Gemengd Nieuws. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 26 Maart. Uit «3e Pers, Om te onthouden. Onder dit opschrift schrijft het „FrLesch iDagblad" In Rotterdam, waar in den Raad de 5,christelijke partijen" en de „vrijzinni gen" even sterk zijn en de 3 socialisten op de wip zitten is onlangs een wet houdersverkiezing gehouden, waarover [nog al nagepraat wordt. .Het oude liberalisme toonde zich daarbij in al zijn „hoogheid en.... klein heid". Doch dat laten we thans rusten. In de "N. R. Ct." deed nu echter het oudste liberale lid /eenige onthul lingen, waaruit blijkt, dat de vrijzinni gen vooraf een clubbijeenkomst hielden van de Linkerzijde, waartoe ze óók de sociaal-democraten noodigden. Goed om te onthouden Dat zijn daar in Rotterdam niet de pfreubianen en Noltingianen, maar dat zijn daar meest héél bedaarde, haast [zeiden we bestorven, conservatief-ge^ !zinde liberalen van ouden stempel. Die al hun radicale haren, gesteld dat ze die ooit hadden, totaal kwijt fcijn. En d ie roepen als er een familieraad gehouden worden moet, er de sociaal democraten zélf bij. Dat is óók „Linkerzijde".... Heel fijntjes en van hun standpunt terecht merkten de socialisten, die niet ter vergadering kwamen op, dat zij jnóch tot de Rechterzijde, nóch tot de Linkerzijde behoorden, maar iets aparts ïwaren. Een snuifje dat niezen doet. Voor ons om te onthouden. Hoe de liberalen, alsof 't een vah- zelfsheid is, de sociaal-democraten ier bij te roepen, als de familie samenkomt Kardinaal Mercier nn de drank bestrijding. Het Kruisverbond in het Groot Semtna- iete Hoeven heeft een vertaling bezorgd ^uitgave van het Secretariaat van Sobrië- \as te Maastricht voor het Dr. Ariëns- tonds) van de rede, door Kardinaal Mer ger op de algemeene vergadering van het Bien Etre Social te Luik den 20en Decem ber 1908 uitgesproken. In deze magistrale rede behandelde de kardinaal ook de brandende kwestie: wat tnoeten wij beoefenen, geheelonthouding, ïfschaffing of matigheid? Aan de breede uiteenzetting dezer kwestie is het volgende ontleend: Algeheele onthouding of eenvoudig ma tigheid? Algeheele afschaffing of matig gebruik van gestookte of gegiste dran ken, zooals alcoholrijke likeuren, wijn bier, cider? Ziedaar het alternatief. Welk stelsel moeten wij volgen? Moet men zonder meer voor een van beide partij kiezen? De radicale leer, zooals zij b.v. door tdr% Bunge, dr. Forel en vele anderen aan geprezen wordt, zooals zij over het al gemeen op de internationale congressen verdedigd wordt zoo zelfs dat in 1899 de benaming van „Internationaal Con gres tegen het misbruik van Alcoholi sche dranken", veranderd werd in „In ternationaal Congres tegen het Alcoha- ïisme" kan in dezer voege worden Samengevat: „Geheelonthouding van alcoholische dranken is noodzakelijk, als zijnde het leenig krachtdadig wapen in den strijd tegen het alcoholisme." Kort, maar zoo getrouw mogelijk, vol gen hier de hoofdbewijzen, waarop zich deze radicale leer beroept: lo. Alcohol, in welke hoeveelheid ook, is een vergif. 2o. Op een ruwen bast past een scherpe bijl. Door den dronkaard matigheid te prediken, zult ge hem niet genezen; al leen de geheelonthouding van bedwel mende dranken kan hem redden uit het gevaar van te hervallen. 3e. De matigen verbruiken, door hun groot getal, de grootste hoeveelheid van den verbruikten alcohol; het oeconomi- sche verlies, dat voortvloeit uit dat ver bruik, wordt dus vooral door hen ver oorzaakt. 