Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 26 Maart. In 't zuur gezet. •„'De Telegraaf" heeft het voor recht een medewerker te bezitten, die Zijn Argus-oogen Iaat gaan over alles jen nog wat; die speurt en zint en "eust len snuffelt, en die dan de resultaten van zijn detective-journalistiek met een p i - j Jca n t sausje weet te overgieten. Die man moet wel van uitjes, pic- i$alili en ook van augurken houden ,Dat is dan, ook gebleken1. iZiet hier. II' Onze actieve correspondent te Ter Aar 'Zond ons dezer dagen het verslag eener i jaarvergadering van den aldaar geves- itigden bond van augurkenkweekers. Een (accuraat verslag, waarbij hij den bond betitelde, zooals die in den volksmond genoemd wordt en bekend is pis ,„De Augurkenbond". Dat leest de pikante man van' „De ([Telegraaf". Een augurkenbond Sapperloot, maar dat is een' bond van (BUgurken, redeneert deze persman, en die arme augurken geven hem warem pel stof voor het volgend stukje blad- 'vjulling: i i j 23 Maart. In „De Leidsche Courant" van gisteravond staat het volgende merkwaardige bericht: TER AAR. „De augurkenbond „Bid en Wierk" hield zijn jaarvergadering in het Bondscafé. De voorzitter open de de vergadering en heette de leden hartelijk welkom. Over het verdere verloop Van de Vergadering zwijgt het anti- revo- lutionnaire orgaan", doch dit iwas als volgt: Na lezing der notulen verkreeg de heer Komkommer het woord over het actueele onderwerp„Moeten wij, augurken, ons langer met aluin laten inleggen?" Op de interessante rede van den geëerden spreker, volgde een igeanimeerde discussie, waaruit over tuigend bleek, dat er een krachtige strooming in de vereeniging is, die zich niet langer aanhangsel bij gema- rioneerde haring wenscht te zien ge bruikt. Dit acht men te zijn vernede rend voor een goede, anti-revolution- maire augurk. De jongelingsvereeni- ging „De Groene Komkommer" ver zocht aansluiting bij den augurkenbond doch dit verzoek werd gewezen van 'de hand, uit overweging, dat er reeds genoeg groene komkommers in de par tij zijn. Ten slotte werd onder geestdriftig gejuich het volgend telegram aan Dr. Kuyper 'gezonden „De augurkenbond „Bid en Werk" te Ter Aar, in vergadering bijeen, we tende, dat in deze dagen van beproe- vinge de katterigheid groot moet zijn, geeft u de verzekering van zijn trou we aanhankelijkheid en is te uwer op kikkering gaarne tot persoonlijke of- férs bereid". Namens het Bestuur: (get.) MOSTERDZUUR. Is dit alles niet augurkachtig verma- kel^jk Ons anti-revolutionair or gaan"; een „goede anti-revolutionaire augurk" een anti-rev. jongelingsveree- niging „De groene Komkommer" en ten slotte nog een sneer, een misselijke ha telijkheid van 'dit zoogenaamde „neu tra 1 e" blad aan Dr. Kuyper dat zijn de termen, waarin die goede Amsterdam mer zijn vernuft laat spelen tegen „De Leidsche Courant", not^jbene een Katholiek Dagblad. Deze Dagboekhouder heeft dan pók een augurk geslagen, waarbij een kom kommer niets is. En dan zijn we nog zoo veT Vah den komkommertijd af! i FEUILLETON. De slang met de edelgesteenten. Op den namiddag van den 3d en April 1886 zat ik, George Conway* administra teur van de „Morning Star*' een van de stoom booten van de Gold Star Line* op de veranda van een gTOot hotel te Co lombo. Wij waren op de terugreis en die „Morning Star*' lag ongeveer een haL ye mijl van het strand voor anker. ;s Avonds om zes uur zou de reis verder yoortgezet worden. De thermometer op de veranda stond lop 90 gr. Celsius; onder den Indruk van Idde hitte strekte ik me behagelijk uit op teen rieten stoel. Dicht bij mij stond ook leen Europeaan, een knappe, dooikere man Van middelbaren leeftijd, geheel in het ,!yvit gekleed. Ik hield hem voor een amb tenaar, maar hij was zoo buitengewoon Zenuwachtig en onrustig, dat ik mijn blik hi et van hem kon afwenden; tdke^ 'ging hij op een anderen stoel