Gemengd Nieuws.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 26 Maart.
Uit «3e Pers,
Om te onthouden.
Onder dit opschrift schrijft het „FrLesch
iDagblad"
In Rotterdam, waar in den Raad de
5,christelijke partijen" en de „vrijzinni
gen" even sterk zijn en de 3 socialisten
op de wip zitten is onlangs een wet
houdersverkiezing gehouden, waarover
[nog al nagepraat wordt.
.Het oude liberalisme toonde zich
daarbij in al zijn „hoogheid en.... klein
heid".
Doch dat laten we thans rusten.
In de "N. R. Ct." deed nu echter
het oudste liberale lid /eenige onthul
lingen, waaruit blijkt, dat de vrijzinni
gen vooraf een clubbijeenkomst hielden
van de Linkerzijde, waartoe ze óók
de sociaal-democraten noodigden.
Goed om te onthouden
Dat zijn daar in Rotterdam niet de
pfreubianen en Noltingianen, maar dat
zijn daar meest héél bedaarde, haast
[zeiden we bestorven, conservatief-ge^
!zinde liberalen van ouden stempel.
Die al hun radicale haren, gesteld
dat ze die ooit hadden, totaal kwijt
fcijn.
En d ie roepen als er een familieraad
gehouden worden moet, er de sociaal
democraten zélf bij.
Dat is óók „Linkerzijde"....
Heel fijntjes en van hun standpunt
terecht merkten de socialisten, die niet
ter vergadering kwamen op, dat zij
jnóch tot de Rechterzijde, nóch tot de
Linkerzijde behoorden, maar iets aparts
ïwaren.
Een snuifje dat niezen doet.
Voor ons om te onthouden.
Hoe de liberalen, alsof 't een vah-
zelfsheid is, de sociaal-democraten ier
bij te roepen, als de familie samenkomt
Kardinaal Mercier nn de drank
bestrijding.
Het Kruisverbond in het Groot Semtna-
iete Hoeven heeft een vertaling bezorgd
^uitgave van het Secretariaat van Sobrië-
\as te Maastricht voor het Dr. Ariëns-
tonds) van de rede, door Kardinaal Mer
ger op de algemeene vergadering van het
Bien Etre Social te Luik den 20en Decem
ber 1908 uitgesproken.
In deze magistrale rede behandelde de
kardinaal ook de brandende kwestie: wat
tnoeten wij beoefenen, geheelonthouding,
ïfschaffing of matigheid?
Aan de breede uiteenzetting dezer
kwestie is het volgende ontleend:
Algeheele onthouding of eenvoudig ma
tigheid? Algeheele afschaffing of matig
gebruik van gestookte of gegiste dran
ken, zooals alcoholrijke likeuren, wijn
bier, cider?
Ziedaar het alternatief. Welk stelsel
moeten wij volgen? Moet men zonder
meer voor een van beide partij kiezen?
De radicale leer, zooals zij b.v. door
tdr% Bunge, dr. Forel en vele anderen aan
geprezen wordt, zooals zij over het al
gemeen op de internationale congressen
verdedigd wordt zoo zelfs dat in 1899
de benaming van „Internationaal Con
gres tegen het misbruik van Alcoholi
sche dranken", veranderd werd in „In
ternationaal Congres tegen het Alcoha-
ïisme" kan in dezer voege worden
Samengevat:
„Geheelonthouding van alcoholische
dranken is noodzakelijk, als zijnde het
leenig krachtdadig wapen in den strijd
tegen het alcoholisme."
Kort, maar zoo getrouw mogelijk, vol
gen hier de hoofdbewijzen, waarop zich
deze radicale leer beroept:
lo. Alcohol, in welke hoeveelheid ook,
is een vergif.
2o. Op een ruwen bast past een scherpe
bijl. Door den dronkaard matigheid te
prediken, zult ge hem niet genezen; al
leen de geheelonthouding van bedwel
mende dranken kan hem redden uit het
gevaar van te hervallen.
3e. De matigen verbruiken, door hun
groot getal, de grootste hoeveelheid van
den verbruikten alcohol; het oeconomi-
sche verlies, dat voortvloeit uit dat ver
bruik, wordt dus vooral door hen ver
oorzaakt.