4o. Aangenomen zelfs, dat alcohol, ma tig gebruikt in den vorm van wijn of bier,, voor u onschadelijk is, dan zoudt gij toch uit naastenliefde de geheelont houding moeten beoefenen, omdat het volstrekt geen indruk maakt op den dron kaard, als ge hem zegt: „Drink minder dan ik." Slechts dan kunt gij zijn ver derfelijke neiging overwinnen; wanneer hem kunt zeggen: „Ik drink in 't ge heel niet, en toch bevindt ik mij er niet slechter bij, integendeel; doe dus zooals ik." 5o. Daarenboven, de algemeene on dervinding heeft bewezen, dat de matig, heid een halve maatregel is, die niets uit werkt; alleen de geheelonthouding heeft Vat op de groote menigte; zij alleen kan ions van het alcoholisme verlossen. Zoo zijn, om twee welbekende voor beelden aan te halen, ook Father Mat thew in Ierland en Manning te Lon den begonnen de -matigheid te prediken, Imaar beiden kwamen op het eind tot het teatotalisme, en kardinaal Manning ver klaarde op 64-jarigen leeftijd, dat hij het fee.tr,iyej; eerder &aö zijne lieden het voorbeeld van geheelonthou ding te hebben gegeven. Uit deze verschillende beschouwingen trekt dr. Bunge het besluit en hij is niet de eenige, die zoo spreekt dat de ergste verleiders de matigen zijn „Die Gemassigten sind die Verfiihrer." Dames en Heeren, de H. Thomas heeft ergens in zijn summa Theologica als het ware een voorgevoel gehad van den harts tochtelijken strijd der hedendaagsche drankbestrijders. Uitdrukkelijk stelt hij zich de vraag, of het gebruik van wijn geheel en al ongeoorloofd is: Utram usus vini totaliter sit illicitus2a 2ae. q. 149 art. 3. En hij antwoordt: In beginsel, jleen het gebruik van wijn is niet ongeoor loofd. Maar het kan gebeuren, dat iemand in bijkomende omstandigheden zich het ge bruik van wijn moet ontzeggen." En hij somt eenige dezer omstandig, heden opzoo, wanneer iemand in bij. zonder gevaar is, zich door dei) drank nadeel toe te brengenwanneer men als men drinkt, de maat overschrijdt; wan neer men door te drinken een ander er gernis geefteindelijk, wanneer men zich vrijwillig door eene gelofte heeft ver bonden, zich van bedwelmende dranken te onthouden., Zoo ziet ge, dat de H,. Thomas in sommige gevallen acoord gaat met de voorstanders der geheelonthouding; ook hij geeft toe, dat sommige drinkers ge houden zijn uit voorzichtigheid de be dwelmende dranken geheel en al voor- wel te zeggen; hij geeft toe, dat men uit naastenliefde, om de zwakken niet in verleiding te brengen, verplicht kan zijn zich ervan te onthouden. Maar hij gaat niet zoover, dat hij in het algemeen het gebruik van wijn ver biedt aan iedereen. Zeker, men kan mij opwerpen, dat de H. .Thomas slechts alleenstaande geval len van dronkenschap heeft gekend, ter wijl sedert de 19de eeuw het alcoholis me ^en maatschappelijke geesel is ge worden. Dit erken ik gaarne. Indien ik mij zelf dan ook overtuigen kon, dat het algemee ne voorschrift van geheelonthouding een zeker en onmiddellijk uitvoerbaar mid, del was om het alcoholisme uit te roeiien dan zou ik mij met geestdrift er voor ver klaren. Maar ik Weet van elders, dat in het ondërmaansche het hoogste goed dik wijls slechts een minder kwaad is. In gemoedë, houdt gij het voor moge lijk, de groote menigte van onze ar beiders in kolenmijnen, ijzerfabrieken en leigroeven, van onze glasblazers, met selaars, landbouwers en anderen er toe te brengen, niets meer te drinjcen dan water, melk of thee? En