zitten, dan weer, ^jstak hij zijn sigaar aan om haar opnieuw ^Juit tje laten gaan kwam één van de bedienden toevallig uit de eetzaal, dan (keek hij verschrikt op. Een paar maal hij aw eij, alsof fcjj eg hg BUITENLAND. Ouitschland Het Duitsche leger. De oud-kolonel Gadke, de bekende militaire medewerker van 't „Berliner Tageblatt", geeft een vergelijkende be schouwing van de Duitsche en de Fran- sche strijdkrachten, die even plezierig voor Duitschland als onaangenaam voor Frankrijk klinkt. Het is achteruitgang van het aantfal geboorten in Frankrijk, «die ook weer het Fransche volk parten speelt Terwijl in Duitschland elk jaar een groot aantal dienstplichtige jongelieden als overcompleet of wegens geringe ge breken worden vrijgesteld, moeten de Fransche legerautoriteiten zooveel moge lijk door de vingers zien, wat gezondheid en geschiktheid voor den dienst betreft. De zwakke en ongeschikte jongelingen worden dan gebruikt voor allerlei hulp diensten, bijv. als kok, schrijver, am bachtsman enz., om de krachtige en ge zonde miliciens beschikbaar te kunnen hebben voor den eigenlijken dienst In 1908 telde de lichting miliciens voor dat jaar in Duitschland 527.300, in Frankrijk slechts 318,500 man. Hoezeer het aantal geboorten 'in Frankrijk in ver houding tot Duitschland afneemt blijkt wel uit de volgende cijfers. In 1883 werden in Frankrijk 431.000 jongens geboren en in Duitschland 905.000. In 1907 was dit aantal voor Frankrijk tot 395.000 gedaald, en voor Duitschland tot 1.027.000 gestegen. Men begrijpt welk een invloed dit moet hebben op de verhouding tusschen de sterkte der lichtingen, welke telken jaar in beide landen voor het leger be schikbaar komen. Hoezeer men in Frankrijk dan ook' ge dwongen is om allerlei zwakke perso nen die in Duitschland worden afge keurd, in het leger op te nemen, blijkt het best hieruit, dat in 1908 in Duiitsch- land op een lichting vati 283.005 man 12.S31 man onmiddellijk wegens onge schiktheid werden vrijgesteld, terwijl dit aantal in Frankrijk op een lichting van 239.110 man, niet minder dan 44.270 bedroeg. Het aantal sterfgevallen in het Dukt- sche leger bedroeg in dat jaar 5260, en in het ruim 55.000 man minder tellen de Fransche leger niet minder dan 8814. Hieruit blijkt hoeveel sterker het Duit sche lege;r is dan het Fransche. Duitschland behoeft dus niets te vree zen, noch van Frankrijk alleen', noch van een coalitie van Mogendheden!. Daa,rom ist hans, meent Gadke, het oogenblik gekomen, om ten einde de fi- nancieele lasten van Tiet Duitsche rijk wat te verlichten, den diensttijd te ver korten. Het best zou dit kunnen geschieden door de gelegenheid om bij de „eenja rigen" te worden ingedeeld, ook open te stellen voor andere kringen der be volking, dan die welke tot dusver daar mede werden bevoorrecht De regeer ende vorst George van Schaumburg-Lippe heeft zijn ministerie door een 7 Maart 1910 gedateerd diecreet medegedeeld, dat hij, om een verbetering de,r salarissen van ambtenaren, en onder wijzers mogelijk te maken, de som van 100.000 mark ter beschikking stelt met de bestemming, dat deze som zoolang aangesproken zal kunnen worden, tot de geregelde inkomsten weer evenwicht gebracht hebben in den staat der finan- tiën. De onderdanen hebben des te meer reden, hun vorst dankbaar te zijn, omdat dia vorst van Schaumburg-Lippe wel de eenige van alle Europeesche monarchen is, die niet alleen er geen civiele lijst op na houdt maar voor het genoegen, om 'n landje van 340 vierkante kilometers en 44.992 bewoners te mogen besturen, nog jaarlijks uit eigen beurs sinds eenige ja ren ongeveer 200.000 mark b ij legt Maar de vorst kan dat gelukkig goed doen, want h ij behoort tot de rijkste Duit sche souvereinen. was om mij aan te spreken, en eindelijk trad hij dan ook werkelijk op mij toe. „Excuseer mij, mijnheer, maar ik ver onderstel, dat gij een ambtenaar zijt van de ^Morning Star?" „Om u te dienen,'1 hernam ik, 5,ik ben de administrateur." „Kunt gij mij ook zeggen, hoe Iaat zij vertrekt?" „Om zes uur; gaat gij mede met de boot?'4 jJa, en ik zou liefst dadelijk aan boord gaan; 't verveelt mij hier zoo lang te vachten.'4 Hij riep één der bedienden om zijn bagage te halen en daarna begaf hij zich aan boord. Een half uur later waren wij allen op die boot Ik zag den nieuwen passagier, die ingeschreven stond als ma joor Stramgwaya, over de verschansing leunen. 