ZAKEN DOEN.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
2o. benoemd tot ridder 4e klasse van
de Militaire Willemsorde de le luit. H.
Scheurleer, de Europeesche sergeant W.
J. Masselman, de Amboinee-olie korpo
raal W. Limba, allen van bet korjis Ma
rechaussee en de inlandsche fuselier Man-
goendikromo.
3a bepaald, dat bij afzonderlijke dag
orders zoo in Ïndië als in Nederland, eer
vol zullen worden vermeld, de le luit.
van het korps Marechaussee "A. H. Ben-
newitz, de onder-luitenant der Inf. W.
C. H. Deutschbein en *e Europeesche
sergeanten van het korps marechaussee
H. Kaben, J. Ritter en J. Wisse.
4e. in de orde van Oranje-Nassau
a. benoemd tot officier: de kapitein
van het korps Marechaussee Jhr. J. J.
Boreel
b. toegekend de eeremedaille in goud:
aan den onder-luit. der inf. J. C. J.
Remmerswaal, en in zilver:
aan den sedert gepensionneerden Euro
peeschen sergeant van het korps mare
chaussee F. Gerritsen, met bepaling dat
aan de sub a en b hiervoren bedoel
den het versiersel der Orde „met de
zwaarden" zal worden uitgereikt.
De Oost-Indische ambtenaar piet
verlof P. C. Kappetein, laatstelijk on
derwijzer der 3e kl. bij het openbaar
Europeesch lager onderwijs in Ned.-Ind.
is op zijn verzoek wegens physieke on
geschiktheid met ingang van 1 Juli '1910
eervol uit 's lands dienst ontslagen.
J. W. Welcker, hoofdinspecteur-
generaal van den Rijkswaterstaat te
's Grcvenhage, is benoemd tot lid voor
Nederland van de Permanente Interna
tionale Commissie voor Wegencongres
sen te Parijs.
Zijn benoemd in de provincie Zuid
Holland: tot hoogheemraad van het
hoogheemraadschap van Schieland, A.
Chr. Snel, te Moordrecht; tot hoogheem
raad van het hoogheemraadschap van den
Alblasserwaard met Arkel beneden de
Gouwe, J. Kloek, te Peursem.
Met ingang van 1 April zijn bij het
Hoofdbestuur der Posterijen en Telegra-
phie bevorderd:
a. tot hoofdcommies Mr. J. F. van
Roijen en H. J. Claasen, beiden thans
commies
b. tot commies W. van Hoboken, W.
J. N. van Zeijl, J. H. Ebbeler, P. Camp
bell, F. M. Visser, A. K. J. Koch, j.
W. Rutten, K. J. W. Koch, A. W. J.
Muijlsken, J. J. Muijlwijk, C. H. Ver
beek en C. de Lorm, allen thans adjunct
commies en
c. tot adjunct-commies: J. A. Tuyl
Schuitenmaker, A. Visscher; J. A. Durrer
J. J. Hakkert, W. G. F. v. Heijningen,
J. M. Lamers, J. Koudijs, H. J. D. van
Wessum, J. N. J. Bertram, en P. Huij-
gens, allen thans eerste klerk.
Met ingang van 1 April is be
noemd tot adsistent aan de Rijksserum-
inrichting te Rotterdam, A. J. S. van Al
phen, thans tijdelijk als zoodanig aan
die inrichting werkzaam.
Kunst en Wetenschappen.
Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst. Afd. Leiden.
De uitvoering, gisteren gegeven, stond
in alle opzichten ver boven de vorige.
Vooral vindt dit oorzaak in de belang
rijkheid der nu uitgevoerde werken, die
meer begrijpelijk zijn voor het meerendeel
der toehoorders, anderdeels door de or
kest begeleiding, die niet weinig bijdraagt
om het peil der uitvoering te verheffen.
Als eerste werk werd ten gehoore ge
bracht ;,,Psaume LVII, op 37 van Ch.
Tournemire. Deze Parijsche componist
voor deze gelegenheid overgekomen om
zijn werk zelve te leiden en het moet
gezegd, we hebben alle respect vooor de
veelzijdige talenten van den Franschman,
zijn werk is een stuk modernen arbeid,
die in de koren in niet moeilijken motie-
venbouw, in veelal declamatorischen
vorm, de tekst behandelt en we zouden
zeggen, in de begeleiding zijn kracht
zoekt, zonder dat het vocale ten onder
gaat
De instrumentatie is belangrijk
Tournemire heeft weten gebruik te
ken van de effecten die ve
klankcombinatiën kunnen
We werden vaak getroffe.
dische afwijking, die echt:
lossing vond in een i
voorbereide conson-
Over het algemeen
in zuiveren uitspr.
de vereischfce besc
Het orkestrale ge
Residentie-Orkest ve
dde allen lof verdie
het, dat tweemaal ac
werd gegeven nu waf
genheid, een eenigzini
krijgen van het geheel.
