De Minister betoogd dat op het ge
bied der armenzorg versnippering van
krachten is ontstaan, die zich wreekt in
twee richtingen. In de eerste plaats te
genover de armen in de tweede plaats
tegenover de instellingen. Deze fouten
van de bestaande wet worden tegenwoor
dig alom ingezien en eenstemmig en drin
gend wordt aan den wetgever gevraagd,
dat hij te hulp zal komen aan het streven
om de geschetste fouten te verhelpen
en dat wel door bevordering van onder
linge bekendheid van doel en werk.
Het subsidiair karakter van de bur
gerlijke armenzorg moet, aldus de mi
nister, nadrukkelijk worden gehandhaafd.
De omvang van de burgerlijke armenzorg
worde bepaald door den omvang van
de liefdadigheidtegen invloed in om
gekeerde richting, worde zooveel moge
lijk gewaakt.
liet beginsel dat de armenzorg wordt
overgelaten aan de kerkelijke en parti
culiere liefdadigheid, bleek in de prac-
tijk te leiden tot .tweeërlei kwaad: ge
mis aan onderlinge bekendheid en sa
menwerking bij de instellingen van wel
dadigheid en in de hand werken van be
drog tengevolge van de gedeeldheid van
krachten. Beperking van Tie toepassing
van het beginsel is wens ch el ijk voor zoo
veel deze beide gevolgen betreft, en wel
door wettelijke gelegenheid tot organi
satie open te stellen.
Daartoe worde de mogelijkheid ge
schapen tot instelling in de gemeenten
van een centraal orgaan, waarin de ver
schillende instellingen van armenzorg sa
men kunnen komen en dat door organi
satie van een inlichtingendienst bedrog
onder de vele armen kan helpen we
ren. Dergelijk orgjaan wordt gevonden in
een armenraad.
Aan de samenstelling en de werking
van den armenraad liggen de volgende
beginselen ten grondslag.
In de eerste plaats moet dwang van
deelneming tegenover de liefdadigheid
zijn uitgesloten, vermits de geest tot sa
menwerking niet kan worden afedwon-
gen. De deelneming aan den raad
het zenden van vertegenwoordigers
sta voor alle instellingen van weldadig
heid open, maar moet afhankelijk blijven
van het vrije inzicht der besturen. In ieder
opzicht zal, volgens het ontwerp, het le
dental beperkt zijn. Alleen instellingen,
die armenverzorging buiten gestichten
ten doel hebben, zullen een vertegen
woordiger kunnen aanwijzen. Daarmee
kan worden volstaan, omdat alleen bij de
armenzorg buiten gestichten de behoefte
aan samenwerking zich doen gevoelen.
In de tweede plaats moet de zelfstan-
heid van de deelnemende instellingen
volstrekt gewaarborgd blijven. Een ar
menraad zal nimmer dwingende bevoegd
ihedén mogen hebben. Alleen dan is de
kans op ruime deelneming groot.
In de derde plaats zal de armenraad
'moeten zijn adviseerend college, behal
ve met betrekking tot heit bureau van
■inlichtingen, dat middel moet zijn to-t
■wering van misleiding. Volgens het ont
werp zal in de inlichtingendienst een we
zenlijk deel zijn van de taak. die aan:
het centraal-orgaan voor samenwerking
wordt opgelegd. Alleen in die gemeen
ten, waarvoor een armenraad niet is in
gesteld, zullen burgemeester en wet
houders, bevoegd zijn om een register
van informatie in te stellen.
De kerkelijke instellingen van welda
digheid, zullen aan dezen informatie
dienst mededingen slechts behoeven
te doen met betrekking tot de armen,
die mede van een andere instelling nïet
behoorende tot dezelfde kerkelijke ge
zindte, ondersteuning ontvangen of heb
ben gevraagd. Opdat dit kunne blijken
zal ook een kerkelijke instelling aan iede
re andere instelling en aan den secre
taris van den armenraad moeten mede-
deelen, of een arme, die bij die instel
ling om steun heeft aangeklopt, of aan
gaande wien inlichtingen zijn gevraagd,
van haar ondersteuning ontvangst.