0*p zijn gelaat was nog steeds diezelfde angstige uitdrukking en hij keek met de meeste aandacht naar leder op dc boot kwam. Vijf minuten over zes verkondigde een schel gefluit, dat de (Stoomboot op het punt Was om te ver trekken. Men begon juist de loopplank Jtveg f e nemen, toen plotsefing een ajjder schel gefluit, tot driemaal toe herhaald, van den wal weerklank en een kld„ stoombootje end vooruitschoot es op ons toe stoomde. Ik bemerkte dat me. jWfitoWPMM WttMW» aw >1» Mfc Frankrijk. Waardige opvatting van de verkiezingen Te Parijs vergaderden 1800 postbe ambten om, met het oog op de houding, welke de Kamer het voirge jdar tegen over de staking aannam, te beraadsla gen over het standpunt, welke men bij de verkiezingen zal huldigen. De ver gadering besloot zonder te vragen tot welke de Kamer het vorige jaar tegen- digden, welke het vorige jaar tegen de stakende beambten zjjn opgetreden, te bestrijden en met dit doel in eenige Pa- rijsche kiesdistricten bijzondere commis sies te vormen. Dat heet nog eens het algemeen belang begrijpen Engeland. Rede van Lloyd George. Lloyd George heeft als voorzitter van de Gladstone League een vergadering van dien bond te Queen's Hall toege sproken. Hij zeide o.a. dat de vooruit strevende elementen al hun krachten in spannen ten einde het feudalisme uit te roeien. Zij hadden de economische on afhankelijkheid voor den werkman te ver zekeren en dit kon nooit geschieden zoo lang er feudalisme in het land bestond. In Engeland waren er 2500 landeigena ren die 2/3 van den grond bezaten en daardoor algeheel toezicht oefenden op het bestaan van millioenen. Hij zeide ver der dat er een of anderen maatregel moest worden genomen ten einde het bezit van den grond van de groote land eigenaren over te brengen op de boe ren. De Tories dachten over zulk een plan. De bedoeling was goed, maar het kwam aan op de uitwerking ervan. Hij wees op wat was geschied in Ierland en hoe verkeerd daar de resultaten waren. Dit was niet het idee van de regeering. Hij had bij de indiening van de begroo ting het eerst gedacht aan schatting van het land. „Geen penny minder aan den eigenaar, dan het land waard was 1 dat zou diefstal zijn tegenover den eige naar geen penning meer dan het land waard was, dat zou diefstal zijn tegenover den Staat Maar h.t gold hi:r niet alleen vermeerdering van de natuurlijke bronnen van het land, maar verzekering van de onafhankelijkheid van den werkman. De zekerheid van werk beteekent vrijheid. Op de vraag van een kiesrechtvrouw, die de vergadering niet had verstoord, naar het standpunt van Lloyd George jegens vrouwenkiesrecht, verklaarde hij zich voor uitbreiding daarvan. Hij gaf toe dat de suffragettes de laatste maan den zich ordelijk hadden gèdragen en achtte dit van veel belang voor haar zaak. Hoewel hij zelf de meerderheid niet aan sprakelijk stelde voor het wangedrag van een minderheid, wees hij erop, hoe de openbare meening wel degelijk werd op gewonden tegen de zaak Indien zij slechts doorgingen zooals thans, zouden zij binnenkort haar zaak, welke hij al tijd rechtvaardig had geacht, zien zege vieren Hongarije. Magyaarsche manieren. De Hongaren hebben nu het record be haald in het maken van parlementair ka baal. Wanneer de minister, graaf Khün Hedervary na de lezing van het besluit tot ontbinding der Kamer, zich richtte tot da