligt iets vernederends
in.
En dat is ook in het Leidsche Stu
dentencorps ingezien, toen pp een ver
gadering van dit corps het voorstel
werd gedaan de Afrikaanders zonder
groentijd toe te laten,, omdat hun trot-
sche aard zich daartegen verzette.
Maar moet, wat een Afrikaander tegeln
de borst stuit, zich een Nederlander la
ten welgevallen
Wij meenen, dat tegen het euvel van
het groenloopen niet veel te doen is,
zoo niet het verzet komt van de zijldei
'der ouders.
De jonge studenten bezitten in den
regel nog niet de zelfstandigheid en den
moed, om tegen den stroom van voor
oordeel op te roeien.
Maar indien de ouders der aankomen
de studenten hun zonen verbieden
zich aan het vernederende groenloopen
te onderwerpen, dan zullen de oogen
langzamerhand open gaan en zal deze
FEUILLETON.
(Vrij naar het Fransch, van
RENÊ BAZIN).
10)
De avond viel. Door de hooge vensters
yan den salon zag men boven de heuve
len en het opgaande hout de vaalroode
Zonneschijf. Lady Breynolds stond op, en
de genoodigden begaven zich naar hunne
kamers om zich te verkleeden. Eenige
minuten voor half negen gingen ze op
nieuw, de verlichte galerij door en kwa
men in den salon samen, de mannen
in gekleed costuum, de dames in avonds
toilet. Een bediende vertoonde zich in de
deur, en de gasten gingen door de zaal,
Waar eiken morgen het ontbijt werd op
gediend, naar de groote eetzaal.
Marie zat aan eer.-der tafeleinden tus-
schen Cuthbert Hagarty, die weinig sprak
ien den mageren bibliothecaris Hargreeve.
Zij dacht nog aan de bekentenissen van
Reginald. Van af het oogenblik, dat deze
haar verlaten hadi, bij den terugkeer der
Wandeling, had hij haar geen woord meer
toegevoegd, noch zich met haar bezig ge
houden. Zij zag hem voor haar zitten,
aan het andere uiteinde der tafel en spre
ken met Dorothy. Hij scheen noch onge
rust, noch zelfs vertoornd te zijn. Hij
sprak met rustigen ernst en met die on
verschilligheid, die het resultaat is der En-
gelsche opvoeding, en die beschouwd
wordt als een bewijs van zelfbeheer-
selling; zooals hij daar zat, gebogen naar
zijn buurmeisje, gaf hij een beeld te zien
ivan vastberadenheid, kracht en ernst:
maar c!e jeugd ontspande plots dit men-
gch eng da, at; zij verachtte den gffistigen
vrijheid-aanrandende gewoonte, die niet
meer van onzen tijd is, moeten verdwij-
Italië.
Een monument van Hongarije aan
Paus Sylvester II.
Het is thans 900 jaar geleden, dat
Paus Sylvester II de investituur en den
titel van „apostolisch koning" gaf aan
den eersten christen koning van Hon
garije, den H. Stephanus. De Hongaren
hebben dit negende eeuwfeest willen vie
ren door een monument, dat zij opgericht
hebben op het graf van Paus Sylvester
II, die in de basiliek van St. Jail van
Lateranen begraven ligt.
Dit monument is Zaterdag onthuld in
tegenwoordigheid van een Hongaarsche
bedevaart. Bij die plechtigheid vertegen
woordigde kardinaal Respighi, aartsbis
schop van St Jan van Lateranen, den
Paus en graaf Szecsen, gezant van Oos-
tenrijk-Hongarije, den keizer-koning
Frans Jozef. De Hongaarsche bisschop
Mgr. Zecky, droeg een plechtige H.Mis
op, waarna andere Hongaarsche bis -
schoppen een rede hielden over het his
torische feit en ten slotte werd het mo
nument overgedragen aan het kapittel van
St. Jan van Lateranen. Kardinaal Respi
ghi antwoordde in de nnaam van detj
Paus en van het kapittel.
Zondag werden de Hongaren door den
Paus in audiëntie ontvangen.
China.