als dit ideaal voor gezondheid en zeden, dat ge hun toewenscht, bij hen niet onmiddellijk bereikbaar is, zoudt gij dan riiet meenen de belangen van' hunne ziel eer te bevorderen dan te be. nadeelen, wanneer gij hun gezond, sma kelijk, weinig alcohol houdend bier be. zorgt, dat ge hen terughoudt van den jenever, terughoudt van dien afschuwe lijken brandewijn, die meermalen nog vervalscht wordt, en dien men in 't Fransch „eau die vie" noemt, ofschoon hij eigenlijk „eau de mort" moest hee- ten? Ik zou geneigd zijn het te denken, op gevaar af hen te stooten, wien deze mee. ning een betreurenswaardig toegeven aan den vijand zal lijken. Evenzeer als wie dan ook, betreur ik het nadeel naar ziel en lichaam, dat het groote en dikwijls onmatige biergebruik onzen werklieden berokkenten hooit genoeg zijn te prijzen die door woord en voorbeeld hen aansporen tot matig heid. Doch de verplichting tot matigheid brengt naar onze meening niet als on afwijsbare gevolgtrekking mede de ge heelonthouding. Een bede uit China. Een Nederlaindsche Missionaris, ld el HoogEerw. Pater EV. TER LAAK, Apos tolisch Prefekt der Missie van Zuid-Kan sou, verzoekt ons opname van ondier- staand schrijven, waarin hij hulp vraagt voor zijne nieuwe uitgestrekte Missie. Gaarne voldoen wij aan dit verzoek, en wij Zijn bereid, giften voor dit goede doel in pntv|angst te nemen' en in ps1 blad te vermelden. Wij twijfelen niet, of Pater ter Laak zal niet tevergeefs een beroep doen op de milddadigheid van Nederlands Katholie ken, idie reeds zoo menige Missie met hunne giften gesteund en vruchtbaar ger sie kunnen worden toegezonden aan de sie kunnen worden toegezonden bij de Redactie van „de Leidsche Courant". Nederlandsche Missionarissen in China. Door den nood gedwongen Jkom Ik met mijne missionarissen een beroep doen op de weldadigheid onzer landge- nooten, en opdat dit beroep niet ver- geefsch moge zijn, ga ik in Weinige woor den onzen testand blootleggen1. De provincie Kansou is een der verst afgelegen provinciën van Chin;a. Als! Missieland is deze provincie in 1878 toe?- vertrouwd pan onze Congregatie van Scheutveld bij Brussel. Mgr. Hamer was de eerste Apost.-Vicaris. In 1905 werd van het groote vicariaat het zuidelijk gedeelte afgescheiden, waar een Apos tolische Prefektuur werd opgericht. Met Mtli)oliie1k geloof .Y£rspi£&t gich hief maar langzaam onder de doorgaans onverschillige en den vreemde vijandi ge bevolking. Ook was het niet het} groot getal geloovigen, dat de verdee ling der missie wenschelijk maakte, maar veeleer de groote uitgestrektheid van het vicariaat en de verre afstand der Zuidelijke Christenheden. Bij de op richting der Prefektuur bedroeg het aantal katholieken 928, thans is het tot 1200 gestegen; dat der catechumenen bedraagt 600. D t kan ik voorzeker geen schitterenden vooruitgang noemen, maar behalve de onverschilligheid der bevol king, zijn onze bekrompen middelen een beletsel voor grooten vooruitgang. De tegenwoordige omstandigheden ge ven echter betere hoop. China verkeert in een tijdperk van overgang. Lang heeft het aan den drang van buiten weerstaan. Thans komt er verandering. In de Oostelijke en Zuidelijke provinciën is de hervorming in werking. Ja, ook in on ze afgelegen provincie Kan-sou begint de Westersche beschaving door te dringen. In de hoofdstad Lanschow zijn verschil lende Europeanen in dienst van den gou verneur, voor ontginning van mijne, op richting van