ZAKEN DOEN. BUITENLAND. BINNENLAND. 2o. benoemd tot ridder 4e klasse van de Militaire Willemsorde de le luit. H. Scheurleer, de Europeesche sergeant W. J. Masselman, de Amboinee-olie korpo raal W. Limba, allen van bet korjis Ma rechaussee en de inlandsche fuselier Man- goendikromo. 3a bepaald, dat bij afzonderlijke dag orders zoo in Ïndië als in Nederland, eer vol zullen worden vermeld, de le luit. van het korps Marechaussee "A. H. Ben- newitz, de onder-luitenant der Inf. W. C. H. Deutschbein en *e Europeesche sergeanten van het korps marechaussee H. Kaben, J. Ritter en J. Wisse. 4e. in de orde van Oranje-Nassau a. benoemd tot officier: de kapitein van het korps Marechaussee Jhr. J. J. Boreel b. toegekend de eeremedaille in goud: aan den onder-luit. der inf. J. C. J. Remmerswaal, en in zilver: aan den sedert gepensionneerden Euro peeschen sergeant van het korps mare chaussee F. Gerritsen, met bepaling dat aan de sub a en b hiervoren bedoel den het versiersel der Orde „met de zwaarden" zal worden uitgereikt. De Oost-Indische ambtenaar piet verlof P. C. Kappetein, laatstelijk on derwijzer der 3e kl. bij het openbaar Europeesch lager onderwijs in Ned.-Ind. is op zijn verzoek wegens physieke on geschiktheid met ingang van 1 Juli '1910 eervol uit 's lands dienst ontslagen. J. W. Welcker, hoofdinspecteur- generaal van den Rijkswaterstaat te 's Grcvenhage, is benoemd tot lid voor Nederland van de Permanente Interna tionale Commissie voor Wegencongres sen te Parijs. Zijn benoemd in de provincie Zuid Holland: tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap van Schieland, A. Chr. Snel, te Moordrecht; tot hoogheem raad van het hoogheemraadschap van den Alblasserwaard met Arkel beneden de Gouwe, J. Kloek, te Peursem. Met ingang van 1 April zijn bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegra- phie bevorderd: a. tot hoofdcommies Mr. J. F. van Roijen en H. J. Claasen, beiden thans commies b. tot commies W. van Hoboken, W. J. N. van Zeijl, J. H. Ebbeler, P. Camp bell, F. M. Visser, A. K. J. Koch, j. W. Rutten, K. J. W. Koch, A. W. J. Muijlsken, J. J. Muijlwijk, C. H. Ver beek en C. de Lorm, allen thans adjunct commies en c. tot adjunct-commies: J. A. Tuyl Schuitenmaker, A. Visscher; J. A. Durrer J. J. Hakkert, W. G. F. v. Heijningen, J. M. Lamers, J. Koudijs, H. J. D. van Wessum, J. N. J. Bertram, en P. Huij- gens, allen thans eerste klerk. Met ingang van 1 April is be noemd tot adsistent aan de Rijksserum- inrichting te Rotterdam, A. J. S. van Al phen, thans tijdelijk als zoodanig aan die inrichting werkzaam. Kunst en Wetenschappen. Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Afd. Leiden. De uitvoering, gisteren gegeven, stond in alle opzichten ver boven de vorige. Vooral vindt dit oorzaak in de belang rijkheid der nu uitgevoerde werken, die meer begrijpelijk zijn voor het meerendeel der toehoorders, anderdeels door de or kest begeleiding, die niet weinig bijdraagt om het peil der uitvoering te verheffen. Als eerste werk werd ten gehoore ge bracht ;,,Psaume LVII, op 37 van Ch. Tournemire. Deze Parijsche componist voor deze gelegenheid overgekomen om zijn werk zelve te leiden en het moet gezegd, we hebben alle respect vooor de veelzijdige talenten van den Franschman, zijn werk is een stuk modernen arbeid, die in de koren in niet moeilijken motie- venbouw, in veelal declamatorischen vorm, de tekst behandelt en we zouden zeggen, in de begeleiding zijn kracht zoekt, zonder dat het vocale ten onder gaat De instrumentatie is belangrijk Tournemire heeft weten gebruik te ken van de effecten die ve klankcombinatiën kunnen We werden vaak getroffe. dische afwijking, die echt: lossing vond in een i voorbereide conson- Over het