In Tsang Sja en Hankau zijn; ernstige
gebeurtenissen voorgevallen. Daar heeft
,een opstand' plaats gehad, van een zeer
lernstig karakter. ,De Chineesche gouver
neur zou gedood zijn of zelfmoord ge
pleegd hebben, en met hem werden ver
schillende van zijn familieleden om 't
lieven gebracht. Zijn paleis werd in brand
gestoken, en alle bedienden gingen pp
die vlucht.
Nog dreigender werd het oproer, toen
zich de 6000 man Chineesche troepen bij
d>e opstandelingen van Tsjang Sja aan
sloten, en alles plunderden wat los en
vast was. Van de negen missiehuizen wer
den er zes vernield, n.L d€ Chineesche
de Evangelische, de Anglikaansche, Lon
densche, Wiesleyaansche en Katholieke
missie, verder de opslagplaatsen van de
Engelsche firma's Butterfield en Jardine
alsook het Japansche consulaat. De re-
geeringsbank werd geplunderd en al
leen het tolhuis en 't Russische gezant
schap bleven ongedeerd.
Gelukkig lagen Ln Tsjang Sja twee
stoomschepen van de firma Butterfield
en daar vonden de Europeanen een vei
lig onderkomen. Twee Engelsche kanon-
neerbooien ontvingen het dringende be
vel om dadelijk naar Tsjang Sja te stoo-
men, maar ongelukkigerwijze kwam de
eene in botsing met een schip, dat zon
der licht voer en enkele pogenblikken
na het incident in de diepte verdween.
Daarbij zouden drie missionarissen
volgens Reuter Duitschers verdronken
zijn.
Verder worden ook drie Amerika,a-n-
scbe missionarissen vermistover hun
lot verkeerd men nog in 't onzekere.
Volgens den Times-correspondent is
het gebrek aan rijst de hoofdoorzaak van
dezen opstandde waarde-vermindering
van het koper-geld is een Tweede reden.
De nood en ellende in het gebied, waar
het oproer enkele dagen lang gewoed
heeft, moet buitengewoon groot zijn, en
de geruchten als zou China door de
mogendheden bezet worden heeft zeker
niet weinig bijgedragen om den vreem
delingen-haat in Tsjang Sja aan te wak
keren, een haat, die nu onder bovenge
noemde omstandigheden onweerstaan
baar tot uitlaaiing is gekomen.
Gelukkig is er de overheid is geslaagd
om, zooals wij reeds méldden, den op
stand te onderdrukken en rust ën oixle
te herstellen.
Minister Nelissen.
Naar de „Msb." uit goede bron ver
neemt, houdt Minister Nelissen sinds
enkele dagen verblijf te Enschedé. Tot
algeheel herstel van gezondheid zal de
Minister nog eenigen tijd in Twente rust
houden.
Volgens het „Huisgezin" zal binnen
veertien dagen of drie weken beslist zijn,
of de gezondheidstoestand van Minister
Nelissen dezen zal veroorloven, zijn ambt
weer op te nemen, dan wel of hij zich
genoopt zal zien zijn hooge functie neer
te leggen.
Mr. T. M. C. Asser.
Vandaag is het vijftig jaar geleden, dat
de tegenwoordige minister van staat en
staatsraad mr. T. M. C. Asser aan de
Leidsche universiteit den doctorsgraad
trek om den mond; zij legde glans in
de groote blauwe oogen en gaf leven en
schoonheid aan het welgevormde gelaat.
Inderdaad, Reginald Was een der drie
rond de tafel gézeten mannen, die een
sterken Wil bezaten. De twee anderen
waren zijn vader en Fred Land.
Voorzeker, lady Breynolds, zei bibli
othecaris Hargreeve, en hij liet een paar
seconden zijti lange witte tanden zien,
is het boek van Demeter Keiromenos
over de tegenwoordige Grieksche schrij
vers, een interessant boek.
Arme benaming, zei Fred Land,
maar juist.
In het Engelsch geschreven? vroeg
sir George.
Nog niet.