snelschrijverstafel hadden er, zooals in ons blad reeds werd gemeldi, tooneelen plaats, zooals men er nog nooit in een parlement zag gebeuren en die ongetwij feld, als de Zoeloes ze lezen, den een of anderen Zoeloe zullen doen beslui ten naar Buda-Pesth te komen, om die beste Magyaren te beschaven. Naar den minister-voorzitter wterd ge worpen met al wat den leden der onafhan- hankelijkheidispartij onder de hand viel; met inktpotten, met boeken, ja tot met stoelen toe. G,raaf Sereny, minister van landbouw, die zijn collega ter hulp snel de, werd door den heer Zacharias her haaldelijk in het gelaat geslagen met een stekskenspot en zijn gezicht was weldra met bloed bevlekt. schansing heetnboog en met ee^ zekere spanning naar de naderende boot keek. Za kwam aan bakboordzijde en een jong meisje sprong vlug de loopplank op. Ik zag duidelijk dat de majoor een zucht van verlichting slaaktehaar bagage werd overgebracht, zij wuifde met haar hand iemand' toe* die zich op het bootje be vond' en toen liet d« kapitein zijn „Alles in orde'' hooren; de bel werd geluid en de „Morning Star" aanvaardde haar zee reis. Het jonge meisje bleef een oogenblik dicht bij den majoor staan, met haar rug naar ons gekeerd en haar oog-en groot op de kust gevestigd. Een der hofmees ters trad op haar toe en vroeg haar wat hij met haar bagage moest doen, Zij ant woordde d&dtelijk: „Mijn hut Is no. 75. Lafct mijn Kaffers onmiddellijk: daarheen brengen.'4 tToen eerst zag Ik haar gelaat ZtiJ was een bijzander modi mdsje met teen slanke ge stalte ca trotacbe houding. Over haar blond haar lag ees rossige gloed en de uitdrukking van haar levendig, jeugdig gezicht was schrander en Innemend, Zij vplgde den hofmeester naar haar hut co ft verwijderde mij om mil van mijne drukke Werkzaamheden fes kwij. tea, Dka ffvröd, toe» a tol] kleedde voor Op hetzelfde oogenblik werd graaf Khün Hedervary in het gelaat getroffen door een zwaar wetboek en viel bloedend in de armen zijner vrienden. Te midden van een algemeen bombardement en ter wijl wel 15 uitdagingen voor tweegevech ten werden gewisseld. BINNENLAND. Wijnaccijns. Eein wetsontwerp is ingediend,- houden de nadere bepalingen omtrent den ac. cijns op den wijn Blijkens de Memorie van Toelichting bedoelt dit wetsontwerp te voorzien in een leemte, welke de wetgeving op den wijnaccijns bevat en die na de jongste ac. cijnsverhooging op het gedistilleerd in nog sterkere mate dan voorheen de deur opent voor ontduiking van 's rijks rechten. Van wijn, die meer alcohol bevat dan 21 liter per H.L. bij een warmte van 15 graden van den honderddeeligen thermo meter, is voor dien meerderen alcohol de accijns op liet gedistilleerd verschul digd. In tusschen is degene die wijn invoert niet verplicht eenige aangifte te doen no. pens de hoeveelheid van den daarin aan wezigen alcohol. Het gevaar ligt dus voor de hand, dat getracht zal worden, on der de benaming van wijn een vloeistof iP te voeren, welke met een aanzienlijk quan. tum alcohol vermengd is (reeds is ge constateerd invoer van een alcoholper centage van 35 pet.) en welke wijn vervoL geus gebezigd kan worden om door over haling den alcohol af te scheiden, die als dan tot andere doeleinden kan worde11 gebruikt. De administratie staat hier nagenoeg machteloos tegenover. De voorgestelde wetswijziging volgens welke voortaan wijn met meer dan 21 pet. alcohol als gedistilleerd zal worden aangemerkt en als zoodanig zal moeten worden aange geven strekt tot wering van het boven bedoeld gevaar voor benadeeling dier schatkist en heeft tevens de bedoeling om vloeistoffen, die meer dan 21 pet. al cohol bevatten, in haar geheel te belasten als gedistilleerd. Tevens zal hierdoor het gevaar verminderd worden dat ingevoerde wijn van hoog alcoholgehalte hier te lan de met water wordt vermengd en vervol gens in consumptie wordt gebracht of zelfs met afschrijving van den accijns uit gevoerd' wordt. Aardig gevonden. De heer Schaper moet aan het lid1 van de Hongaarsche Kamer, Beek, een tele gram hebben gezondenBeek, ik bewon der u. Ik heb gescholden zoo gemeen als ik 't maar kon, dioch gij hebt een minister met inktpotten gegooid. Nog eens, ik be wonder u. Waarop Beek moet hebben geant woord Als ge mij bewonderen wilt, bewon_ dey dan den moed, waarmede ik dadelijk voor mijn onhebbelijkheid verschooning heb gevraagd Dien moed hebt gij gemist „D. v. jN.