Aan huldiging va rJ
brak het niet; ee
in heit Fransch geh
een herhaald ter"
heid, dat de moeilijkheden di-e in dit werk'
zeker vele malen voorkomen, zich ge
makkelijk laten overwinnen en den lust
tot goed zingen verhoogen. Voor het kooi
dus niets dan lof.
Het orkest, dat langzamerhand in dit
werk een meer belangrijken arbeid heeft
te verrichten, vervulde ook werkelijk de
taak van begeleider en deed dit op voor
treffelijke wijze, wat nuanceering en ge
lijkheid betrof, vooral.
De solisten hadden een kleine partij
te vervullen, doch uit hetgeen zij deden
genieten, bleek ten volle de nobele wij»
wijze van hun zingen en opvatting. Me
vrouw Loman-Lutkemann, vervulde de
sopraanpartij, terwijl Jan Sol de bari-
tonDartij gaf. Aan het pracht^e orgel
achter op het podium opgesteld, bege
leidde de heer Evert Cornelis, op zeer
verdienstelijke wijze.
Daniel de Lange, die als directeur van
Toonkunst, al zoo veTe jaren de uitvoe
ringen heeft geleid, bleek ook nu weer
het oude vuur te bezitten en dit over te
storten in diegenen, die hij in den strijd
voert. En het moet tot zijn lof gezegd,
de overwinning was ook ditmaal hem'
en voor zijn moeite en toewijding werd
hij ruimschoots beloond door de dank
bare hulde, die het opgetogen publiek
dat in groote getale was opgekomen,
hem bracht. S.
De komeet van Haltey.
In „Buiten" schrijft prof. Nijland: „de
komeet van Halley is morgenster gewor
den. Het zal wel 7 of 8 April worden,
voordat zij zich genoegzaam uit de mor
genschemering heeft losgemaakt om te
worden gezien. Dan zal zij' eenter spoe
dig voor net öloote oog z.£ntbaar wor
den en tegen het einde der maand mis
schien als een fraai object aan den he
mel prijken".
"Een zeldzame verzameling.
Binnenkort komt een zeer merkwaar
dige en kostbare verzameling van be
roemde violen onder den hamer. Het is
de verzameling van wijlen George Had
dock, den stichter van het college voor
muziek te Leeds. Een der mooiste exem
plaren is de vermaarde Keizer-Stradiva-
rius, die Joachim destijds roemde als
de beste, die hij ooit had gezien. Het in
strument wordt geschat op f120.000.
Dan is er een Antonius Amati, bekend
als de Drummond-Amati van 1615, en
pen Amati van 1648, Voorts ta van'
Guarnerii, Gagliano's, SteineFs en Lu-
pot's. En ook een aantal kostbare strijk
stokken van Touste, Lupot, Voirin e.a.
Onderwijs.
't Schoolgeld voor de H. B. Scholen
te Haarlem.
Op de Staatsbegrooting zijn, ingevol
ge de reeds gedane toezegging der re
geering, gelden uitgetrokken voor een
verhoogde rijkssubsidie aan de H. B.
Scholen te Haarlem, evenwel onder voor
waarde, dat ten aanzien van 't toelaiten'
van buitenleerlingen aan verschillende
voorwaarden wordt voldaan. B. en W.
stellen thans voor om tot deze nieuwe
regeling over te gaan. De kostende
prijS voor 't onderwijs is f250 per leer
ling, maar 't rijk zal nu f 50 bijdragen.
Leerlingen uit Haarlem betalen f 60
schoolgeld, zoodat de Gemeente het te
kort van f140 moet aanzuiveren. B. en
W. vinden het onbillijk, dat de gemeen
tekas zou worden bezwaard met deze
tekorten van f140, waar 't leerlingen
uit de buitengemeenten betreft Daarom
willen ze overeenkomsten sluiten met
de besturen der omliggende gemeenten
en deze f 100 laten betalen boven de
f60 schoolgeld door de ouders te vol
doen. Voor leerlingèn uit gemee
geen overeenkom
len B. en W.
laten betalen.
oye-<
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 2 April.