Dan zal ik er mee wachten het te
lezen. Wel, wel, wat denkt ge van dien
verloren tijd? De zaken zouden even goed
marcheeren, als ze doen, w.v.ineer heej
die litteratuur niet bestond.
Dat heeft Plato reeds van de dich
ters gezegd, hernam Fred Land: men zou
het kunnen herhalen voorde critieken va,n
Keiromenos. Er zijn landen, die te klein-
zijn om een litteratuur te bezitten. Daar
toe behoort het tegenwoordig Grieken
land. Maar de kunst in het algemeen,
waarde sir George, is de eerste kracht
van eiken Staat; zij gaat boven het le
ger, boven de vloot, boven den handel.
Geen Staat is geheel groot wanneer hij
niet aan een kunst zijn brieven van be
schaving dankt. Er zijn, sir George, ook'
onder do Staten lords en baronnen, even
als er lastdragers en karrelieden onder
zijn.
Gelooft gij dan aan de macht van
goh rijvers
Als jk er niet aan geloofde, zou i-lf
zelf geen schrijver zijn.
Goed geantwoord! Maar waarom
valt ge hen dan voortdurend aan? Ik ben
er zeker yau, ,d,a,t popuflp.
schrijvers genade in uwe oogen heeft kun
nen vinden.
Dat komt, omdat ik van hen houd,
sir George. Ik waarschuw hen, ik geef
hun goeden, kosteloozen raad. Bovendien
kritiseer ik hen niet allen; ge overdrijft
mijn verdiensten.
Verschillende vrouwenstemmen protes
teerden; lachend noemde lady Breynolds
twee namen; juffrouw Violet Hunter drie,
de kleine Dorothy één. En dat was een
groote voldoening voor Fred Land, dien
niets meer vroolijk maakte dan de bewij
zen van zijn impopulariteit. Hij herhaalde
langzaam die namen, als proefde en ge
noot hij van zijn slachtoffers.
Het is mogelijk, sprak hij. Ik beken,
dat geen hunner erg over mij te loven
heeft.
Wat verwijt ge hun toch? vroeg
Hargteeve. Velen van hen bezitten stijl,
een vlotten stijl
Zij schrijven, zooals ze spreken, niet
waar? En het is waarlijk niet kwaad,
als men goed weet te spreken, piijh waar
die
Terwijl alle gasten luisterden, impro
viseerde de criticus een vermakelijke
radox op het Engelsche proza, „een taal
van sport en een taal van zaken, waarin
bijna niets meer van verzenmuziek
weerklinkt." Maar eensklaps ernstig ge
worden, midden in een zin, sprak Fred
Land:
Zie, ge vraagt, wat ik hen verwijt?
Welnu 1( ik zou wenschen, dat zij beter
de gevaren van onzen tijd onder de oogeii
zagen 1
En waarom?
zrr; Omdat, sir George, een geest van
verleiding ons beroert
De baron begon te glimlachen, en
richtte zijn blikken op Fred Land:
Stel u gerust Ik heb altijd vertrou
wen gehad in het gezond verstand der
ËPgsUsta efl liesü jne nimmer hs-
verwierf, op eene dissertatie over „Het
bestuur der buitenlandsche betrekkingen
volgens het Nederlandsche staatsrecht".
Asser is daarna al spoedig hier te lan
de als een der eerste geleerden erkend.
Amper dertig jaar oud werd hij hoog
leeraar. En sedert is hij de autoriteit
geworden, om ons land oj> internationale
congressen en conferentiën te vertegen
woordigen. De Nederlandsche weten
schap heeft door hem in het buitenland
groote vermaardheid verkregen. Hij is
het geweest, die ons land de eer be
zorgde, den stoot te geven tot de codifi
catie van het internationaal privaatrecht
de gesloten tractaten zijn in hoodzaak
zijn werk. Op de vredesconferentiën was
Asser een leidende persoonlijkheid. Voor
ons departement van buitenlandsche za
ken inzonderheid is mr. Asser sinds vele
jaren de vraagbaak. Geen belangrijk trac-
taat schier, waarin netelige internjfiio-
naal-rechterlijke onderwerpen ter sprake
zijn gébracht, is door óns laud in de
latere jaren gesloten of Asser's advies
was erover ingewonnen.