4o. Aangenomen zelfs, dat alcohol, ma
tig gebruikt in den vorm van wijn of
bier,, voor u onschadelijk is, dan zoudt
gij toch uit naastenliefde de geheelont
houding moeten beoefenen, omdat het
volstrekt geen indruk maakt op den dron
kaard, als ge hem zegt: „Drink minder
dan ik." Slechts dan kunt gij zijn ver
derfelijke neiging overwinnen; wanneer
hem kunt zeggen: „Ik drink in 't ge
heel niet, en toch bevindt ik mij er niet
slechter bij, integendeel; doe dus zooals
ik."
5o. Daarenboven, de algemeene on
dervinding heeft bewezen, dat de matig,
heid een halve maatregel is, die niets uit
werkt; alleen de geheelonthouding heeft
Vat op de groote menigte; zij alleen kan
ions van het alcoholisme verlossen.
Zoo zijn, om twee welbekende voor
beelden aan te halen, ook Father Mat
thew in Ierland en Manning te Lon
den begonnen de -matigheid te prediken,
Imaar beiden kwamen op het eind tot het
teatotalisme, en kardinaal Manning ver
klaarde op 64-jarigen leeftijd, dat hij het
fee.tr,iyej; eerder &aö zijne
lieden het voorbeeld van geheelonthou
ding te hebben gegeven.
Uit deze verschillende beschouwingen
trekt dr. Bunge het besluit en hij is
niet de eenige, die zoo spreekt dat
de ergste verleiders de matigen zijn „Die
Gemassigten sind die Verfiihrer."
Dames en Heeren, de H. Thomas heeft
ergens in zijn summa Theologica als het
ware een voorgevoel gehad van den harts
tochtelijken strijd der hedendaagsche
drankbestrijders. Uitdrukkelijk stelt hij
zich de vraag, of het gebruik van wijn
geheel en al ongeoorloofd is: Utram usus
vini totaliter sit illicitus2a 2ae. q. 149
art. 3.
En hij antwoordt: In beginsel, jleen
het gebruik van wijn is niet ongeoor
loofd.
Maar het kan gebeuren, dat iemand in
bijkomende omstandigheden zich het ge
bruik van wijn moet ontzeggen."
En hij somt eenige dezer omstandig,
heden opzoo, wanneer iemand in bij.
zonder gevaar is, zich door dei) drank
nadeel toe te brengenwanneer men als
men drinkt, de maat overschrijdt; wan
neer men door te drinken een ander er
gernis geefteindelijk, wanneer men zich
vrijwillig door eene gelofte heeft ver
bonden, zich van bedwelmende dranken
te onthouden.,
Zoo ziet ge, dat de H,. Thomas in
sommige gevallen acoord gaat met de
voorstanders der geheelonthouding; ook
hij geeft toe, dat sommige drinkers ge
houden zijn uit voorzichtigheid de be
dwelmende dranken geheel en al voor-
wel te zeggen; hij geeft toe, dat men
uit naastenliefde, om de zwakken niet in
verleiding te brengen, verplicht kan zijn
zich ervan te onthouden.
Maar hij gaat niet zoover, dat hij in
het algemeen het gebruik van wijn ver
biedt aan iedereen.
Zeker, men kan mij opwerpen, dat de
H. .Thomas slechts alleenstaande geval
len van dronkenschap heeft gekend, ter
wijl sedert de 19de eeuw het alcoholis
me ^en maatschappelijke geesel is ge
worden.
Dit erken ik gaarne. Indien ik mij zelf
dan ook overtuigen kon, dat het algemee
ne voorschrift van geheelonthouding een
zeker en onmiddellijk uitvoerbaar mid,
del was om het alcoholisme uit te roeiien
dan zou ik mij met geestdrift er voor ver
klaren.
Maar ik Weet van elders, dat in het
ondërmaansche het hoogste goed dik
wijls slechts een minder kwaad is.
In gemoedë, houdt gij het voor moge
lijk, de groote menigte van onze ar
beiders in kolenmijnen, ijzerfabrieken en
leigroeven, van onze glasblazers, met
selaars, landbouwers en anderen er toe
te brengen, niets meer te drinjcen dan
water, melk of thee?