Een kenmerkend verschijnsel van on
zen tijd mag wel genoemd worden de
overdreven manie, die thans duizenden
en nog eens duizenden bezielt, om zelf
zaken te doen."
En waarom zou men dat ook niet?
(Wanneer men het zoover gebracht heeft,
dat met zeer veel moeite en opofferin
gen ee.i paar honderd gulden bijeen
gegaard zijn, erger nog, wanneer er
kans is, ze hier of daar tegen overmatig
hooge rente los te krijgen dan kan
men „zaken doen." Wel ja, het is toch
geen goocheltoer een reiziger in huis
te ontvangen, zijne inkoopen te doen,
achter de toonbank te gaan staan en zij
ne klanten te bedienen! Praten kunnen
de meesten nog wel en dan is het ge
makkelijk om de klanten alles en nog
>vat „aan te smeren"!
Vol ijver wordt aan het werk geto
gen, om het winkeltje zoo gauw en zoo
goed mogelijk in oide te brengen. Er
wordt gekocht, uitgestald en verkocht.
Het loopt uitstekend. Er worden reeds
plannen gemaakt voor uitbreiding en er
worden al luchtkasteelen gebouwd voor
de toekomst. Hoop doet immers leven
Zoo loopt het enkele dagen, tot
•er op een goeden dag eenige klanten
terugkomen en beginnen te klagen over
de gekochte artikelen. Dan heeft men
de poppen aan het dansen. De kwaliteit
der goederen deugt niet, want mijnheer,
de zakenman, heeft er zelf in het ge
heel geen verstand van. Iemand, die
dacht een prachtig nieuw artikel gekocht
te hebben, komt tot de ontdekking, dat
het gekochte reeds jaren en jaren oud
is. Ginds zijn er ontevredenen over de
bediening, want omgaan met de men-
schen is ook een kunst en dat heeft
niemand uit het~huis geleerd.
Zoo begint reeds vroeg de tegenslag.
Vader, moeder en de kinderen, allen
doen hun uiterste best om voor de zaak
te doen wat ze kunnen en toch.... het
wil niet vlotten. Wat zou daarvan de
reden zijn Willen misschien de men
seden niet bij hen komen koopen Waar
om dan niet? Is het omdat zij het zijn?
Of zou het zijn om de zaak zelve?
Ik meen te mogen zeggen, dat het al
leen is, om de w ij z e waarop de zaak ge
dreven wordt! Zeer kwaad is vooreerst
het volslagen gemis aan de absoluut nood
zakelijke vakkennis.
Deze is noodig, zekefr in onzen tijd
van onderlinge ci n rurrentie. Dat wordt
helaas te veel over het hoofd gezien, niet
alleen bij de kleine winkeliers, maar zeer
vaak ook nog bij de groote. Een winkelier,
die zijn klanten niet kan uitleggen, welke
voordeelen aan zijn artikelen zijn verbon
den, die niet weet, waarvoor de artikelen,
die hij verkoopt, gebruikt kunnen wor
den, die niets kan vertellen over de ver
vaardiging van wat hij verkoopt, zoo
iemand kan geen goed verkooper, geen
goed zakenman zijn! Moet hij geheel ver
houwen op wat de reizigers hem voorstel
len, de reizigers, die zoo vaa/k zelf niets
afweten van hun vak, 'dan is het niet
te verwonderen, dat hij vroeg of laat be
drogen uitkomt! Het spreekwoord zegt
wel: „Men moet leeren met schaa of met
schand", maar ik voeg er gerust aan toe
„Hoe minder, hoe beter"!
Dat het gioote belang van de vakken
nis steeds meer en meer wordt beseft,
blijkt wel uit de onvermoeide pogingen
der vakvereenigingen, die telkens meer
opofferen voor de vakopleiding! Wij mo
gen dat gerust een zeer verdienstelijk
werk noemen, waardoor veel kwaad zal
verholpen worden. Mogen zij op den in
geslagen weg voortgaan en de vakoplei
ding steeds bovenaan op het programma
houden
Toch is de vakkennis niet het eenige,
waarop dient gelet te worden. Er hoort
nog meer toe om een goed zakenman te
zijn.
En wij noemen op de eerstvolgende
plaats: een goeden kijk op de wijze,
waarop men zijn zaak in onzen tijd moet
exp 1 oi te e r e n, moet drijven. Zoo
dikwijls hoort men beweren: „Och wat,
mijn vader, mijn grootvader, mijn over-
giootvader, mijn betovergrootvader en ve
len nog voor dezen hebben deze zaak
ook altijd zoo gedreven, als ik het doe.