Prins Hendrik.
Hij verjaart bedien, de Prins-Gemaal.
Zijn jaardag luidt de rij der Oranje-fees
ten in.
Gedurende jaren mochten we slechts
de geboortedagen van een jonge Souve-
reine en van Haar Koninklijke Moeder
herdenken. Toen werd 't een klaverblad
van dataKoningin Wi-l-helinina koos zich
een echtvriend. Weer gingen jaren voor
bij jaren die blijde verwachting en wree-
de teleurstelling gaven, telkenmale, om
en om. Tot eindelijk het zonnetje door
brak aan wolkenvrijen hemel. Prinses
Juliana werd geboren.
't Is ditmaal niet slechts de gemaal
onzer Vorstin, 't is de Vader van onze
Kroonprinses, wiens geboortedag we blij
de herdenken. Als zoodanig staat hij ons
Nederlanders nog nader dan te voren.
Welke wensch kan ditmaal beter zijn
dan deze: dat hij tot in lengte van dagen
zorgzaam ouder moge zijn, opvoeder en
raadsman van zijn oogappel, van ons aan
gebeden Prinsesje.
Dat zij zoo! (N. Ct.)
LEIDEN, 19 April.
Concours Hippique.
Wij ontvingen het programma voor het
Concours Hippique, dat in de maskera
deweek op Donderdag 23 Juni alhier ge
houden wordt.
In het Eerecomité hebben zitting ger
nomen de heeren Jhr. mr. dr. N. C. de
Gijsela^r, Burgemeester dezer gemeen,-
te; prof. dr. J. C. Kluijver, Rector
Magnificus aan 'de HoogeschoolKof
ïo'nel C. D. de Roon, garnizoenscomman
dant; M. C. van der Hoog, majoor der
Artilleriemr. Egbert de Vries, Dijk
graaf van Rijnland en Jhr. E. F. M. j.
Michiels van Verduynen, Praeses Colle-
gië van het Leidsche Studentencorps.
Het bestuur bestaat uit de heeren D.
M. André de la Porte, Voorzitter;
Jhr. J. H. A. P. von Schmidt auf Alten-
stadt, vice-voorzitterG. Gerlings, pen-
ingmeesterJhr. W. F. Roëll, secre
tarisL. H. DaendelsA. Th. Neeb;
W, F. Tromp Meesters en *Abr. van "Hor
boken van Hoedekenskerke, Gedel. Com-
issaris.
Juryleden zijn de heeren: Kolonel J.
H. Knel, maojor E. W. baron van der
Capellen en kapitein Jhr. D. C. Gras-
winckel voor Rij- en Springpaarden ko
len el J. H. Knel, A. H.' Wicke voort
Crommclin en H. Hcybroek voor Tuig-
paarden en H. Heybroek en A. C. van'
den Akker (benoemd door de Leidsche
afd. der Holl. Maatsch. van Landbouw)
voor Landbouwpaarden.
Ringmeester is de heer H. J. baron van
Doorn van Westcappelle, terwijl het Cen
traal Comité afgevaardigde de jieer luite
nant D. J. Couvée.
De dagverdeeling is als volgt vastge
steld
IOI/2 u. 's morgens: Springconcours'
voor paarden, die in 1909 en 1910 nog!
geen eerste prijs gewonnen hebben. Hier
voor zijn beschikbaar een eereprijs, aan
geboden door Jhr. de Gijselaar en prij
zen van f150, f75, f50, 2 van f25 en'
20 van f10.
11/2 u. 's .namiddags. Concours Ten-
spannen, toebehoorend aan landbouwers.
EereprijsZilveren Med. aangeboden
door den Voorzitter der Leidsche afd.
Holl. Maatsch. van Landbouwvoorts
prijzen van f 5*0, f 40, f 30 en 20. De
Holl. Maatsch. van Landbouw, afd. Lei
den stelde een verguld zilveren medaille
beschikbaar voor de bestgaande merries
ingeschreven "door het Nederl. Paarden
stamboek.