fabrieken en het leggem eener brug over de groote rivier, de Ge- lele stroom genaamd. In alle steden en zelfs in de groote dorpen zijn nieuwerwetsche scholen ge opend de postdienst, Europeesch inge richt verbindt de voornaamste plaatsen. In een woord, de aangeboren afkeer van al wat van den vreemde komt ver dwijnt langzamerhand. Ik durf niet zeg gen, dat deze afkeer in sympathie is veranderdik geloof, dat er inog veel water door den Gele Stroom zal loopen, alvorens de eeuwenoude vreemdelingen haat bij de Chineezen zal uitgeroeid zijn. Maar zonder twijfel heeft de toe nadering tot het Europeesche in de laat ste jaren een reuzenstap gedaan. Wij moeten van deze gelegenheid ge bruik maken. Onze H. Godsdienst wordt door de heidenen beschouwd als een Europeesche. Wij mogen op alle tonen zeggen en uitleggen, dat de H. Kerk katholiek is, geen onderscheid maakt tus. schen landen of werelddeelen, men' be schouwt onze christenen als volgelin gen der Europeanen en men noemt doorgaans onzen godsdienst den' Euro- peeschen godsdienst, onze kerken Euro peesche kerken. Het spreekt dus vanzelf, dat de ont waking van China, de neiging, die het volk begint te gevoelen voor de Europee sche beschaving, een der hinderpalen uit den weg ruimt voor de bekeering. Hoe- velen die van de waarheid overtuigd wa ren, hebben deze niet durven volgen, uit vrees als volgelingen der Europeanen uitgescholden te worden Met den nieu wen toestand van zaken komt daar ver andering in. 't Is dus de gunstige tijd, om onzen werkkring meer en meer uit te breiden van nu af zouden we de voornaamste punten moeten kunnen bezetten, om zoo bijtijds over heel het missiegebied pn- ze positie te verbeteren en onzen in vloed uit te öefenen. Van den beginne af hebben we in dien zin gewerkt. Toen in 1905 Zuid-Kan-sou als zelfstandige missie werd opgericht, waren er, behalve eenige kleine chris tenheden, 6 posten, bediend door 6 Euro peesche missionarissen, geholpen door 2 inlandsche priesters. Sinds zijn er 5 nieuwe stichtingen in heel heidensche streken begonnen en het getal missionarissen is, dank aan den bloei onzer Congregatie, geklommen tot 18. Van dien kant dus mag ik niet kla gen over gebrek aan middelen tot (uitbrei ding, doch van een anderen kant ziet het er treurig uit Ik heb namelijk de noo, dige geldmiddelen niet, om al deze wer ken naar behooren te onderhouden, zon der nog te spreken van uitbreiding. Bij gebrek aan'dat ongelukkige geld zijn on ze nieuwe stichtingen dan ootc maar zeer onvoldoendemeestal immers zijn de missionarissen gevestigd in kleine, Ar moedige huizen» die dan nog slechts ge huurd zijn. Een Engelschman, inspecteur der pos terijen, die in dergelijke nieuwe stichting een onzer missionarissen een bezoek had gebracht, vertelde elders, dat die missio naris twee stallen in huur hadeen voor zich zelf en een voor zijn rijdier. Ware aan deze voorloopige vestiging enkel dit nadeel verbonden, dat de missionarissen slecht gehuisvest zijn, zij zouden dit of fer gaarne aan O. L. H. opdragen voor het heil der zielen, maar het spreekt van zelf, dat zulke onzekere stichting wei nig vertrouwen inboezemt aaji de hei densche bevolking. Konden tenminste önlze christenetn iet of wat helpen in het onderhoud vah hunnen priester, maar helaas, juist het tegendeel heeft plaats. De christenen zijn arme menschen. Gelukkig zij, die de twee einden van het jaar kuninen aaneen knoopen. Velen^ in plaats van voor het onderhoud van den missionaris bij te dragen, vragen dezen om steun in hun ellende. Het onderhoud van een missionaris lm glewoon ministerie beloopt 500 gulden 's jaarS. Hiermee valt echter geen ker mis te houden, want behalve voedsel en kleeren zijn hierin begrepen! alle on kosten voor personeel, rijdier, reizen, een kleine school, katechumenaat, on derhoud van kerk en huis, aalmoezen aan arme christenen of catechumenen eni. Was voor iedereen deze som verzekerd, dat ware reeds eene groote gerustheid. 