algemeen in zuiveren uitspr. de vereischfce besc Het orkestrale ge Residentie-Orkest ve dde allen lof verdie het, dat tweemaal ac werd gegeven nu waf genheid, een eenigzini krijgen van het geheel. Aan huldiging va rJ brak het niet; ee in heit Fransch geh een herhaald ter" heid, dat de moeilijkheden di-e in dit werk' zeker vele malen voorkomen, zich ge makkelijk laten overwinnen en den lust tot goed zingen verhoogen. Voor het kooi dus niets dan lof. Het orkest, dat langzamerhand in dit werk een meer belangrijken arbeid heeft te verrichten, vervulde ook werkelijk de taak van begeleider en deed dit op voor treffelijke wijze, wat nuanceering en ge lijkheid betrof, vooral. De solisten hadden een kleine partij te vervullen, doch uit hetgeen zij deden genieten, bleek ten volle de nobele wij» wijze van hun zingen en opvatting. Me vrouw Loman-Lutkemann, vervulde de sopraanpartij, terwijl Jan Sol de bari- tonDartij gaf. Aan het pracht^e orgel achter op het podium opgesteld, bege leidde de heer Evert Cornelis, op zeer verdienstelijke wijze. Daniel de Lange, die als directeur van Toonkunst, al zoo veTe jaren de uitvoe ringen heeft geleid, bleek ook nu weer het oude vuur te bezitten en dit over te storten in diegenen, die hij in den strijd voert. En het moet tot zijn lof gezegd, de overwinning was ook ditmaal hem' en voor zijn moeite en toewijding werd hij ruimschoots beloond door de dank bare hulde, die het opgetogen publiek dat in groote getale was opgekomen, hem bracht. S. De komeet van Haltey. In „Buiten" schrijft prof. Nijland: „de komeet van Halley is morgenster gewor den. Het zal wel 7 of 8 April worden, voordat zij zich genoegzaam uit de mor genschemering heeft losgemaakt om te worden gezien. Dan zal zij' eenter spoe dig voor net öloote oog z.£ntbaar wor den en tegen het einde der maand mis schien als een fraai object aan den he mel prijken". "Een zeldzame verzameling. Binnenkort komt een zeer merkwaar dige en kostbare verzameling van be roemde violen onder den hamer. Het is de verzameling van wijlen George Had dock, den stichter van het college voor muziek te Leeds. Een der mooiste exem plaren is de vermaarde Keizer-Stradiva- rius, die Joachim destijds roemde als de beste, die hij ooit had gezien. Het in strument wordt geschat op f120.000. Dan is er een Antonius Amati, bekend als de Drummond-Amati van 1615, en pen Amati van 1648, Voorts ta van' Guarnerii, Gagliano's, SteineFs en Lu- pot's. En ook een aantal kostbare strijk stokken van Touste, Lupot, Voirin e.a. Onderwijs. 't Schoolgeld voor de H. B. Scholen te Haarlem. Op de Staatsbegrooting zijn, ingevol ge de reeds gedane toezegging der re geering, gelden uitgetrokken voor een verhoogde rijkssubsidie aan de H. B. Scholen te Haarlem, evenwel onder voor waarde, dat ten aanzien van 't toelaiten' van buitenleerlingen aan verschillende voorwaarden wordt voldaan. B. en W. stellen thans voor om tot deze nieuwe regeling over te gaan. De kostende prijS voor 't onderwijs is f250 per leer ling, maar 't rijk zal nu f 50 bijdragen. Leerlingen uit Haarlem betalen f 60 schoolgeld, zoodat de Gemeente het te kort van f140 moet aanzuiveren. B. en W. vinden het onbillijk, dat de gemeen tekas zou worden bezwaard met deze tekorten van f140, waar 't leerlingen uit de buitengemeenten betreft Daarom willen ze overeenkomsten sluiten met de besturen der omliggende gemeenten en deze f 100 laten betalen boven de f60 schoolgeld door de ouders te vol doen. Voor leerlingèn uit gemee geen overeenkom len B. en W. laten betalen. oye-< Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 2 April. Een kenmerkend verschijnsel van on zen tijd mag wel genoemd worden de overdreven manie, die thans duizenden en nog eens duizenden