1.50 u. Concours voor het schoonste
rijpaard. Eereprijs aangeboden door de
Leidsche Studenten Caroussel-vereeni-
ging. Prijzen van f 100, f 60, f 40 en f 20.
2.15 u. Ingespannen paarden, toebe
hoorend aan particulieren. Prijzen
ke nieuwigheid hebt ge nu
weer op oog? De beweging onder de
volksmassa's heb ik altijd min of meer
gekendi. Waarom zoudt ge daar nu iets
nieuws in zien?
Die beweging heeft de stoffelijke
welvaart alleen niet meer op het oog,
zei Hargreeve.
"Zij is van politiek en aard, zei Fred
Land.
En van godsdienstigen aard ook,
hoorde men een stem zeggen.
Iedereen zag om naar Reginald Brey
nolds. Hij dacht er niet aan zich een
schijn van belangrijkheid te geven; inte
gendeel, kalm en met een weinig opgehe
ven hoofd, nam hij een verdedigende hou
ding aan, rechtuit kijkend, als zocht hij
iemand, die ihem zou tegenspreken
evenals hij een tennisbal zou hebben op
gewacht.
Sir George maakte een minachtend ge
baar.
Welke dwaasheid zegt ge daar, Re
ginald? De arbeiders komen niet in be
weging voor een „Credo". De shilling
zit voor hen ten troon. Ik begrijp ;e niet.
Ik bedoel niet de volkseiscü.van
economischen of socialen aard> waarvoor
ik overigens een natuurlijke sympathie
koester
Een natuurlijke! Als dat zoo was,
zou ik die sympathie deelen!
Veroorloof hem zich te verklaren,
onderbrak lady Breynolds.
Er is meer, onderbrak de sidderen
de stem van haar zoon; er is een zeke
re wanorde, een slecht element, dat min
of meer overal wortel schiet. Ook bij ons.
Ik bespeur het. Het is de samenzwering
tegen de zielen, d-e pogingen om haar
naar beneden te trekken. Ik denk soms,
dat, indien Engeland wordt aangevallen,
dat is ter oorzake der Hostie, die zij
reeds boven hare heuvelen ziet stralen.
Dj^iter, ondabiak Lied Land, ge
zijt dichter, en de poëzie gaat ver.
Hij is geen dichter, mijn waarde,
sprak sir George, zich tot Fred Land
wendend, hij is gek. Zeg eens, Regi
nald, zou je het papisme soms willen
roemen?
Ik weet niet welke waarheden de
volstrekte waarheid uitmaken, en ik ken
ook niet haar naam. Maar ik zi-e nu
helder zekere dingen, waaraan ik vroe
ger geen aandacht heb geschonken. Voor
mij gaat het godsdienstvraagstuk in alles
geheel vooraan. Hij, altijd Hij, gesmr
ontkend en aangebeden! Nooit is
meer tegenwoordig geweest in de wereld.;
De naam van Jezus-Christus wordt min
der dan i.n eenig ander tijdperk uitgespro
ken, maar in de minste daad is die naam
stilzwijgend begrepenoveral ruischt di-e
naam, in liefde of in haat. Gelooft ge
niet, dat dit nieuwe Calvarie-drama moet
eindigen met een glorieuse Verrijzenis?,
De moed van dezen jongen man, c-ie
sprak uit zijn verontruste ziel, was zoo
eenvoudig, dat men hem ernstig en min
of meer ontroerd had aangehoord.
Marie Limerel had gewild, dat Regi
nald- op dit oogenblik naar haar had om
gezien, en dat hij begrepen zou hebben,-
hoezeer zij zijn ferme houding goedkeur
de.
Maar, toen hij gesproken had', was hij
kalm naast Dorothy gaan zitten en had 't
gesprek met haar hervat.
Fred Land, die weinig voelde voor
godsdienstige vraagstukken, zweeg. Sic
George bepaalde zich er toe op te mer
ken
Wat zou hij een uitstekende pas
toor geweest zijn, vindt ge niet?
Maar de toon, Waarop hij dit zed, dee<$
merken, dat hij erg gebelgd was.
(Wordt vervolgd)^