Zij zijn er altijd wel bij gevaren, dus blijf
ik het doen op de oude manier!"
Ziet, deze opvatting is ook zeer ver
keerd! Juist door dat voortgaan op den
ouden voet, op een voet dien men tegen
woordig niet meer verdragen kan, daar
door worden vele zakenmenschen ge
dwongen tot uitscheiden! Een goed, kun
dig zakenman gaat met zijn tijd mede. Hij
gaat niet op te zware lasten zitten, hij
richt zijn zaak niet in op te grooten voet
een kwaad dat tegenwoordig zeer in
gekankerd is. Hij richt zijn zaak voor alles'
netjes en zindelijk in, zooveel mogelijk
met eigen kapitaal beginnend. Hij biedt
zijii klanten alle gemakken, die tegen
woordig bij het winkelen worden ge
vraagd. Hij zorgt voor eene aantrekkelijke
u;. ailing en niet het minst voor eene d e-
g e 1 ij k e, oordeelkundige en p r a c-
tische reclame!
Reclame is een reuzenmacht! Op de
reclame rust van het succes der zak,en.
En toch, dit wordt maar al te dikwijls
geheel verkeerd begrepen. Zonder recla
me bestaat nu geen enkele zaak meer.
Laat men zich eens afvragen, hoe het
komt, dat de zaak niet meer vooruitgaat,
dat er telkens meer en meer klanten ver
huizen, dat de laatste jaren telkens de om
zet kleiner wordt! En op al deze vragen
en nog vele andere zal men grootendeels
volstaan met te antwoorden: „Het komt
geheel of gedeeltelijk door het nalaten van,
of door de onoordeelkundige reclame!
Denkt eens na, gij zakenmenschen, kent
gij ééne zaak, of firma, die groot is ge
worden zonder reclame? Kent gij ééne
groote zaak of firma, die niet geregeld
groote reclame maakt? Hoe zijn U alle
firma's van naam bekend geworden, ten
zij door reclame en nog eens reclame?
Ieder van u kent ongetwijfeld meer dan
eene zaak, die klein begon, maar door
eene aanhoudende oordeelkundige recla
me, het heeft gebracht tot eene eerste
klasse zaak! Welnu, als ge overtuigdzijt,
van het groote belang van reclame voor
uwe zaak, laten wij dan een volgende
maal eens nagaan, op welke wijze de
reclame het best wordt ingericht.
(De Voorhoede.)
Frankrijk.
De haat der anti-clericalen.
Hoe ver de haat der anti-clericalen in
Frankrijk gaan kan, blijkt opnieuw uit het
volgende verhaaltje, dat we in een der
Fransche bladen vinden.
In Juni 1.1. zette het gemeentebestuur
van Lyon de geestelijkheid van de paro
chie Saint-Martin d'Ainay uit de door
haar bewoonde pastorie. Zoo wilde het de
scheidingswet. En er werd onder het zin
gen van de „Internationale" en onder
het schreeuwen „Weg met de zwartrok
ken" een leekenschoo! in opgericht.
Dat alles was echter niet voldoende
voor den haat van de vrijdenkers. Zij
wilden den van alles beroofden priesters
ook nog hun eer ontnemen.
Een radicaal blad van Lyon, de
„Progres", begon een campagne tegen de
geestelijkheid van Ainay: het beschul
digde haar de pastorie te hebben ontwijd
alvorens haar te verlaten. In woorden,
die de grootste verontwaardiging moesten
uitdrukken, beschreef de courant, hoe in
de pastorie een niet te noemen wanorde
heerschte. In verschillende kamers zou
men te midden van champagneflesschen
en leege sigarenkistjes, voorwerpen van
godsvrucht gevonden hebben, die ontwijd
en geschonden waren, zoo ook een cruci
fix, dat in een pot-de-chambre gevonden
zijn zou.
De beschuldigingen waren van dien
aard, dat een lid van den gemeenteraad
den burgemeester interpelleerde en dat
het parket tot een vervolging van de pries
ters van Saint-Martin d'Ainay overging.
Dezer dagen werden zij echter vrijgespro
ken en bij het onderzoek kwam het vol
gende voor den dag.
De concierge van het huis en zijn
vrouw verklaarden, dat het gemeente
raadslid en de verontwaardigde journalist,
schrijver van het bewuste artikel, zelf in
de pastorie waren doorgedrongen, daar
de meubelen in wanorde gebracht had
den, van dien toestand van wanorde foto
grafische opnamen genomen hadden en
vervolgens waren heengegaan, voldaan
over den „weerzinwekkenden aanblik,
dien het vertrek bood".
