De gebochelde.
124
OEFENING VAN DE REDDINGSBOOT TE ZANDVOORT
het personeel van de reddingsbooten aan onze kust, die „helden der zee" zooals ze terecht heeten, houdt
èn om het personeel-zelf, èn om de boot te beproeven, geregeld oefeningen in het tewater brengen en
uitvaren der booten. Deze week had weer te Zandvoort zulk een, door velen met belangstelling gadege
slagen oefening plaats. Met een vaartje ging het, op den wagen, met vier paarden bespannen, van het
duin af in zee.
Op een morgen was kapitein Georges
een uit Duitschland ontsnapt krijgs
gevangene bezig zijn recruten te
drillen, toen hem gemeld werd dat er
een man wachtte, die als vrijwilliger
wenschte te worden opgenomen. Maar
wat voor een man was het 1 Het hoofd
van den ongelukkige zat bijna geheel
tusschen zijn schouders, zijn haar en
baard waren al geheel vergrijsd, en zijn
onevenredig lange armen hingen schijn
baar krachteloos langs het ineengedron
gen en misvormde lichaam af.
„Wat komt gij hier doen," vroeg
kapitein Georges verbaasd
„Ik kom mij als vrijwilliger aanmelden,"
was het korte antwoord.
Maar neg vóór de officier van zijn
verwondering bekomen was, ging de
kleine man vooit: „Ziet u, ik ben her
bergier geweest te Coulmiers. Voor het
oogenblik is daar niets te verdienen,
vrouw of kinderen heb ik niet, nu
dacht ik dan en minste het vaderland van
N het voor Frankrijk zoo rampspoedige jaar
1870, toen Parijs door een ijzeren ring van
Duitsche troepen was ingesloten, werden in de
provinciën in allerijl nieuwe legers gevormd
om de gehate „Pruissiens" te verjagen.
Na de inneming van Orleans in het hart des
lands op den elfden October, kreeg de dappere
generaal d'Aurelle de Paladines het bevel over een
gedeelte der Fransche troepen aan de oevers der Loire.
Het was het vijftiende legercorps, dat daar in het
kamp van Salbris een zeer sterke stelling innam en
zich tot een geduchten slag tegen de vreemde over
weldigers voorbereidde.
Ten einde tot iederen prijs de getalsterkte der
Fransche legers op te voeren, werden bijna alle
vrijwilligers, die zich aanboden, in de gelederen op
genomen. Naar afkomst, leeftijd of geoefendheid werd
bijna niet gevraagd. Het ministerie van oorlog, dat
zijn bureaux te Tours had, zond alles na slechts
weinige dagen oefening naar het front.
OEFENING VAN DE REDDINGSBOOT TE ZANDVOORT:
Het in zee brengen van de boot is altijd een van de meest belangwekkende oogenhlikken
in zoo'n oefening. Alles gaat dan even ordelijk en stipt op commando toe. Immers: van
één oogenblik kan het, als de nood aan den man is, dan afhangen of er ongelukken
gebeuren of niet.
HET OCEANOGRAFISCH MUSEUM TE MONACO, DEZER DAGEN
PLECHTIG GEOPEND:
de vorst van Monaco, het miniatuur-rijkje dat voornamelijk door de speelbank van
Monte Carlo bekend is, is een zeer geleerd en hoogbegaafd diepzee-onderzoeker. Met
zijn jacht de zeeën bevaren en overal wetenschappelijk onderzoek doen naar fauna en
flora der diepzee is zijn grootste lust. Zoo heelt hij dan zijn rijkje met een voor velen
interessanter gebouw verrijkt dan het Casino van de speelbank is, met een Oceano-
grafisch museum, waar de wonderen der diepzee, door den vorst en anderen opgedolven
en geclassificeerd, worden opgesteld. Met veel plechtigheid en in tegenwoordigheid van
allerlei deputaties van vorsten en geleerde genootschappen heeft-vorst Albert dit Museum,
dat verrukkelijk is gelegen op het uiterste einde der rots van Monaco, Dinsdag 29 Maart
geopend.
dienst te kunnen zijn.."
Maar dat
„Laat mij uitspreken,
kapitein. Ik weet dat het
vijftiende legercorps gaat
beproeven Orleans te her
overen om dan tot ontzet
van Parijs op te rukken.
Er zal dus gevochten
worden in de streek waar
ik geboren ben. Welnu,
die ken ik beter dan wie
ook. Bovendien ben ik
een onvermoeid voetgan
ger en zeer scherp van
gezicht. Heusch, ondanks
mijn lichaamsgebrek zal
ik een flink soldaat zijn.
Probeert u het maar me
mij."
Langen tijd staarde de
officier den zonderlingen
man daar vóór hem aan,
wiens gelaat straalde van
geestdrift en vaderlands
liefde. Maar neen het
ging niet I Een man van dien leeftijd en dan bovendien
nog gebrekkig, dien kon men zelfs in dezen tijd toch
niet gebruiken 1
„Je bent een dappere kerel, hoor, en ik dank je in
naam van het Fransche vaderland," antwoordde de kapitein
eindelijk. „Maar ongelukkig kunnen wij je ondanks je
goeden wil toch niet gebruiken!"
„Is het bepaald onmogelijk?"
„Ja, het kan niet."
De gebochelde dacht een oogenblik natoen ant
woordde hij met een zekere drift in den toon van zijn stem
„Welnu, als ge mij dan om mijn hoogen rug niet hebben
kunt, ge zult mij toch niet beletten op eigen gelegen
heid den vijand afbreuk te doen. Uw mannen komen zeker
ook spoedig in het veld
„Ja, wij zullen onder generaal d' Aurelle^de^Paladines
strijden."
„Welnu, ik wed met u*dat wefelkaar op het slagveld
zullen terugzien
PASTOOR A. L. VAN GIEZEN,
O. F. M.
pastoor der kerk van de H. Rosalia
te Rotterdam, die onlangs den
dag herdacht waarop hij voor
25 jaren het H. Priesterschap
mocht ontvangen.