En als dit ideaal voor gezondheid en
zeden, dat ge hun toewenscht, bij hen
niet onmiddellijk bereikbaar is, zoudt gij
dan riiet meenen de belangen van'
hunne ziel eer te bevorderen dan te be.
nadeelen, wanneer gij hun gezond, sma
kelijk, weinig alcohol houdend bier be.
zorgt, dat ge hen terughoudt van den
jenever, terughoudt van dien afschuwe
lijken brandewijn, die meermalen nog
vervalscht wordt, en dien men in 't
Fransch „eau die vie" noemt, ofschoon
hij eigenlijk „eau de mort" moest hee-
ten?
Ik zou geneigd zijn het te denken, op
gevaar af hen te stooten, wien deze mee.
ning een betreurenswaardig toegeven aan
den vijand zal lijken.
Evenzeer als wie dan ook, betreur ik
het nadeel naar ziel en lichaam, dat het
groote en dikwijls onmatige biergebruik
onzen werklieden berokkenten hooit
genoeg zijn te prijzen die door woord
en voorbeeld hen aansporen tot matig
heid.
Doch de verplichting tot matigheid
brengt naar onze meening niet als on
afwijsbare gevolgtrekking mede de ge
heelonthouding.
Een bede uit China.
Een Nederlaindsche Missionaris, ld el
HoogEerw. Pater EV. TER LAAK, Apos
tolisch Prefekt der Missie van Zuid-Kan
sou, verzoekt ons opname van ondier-
staand schrijven, waarin hij hulp vraagt
voor zijne nieuwe uitgestrekte Missie.
Gaarne voldoen wij aan dit verzoek,
en wij Zijn bereid, giften voor dit goede
doel in pntv|angst te nemen' en in ps1
blad te vermelden.
Wij twijfelen niet, of Pater ter Laak
zal niet tevergeefs een beroep doen op de
milddadigheid van Nederlands Katholie
ken, idie reeds zoo menige Missie met
hunne giften gesteund en vruchtbaar ger
sie kunnen worden toegezonden aan de
sie kunnen worden toegezonden bij de
Redactie van „de Leidsche Courant".
Nederlandsche Missionarissen
in China.
Door den nood gedwongen Jkom Ik
met mijne missionarissen een beroep
doen op de weldadigheid onzer landge-
nooten, en opdat dit beroep niet ver-
geefsch moge zijn, ga ik in Weinige woor
den onzen testand blootleggen1.
De provincie Kansou is een der verst
afgelegen provinciën van Chin;a. Als!
Missieland is deze provincie in 1878 toe?-
vertrouwd pan onze Congregatie van
Scheutveld bij Brussel. Mgr. Hamer was
de eerste Apost.-Vicaris. In 1905 werd
van het groote vicariaat het zuidelijk
gedeelte afgescheiden, waar een Apos
tolische Prefektuur werd opgericht.
Met Mtli)oliie1k geloof .Y£rspi£&t gich
hief maar langzaam onder de doorgaans
onverschillige en den vreemde vijandi
ge bevolking. Ook was het niet het}
groot getal geloovigen, dat de verdee
ling der missie wenschelijk maakte, maar
veeleer de groote uitgestrektheid van
het vicariaat en de verre afstand der
Zuidelijke Christenheden. Bij de op
richting der Prefektuur bedroeg het
aantal katholieken 928, thans is het tot
1200 gestegen; dat der catechumenen
bedraagt 600. D t kan ik voorzeker geen
schitterenden vooruitgang noemen, maar
behalve de onverschilligheid der bevol
king, zijn onze bekrompen middelen een
beletsel voor grooten vooruitgang.
De tegenwoordige omstandigheden ge
ven echter betere hoop. China verkeert
in een tijdperk van overgang. Lang heeft
het aan den drang van buiten weerstaan.
Thans komt er verandering. In de
Oostelijke en Zuidelijke provinciën is
de hervorming in werking. Ja, ook in on
ze afgelegen provincie Kan-sou begint de
Westersche beschaving door te dringen.