Uit de omstandigheid, dat de over
heid zich met armenzorg inlaat, riet ter
Wille van eenig individueel belang, maar
van het algemeen belang, volgt naar "Js
ministers meening drieërlei:
le. principieel moet de overheidszorg
er niet op gericht zijn, dat de armé in
nood gelat' wordt. Getracht moeft al
thans worden, den arme uit z hulp
behoevendheid op ile helpen, want al-
-ir.'ri in, kan gezegd
neen belang der
.,ar -pij zco p-^~u mogelijk behar
tigd is; 1
dat voor die hulp
•'.oei worden. Meer dam
bor de burgerlijke
gegeven worden,
c- c een voor zuiver in-
dividi'e bevorderlijk zijn,
gr at t algemeen belang
des-t noet zijn materieel
en ideeël en omvat, wat het materieele
betreft, het noodzakelijk levensonder
houd, niet meer en niets minder, wat het
iheeële betreft, toezicht, raad en bijsitand.
Velen achten de z.g. Elberfelder orga
nisatie, het onmisbare middel om deze
hulp te ve-wt-zenlijken. De minister acht
afgezien van de vraag, of dit oordeel in
stemming verdient, dwang in deze ver
werpelijk. De gemeenten moeten zelve
weten, op welke wijze zij de wettelijke
voorschriften zullen toepassen, mits de
wat den vorm aangeve en geen belamme-
ringen biedc voor een of andere orga
nisatie. Op deze over wegingen steunt het
ontwerp op dit punt.
Voor den steun, bij de voorbereiding
van het ontwerp ontvangen van kerkelijke
en particuliere organisaties, voor de ad
viezen van het bestuur der Nederland-
sche Vereeniging voor armenzorg en wel
dadigheid en van het bestuur van de Ver
eeniging van armbesturen te Amsterdam
betuigt de regeering hare erkentelijkheid.
Kunst en Wetenschappen.
De uitspraak van het Latijn.
Prof. Dr. J. j. Hartman schrijft in de
„N. R. Ct.":
Bij mijn terugkomst te Leiden verneem
ik dat op het door mij gemeden „phi-
Iclogen-congres" bij meerderheid van
stemmen besloten is, voortaan ons ge
liefd, oud-HolIandsch Latijn te bemor
sen met moffrikaansche schoolvosserij-
en. Noch hier noch elders, noch nu noch
ooit wil ik over het bovengenoemde on
derwerp eenig openlijk debut voeren ik
zeg alleen (wat zich, geloof ik, zeer goed
aansluit bij het door pater C. Wilde ge
sprokene) wie belang steit in Latijln
leere het eerst spreken. Eerst als hij die
kunst verstaat (en dat is het kenmerk van
eeu fatsoenlijken Holhmdschen philo-
loog) mag hij er over gaan denken hoe
hij 't zal uitspreken. Maar dan zal hij
wel weinig lust meer hebben dat anders
te doen dan hij het van zijn groote voor
gangers, Cobet in de eerste plaats, heeft
gehoord.
Land- en Tuinbouw.
Wed. Metkhygiënisdie Vereeniging.
In de afgelcopen week hield de Melk-
hygiënische Vereeniging een buitenge
wone algemeene vergadering te 'sGra-
venhage ter bespreking van de door de
Ned-eriandsdie regeeringscomniissie voor
de Emsselsche wereldtentoonstelling tot
haar gerichte uitnoodiging om gezamen
lijk deel te nemen aan het „concours na
tional et international permanent de lai-
ieri", Hat op de Brusselsche tentoon
stelling zal worden gehouden. Doel van
dat concours is een beeld :e geven van»de
meikvoorziening in groote steden in haar
geheelen omvang, zoowel melkwinning cn
-controle als melkvervoer en -behandeling.
Naar *x bestuur mededeelde, zal de Re-
geering aan de N. M. V. een subsidie van
f500 verstrekken. De vereeniging zelve
beschikt over een saldo ad ongeveer f300
van de Haagsche tentoonstelling, dat ze
bij eventueele deelneming aan den wed
strijd beschikbaar stelt.