'Maar helaas. de Jaarlijksche toelage. door het Genootschap ter Voortplanting des Geloofs aan de Prefektuur toege kend, orrder de missionarissen verdeeld, geeft aan ieder maar 300 gld. Dank aan eenige bijzondere aalmoe zen heb ik tot hiertoe de volstrekjt noodi- ge onkosten kunnen dekken, zij het dan ook met passen en meten, door hier wat te bezuinigen, ginder aangevraagde werken uit te stellen, elders twee pf meer missionarissen bijeen te plaatsen, maar helaas, de nieuwe stichtingen heb ik aldus in hun armzaligen toestand moe ten laten voortsukkelen, hoezeer het mij ook pijnige. Deze netelige toestand, het gevaar van zelfs de bestaande werken niet meer 7e kunnen onderhouden en de dringende noodzakelijkheid, onze werken uit te brei den, hebben mij ertoe doen b'esluiteq, de bedelende hand naar ons dierbaar en weldadig vaderland uit te steken. Een werk, dat ik bijzonder aan uwe milddadigheid aanbeveel, is de uitbrei ding van het Collegie. Gij moet u niet voorstellen, dat we hier een kostschool hebben in den aard van Roermonds Bis schoppelijk College. Met dien schoonen naam betitelen wij eene kostschool van 26 jongens, uit de verschillende christen heden der Prefektuur bijeengebracht, die niet alleen gratis onderwijs, maar zelfs kost en kleeren ontvangen;. Van kostgeld is geen sprakeWe mo gen al blij zijn, dat de arme ouders de kinderen wel willen afstaan, in plaats van hen reeds een weinig geld te doen; verdienen. Het doel dezer inrichting is, meesters, predikers en verder hulppersoneel tel vormen. Het is tevens de eerste grond slag voor een toekomstige Seminarie. Zonder goed hulppersoneel is de mis sionaris, vooral in nieuwe posten, als 't ware een mensch zonder armen. De nieuwsgierigheid brengt vooral in het begin veel toehoorders aan. Ongelukkiglijk beamen 'dezen uiterlijk terstond alles, wat de missionaris zegt, zoo wil de Chineesche beleefdheid velen echter gaan even ongeloovig weg als ze gekomen zijn. Met eenvoudige in landers daarentegen zullen zij veel recht zinniger spreken, hun opwerpingen ma ken, en indien de godsdienst hun be lang inboezemt, tot in de kleinste bij zonderheden treden. Ook voor degenen, die reeds half ove-r tuigd zijn en genegenheid gevoelen; om zich te bekeeren, komen de inlandsche predikers bijzonder van pas. Dikwijls immers gebeurt het, dat familieleden^ vrienden of geburen hunne bekeering te genhouden. Het bezoek van den vreem den missionaris kan in dergelijke om standigheden den toestand verergeren!, terwijl het bezoek van een catechist min der opspraak verwekt, behalve nog, dat de menschen, hoe inschikkelijk de missio naris ook is, minder in verlegenheid gebracht worden door het bezoek van een mensch van hunnen stand. Kortom de geloofspredikers zijn onmisbaar om het geloof in heidensche streken binnen te brengen, om door gedurig bezoek aan huis de nieuwbekeerden in het geloof te versterken en te onderwijzen en zoo het werk