In de hoofdstad Lanschow zijn verschil
lende Europeanen in dienst van den gou
verneur, voor ontginning van mijne, op
richting van fabrieken en het leggem
eener brug over de groote rivier, de Ge-
lele stroom genaamd.
In alle steden en zelfs in de groote
dorpen zijn nieuwerwetsche scholen ge
opend de postdienst, Europeesch inge
richt verbindt de voornaamste plaatsen.
In een woord, de aangeboren afkeer
van al wat van den vreemde komt ver
dwijnt langzamerhand. Ik durf niet zeg
gen, dat deze afkeer in sympathie is
veranderdik geloof, dat er inog veel
water door den Gele Stroom zal loopen,
alvorens de eeuwenoude vreemdelingen
haat bij de Chineezen zal uitgeroeid
zijn. Maar zonder twijfel heeft de toe
nadering tot het Europeesche in de laat
ste jaren een reuzenstap gedaan.
Wij moeten van deze gelegenheid ge
bruik maken. Onze H. Godsdienst wordt
door de heidenen beschouwd als een
Europeesche. Wij mogen op alle tonen
zeggen en uitleggen, dat de H. Kerk
katholiek is, geen onderscheid maakt tus.
schen landen of werelddeelen, men' be
schouwt onze christenen als volgelin
gen der Europeanen en men noemt
doorgaans onzen godsdienst den' Euro-
peeschen godsdienst, onze kerken Euro
peesche kerken.
Het spreekt dus vanzelf, dat de ont
waking van China, de neiging, die het
volk begint te gevoelen voor de Europee
sche beschaving, een der hinderpalen uit
den weg ruimt voor de bekeering. Hoe-
velen die van de waarheid overtuigd wa
ren, hebben deze niet durven volgen, uit
vrees als volgelingen der Europeanen
uitgescholden te worden Met den nieu
wen toestand van zaken komt daar ver
andering in.
't Is dus de gunstige tijd, om onzen
werkkring meer en meer uit te breiden
van nu af zouden we de voornaamste
punten moeten kunnen bezetten, om zoo
bijtijds over heel het missiegebied pn-
ze positie te verbeteren en onzen in
vloed uit te öefenen.
Van den beginne af hebben we in dien
zin gewerkt. Toen in 1905 Zuid-Kan-sou
als zelfstandige missie werd opgericht,
waren er, behalve eenige kleine chris
tenheden, 6 posten, bediend door 6 Euro
peesche missionarissen, geholpen door
2 inlandsche priesters.
Sinds zijn er 5 nieuwe stichtingen in
heel heidensche streken begonnen en het
getal missionarissen is, dank aan den
bloei onzer Congregatie, geklommen tot
18. Van dien kant dus mag ik niet kla
gen over gebrek aan middelen tot (uitbrei
ding, doch van een anderen kant ziet het
er treurig uit Ik heb namelijk de noo,
dige geldmiddelen niet, om al deze wer
ken naar behooren te onderhouden, zon
der nog te spreken van uitbreiding. Bij
gebrek aan'dat ongelukkige geld zijn on
ze nieuwe stichtingen dan ootc maar zeer
onvoldoendemeestal immers zijn de
missionarissen gevestigd in kleine, Ar
moedige huizen» die dan nog slechts ge
huurd zijn.
Een Engelschman, inspecteur der pos
terijen, die in dergelijke nieuwe stichting
een onzer missionarissen een bezoek had
gebracht, vertelde elders, dat die missio
naris twee stallen in huur hadeen voor
zich zelf en een voor zijn rijdier. Ware
aan deze voorloopige vestiging enkel dit
nadeel verbonden, dat de missionarissen
slecht gehuisvest zijn, zij zouden dit of
fer gaarne aan O. L. H. opdragen voor
het heil der zielen, maar het spreekt van
zelf, dat zulke onzekere stichting wei
nig vertrouwen inboezemt aaji de hei
densche bevolking.
Konden tenminste önlze christenetn iet
of wat helpen in het onderhoud vah
hunnen priester, maar helaas, juist het
tegendeel heeft plaats. De christenen
zijn arme menschen. Gelukkig zij, die
de twee einden van het jaar kuninen
aaneen knoopen. Velen^ in plaats van
voor het onderhoud van den missionaris
bij te dragen, vragen dezen om steun
in hun ellende.