Na uitvoerige besprekingen, waarbij
vooral gehandeld werd over de practische
uitvoerbaarheid van het plan, werd met
algemeene stemmen tot deelneming be
sloten. Elk der leden zal uitgenoodigd
worden zijn medewerking te verleen en,
opdat de N. M. V. luisterrijk op de ten
toonstelling uitkome. Hoe de inzending
zijn zal, wat wel en wat niet ter inzending
kan worden toegelaten, zal beslist worden
dcor een commissie, die alle voorbe
reidende maatregelen o.a. de oprich
ting van een waarborgfonds zal heb
ben te treffen. Door het bestuur zijn
tot leden dezer regelings-commissie be
noemd de heeren B. Wildenbeest te Nij
megen, N. R. Barendregt te Dordrecht,
H. \V. C. J. Castens te Nijmegen en G.
S. van der Leek Jr. te Rotterdam.
Landbou w-enqu ête.
De Staatscommissie voor de:, Land
bouw heeft aan onderscheidene perso
nen, die goed op de hoogte zijn van
de plaatselijke toestanden, een vragen
lijst toegezonden, betreffende de mis-
missianden. bij openbare verkoopingen,
het verkrijgen van gelden onder hvpo-
théecair verband enz.
Landbouwerediet in België.
Op 31 December j.l. bestonden er in
België 297 plaatselijke spaar- en leen-
gilden, welke gezamenlijk 19.420 leden
telden. Deze kassen nemen gelden in
bewaring van hun leden en 'bij Uitzon
dering ook van niet-leden en leenen te
gen matigen interest geld uit aan tie
landbouwers ten behoeve van hun be
drijf. Wordt er meer geld in bewaring
gegeven dan aan de leden uitgeleend
wordt, dan stort men het overschoot in
-de Algemeene spaar- en Hjfrentekas of
in de Middencredietkas. Beschikt een der
Landelijke spaar- en Ieengilden over te
weinig geld om aan de aanvragen van
leening te voldoen, dan leent zij de noo-
dige fondsen, hetzij bij de Middencrediet
kas, hetzij onder borgstelling van dg
Middencredietkas bij de Algemeene
Spaar- en lijfrentekas^ De spaar- en leen
gilden hebben sinds haar ontstaan (30
Nov .1903) van de leden ontvangen ruim
17 millioen francs.
Op 31 Dec. 1909 was in kas ruim 19
millioen francs en was uitgeleend ruim
8.300.000 francs. De Middencredietkas
had op 31 Dec. 1.1. in bewaring ruim
9 millioen francs, het maatschappelijk ka
pitaal bedraagt fr. 3.875.000. Het re
servefonds steeg tot fr. 24.000.
Bovendien bestaan in België 11 offi-
cieele landbouwkantoren, welke door het
staatsbestuur ingericht zijn "om de land
bouwers aan géld te helpen. De spaar
bank is gemachtigd een deel harer be
schikbare gelden in leen te geven aan
de landbouwers, doch uitsluitend door
tusschenkomst van bovenbedoelde land
bouwkan to ren. die verantwoordelijk zijn
voor de uitgeleende gelden tegenóver de
spaarbank. De spaarbank vraagt 33/^ pet.
aan de kantoren voor leeningen boven
de 10.000 francs en 31/2 pet. voor klei
nere bedragen.
Opj 31 Dec. j.l. hadden de 11
bouwkantoren over de 3000 leeningen
loopende tot een bedrag van ruim 14
millioen francs, in het vorige jaar slo
ten zij 695 nieuwe leeninge'n tot een
bedrag van fr. 3.625.000 en werden af
gelost 229 leeningen tot een bedrag van
fr. 1.912.000.
Rechtszaken.
Hooge Raad.
De bestrating der Oranjestraat.
De Hooge Raad deed uitspraak in de
zaak van J. L. B., handelsagent te Lei
den, door het kantongerecht aldaar ver
oordeeld tot f 3 boete of 3 dagen hech-
tensi wegens het een gedeelte der Oran
jestraat aldaar, die met gedopgen van
hem als eigenaar voor het publiek ver
keer openstaat, dat gedeelte niet gepla
veid gehad hebben en in goeden staat
gehouden hebben, nadat hem was kenpis
gegeven door B. en \V. van den toestand
van dit gedeelte straat, metf last en daarin
verbetering te brengen.