van den missionaris voor te be reiden. Het pijnlijkste van den huidigen toe stand onzer nieuwe missie is dan pok dat wij onder ons klein getal christe nen het noodige hulppersoneel ndet kun-" nen vinden. Hierin moet langzamerhand het collegie voorzien. Ook al kunnen niet alle oud-studenten rechtstreeks in dienst genomen worden, zij zullen toch bij hunne weerkomst in geboorteplaats en familie veel goed kunnen stichten'. Het collegie is dus de hoop onzer missie en zijne uitbreiding is noodzake lijk. Thans is het gevestigd in een ge woon Chineesch huis, waaraan slechts de hoogst noodige veranderingen zijn aan gebracht: een en dezelfde zaal dient voor klas, studie-, slaap- en eetzaalmet 26 studenten is het opgepropt vol. Eenparig drukken de missionarissen hunnen spijt uit, dat verdere aanvragen moeten worden geweigerd. Een nieuwi collegie bouwen, is de vurige wensch van allen, maar hoe noodig het ook zij, uit het voorgaande blijkt klaar, dat mijn kas dit niet kan bekostigen. Ik hoop het netelige van onzen toe stand genoegzaam te hebben doen ken nen om de liefdadigheid onzer landge- nooten op te wekken. Ik zeg: onze land- genooten, want wjj zijn met 5 Nederlan ders onder de 18 missionarissen, de ove rige 13 zijn 10 Belgen en 3 Chineezen. In naam van onzen roemrijken marte laar Mgr. Hamer, den eersten bisschop en stichter dezer missie, vraag ik dus dringend eii beleefd, onze arme missie door milde aalmoezen te steunen. Voorzeker zal Mgr. Hamer bij O. L. H. er u de honderdvoudige belooning voor bekomen. Wij ook zullen met onze chris tenen Gods rijksten zegen over onze weldoeners afsmeeken. De Nederlandsche missionarissen der Prefektuur zijn: L. Weijs uit Horst, Jos. Dols uit Sittard, Jan de Jong uit Made, WiUeb. Nefkens uit Schijn del en EVERARD TER LAAK uit Did,ajn. j Ap. Prefekt. [Tsinchow, December 1909. 1 China, Prov. Kan Sou. I I De 8O-Jarige J. K. De Vos te Oldeboorn is, terwijl hij uit het veld komende een in beweging zijndenwater- J___1 molen moest voorbijgaan, door een der wieken zoodanig getroffen, dat hij bijna onmiddelijk dood was. (L.C.) ]Bij dein landbouwer P. v. L.y op Westelaar, onder Wouw (N. Br.) was de 18-jarige dienstbode A. M. bezig een ka mer schoon te maken, waarbij een kast moest verzet worden, welk werk werd verricht door den landbouwer ien een; knecht. Bij het verplaatsen brak een poot van de kast, zoodat deze voorover hel* de, tengevolge waarvan een geladen ge weer van de kast viel en afging, waarbij de dienstbode de volle lading in het on* derlijf kreeg. Zij was onmiddellijk dood* Te Poi 11 y-sur-Tho 1 on (Yonnej kunnen de leerlingen van de gemeente* scholen het niet best vinden met hunfne onderwijzers en onderwijzeressen en jij blijven nu eenvoudig uit de school weg. Pie staking schijnt nogal indruk ge* maakt te hebben op den inspecteur, want hij heeft den jeugdigen stakers beloofd! de hun onwelgevallige leerkrachten over te zullen plaatsen. Maar de kleinen blij* ven halsstarrig weigeren weder ter school te komen, zoolang de nieuwe on* derwijzers en onderwijzeressen niet in( functie zijn getreden. Een m erk waardi gen boycot hebben de socialisten te Kiel, die nogl altijd gebeten zijn op de politie, wegena haar eenigszins hardhandig optreden bij de jongste ongeregeldheden, op touw ge* zet. Zij trachten ji.l. de politieagent ten uit hunne woninlgen te verdrijven. En dit is hun reeds in acht gevallen ge* lukt. Zij verklaarden n.l. aan