De concierge was geen onbetrouwbaar
getuige, als men nagaat, dat hij tevens
congierge van het naast de pastorie gele
gen raadhuis is. En hij noch zijn vrouw
zouden hun verklaringen hebben afge
legd, al zij niet op herhaald aandringen
van den pastoor der bewuste parochie
ten slotte gedagvaard waren.
Na deze verklaringen moesten dan ook
èn de redacteur èn het raadslid hun heilig-
schennende, door haat ingegeven daad
bekennen. En nu is tegen den valschen
aanklager zelf een aanklacht ingediend.
Abessinië.
Menelik, de overleden negus van Abes
sinië, is een man geweest van ongewo
ne beteekenis. Hij was den 17den Aug.
1844 geboren als zoon van den toen-
maligen kroonprins Ailu Malakot en een
slavin. Hij beweerde een rechtstreek-
sche nakomeling van Koning Salomo en
de Koningin van Saba te zijn; Bij den
dood van zijn vader jn 1856, viel hij
in handen van den gouverneur Kassai
van Gondar, die onder den naam Theo-
door II zich van den troon meester maak
te. Theodoor gaf hem zijne dochter tot
vrouw, maar hield hem gevangen. Nadat
het hem in 1865 gelukt was uit de ge
vangenschap te ontkomen, riep hij zich
zelf uit tot Koning van Schoa en tasfcte
Keizer Theodoor aan, maar zonder suc
ces. Door eene reeks veldtochten ver
grootte hij zijn gebied. Na den dood van
Theodoor in 1868 keerde hij zich te-
ge nddens opvolger Johannes, maar ook
daarmee had hij geen succes; hij be
sloot toen zijn tijd .af te wachtten, er
kende het oppergezag van keizer Johan
nes en liet zijn dochter trouwen met
diens zoon. Hij werd daarop tot troons-
opvolger verklaard, en tóen Johannes in
1889 in den slag van Metammeh tegen
de Mahdisten gevallen was, liet Menelik
zich in 1890 te Antotto ,tot negus |ne-
gesti, d. i. Koning der Koningen, kronen.
Met de Italianen sloot Menelik eerst
een verdrag, d,a,t Jieuijde ver^UcJitjing pj>-
legde inet buitenlandsche staten slechts
door tusschenkomst van Italië in relatie
te treden. Toen echter de Italianen hem
aan dit verdrag wilden houden, liet hij
zonder bedenkingen de verplichtingen,
die hij had aangegaan, varen. In den1
daarop volgenden oorlog werden de Ita
lianen, die onder generaal Baratieri zeer
onvoorzichtig geopereerd hadden, eerst
in verscheidene kleinere gevechten en
eindelijk in den. slag bij Adus op 1 Maart
1896 volkomen verslagen. Daarop volg
de de vrede van Addis Abeba, waarin
Abessinië's volledige onafhankelijkheid
wordt bepaald.
Menelik h eeft op zijne wijze, deels
door zijne strengheid tegen oproer en
misdaad, deels door het aanknoopen van
betrekkingen met Europeesche staten,
zich groote verdiensten jegens zijn land
verworven. In de laatste twee jaren was
hij door ziekte van tijd tot rijd niet in
staat om te regeeren. Daarom had hij
reeds in Juni 1903 zijn kleinzoon Jeas-
su, zoon van zijne dochter en ras (gou
verneur van eene provincie) Michaël als
troonsopvolger plechtig laten erkennen.
Nu trad echter de heerschzuchtige kei
zerin Taitu op die of zich zelf, of een
anderen afstammeling van het regeeren-
huis, bij wien zjj de macht achter den
troon zou zijn geworden, jie heerschap
pij wilde verzekeren. Tijdelijk, wanneer
Menelik geheel onbekwaam was, maakte
zij zich geheel meester van het gezag
soms moest zij het overlaten ,aan den
ras Tessama, 'die voor den nu 14-jari-
gen Jeassu het regentschap voerde. Daar
bij trachtte zij zich eene partij te vor
men, welker leden zij wilde brengen in
het ministerie. Dat was haar voor enkele
maanden gelukt, en volgens de berichten
in Februari was z'lj zoo goéd als alleen-
heerscheres. Maar toen het met Menelis
ten einde lie^;, is de reactie gekomen
zij is van alle regeeringszaken uitgeslo
ten en wordt als een gevangene behan
deldverscheidene vorsten, d.e haar gun
stig gezind zijn, werden in ketenen ge
legd. Ras Tessama, de voogd van den
kroonprins, is als hoofd van de regee
ring erkend. De Agenzia Stefani be
richt van dezen uit Addis Abeba: „Hij
is een man van helderen geest. Aan hem
is het te danken, dat het tot dusver niet
tot ernstige moeielijkheden gekomen is.