Aangevoerd was 0. a. dat de toege
paste verordening op de wegen, lanen
en slooten der gemeente Leiden niet ver
bindende is, omdat zij is een verkapte
belastingverordening, doch niet konink
lijk is goedgekeurd omdat zij een on-
^èoorloofden inbreuk maakt op het
eigendomsrecht en een onderwerp regelt,
niet tot de competentie van den gemeen
te-wetgever behoorende, terwijl zij zich
niet bepaalt tot politiezorg voor de vei
ligheid van het verkeer.
De Hooge Raad achtte het van ge
meentewege bevelen van het herstel en
onderhoud van een straat, die met gedoo-
geri van den eigenaar voor het publiek
verkeer openstaat, niet te beschouwen als
het opleggen van een verplichting tot
arbeid en levering ten behoeve van een
gemeentewerk, zoodat de verordening
niet koninklijk behoefde te worden goed
gekeurd. Ook de overige bovenvermelde
beweringen achtte de Hooge Raad onge
grond.
Behoudens eene wijziging in de quali-
ficatie werd het beroep verworpen.
Gestoorde Bruiloft.
In den nacht van Zaterdag 12 op 13
Februari was er bruiloft bij Dekker op
de Knoopshoi te Ambt-Almelo. Het ging
er heel gezellig toe, maar op een gegeven
oogenbük kwam A. L. (Bats van 't Lou-
iic, en sloeg de ruiten in. Een menigte
bruiloftsgasten begaf zich naar buiten om
te zien wie dat deed. Onder hen bevond
zich ook S .B., koopman te Ambt-Al
melo, die juist even een kijkje was gaan
nemen op de Bruiloft. Deze schreeuwde:
„waar is Bats van 't Lousie; die moet
ik hebben". Volgens twee getuigen heeft
B. toen A. L. met een blinkend voorwerp
een steek in den hals toegebracht. De
mishandelde zelf verklaarde dit ook da
delijk aan de marechaussee. Hij is echter
drie dagen na de mishandeling overleden.
De heer Santee Landweer, arts, verklaart,
dat L. een snede had aan den hals; dat
hem bij die s ectie is gebleken dat er geen
verband bestaat tusschen het overlijden
van L. en de toegebrachte wond. De
dood is er misschien eenigszins door ver
haast.
B. ontkent L. den steek te hebben toe
gebracht.
De off. van just, bij de rechtbankt te
Almelo acht het feit bewezen en eischte
3 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. H. J. ten Bruggen
Cate, concludeerde tot vrijspraak, daar
door het geleverde tegenbewijs de ver
klaringen der gebroeders L. worden ont
zenuwd.
Betaling in centen.
De kantonrechter te Rotterdam ver
oordeelde dezer dagen iemand tot f 2
boete.
Toen de man wilde betalen met zes
kwartjes en 50 centen, weigerde de ont
vanger de betaling aldus goed te keuren,
omdat hij geen centen tot dat bedrag in
betaling wilde nemen. De veroordeelde
weigert echter ander geld te geven. Wan
neer hij aangehouden wordt om de sub
sidiaire hechtenis te ondergaan, dan is
hij voornemens opnieuw den ontvanger
hetzelfde geld aan te bieden.
Wordt het dan nogmaals geweigerd,
en tot hechtenis overgegaan, dan zal hij
eene aanklacht indienen „wegens moed
willige vrijheidsberooving".
Blijkbaar grondt deze man zijne hou
ding op artikel 20 der Muntwet van 27
November 1847 (Stbl. 69), waarin beta
ling in centen wordt toegelaten tot een
bedrag van een gulden. Vermoedelijk ech
ter is het hem onbekend, dat bij de in
voering van 'de tegenwoordige bronzen
pasmunt, bij de wet van 28 Maart 1877
(St.bl. 110. 43), artikel 5 dier wet «Je
betaling in bronzen pasmunt slechts toe
laat tot een bedrag van 25 centen.
Degradatie en de Mil. Witlems Orde.