bezielt, om zelf zaken te doen." En waarom zou men dat ook niet? (Wanneer men het zoover gebracht heeft, dat met zeer veel moeite en opofferin gen ee.i paar honderd gulden bijeen gegaard zijn, erger nog, wanneer er kans is, ze hier of daar tegen overmatig hooge rente los te krijgen dan kan men „zaken doen." Wel ja, het is toch geen goocheltoer een reiziger in huis te ontvangen, zijne inkoopen te doen, achter de toonbank te gaan staan en zij ne klanten te bedienen! Praten kunnen de meesten nog wel en dan is het ge makkelijk om de klanten alles en nog >vat „aan te smeren"! Vol ijver wordt aan het werk geto gen, om het winkeltje zoo gauw en zoo goed mogelijk in oide te brengen. Er wordt gekocht, uitgestald en verkocht. Het loopt uitstekend. Er worden reeds plannen gemaakt voor uitbreiding en er worden al luchtkasteelen gebouwd voor de toekomst. Hoop doet immers leven Zoo loopt het enkele dagen, tot •er op een goeden dag eenige klanten terugkomen en beginnen te klagen over de gekochte artikelen. Dan heeft men de poppen aan het dansen. De kwaliteit der goederen deugt niet, want mijnheer, de zakenman, heeft er zelf in het ge heel geen verstand van. Iemand, die dacht een prachtig nieuw artikel gekocht te hebben, komt tot de ontdekking, dat het gekochte reeds jaren en jaren oud is. Ginds zijn er ontevredenen over de bediening, want omgaan met de men- schen is ook een kunst en dat heeft niemand uit het~huis geleerd. Zoo begint reeds vroeg de tegenslag. Vader, moeder en de kinderen, allen doen hun uiterste best om voor de zaak te doen wat ze kunnen en toch.... het wil niet vlotten. Wat zou daarvan de reden zijn Willen misschien de men seden niet bij hen komen koopen Waar om dan niet? Is het omdat zij het zijn? Of zou het zijn om de zaak zelve? Ik meen te mogen zeggen, dat het al leen is, om de w ij z e waarop de zaak ge dreven wordt! Zeer kwaad is vooreerst het volslagen gemis aan de absoluut nood zakelijke vakkennis. Deze is noodig, zekefr in onzen tijd van onderlinge ci n rurrentie. Dat wordt helaas te veel over het hoofd gezien, niet alleen bij de kleine winkeliers, maar zeer vaak ook nog bij de groote. Een winkelier, die zijn klanten niet kan uitleggen, welke voordeelen aan zijn artikelen zijn verbon den, die niet weet, waarvoor de artikelen, die hij verkoopt, gebruikt kunnen wor den, die niets kan vertellen over de ver vaardiging van wat hij verkoopt, zoo iemand kan geen goed verkooper, geen goed zakenman zijn! Moet hij geheel ver houwen op wat de reizigers hem voorstel len, de reizigers, die zoo vaa/k zelf niets afweten van hun vak, 'dan is het niet te verwonderen, dat hij vroeg of laat be drogen uitkomt! Het spreekwoord zegt wel: „Men moet leeren met schaa of met schand", maar ik voeg er gerust aan toe „Hoe minder, hoe beter"! Dat het gioote belang van de vakken nis steeds meer en meer wordt beseft, blijkt wel uit de onvermoeide pogingen der vakvereenigingen, die telkens meer opofferen voor de vakopleiding! Wij mo gen dat gerust een zeer verdienstelijk werk noemen, waardoor veel kwaad zal verholpen worden. Mogen zij op den in geslagen weg voortgaan en de vakoplei ding steeds bovenaan op het programma houden Toch is de vakkennis niet het eenige, waarop dient gelet te worden. Er hoort nog meer toe om een goed zakenman te zijn. En wij noemen op de eerstvolgende plaats: een goeden kijk op de wijze, waarop men zijn zaak in onzen tijd moet exp 1 oi te e r e n, moet drijven. Zoo dikwijls hoort men beweren: „Och wat, mijn vader, mijn grootvader, mijn over- giootvader, mijn betovergrootvader en ve len nog voor dezen hebben deze zaak ook altijd zoo gedreven, als ik het doe. Zij zijn er altijd wel bij gevaren, dus blijf ik het doen op de oude