Het onderhoud van een missionaris lm
glewoon ministerie beloopt 500 gulden
's jaarS. Hiermee valt echter geen ker
mis te houden, want behalve voedsel
en kleeren zijn hierin begrepen! alle on
kosten voor personeel, rijdier, reizen,
een kleine school, katechumenaat, on
derhoud van kerk en huis, aalmoezen aan
arme christenen of catechumenen eni.
Was voor iedereen deze som verzekerd,
dat ware reeds eene groote gerustheid.
'Maar helaas. de Jaarlijksche toelage.
door het Genootschap ter Voortplanting
des Geloofs aan de Prefektuur toege
kend, orrder de missionarissen verdeeld,
geeft aan ieder maar 300 gld.
Dank aan eenige bijzondere aalmoe
zen heb ik tot hiertoe de volstrekjt noodi-
ge onkosten kunnen dekken, zij het dan
ook met passen en meten, door hier
wat te bezuinigen, ginder aangevraagde
werken uit te stellen, elders twee pf
meer missionarissen bijeen te plaatsen,
maar helaas, de nieuwe stichtingen heb
ik aldus in hun armzaligen toestand moe
ten laten voortsukkelen, hoezeer het mij
ook pijnige.
Deze netelige toestand, het gevaar van
zelfs de bestaande werken niet meer 7e
kunnen onderhouden en de dringende
noodzakelijkheid, onze werken uit te brei
den, hebben mij ertoe doen b'esluiteq,
de bedelende hand naar ons dierbaar
en weldadig vaderland uit te steken.
Een werk, dat ik bijzonder aan uwe
milddadigheid aanbeveel, is de uitbrei
ding van het Collegie. Gij moet u niet
voorstellen, dat we hier een kostschool
hebben in den aard van Roermonds Bis
schoppelijk College. Met dien schoonen
naam betitelen wij eene kostschool van
26 jongens, uit de verschillende christen
heden der Prefektuur bijeengebracht, die
niet alleen gratis onderwijs, maar zelfs
kost en kleeren ontvangen;.
Van kostgeld is geen sprakeWe mo
gen al blij zijn, dat de arme ouders
de kinderen wel willen afstaan, in plaats
van hen reeds een weinig geld te doen;
verdienen.
Het doel dezer inrichting is, meesters,
predikers en verder hulppersoneel tel
vormen. Het is tevens de eerste grond
slag voor een toekomstige Seminarie.
Zonder goed hulppersoneel is de mis
sionaris, vooral in nieuwe posten, als 't
ware een mensch zonder armen.
De nieuwsgierigheid brengt vooral in
het begin veel toehoorders aan.
Ongelukkiglijk beamen 'dezen uiterlijk
terstond alles, wat de missionaris zegt,
zoo wil de Chineesche beleefdheid velen
echter gaan even ongeloovig weg als
ze gekomen zijn. Met eenvoudige in
landers daarentegen zullen zij veel recht
zinniger spreken, hun opwerpingen ma
ken, en indien de godsdienst hun be
lang inboezemt, tot in de kleinste bij
zonderheden treden.
Ook voor degenen, die reeds half ove-r
tuigd zijn en genegenheid gevoelen; om
zich te bekeeren, komen de inlandsche
predikers bijzonder van pas. Dikwijls
immers gebeurt het, dat familieleden^
vrienden of geburen hunne bekeering te
genhouden. Het bezoek van den vreem
den missionaris kan in dergelijke om
standigheden den toestand verergeren!,
terwijl het bezoek van een catechist min
der opspraak verwekt, behalve nog, dat
de menschen, hoe inschikkelijk de missio
naris ook is, minder in verlegenheid
gebracht worden door het bezoek van
een mensch van hunnen stand. Kortom de
geloofspredikers zijn onmisbaar om het
geloof in heidensche streken binnen te
brengen, om door gedurig bezoek aan
huis de nieuwbekeerden in het geloof
te versterken en te onderwijzen en zoo
het werk van den missionaris voor te be
reiden.