Door het Hof te 's Gravenhage werd
op verzoek van partijen in eerste en hoog
ste ressort, uitspraak gedaan in de vol
gende zaak betreffende de Militaire Wil
lemsorde. Een korporaal van het Ned.-
Ind. leger had de Mil. Willemsorde ge
kregen, waaraan verbonden is, een rid
dersoldij van f 80, was daarna gedegra
deerd en zag zich dientengevolge bij be
sluit van den Gouverneur-generaal de or
de ontnomen met de soldij. Dit achtte
hij onwettig en diensvolgens vorderde
hij van den Staat de over eenige jaren
hem toekomende soldij op zijn advocaat
Mr. ^joHerbeek ^uJUir cn |dc
vraag waarover 't liep was deze: of de
Koning de bevoegdheid heeft om de ont
neming der orde jils disciplinaire maat
regel aan de degradatie te verbinden.
Die vraag beantwoordde het Hof ont
kennend. De bevoegdheid aan den Ko
ning bij art. 12 der wet van 1815 ge
geven is streng beperkt tot disciplinaire
maatregelen vallende binnen' het leader
dier wet en daaronder kon niet gebracht
worden het geven van een voorschrift
omtrent het verlies van "het lidmaatschap
der orde, waardoor dat verlies zoude
worden uitgebreid buiten "den eenigen'
grond, die deze wet voor het verlies
der orde stelt, n.l. een onteerend vonnis.
De Staat werd mitsdien veroordeeld tot
betaling der achterstallige soldij.
Gemengd Nieuws.
Nog n April-grap. ,t Liep
Vrijdagochtend tegen het koffie-uur toen
een onzer bekende veeartsen werd opge
beld. Of hij eens gauw in 't Noordeinde
wou komen kijken, daar stond al een hee-
le|n tijd een paard op twee beenen en de
andere twee konden ze maar niet naar
beneden krijgen. De veterinair antwoord
de, dat hij zou komen, doch vroeg op
welke hoogte het was en met wien hij
sprak.
„Ja, komjt u nu maar gauw", luidde het
antwoord. „U zult het vanzelf wel zien.
Men ziet het al in de verte!"
„Is het paard van u?"
„Ja"
„Maar met wien spreek ik dan?"...
„Met Willem den Zwijger!"...
(N. Ct)
Valsche brief. De politie is
den schrijver van den valschen brief aan
den gemeenteraad van Achtkarspelen
waarin mej. De Jong, no. 1 der voor
dracht voor onderwijzeres in die gemeen
te, bedankte om verder in aanmerking te
komen, op het spoor. Door dit valsche
schrijven werd mej. De Jong niet be
noemd. (Tel.)
In de Friese he gemeente Het
Bildt zijn Vrijdag een man en vrouw ge
trouwd, die in 1829 en 1830 zijn geboren.
De N. Ct. meldt, dat eenige
Haagsche winkeliers wederom slachtof
fer zijn geworden van waardelooze Ame-
rikaansche tiendollarnoten, door deze bij
den verkoop van een kleinigheid in te
wisselen voor Nederlandsche munt.
Rijwieldieven betrapt.
Den 2en Paaschdag werden aan den
„Piasmolen" twee fietsen, behoorende
aan een heer en een dame uit Hees, die
even binnen verversching gebruikten, ge
bruikten, gestolen. Door de marechaussée
uit Gennep, die toevallig aanwezig was,
werd spoedig uitgemaakt, dat een heer
en een dame, die zonder fiets waren
aangekomen, op een rijwiel waren ver
trokken. De marechaussée Geyssen uit
Maastricht echter, die gedurende zijn
verlof op denzelfden tijd ook een uit
stapje naar den „Piasmolen" deed, hoor
de nauwelijks van dezen diefstal of hij
begon als geboren detective, die kleine
stukjes papier, die op de plaats lagen,
waar de beide verdwenen fietsen gestaan
hadden, te verzamelen en bracht ze
naar de kazerne te Gennep. Na heel wat
moeite gelukte het daar uit die snipper
tjes een geheel te vormen. Doch toen
kwam men ook tot de ontdekking, dat
de heer waarschijnlijk een zekere Jochems
uit Rotterdam, de dame een juffrouw N.
uit Wijchen, was. Daar ook het juiste
adres van dit Rotterdamsch heerschap
niet ontbrak, werd het tweetal op last
van de Rotterdamsche commissaris van
politie aangehouden, terwijl het niet alleen
nog in 'het bezit der fietsen werd ge
vonden, maar ook den diefstal bekende.