manier!" Ziet, deze opvatting is ook zeer ver keerd! Juist door dat voortgaan op den ouden voet, op een voet dien men tegen woordig niet meer verdragen kan, daar door worden vele zakenmenschen ge dwongen tot uitscheiden! Een goed, kun dig zakenman gaat met zijn tijd mede. Hij gaat niet op te zware lasten zitten, hij richt zijn zaak niet in op te grooten voet een kwaad dat tegenwoordig zeer in gekankerd is. Hij richt zijn zaak voor alles' netjes en zindelijk in, zooveel mogelijk met eigen kapitaal beginnend. Hij biedt zijii klanten alle gemakken, die tegen woordig bij het winkelen worden ge vraagd. Hij zorgt voor eene aantrekkelijke u;. ailing en niet het minst voor eene d e- g e 1 ij k e, oordeelkundige en p r a c- tische reclame! Reclame is een reuzenmacht! Op de reclame rust van het succes der zak,en. En toch, dit wordt maar al te dikwijls geheel verkeerd begrepen. Zonder recla me bestaat nu geen enkele zaak meer. Laat men zich eens afvragen, hoe het komt, dat de zaak niet meer vooruitgaat, dat er telkens meer en meer klanten ver huizen, dat de laatste jaren telkens de om zet kleiner wordt! En op al deze vragen en nog vele andere zal men grootendeels volstaan met te antwoorden: „Het komt geheel of gedeeltelijk door het nalaten van, of door de onoordeelkundige reclame! Denkt eens na, gij zakenmenschen, kent gij ééne zaak, of firma, die groot is ge worden zonder reclame? Kent gij ééne groote zaak of firma, die niet geregeld groote reclame maakt? Hoe zijn U alle firma's van naam bekend geworden, ten zij door reclame en nog eens reclame? Ieder van u kent ongetwijfeld meer dan eene zaak, die klein begon, maar door eene aanhoudende oordeelkundige recla me, het heeft gebracht tot eene eerste klasse zaak! Welnu, als ge overtuigdzijt, van het groote belang van reclame voor uwe zaak, laten wij dan een volgende maal eens nagaan, op welke wijze de reclame het best wordt ingericht. (De Voorhoede.) Frankrijk. De haat der anti-clericalen. Hoe ver de haat der anti-clericalen in Frankrijk gaan kan, blijkt opnieuw uit het volgende verhaaltje, dat we in een der Fransche bladen vinden. In Juni 1.1. zette het gemeentebestuur van Lyon de geestelijkheid van de paro chie Saint-Martin d'Ainay uit de door haar bewoonde pastorie. Zoo wilde het de scheidingswet. En er werd onder het zin gen van de „Internationale" en onder het schreeuwen „Weg met de zwartrok ken" een leekenschoo! in opgericht. Dat alles was echter niet voldoende voor den haat van de vrijdenkers. Zij wilden den van alles beroofden priesters ook nog hun eer ontnemen. Een radicaal blad van Lyon, de „Progres", begon een campagne tegen de geestelijkheid van Ainay: het beschul digde haar de pastorie te hebben ontwijd alvorens haar te verlaten. In woorden, die de grootste verontwaardiging moesten uitdrukken, beschreef de courant, hoe in de pastorie een niet te noemen wanorde heerschte. In verschillende kamers zou men te midden van champagneflesschen en leege sigarenkistjes, voorwerpen van godsvrucht gevonden hebben, die ontwijd en geschonden waren, zoo ook een cruci fix, dat in een pot-de-chambre gevonden zijn zou. De beschuldigingen waren van dien aard, dat een lid van den gemeenteraad den burgemeester interpelleerde en dat het parket tot een vervolging van de pries ters van Saint-Martin d'Ainay overging. Dezer dagen werden zij echter vrijgespro ken en bij het onderzoek kwam het vol gende voor den dag. De concierge van het huis en zijn vrouw verklaarden, dat het gemeente raadslid en de verontwaardigde journalist, schrijver van het bewuste artikel, zelf in de pastorie waren doorgedrongen, daar de meubelen in wanorde gebracht had den, van dien toestand van wanorde foto grafische opnamen genomen hadden