De schilderij van den kloosterling. m In een Italiaansch klooster leefde een nog jonge mon nik, van wien niemand wist, hoe hij de hoog-adellijke jongeling er toe gekomen was zich hier in de afzonde- ring geheel aan het gebed en den arbeid te wijden. Dat hij het leven der wereld met volle teugen genoten had, wisten' zijne medebroeders. Maar overigens kende alleen de abt het geheim, dat den jongen man er toe gebracht had, hier het gewoel der we reld en de aardsche genietin gen te ontvluchten. Wel moest het een mach tige oorzaak geweest zijn, want de jonge religieus stichtte iedereen door zijn deugd, en zijn ootmoed beschaamde zelfs de nederigsten. Toch verried zijn fiere houding, als hij de eindeloos lange kloostergan gen doorging, zijn hooge af komst, en op zijn voorhoofd HET VEELBESPROKEN LAND VERHUIZERS-GEVAL TE ROTTERDAM: tot werkeloosheid gedoemde landverhuizers, die niet vertrek ken kunnen, op de kaden te Rotterdam. 'Op den achtergrond het stoomschip «Campania», door den deurwaarder aan den ketting gelegd, d. w. z. het gerechtelijk beslag getroffen. schitterde nog steeds de glans van het genie. En zelfs binnen deze stille kloostermuren, waar bijna alleen den Allerhoogste lof gebracht werd, vonden zijn geestesadel en kunstzin van tijd tot tijd erkenning en waardeering Maar liever dan zijn nederigheid hierdoor schade te doen lijden, onttrok hij zich aan- die lofprijzingen, naar het Schriftuur woord „Wat baat het den mensch of hij de geheele wereld wint en schade lijdt aan zijn ziel 1 De kloosterregel verplichtte hem, zijn bijzondere gaven en talenten voor den abt niet verborgen te houden, en zoo wist deze dan, dat de jonge broeder Augustinus de schilderkunst had beoefend. Zoo kwam het, dat hij opdracht kreeg de fresco's in de kloosterkapel te restaureeren En broeder Augustinus kweet zich in heilige ge hoorzaamheid zoo goed van deze taak, dat zijn me dekloosterlingen vol bewondering het heerlijke werk aanstaarden. Het zou daar niet bij blijven. Al spoedig kreeg broeder Augustinus opdracht voor het schilderen van een doek, verscheidene meters hoog en voorstellende de Boodschap des Engels aan de H Maagd. Maar hij durfde dat werk niet te ondernemen. Daarvoor, meende hij, moest men aan de zuiverheid der engelen de kunstvaardigheid van een Fra Angelico paren. Slechts met een beroep op de gehoorzaamheid kon de abt hem er toe brengen, dezen arbeid te ondernemen. Maar vóór de nederige kloosterling begon, smeekte hij de Moeder des Heeren nog, medelijden te hebben met zijn vermetelheid en hem deze toch te vergeven. Tevergeefs smeekte hij de Moeder Gods hem te helpen, en legde hij zich zóo zware vasten op, dat de abt het hem moest verbieden. Maar op zekeren dag scheen het hem plotseling te zullen gelukken. Onder de streken van zijn pen seel kreeg het gelaat der Moedermaagd een uitdruk king van zóo diepe nederig heid en zoo verheven liefde, dat de kunstenaar er zelf door in verrukking geraakte. Ademloos bijna ging hij voort, nog enkele penseel streken en zijn werk zou vol tooid zijn, daar klonken opeens de tonen van het Angelusklokje, die hem naar de kapel riep. Wat moet hij doen? Het oogenblik van inspiratie laten voorbijgaan Eén oogenblik aarzelde hij, en het was een minuut DE ZEEREERW. ZEERGEL. HEER J. SCHRIJNEN, benoemd tot lector aan de Rijksuniver siteit te Utrecht vanwege de St. Rad- boud-stichting, om onderwijs te geven in de vergelijkende klassieke taalkun de en in de kuituurgeschiedenis der christelijke oudheid. Bij koninklijk be sluit is deze benoeming goedgekeurd.' ZEerw. was leeraar aan het Bissch. Gymnasium te Roermond. de gehoorzaamheid en de van zeer zwa- ren strijd tusschen liefde tot de kunst. Maar de bekoring was spoe-: dig overwonnen. „Al zou de roem van een Raphael de mijne zijn geworden," dacht hij, „met een oogenblik' van ongehoorzaamheid zou deze toch nog te duur gekocht zijn." Toen de heilige oefening geëindigd was, begaf hij zich weer naar zijn atelier, .en zonder dat hij het wist, volgden hem de prior en de andere kloosterlingen om te zien hoever zijn schilderij al gevorderd was. Nauwelijks hadden zij den drempel van hetl vertrek overschreden of ze stonden als in stomme bewondering, broeder Augustinus zelf het meest Want in zijn afwezigheid was door een wonder de heerlijk-schoone schilderij der Moe dermaagd voltooid, en zoo de gehoorzaamheid van den heiligen broeder aan den regel zijnet orde beloond „Magnificat anima mea Dominum," klonk het door het vertrek, toen de vrome broeder vertelde wat er gebeurd was. DE ZEEREERW PATER J. M. LANGEWEN, O. P., pastoor der Kerk van O. L. Vrouw van de H. Rozenkrans te Schiedam. Pastoor Langewen, die geboren is te Amster dam 27 December 1845, werd op 25 Maart 1870 veertig jaren geleden priester gewijd. Z Eervv. is sinds 1881 te Schiedam werkzaam en sedert 1896 Pastoor der Rozenkranskerk. Het 40 ja rig Priesterfeest is wegens den Goeden Vrijdag verzet tot Zondag 10 April a.s. EEN CURIEUZE KWESTIE, DIE HEEL WAT ONAANGENAAMHEDEN AAN VELEN BEZORGDE, was de beslaglegging van gerechtswege op de stoomschepen «Urania» en «Campania», gende te Rotterdam, die een goede tweeduizend landverhuizers moeten vervoeren naar Ai rika. Schuldeischers hadden per deun^aarder deze schepen „aan den ketting" doen legg in den figuurlijken zoowel als in den letterlijken zin des woords, en 2200 landverhuiz mannen, vrouwen en kinderen, waren deswegens genoodzaakt in de loodsen der stoomva lijnen of buiten, op de kaden te kampeeren. Dat dit ook met de voeding van zoovel] enorme lasten heeft medegebracht, en daarenboven weer groote kosten heeft veroorza* waardoor de toestand nog langer moest duren, is begrijpelijk. Onze foto geeft een groep landverhuizers weer op de kaden te Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 12