Vrijdag werd het dievenpaar te Nijme-
door de marechaussén uit Gennep in
ontvangst genomen.
(Nijm. Crt.).
Poging tot die f s tal en moord.
Men meldt uit Haarlem aan de Msb.
Zaterdagavond omstreekt 11 uur kwam
in de delicatessenwinkel van den heer P.,
in de Leeghwaterstraat, een man binnen
die met groote stappen achter de toon
bank ging waar de kassa staat. In de
kamer achter den winkel bevonden zich
de hr. P. en de boekhouder. Toen de heer
P. naar den winkel wilde gaan om te zien
wat de man deed, keerdie deze zich om
en loste een revolverschot op den heer
P., zonder deze echter te treffen. De ko
gel vloog in den muur boven de deur.
De man wist onmiddellijk te vluchten,
daar de heer P. en diens boekhouder
zoodanig door de schrik bevangen waren
dat geen van beiden de tegenwoordigheid
van geest hadden om den dief achterna
te snellen, niettegenstaande de man nog
op straat voor de winkel struikelde. Later
evenwel werd een man aangehouden, die
verdacht wordt de dader te zijn. De aan
gehoudene is 10 jaar geleden bij den heer
P. in betrekking geweest en heeft zich
toen aan diefstal van 300 gulden schuldig
gemaakt. Hij is Maandag 1.1. uit de ge
vangenis oonts'.agen. De aangehoudene is
reeds met eenige personen geconfrot-
teerd. Verschillende dienstmeisjes herken
nen den aangehoudene als den persoon,
die Zaterdagavond voor den winkel in
de Leeghwaterstraat heen en weer slen
terde. De boekhouder meent dat de man
toen hij binnen kwam gemaskerd was.
Zaterdagmiddag is bij een
jacht van de Kon. Veluwsche Jachtver-
eeniging de le-luit. der rijdende artille
rie jhf. Lalkoen met zijn paard gestort,
doordat het dier in een konijnenhol trap
te. Jhr. Calkoen kreeg een trap van het
paard tegen den rug; hij is naar het zie
kenhuis te Velp overgebracht.
Luit. Calkoen moet de ruggegraat ge
broken, althans ernstig beleedigd hebben
misschien door de trap van het paard,
terwijl hij tevens een hersenschudding
kreeg,
Een doode als chauffeur. Het
onderzoek betreffende de doodsoorzaak
van een Londensch chauffeur, Hewton(
genaamd, werpt een hel licht op de ge
varen van het automobielverkeer in de
bovenmatig drukke straten van Londen'.
Eenige dagen geleden raasde, middeia
door de zeer drukke Eïliotstraat eenj
autotaxameter, welks bestuurder dron
ken of ingeslapen scheen. Hij leunde!
met zijn 'borst tegen het stuurwiel, en
zijn hoed was 'hem over de oogen ge
zakt. Een voorbijganger, die zag, dat -
een aantal kinderen ernstig gevaar liep',
door de schots en scheef voortijlende
auto te worden overreden, slaagde er inj
op "den wagen te springen, en het voer
tuig, dat al met twee wielen op het trot
toir reed, tot staan te brengen!
De chauffeur was dood.
Hij was, zooals het dezer dagen in
gestelde onderzoek uitwees, aan een be
roerte gestorven. Binnen in de auto zat
een doodsbeangst passagier, die ver
geefs had getracht, den chauffeur, dien*
hij dronken waande, tot stoppen te be
wegen.
Het is niet onmogelijk, dat dit voorval
tengevolge zal hebben, dat eigenaars van
autotaxameter, welks bestuurder dron-
hun voertuigen een toestel aan te bren'-
gen, dat de passagiers in staat stelt,
den wagen ten allen tijde onafhankelijk
van den chauffeur, te doen stilstaan.