en vervolgens waren heengegaan, voldaan over den „weerzinwekkenden aanblik, dien het vertrek bood". De concierge was geen onbetrouwbaar getuige, als men nagaat, dat hij tevens congierge van het naast de pastorie gele gen raadhuis is. En hij noch zijn vrouw zouden hun verklaringen hebben afge legd, al zij niet op herhaald aandringen van den pastoor der bewuste parochie ten slotte gedagvaard waren. Na deze verklaringen moesten dan ook èn de redacteur èn het raadslid hun heilig- schennende, door haat ingegeven daad bekennen. En nu is tegen den valschen aanklager zelf een aanklacht ingediend. Abessinië. Menelik, de overleden negus van Abes sinië, is een man geweest van ongewo ne beteekenis. Hij was den 17den Aug. 1844 geboren als zoon van den toen- maligen kroonprins Ailu Malakot en een slavin. Hij beweerde een rechtstreek- sche nakomeling van Koning Salomo en de Koningin van Saba te zijn; Bij den dood van zijn vader jn 1856, viel hij in handen van den gouverneur Kassai van Gondar, die onder den naam Theo- door II zich van den troon meester maak te. Theodoor gaf hem zijne dochter tot vrouw, maar hield hem gevangen. Nadat het hem in 1865 gelukt was uit de ge vangenschap te ontkomen, riep hij zich zelf uit tot Koning van Schoa en tasfcte Keizer Theodoor aan, maar zonder suc ces. Door eene reeks veldtochten ver grootte hij zijn gebied. Na den dood van Theodoor in 1868 keerde hij zich te- ge nddens opvolger Johannes, maar ook daarmee had hij geen succes; hij be sloot toen zijn tijd .af te wachtten, er kende het oppergezag van keizer Johan nes en liet zijn dochter trouwen met diens zoon. Hij werd daarop tot troons- opvolger verklaard, en tóen Johannes in 1889 in den slag van Metammeh tegen de Mahdisten gevallen was, liet Menelik zich in 1890 te Antotto ,tot negus |ne- gesti, d. i. Koning der Koningen, kronen. Met de Italianen sloot Menelik eerst een verdrag, d,a,t Jieuijde ver^UcJitjing pj>- legde inet buitenlandsche staten slechts door tusschenkomst van Italië in relatie te treden. Toen echter de Italianen hem aan dit verdrag wilden houden, liet hij zonder bedenkingen de verplichtingen, die hij had aangegaan, varen. In den1 daarop volgenden oorlog werden de Ita lianen, die onder generaal Baratieri zeer onvoorzichtig geopereerd hadden, eerst in verscheidene kleinere gevechten en eindelijk in den. slag bij Adus op 1 Maart 1896 volkomen verslagen. Daarop volg de de vrede van Addis Abeba, waarin Abessinië's volledige onafhankelijkheid wordt bepaald. Menelik h eeft op zijne wijze, deels door zijne strengheid tegen oproer en misdaad, deels door het aanknoopen van betrekkingen met Europeesche staten, zich groote verdiensten jegens zijn land verworven. In de laatste twee jaren was hij door ziekte van tijd tot rijd niet in staat om te regeeren. Daarom had hij reeds in Juni 1903 zijn kleinzoon Jeas- su, zoon van zijne dochter en ras (gou verneur van eene provincie) Michaël als troonsopvolger plechtig laten erkennen. Nu trad echter de heerschzuchtige kei zerin Taitu op die of zich zelf, of een anderen afstammeling van het regeeren- huis, bij wien zjj de macht achter den troon zou zijn geworden, jie heerschap pij wilde verzekeren. Tijdelijk, wanneer Menelik geheel onbekwaam was, maakte zij zich geheel meester van het gezag soms moest zij het overlaten ,aan den ras Tessama, 'die voor den nu 14-jari- gen Jeassu het regentschap voerde. Daar bij trachtte zij zich eene partij te vor men, welker leden zij wilde brengen in het ministerie. Dat was haar voor enkele maanden gelukt, en volgens de berichten in Februari was z'lj zoo goéd als alleen- heerscheres. Maar toen het met Menelis ten einde lie^;, is de reactie gekomen zij is van alle regeeringszaken uitgeslo