Het pijnlijkste van den huidigen toe
stand onzer nieuwe missie is dan pok
dat wij onder ons klein getal christe
nen het noodige hulppersoneel ndet kun-"
nen vinden. Hierin moet langzamerhand
het collegie voorzien. Ook al kunnen
niet alle oud-studenten rechtstreeks in
dienst genomen worden, zij zullen toch
bij hunne weerkomst in geboorteplaats
en familie veel goed kunnen stichten'.
Het collegie is dus de hoop onzer
missie en zijne uitbreiding is noodzake
lijk. Thans is het gevestigd in een ge
woon Chineesch huis, waaraan slechts de
hoogst noodige veranderingen zijn aan
gebracht: een en dezelfde zaal dient voor
klas, studie-, slaap- en eetzaalmet 26
studenten is het opgepropt vol.
Eenparig drukken de missionarissen
hunnen spijt uit, dat verdere aanvragen
moeten worden geweigerd. Een nieuwi
collegie bouwen, is de vurige wensch
van allen, maar hoe noodig het ook zij,
uit het voorgaande blijkt klaar, dat mijn
kas dit niet kan bekostigen.
Ik hoop het netelige van onzen toe
stand genoegzaam te hebben doen ken
nen om de liefdadigheid onzer landge-
nooten op te wekken. Ik zeg: onze land-
genooten, want wjj zijn met 5 Nederlan
ders onder de 18 missionarissen, de ove
rige 13 zijn 10 Belgen en 3 Chineezen.
In naam van onzen roemrijken marte
laar Mgr. Hamer, den eersten bisschop
en stichter dezer missie, vraag ik dus
dringend eii beleefd, onze arme missie
door milde aalmoezen te steunen.
Voorzeker zal Mgr. Hamer bij O. L. H.
er u de honderdvoudige belooning voor
bekomen. Wij ook zullen met onze chris
tenen Gods rijksten zegen over onze
weldoeners afsmeeken.
De Nederlandsche missionarissen der
Prefektuur zijn: L. Weijs uit Horst, Jos.
Dols uit Sittard, Jan de Jong uit Made,
WiUeb. Nefkens uit Schijn del en
EVERARD TER LAAK uit Did,ajn.
j Ap. Prefekt.
[Tsinchow, December 1909. 1
China, Prov. Kan Sou. I I
De 8O-Jarige J. K. De Vos te
Oldeboorn is, terwijl hij uit het veld
komende een in beweging zijndenwater-
J___1
molen moest voorbijgaan, door een der
wieken zoodanig getroffen, dat hij bijna
onmiddelijk dood was. (L.C.)
]Bij dein landbouwer P. v. L.y op
Westelaar, onder Wouw (N. Br.) was de
18-jarige dienstbode A. M. bezig een ka
mer schoon te maken, waarbij een kast
moest verzet worden, welk werk werd
verricht door den landbouwer ien een;
knecht. Bij het verplaatsen brak een poot
van de kast, zoodat deze voorover hel*
de, tengevolge waarvan een geladen ge
weer van de kast viel en afging, waarbij
de dienstbode de volle lading in het on*
derlijf kreeg. Zij was onmiddellijk dood*
Te Poi 11 y-sur-Tho 1 on (Yonnej
kunnen de leerlingen van de gemeente*
scholen het niet best vinden met hunfne
onderwijzers en onderwijzeressen en jij
blijven nu eenvoudig uit de school weg.
Pie staking schijnt nogal indruk ge*
maakt te hebben op den inspecteur, want
hij heeft den jeugdigen stakers beloofd!
de hun onwelgevallige leerkrachten over
te zullen plaatsen. Maar de kleinen blij*
ven halsstarrig weigeren weder ter
school te komen, zoolang de nieuwe on*
derwijzers en onderwijzeressen niet in(
functie zijn getreden.
Een m erk waardi gen boycot
hebben de socialisten te Kiel, die nogl
altijd gebeten zijn op de politie, wegena
haar eenigszins hardhandig optreden bij
de jongste ongeregeldheden, op touw ge*
zet. Zij trachten ji.l. de politieagent
ten uit hunne woninlgen te verdrijven.