de huis eigenaren, die een gedeelte van de hun| toebehoorende woningen ook aan agen* ten hadden verhuurd, dat zjj met zulke lieden niet onder één dak wilden wonen. En de huisheeren moet toen, goedschiks of kwaadschiks, de; agenten de huur op* zeggen. Dezuinigheid, diedewijsheidi bedriegt. Het „Utr. Dagblad" ver* haalt van een rijkaard op een der aller* voornaamste standen in Utrecht, die, toen er een ruit in een zijner kamers brak, naar een achterbuurtje ging om! een ander voor een prijsje te koop en, en deze zelf in de sponnen' zette. Den volgenden dag 'in opstoot voojc het huis. Mijnheer neemt z'n hoed en gaat zelf zien wat er is. Komt buiten, kijkt even! als de andeten doen, naar z?;n| ramen. Speciaal naar het nieuwe raam. Hij dreigt 't te besterven, want leest op dat fonkelnieuwe raam, dat hij den avond te voren zelf zette en zoo heel goedkoop was, in groote letters: „Meiksalon". Verklaring: Mijnheer had in het buur tje achteraf een ruit gekocht, bespaar de afbraak van een vroegere meiksalon. Op die ruit had het woord geschilderd gestaan in forsche kleuren. De opkooper had de veqf er af gewasschenl wat oogenschijnlijk gelukt was. Maar bij het aanslaan van de ruit kwamen de let ters op het glas terug. En zoo prijkt op Utrecht's allervoornaamsten stand woord dat men er niet gewend is te vin den. De ruit is alweer verdwenen. De schil der heeft er een andere van f 25 voor in; de plaats gezet. (Tien gulden voor het „meiksalon", en de rest voor het twee de exemplaar. I Mijnheer betaalt nu de ruit met f 35. Dat is van zuinigheid, die de wijs heid bedriegt. Voor het hof te Frankfort a.d. Main is gisteren de vordering van eenj Franschen sichuldeischer van den Prins van Sagan behandeld. De Franschmani had 60.000 Mark van den prins te vor deren en daarom op een goeden dag dem deurwaarder naar zijne villa te Parijs gezonden om den boel op te schrijven. De deurwaarder moest onverrichterzake terugkeeren, omdat de- prins van Sagan niets dan twee hooge hoeden bleek te bezitten. De heele verdere inboedel stond op naam van zijne vrouw, een juffrouw! Gould van haarzelve. De Fransche schuldeischer wilde nu, dat heth of te Frankfort beslag zou leg gen op het vermogen, dat de prins van Sagan in Duitschland bezit. Maar ook dit bleek niet mogelijk, aangezien het kantongerecht te Sagan, den prins ,voor zpover zijne bezittingen in Duitschland betrof, reeds failliet had verklaard. De advocaat van den Franschman kon dus niet anders doen dan de vordering na mens zijn cliënt indienen. De uitkee* ring aan de schuldeischers zal niet hoog. uitvallen. Want het kroonleen, dat denj prins na den dood van zijn vader, den hertog van Sagan, ten deel is gevallen' staat onder beheer van een gerechte lijk bewindvoerder, en alleen de inkom sten uit dat leen kunnen voor ^flossing! van schulden gebruikt worden. Niet consequent. Een liberaal confrater schrijft het „H. v. A.," stelt op zijne eerste bladzij vast dat, ongeluk kiglijk, te Antwerpen het aantal geboorten in 1909 circa 2000 minder is dan in 1901? alhqewel het cijfer der bevolking 50,000 zielen grooter is geworden. Ongelukkiglijk? Onze confrater heeft zeker vergeten zijne zesde bladzijde ttt lezen, waar men soms eene heele kolom gewijd vindt aan het.... voorkomen van sterke en talrijke gezinnen. .Wat men on de zesde bladzijde aanbeveelt kan toch niqt ongelukkig zijn op de .eerstel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5