Priester en krijgsman. 116 OP DE NATIONALE BLOEMENTENTOONSTELLING TE HAARLEM: de „Chantecler"-groep van geschoren palmen, een der alleraardigste curiositeiten van boomencul- tuur. Deze groep, door Aalsmeer ingezonden en waarin alle dieren die Rostand in zijn „Chantecler" doet optreden, aanwezig zijn, heeft jaren arbeids gekost! ,K mag u dus geluk- wenschen, beste ka pitein De officier ant woordde met eene beleefde buiging. »Weinig gelukwenschen zouden mij aangenamer kunnen zijn dan de uwe, mevrouw," sprak hij. „Eu wanneer zullen we het genoegen hebben met mevrouw Roll kennis te maken sOver twee maanden hoop ik, barones. Baronesse d'Ernacqui wendde zich tot een jongen priester, die dicht bij het venster zat. »Kent u kapitein Rollöok reeds, meneer pastoor«, witkamp vroeg ze. „DE MOOISTE KERK VAN FRIESLAND," bekend „Aardrijkskundig Woordenboek» noemt aldus de katholieke kerk van Blauwhuis, aan den Veendijk tusschen Bolsward en Sneek. Dat die betiteling een grond van waarheid heeft, weet menin Friesland heel goed, en wie onze fraaie foto van het inwendige der kerk ziet, zal dat gereedelijk beamen De geestelijke, pastoor der parochie kerk van den H. Petrus, welker torens aan den gezichteinder oprezen, glimlachte en groette den jongen officier. Deze werd eenigszins verlegen. .De schuld ligt bij mij, meneer pastoor," sprak hij, „ik had u een bezoek moeten brengen, want ik woon in uw parochie." „Priester en soldaat moeten vrienden zijn,, kapitein,® antwoordde de pastoor, „en wanneer gij bij mij komt aankloppen, zal mij dit een eer en een genoegen zijn. Maar al kende ik u tot dusver niet, ik had toch al van u hooren spreken Terwijl de pastoor zoo sprak, werd hij getroffen door het mannelijk schoone gelaat van den jongen officier, waaruit zulk een groote oprechtheid en intelligentie spraken, en ontroerd dacht hij bij zich zelf: „Een edele ziel ongetwijfeld, maar wie weet hoe ver verwijderd van haren God!" Dat was heel het leven van pastoor Dablonzielen terugvoeren tot Christus, tot den liefdevollen God, Dien zij misschien niet eens kenden Onderwijl deze gedachten den eerbied- waardigen priester door het hoofd gingen, sprak de barones met een fijnen glimlach „Beste jongen, wil de vrijmoedigheid uwer HET GEDENKTEEKEN VOOR^PASTOOR H. C. oude vriendin verontschuldigen, maar ik VERBRAAK TE KOTA-RADJA. i, u J 1,1 1 J. 1 Een gedenkteken voor een Roomschen Pastoor, die nog hel> tot dusver zoo geheel en al den sol- leeft, in Indië opgericht door (zooals er op is gegrift) »zijn vereerders», waaronder mannen van den hoogs*en tot den laagsten stand, generaals en eenvoud ge militairen, ongeloovigen, Protestanten zoowel als Katholieken dat zóó iets mogelijk is, spreekt wel boekdeelen van de hoogachting en vereering die de alombekende Atjeh- Missionaris, Pastoor H. C. Verbraak S. J., zich heeft ver worven Pastoor Verbraak, die verleden week zijn 7ssten verjaardag vierde, geniet na een 35 jarig verblijf en onaf gebroken vruchtbaar leven op Atjeh, nu te Padang een welverdiende rust gehuwd man wel in al zijn ernst inziet. Wat denkt u daarvan, meneer pastoor?" „Ik heb daar nog geen meening over, me vrouw," antwoordde pastoor Dablon. „U denkt toch niet dat de kennis der zielen het ook mogelijk maakt op het eerste gezicht den toe stand van éen ziel te herkennenDit alleen kan ik zeggennaar de gelaatsuitdrukking van den kapitein te oordeelen, dunkt me dat hij er niet de man naar is om een verbintenis aan te gaan zonder goed te weten welke verplich tingen hij daarmee op zich neemt 0 De officier stond op en trad op zijn oude vriendin toe. „Gij doet mij leed. mevrouw," sprak hij. „Ik hoopte dat u toch betere gedachten van mij hadt. Vanaf den dag dat ik het meisje mijnet keuze den trouwring aan den vinger zal schui ven, zal mijn leven zoowel aan mijn gezin als aan mijn carrière toebehooren." „En heelemaal niet aan God?" fluisterdej de priester. Maar men hoorde hem niet eens. „Ziet u mij aan. mevrouw," zoo ging de ka pitein voort, „voor een lichtvaardigen wereld- ling die alleen een beetje moed getoond heeft? Geloot mij, het ontbreekt mij niet aan diep gevoel. Ja, ge kunt er vrij mee spotten, maar ik beschouw het huwelijk als een innige vereeniging van twee harten en twee zielen, als een reis door het leven hand in hand, met weder- keerigen steun voor eikaars deugden en goede eigen schappen en een voortdu rend te zamen zorgen voor de opvoeding der kinderen als een vereeniging, waarin geen offer te zwaar moet vallen. Ik beschouw hem, die zich.zeiven niet weet te verloochenen voor de familie die hij gesticht heeft, die desnoods voor de zijnen niet weet te sterven, als den naam van man onwaardig!" Gij spreekt daar een mooie christelijke gedachte uit," riep pastoor Dablon ontroerd uit. De officier schudde het hoofd. „Mijnheer pastoor sprak hij, »hetis maar een gewoon menschelijke gedachte, die ik daar in woorden bracht! Ik ben daat, den officier in je gezien, dat ik mij een heel klein beetje bezorgd afvraag 01 WIJLEN MGR. AMBROSIUS VAN BAARS f Bisschop van Teuchira i. p i. en Vicaris Apos- tolicus van Curasao, Ridder in de orde van den de rol van echtgenoot en huisvader u w<*l Nederlandsen Leeuw na een lang en smartelijk lijden op Faasch-Zaterdag in het bt. Antonius- Gesticht te passen z^l De kapitcm glimlachte. „Dus had u mij al veroordeeld om mijn heele leven ongehuwjd te blijven „Dat niet," luidde het op levendigen toon, „maar ik vraag mij af of gij het leven van een ;rdag Rotterdam overleden Met dezen hoogwaardigen bisschop van de Orde der Domini canen is een hoog.-tverdienstelijk prelaat heen gegaan, die voor de armen en ongelukkigen van onze West-Indische bezittingen, voor hare scholen en hare Katholieke pers, buitengemeen veel heeft verricht. R. I. P.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 12