En dit is hun reeds in acht gevallen ge*
lukt. Zij verklaarden n.l. aan de huis
eigenaren, die een gedeelte van de hun|
toebehoorende woningen ook aan agen*
ten hadden verhuurd, dat zjj met zulke
lieden niet onder één dak wilden wonen.
En de huisheeren moet toen, goedschiks
of kwaadschiks, de; agenten de huur op*
zeggen.
Dezuinigheid, diedewijsheidi
bedriegt. Het „Utr. Dagblad" ver*
haalt van een rijkaard op een der aller*
voornaamste standen in Utrecht, die,
toen er een ruit in een zijner kamers
brak, naar een achterbuurtje ging om!
een ander voor een prijsje te koop en,
en deze zelf in de sponnen' zette.
Den volgenden dag 'in opstoot voojc
het huis.
Mijnheer neemt z'n hoed en gaat zelf
zien wat er is. Komt buiten, kijkt even!
als de andeten doen, naar z?;n| ramen.
Speciaal naar het nieuwe raam.
Hij dreigt 't te besterven, want leest
op dat fonkelnieuwe raam, dat hij den
avond te voren zelf zette en zoo heel
goedkoop was, in groote letters:
„Meiksalon".
Verklaring: Mijnheer had in het buur
tje achteraf een ruit gekocht, bespaar
de afbraak van een vroegere meiksalon.
Op die ruit had het woord geschilderd
gestaan in forsche kleuren. De opkooper
had de veqf er af gewasschenl
wat oogenschijnlijk gelukt was. Maar bij
het aanslaan van de ruit kwamen de let
ters op het glas terug. En zoo prijkt
op Utrecht's allervoornaamsten stand
woord dat men er niet gewend is te vin
den.
De ruit is alweer verdwenen. De schil
der heeft er een andere van f 25 voor in;
de plaats gezet. (Tien gulden voor het
„meiksalon", en de rest voor het twee
de exemplaar. I
Mijnheer betaalt nu de ruit met f 35.
Dat is van zuinigheid, die de wijs
heid bedriegt.
Voor het hof te Frankfort a.d.
Main is gisteren de vordering van eenj
Franschen sichuldeischer van den Prins
van Sagan behandeld. De Franschmani
had 60.000 Mark van den prins te vor
deren en daarom op een goeden dag dem
deurwaarder naar zijne villa te Parijs
gezonden om den boel op te schrijven.
De deurwaarder moest onverrichterzake
terugkeeren, omdat de- prins van Sagan
niets dan twee hooge hoeden bleek te
bezitten. De heele verdere inboedel stond
op naam van zijne vrouw, een juffrouw!
Gould van haarzelve.
De Fransche schuldeischer wilde nu,
dat heth of te Frankfort beslag zou leg
gen op het vermogen, dat de prins van
Sagan in Duitschland bezit. Maar ook
dit bleek niet mogelijk, aangezien het
kantongerecht te Sagan, den prins ,voor
zpover zijne bezittingen in Duitschland
betrof, reeds failliet had verklaard. De
advocaat van den Franschman kon dus
niet anders doen dan de vordering na
mens zijn cliënt indienen. De uitkee*
ring aan de schuldeischers zal niet hoog.
uitvallen. Want het kroonleen, dat denj
prins na den dood van zijn vader, den
hertog van Sagan, ten deel is gevallen'
staat onder beheer van een gerechte
lijk bewindvoerder, en alleen de inkom
sten uit dat leen kunnen voor ^flossing!
van schulden gebruikt worden.
Niet consequent. Een liberaal
confrater schrijft het „H. v. A.," stelt
op zijne eerste bladzij vast dat, ongeluk
kiglijk, te Antwerpen het aantal geboorten
in 1909 circa 2000 minder is dan in 1901?
alhqewel het cijfer der bevolking 50,000
zielen grooter is geworden.
Ongelukkiglijk? Onze confrater heeft
zeker vergeten zijne zesde bladzijde ttt
lezen, waar men soms eene heele kolom
gewijd vindt aan het.... voorkomen van
sterke en talrijke gezinnen. .Wat men on
de zesde bladzijde aanbeveelt kan toch
niqt ongelukkig zijn op de .eerstel