-B." Schanddaden. Laster, verdachtmaking en kwaadwil lige bejegening kunnen menigeen stellig veel ellende berokkenen. Maar als het kwaad zoover gaat, als de thans in vele kringen met schrik besproken afpersin gen in Den Haag, is niemand meer veilig. Op de schandelijkste wijze poogt daar een bende sujetten door afdreiging som men gelds te veroveren. Hoe dat toegaat, kan men o.a. zien uit onderstaand stukje, opgenomen in een der bladen „Op zekeren dag gingen er twee naar da echtgenoote van een reeds bejaard heer. Zij vertelden daar, dat haar man zich had schuldig gemaakt aan een mis drijf tegen de zeden, en dat zij daarmee de politie in kennis zouden stellen en hij zeker zwaar zou gestraft worden. Hun medelijden, in 't bijzónder met haar, was echter, naar zij voorgaven, zoo groot, dat zij er wel voor te vinden zouden zijn, deze zfrak in den doofpot te stoppen, maar dan moest zij er ook jets voor over hebben. Het zou hun niet moeilijk mijne hut binnen „Ik kom u mededeelen, mijnheer, dat daar de heer en mevrouw French ver trokken zijn, ik de twee onbezette plaat sen heb gegeven aan mejuffrouw; Keele en mejoor Strangways." „Mejuffrouw Keele?" vroeg ik. „Ja, mijnheer, de jonge dame, die het laatst op de boot is gekomen.'4 „'t Is zeer goedi", heraam ik. De man vertrok, en ik ging verder met mijn toilet Er speelde een glimlach van voldoening om mijne lippen. De ma joor had mijne belangstelling gewekt* en mejuffrouw Keele had een gelaat, dat de aandacht moest trekken van ieder, die eenig oog had voor schoonheid. Ik zie gaarne een mooi gezichtje, en Ik heb er verscheidene gezien op mijne vele reL zen. Maar dit jonge meisje had in haar oogen en haar geheele voorkomen Iets bijzonders, Iets dat mij trouwens evenzeer hinderde al3 het mij aantrok. Had ik haar vroeger reeds gezien? Of ik had haar reeds eerder ontmoet óf zij geleek spre kend op tem and, die ik kende. Mejuffrouw Keele zat aan mijn rechter hand en de majoor was haar andere buur man. Ik keek haar onderzoekend aan en kon ternauwernood een uitroep weer. beraden. De ontbrekende schakel in mijjj geheugen was gevonden. Goede hemel! JKtitaa fct tecb tmteM ieegwj ja zijn haar en heur man in deze ter wille! tuigen bij tegenwoordig geweest waren te zijn, omdat er toevallig geen andere ge. „Het is te begrijpen, dat deze dame eerst ietwat ontsteld was, bij het hooren van deze mededeeling. Zij was echter zoo overtuigd van de onkreukbare morali teit van haar echtgenoot en twijfelde zoo aan de eerlijkheid dezer kerels, dat zij weigerde hen ook maar één oogenblik langer te woord te staan, Waarom zij hun dringend verzocht, zoo spoedig mogelijk hare woning te verlaten. „Natuurlijk dat beiden vertrokken. Zij gingen echter regelrecht naar het bureau van politie, waar zij aangifte deden van hunne totaal gelogen beschuldiging. De commissaris, die zijn volkje zeer goed kende, twijfelde eerst wel of hij proces verbaal zou opmaken, maar waar zij hun ne beschuldiging volhielden, restte hem niet andiers te doen dan wat zijn plicht was. „Evenals zij voor dezen politie-ambter naar hunne beschuldiging volhielden* doen zij dit ook voor den Rechter vail Instructie, met gevolg, dat de zaak voor de rechtbank kwam, en de man, tot hier toe door ieder geacht en geëerd, thans moest plaats nemen in het bankje voor beschuldigden, met een rijksveldwachter achter