Brand in het Raadhuis te Des
sau. Een der prachtigste Duitsche
raadhuizen in renaissance-stijl, een mees
terstuk van Duitsche bouwkunst, het be
roemde Stadhuis te Dessau (hertogdom
Anhalt) is in den nacht van Zaterdag
op Zondag een prooi der vlammen gewor
den. Omstreeks 11/4 uur werd Zaterdaga
vond Idje brand ontdekt; snel waren de
politie en de brandweer te hulp geroepen,
uit 16 slangen werd water gegevenmaar
het was vergeefs. De prachtige renaissan-
ce-gevel stortte neer op het brandende
gebouw, en vernielde in zijn val de drie
verdiepingen, ook de Raadzaal, die inder
tijd op last der eereburgeres van Dessau,-
de barones Von Cohn-Oppenheim, door
den Berlijnschen professor Skarbina ge
schilderd was, die met kunstige hout
snijwerk en met geschilderde ramen was
versierd, en die nu geheel vernield is.
Ook een groot deel van de rest van het
gebouw is verwoest of beschadigd. Bo
vendien zijn ontzaggelijke massa's hoogst
merkwaardige handschriften, stapels ak
ten en gemeentelijke registers vernield,
Het Raadhuis werd in 18991901 door
de Berlijnsche .architecten Reich a rd en
Süssenguth gebouwd.
Zonderlinge 'historie. ln
Zweden heeft een eigenaardig proces
plaats gehad. Ziehier de feiten. Zekere
Albert Nyström van Stockholm, was op
20 jarigen leeftijd een armen duivel, zon
der een cent op zak, die niet wist wat aan
te vangen.
Op zekeren dag vernam hij dat het Ko
ninklijk Instituut van Ontleedkunde op
voorhand geraamten aankocht. Hij die het
post mortem zijn eigen knoken wilde af
staan, had zich slechts naar de kanselarij
van het Instituut te begeven, een contrakt
te teekenen en de centen op te strijken.
Nyström dacht er niet lang op na. Hij
begaf zich naar het Instituut en stelde
zich voor. Men vond zijn geraamte per
fect en de zaak werd beklonken.
Het ontvangen geld bracht geluk aan
Nyström en vandaag is hij meer dan mil-
lionnair. Hij is getrouwd en heeft kinde
ren. Dat alles heeft hem zijn geraamte
duurbaarder en kostbaarder gemaakt.
Onlangs nu raadpleegde hij een advo-i
caat over het vroeger met het Instituut
gesloten verdrag. Is het passend dat het'
geraamte van een rijk man eenmaal in het1
museum prijkte? Zeker niet. De advo-;
caat deelde dit gevoelen en Nyström be
gon een proces tegen het Instituut.
Maar dat proces heeft hij nu verloren.
En, meer nog, hij is veroordeeld tot hetl
betalen eener schadeloosstelling aan het'
Instituut, omdat hij zich twee tanden heeft
laten trekken, zonder toelating.
Te Schwarzenberg in'Karïnti$
werden door een hevigen brand 21 hui*
zen en 30 bijgebouwen in de asch gelegd.
Ook een groote menigte vee kwam hl
de vlammen om.
Bloedige vechtpartij in een,
kerk. Naar de „Ostdeutsche Grenz-
bote" meldt heeft er Zondag in de kerk
van de Russische grensgemeente Wystiten
een bloedige vechtpartij plaats gehad
tusschen Litauers, en Polen, waarbij de
te hulp geroepen Russische soldaten zelfs
van hunne vuurwapenen moesten ge
bruik maken. Men spreekt van een groot,
aantal gewonden; ook zouden verschei
dene'personen gewond zijn.
In de Sted. Werkinr. zijn opgenomen.
DATUM.
DAOEN.
Vol.
Kin- I
deren.
To-
i.i.U
27 Maart
Zondag
60
15
75
28
Maandag.
55
12
67
29
Dinsdag
63
10
73
30
Woensdag
65
11
76
31
Donderdag
67
10
Tl'
1 April
Vrijdag
67
11
78
2
Zalerdag
63
11
741