Hij draagt bij tot oprichting van eene
heerschappij, die een waarborg is voor
de veiligheid en de orde in het bin
nenland en van de eerbiediging van de
rechten der vreemdelingen".
Eerste Heilige Communie.
De dagen breken aan, dat duizenden
onzer huisgezinnen zich gaan gereed ma
ken tot het feest....
Geen uitbundig, geen rumoerig festijn.
Een innig, stil, verrukkelijk zielen-
feest.
Moeder's boezem jaagt sneller dan
naar gewoonte. Vader's hart loopt over
van geluk !En de kinderen. O! Hunne
hartjes popelen, hunne zieltjes juichen
van ongekende vreugde.
Waarde ouders, wij wenschen u uit
den grond des .harten geluk met uw
kind op de eerste H. Communie.
Aan uwe kinderen, aan uwe dierbare
panden eene heilvolle le H. Communie.
Ouders, beschermt de ziel van uwe
lievelingen, met cie vleugelen uwer ouder
zorg, schept rond hun hartje een he
mel van reinheid.
Behandel hen als een teedere bloem
waarmede gij den troon des Heeren
siert en laat dan uwe ziel opgaan met
de ziel van uw kind.
Aldus beschouwd, begrepen en geno
ten, is de dag der eerste Heilige Com
munie de schoonste, de gelukkigste dag
des levens.
In la teren tijd denkt men steeds metf
zielsgenot aan die heerlijke stonden.
(Volksb.)
Koninklijke Besluiten.
Mr. C. Scheltus, is op zijn verzoek,
met ingang van 16 Mei eervol ontheven
van zijn betrekking van secretaris van
het Algemeen College van Toezicht, Bij
stand en Advies voor het Rijkstucht-
en Opvoedingswezen.
,De le luit. F. W. Hekkema, yan
het 6e reg. Infanterie, is ter zake van
tijdelijke ongesteldheid op non-activiteit
gesteld.
Benoemd bij het reserve-personeel
der landmacht, bij het personeel van den
geneeskundigen dienst, tot reserve-off.
van gezondheid der 2e kl. de heer M.
Mauritz, arts.
Benoemd bij het reserve-personeel
der landmacht, bij het personeel van den
geneeskundigen dienst, tot res.-officier
van .gezondheid le kl. de res.-officier
van gezondheid 2e kl. A, de Groot, H. ,W.
Numans en N. die Hartogh, allen van dat
personeel.
Ter belooning van officieren en mi
litairen beneden dien rang, die zich heb
ben onderscheiden bij de krijgsverrich
tingen in Atjeh en Onderhoorigheden,
lioofdzakelijik gedurende hét eerste half
jaar ,1909, is:
le. bepaald, dat in de registers der
kanselarij van de Nederlandsche Orden
zullen worden ingeschreven als ridder 4e
klasse ider Militaire Willemsorde: de
Europeesche sergeant O. Falkenburg en
de Amboineesche korporaal F. Cornen-
tas, beiden van het korps marechaus
see en, sedert resjx overleden en gespeu-
wijzen van waard,
werk vond
Als tweede wé.
gebracht „Ein Deutbciies
Joh. Brahms een werk dat in de koi .-
teratuur een eerste plaats inneemt. Met
gemengde gevoelens hebben wij deze ver
tolking aangehoord. Het koor was in uit
stekendie conditie Hier en daar wat meer
bezieling en betere inachtneming der
syncopeering, hadden het geheel nog
meerdere glans verleend Uit alles sprak
een degelijke voorbereiding en toewijding
diq iekex qor^agk vindt V\ de o nis huidig -
rt. en j .aeiiue tc.
die reeds vroeger terec
gens het beschadigen eenëi -rö. .j. Te
gen beiden we.d na het hooren van eeni
ge getuigen f6 of 3d. geëischt
H. de J., vrachtrijder te Oudshoorn
had eerst op 24 Februari aangifte ge
daan van zijn kind, dat op 20 Febr.
geboren was. Na het hooren van Mej,
C. A. .V, die bij de geboorte Jegenwoor-