zich. „Er zijn omstandigheden in het leve^ welke zich zoo moeilijk in woorden laten uitdrukken. Zoo ook hier. Stel u voor: dat beteekenen van het „proces-verbaal* waarin de geheele acfce van beschuldiging in kleuren en geuren te lezen stondl; die vermelding van; „sprekende met zijne huisvrouw..."; die gang naar de recht bank en zooveel meer. Wat er is omge gaan In het binnenste van die menschen wat die in enkele weken doorleefd heb ben, is moeilijk te beschrijven. „De man kreeg een vonnis van drie maanden gevangenisstraf. „Beiden waren radeloos. Maar zij bleef gelooven aan de onschuld van haar man,- Wèl had dit vreeselijke vonnis haar ge loof even aan het wankelen gebracht* Maar zij wist toch te goed, dat hij zich niet heeft kunnen schuldig maken aan hetgeen hem ten laste was gelegd, en waarvoor hij nu was gestraft. En de man verteerde letterlijk van verdriet. De gedachte, dat hij als een schuldige stond tegenover zijne vrouw, en het vooruit zicht van drie maanden celstraf te moeten ondergaan maakten hem het leven tot een last. Maar, hoewel zij zelve dreigdq te bezwijken onder hare smarten, sprak! zij haar man voortdurend moed in, met de verzekering, dat hier de waarheid toch aan het licht zou komen. „Dadelijk na de uitspraak werd van het veroordeelend vonnis appèl aangetee- kend, te,rwijl in overleg met hun advo caat besloten werdt och maar eens met die beide ,aanklagers te praten. Zij liet hen ontbieden en ontving hen in den salon. „De kerels meenden, dat zij de dams nu volkomen in hunne macht hadden. Bll het bespreken der zaak kwam het er uit* dat zij er nog wel voor te vinden zouden zijn, om voor het Hof heel wat van de beschuldiging te laten vallen. Maar „het zou mevrouwtje natuurlijk centen kos. ten." .Had zij er die voor over,- dan zouden zij doen wat zij konden, en an ders bleef de zaak zooals die was. „Met bewonderenswaardige kalmte en geduld, als gold het de bespreking van schilderen of behangen, hield zij de lui aan den praai Er moest een oogenblik komen, dat de een of ander een woord liet vallen, waardoor zij zich vastsprak. En zoowaar, de verzekering van me vrouw, dat zij op geen geld zou zien* als zij maar dre absolute zekerheid had* dat haar man zou vrijgesproken worden, bracht een der sujetten er toe, een niet genoeg doordacht woord te laten vallen, Op hetzelfde oogenblik sprongen tweo verdekt opgestelde rechercheurs van ach ter de portières en oogenblikkelijk sloe gen zij de kerels de boeien aan, om als arrestanten medegenomen te worden naar een der bureaux van politie. „Toen zij eenmaal in hun eigen net ge vangen waren, deden zij wanhopig pcx. gingen, om er weer uit te komen. Maar de wereld! Dat jonge meisje, dat daar naast mij zat in den bloei van jeugd en schoonheid, had drie jaar geleden in Lon den voor de rechtbank op het bankje der beschuldigden gezeten. Daar was geea twijfel' aan. Thans wist ik waarom da houding van haar hoofd en die eigenaar dige schittering in haar oogen zoozeer mijn aandacht hadden getrokken, 't Was werkelijk waaS* dat fk dat gelaat vroeger reeds gezien had. Drie jaar geleden, op een warmen namiddag in Augustus was ik het gerechthof toevallig binnen geloo. pen en had daar een verhoor bijgewoond Een jong meisje ad op de bank der be schuldigden gezeten dit jonge meis je. Ik had nooit den afloop van dat ver hoor vernomen en wist dus niet of het meisje schuldig was geweest of niet Waarom zou dat jonge meisie nu aam boord van de iyMornmg Star4 zijn ge komen? „Neem mij niet kwalijk", reide £k plof. seling. Mejuffrouw Keele had mij toé tweemaal toe aangesproken, maar ik was zoozeer verdiept geweest in mijne over. peinzingen, dat haar niet had gehoord, Ik trachtte nu die onaangename herinne. ringen van mij af te schudden pm mij verdea; aap mijne verplichtingen te wijde^ JCSpjrdt Xgxd&Qb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 17