ten en wordt als een gevangene behan deldverscheidene vorsten, d.e haar gun stig gezind zijn, werden in ketenen ge legd. Ras Tessama, de voogd van den kroonprins, is als hoofd van de regee ring erkend. De Agenzia Stefani be richt van dezen uit Addis Abeba: „Hij is een man van helderen geest. Aan hem is het te danken, dat het tot dusver niet tot ernstige moeielijkheden gekomen is. Hij draagt bij tot oprichting van eene heerschappij, die een waarborg is voor de veiligheid en de orde in het bin nenland en van de eerbiediging van de rechten der vreemdelingen". Eerste Heilige Communie. De dagen breken aan, dat duizenden onzer huisgezinnen zich gaan gereed ma ken tot het feest.... Geen uitbundig, geen rumoerig festijn. Een innig, stil, verrukkelijk zielen- feest. Moeder's boezem jaagt sneller dan naar gewoonte. Vader's hart loopt over van geluk !En de kinderen. O! Hunne hartjes popelen, hunne zieltjes juichen van ongekende vreugde. Waarde ouders, wij wenschen u uit den grond des .harten geluk met uw kind op de eerste H. Communie. Aan uwe kinderen, aan uwe dierbare panden eene heilvolle le H. Communie. Ouders, beschermt de ziel van uwe lievelingen, met cie vleugelen uwer ouder zorg, schept rond hun hartje een he mel van reinheid. Behandel hen als een teedere bloem waarmede gij den troon des Heeren siert en laat dan uwe ziel opgaan met de ziel van uw kind. Aldus beschouwd, begrepen en geno ten, is de dag der eerste Heilige Com munie de schoonste, de gelukkigste dag des levens. In la teren tijd denkt men steeds metf zielsgenot aan die heerlijke stonden. (Volksb.) Koninklijke Besluiten. Mr. C. Scheltus, is op zijn verzoek, met ingang van 16 Mei eervol ontheven van zijn betrekking van secretaris van het Algemeen College van Toezicht, Bij stand en Advies voor het Rijkstucht- en Opvoedingswezen. ,De le luit. F. W. Hekkema, yan het 6e reg. Infanterie, is ter zake van tijdelijke ongesteldheid op non-activiteit gesteld. Benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den geneeskundigen dienst, tot reserve-off. van gezondheid der 2e kl. de heer M. Mauritz, arts. Benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den geneeskundigen dienst, tot res.-officier van .gezondheid le kl. de res.-officier van gezondheid 2e kl. A, de Groot, H. ,W. Numans en N. die Hartogh, allen van dat personeel. Ter belooning van officieren en mi litairen beneden dien rang, die zich heb ben onderscheiden bij de krijgsverrich tingen in Atjeh en Onderhoorigheden, lioofdzakelijik gedurende hét eerste half jaar ,1909, is: le. bepaald, dat in de registers der kanselarij van de Nederlandsche Orden zullen worden ingeschreven als ridder 4e klasse ider Militaire Willemsorde: de Europeesche sergeant O. Falkenburg en de Amboineesche korporaal F. Cornen- tas, beiden van het korps marechaus see en, sedert resjx overleden en gespeu- wijzen van waard, werk vond Als tweede wé. gebracht „Ein Deutbciies Joh. Brahms een werk dat in de koi .- teratuur een eerste plaats inneemt. Met gemengde gevoelens hebben wij deze ver tolking aangehoord. Het koor was in uit stekendie conditie Hier en daar wat meer bezieling en betere inachtneming der syncopeering, hadden het geheel nog meerdere glans verleend Uit alles sprak een degelijke voorbereiding en toewijding diq iekex qor^agk vindt V\ de o nis huidig - rt. en j .aeiiue tc. die reeds vroeger terec gens het beschadigen eenëi -rö. .j. Te gen beiden we.d na het hooren van eeni ge getuigen f6 of 3d. geëischt H. de J., vrachtrijder te Oudshoorn had eerst op 24 Februari aangifte ge daan van zijn kind, dat op 20 Febr. geboren was. Na het hooren van Mej, C. A. .V, die bij de geboorte Jegenwoor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5