Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 26 Maart.
In 't zuur gezet.
•„'De Telegraaf" heeft het voor
recht een medewerker te bezitten, die
Zijn Argus-oogen Iaat gaan over alles
jen nog wat; die speurt en zint en "eust
len snuffelt, en die dan de resultaten van
zijn detective-journalistiek met een p i -
j Jca n t sausje weet te overgieten.
Die man moet wel van uitjes, pic-
i$alili en ook van augurken houden
,Dat is dan, ook gebleken1.
iZiet hier. II'
Onze actieve correspondent te Ter Aar
'Zond ons dezer dagen het verslag eener
i jaarvergadering van den aldaar geves-
itigden bond van augurkenkweekers. Een
(accuraat verslag, waarbij hij den bond
betitelde, zooals die in den volksmond
genoemd wordt en bekend is pis
,„De Augurkenbond".
Dat leest de pikante man van' „De
([Telegraaf".
Een augurkenbond
Sapperloot, maar dat is een' bond van
(BUgurken, redeneert deze persman,
en die arme augurken geven hem warem
pel stof voor het volgend stukje blad-
'vjulling: i i j
23 Maart. In „De Leidsche
Courant" van gisteravond staat het
volgende merkwaardige bericht:
TER AAR. „De augurkenbond „Bid
en Wierk" hield zijn jaarvergadering
in het Bondscafé. De voorzitter open
de de vergadering en heette de leden
hartelijk welkom.
Over het verdere verloop Van de
Vergadering zwijgt het anti- revo-
lutionnaire orgaan", doch dit
iwas als volgt:
Na lezing der notulen verkreeg de
heer Komkommer het woord over het
actueele onderwerp„Moeten wij,
augurken, ons langer met aluin laten
inleggen?" Op de interessante rede
van den geëerden spreker, volgde een
igeanimeerde discussie, waaruit over
tuigend bleek, dat er een krachtige
strooming in de vereeniging is, die
zich niet langer aanhangsel bij gema-
rioneerde haring wenscht te zien ge
bruikt. Dit acht men te zijn vernede
rend voor een goede, anti-revolution-
maire augurk. De jongelingsvereeni-
ging „De Groene Komkommer" ver
zocht aansluiting bij den augurkenbond
doch dit verzoek werd gewezen van
'de hand, uit overweging, dat er reeds
genoeg groene komkommers in de par
tij zijn.
Ten slotte werd onder geestdriftig
gejuich het volgend telegram aan Dr.
Kuyper 'gezonden
„De augurkenbond „Bid en Werk"
te Ter Aar, in vergadering bijeen, we
tende, dat in deze dagen van beproe-
vinge de katterigheid groot moet zijn,
geeft u de verzekering van zijn trou
we aanhankelijkheid en is te uwer op
kikkering gaarne tot persoonlijke of-
férs bereid".
Namens het Bestuur:
(get.) MOSTERDZUUR.
Is dit alles niet augurkachtig verma-
kel^jk
Ons anti-revolutionair or
gaan"; een „goede anti-revolutionaire
augurk" een anti-rev. jongelingsveree-
niging „De groene Komkommer" en ten
slotte nog een sneer, een misselijke ha
telijkheid van 'dit zoogenaamde „neu
tra 1 e" blad aan Dr. Kuyper dat zijn
de termen, waarin die goede Amsterdam
mer zijn vernuft laat spelen tegen „De
Leidsche Courant", not^jbene
een Katholiek Dagblad.
Deze Dagboekhouder heeft dan pók
een augurk geslagen, waarbij een kom
kommer niets is.
En dan zijn we nog zoo veT Vah den
komkommertijd af! i
FEUILLETON.
De slang met de edelgesteenten.
Op den namiddag van den 3d en April
1886 zat ik, George Conway* administra
teur van de „Morning Star*' een van de
stoom booten van de Gold Star Line* op
de veranda van een gTOot hotel te Co
lombo. Wij waren op de terugreis en
die „Morning Star*' lag ongeveer een haL
ye mijl van het strand voor anker. ;s
Avonds om zes uur zou de reis verder
yoortgezet worden.
De thermometer op de veranda stond
lop 90 gr. Celsius; onder den Indruk van
Idde hitte strekte ik me behagelijk uit op
teen rieten stoel. Dicht bij mij stond ook
leen Europeaan, een knappe, dooikere man
Van middelbaren leeftijd, geheel in het
,!yvit gekleed. Ik hield hem voor een amb
tenaar, maar hij was zoo buitengewoon
Zenuwachtig en onrustig, dat ik mijn blik
hi et van hem kon afwenden; tdke^ 'ging
hij op een anderen stoel zitten, dan weer,
^jstak hij zijn sigaar aan om haar opnieuw
^Juit tje laten gaan kwam één van de
bedienden toevallig uit de eetzaal, dan
(keek hij verschrikt op. Een paar maal
hij aw eij, alsof fcjj eg hg
BUITENLAND.
Ouitschland
Het Duitsche leger.
De oud-kolonel Gadke, de bekende
militaire medewerker van 't „Berliner
Tageblatt", geeft een vergelijkende be
schouwing van de Duitsche en de Fran-
sche strijdkrachten, die even plezierig
voor Duitschland als onaangenaam voor
Frankrijk klinkt.
Het is achteruitgang van het aantfal
geboorten in Frankrijk, «die ook weer
het Fransche volk parten speelt
Terwijl in Duitschland elk jaar een
groot aantal dienstplichtige jongelieden
als overcompleet of wegens geringe ge
breken worden vrijgesteld, moeten de
Fransche legerautoriteiten zooveel moge
lijk door de vingers zien, wat gezondheid
en geschiktheid voor den dienst betreft.
De zwakke en ongeschikte jongelingen
worden dan gebruikt voor allerlei hulp
diensten, bijv. als kok, schrijver, am
bachtsman enz., om de krachtige en ge
zonde miliciens beschikbaar te kunnen
hebben voor den eigenlijken dienst
In 1908 telde de lichting miliciens voor
dat jaar in Duitschland 527.300, in
Frankrijk slechts 318,500 man. Hoezeer
het aantal geboorten 'in Frankrijk in ver
houding tot Duitschland afneemt blijkt
wel uit de volgende cijfers.
In 1883 werden in Frankrijk 431.000
jongens geboren en in Duitschland
905.000. In 1907 was dit aantal voor
Frankrijk tot 395.000 gedaald, en voor
Duitschland tot 1.027.000 gestegen.
Men begrijpt welk een invloed dit
moet hebben op de verhouding tusschen
de sterkte der lichtingen, welke telken
jaar in beide landen voor het leger be
schikbaar komen.
Hoezeer men in Frankrijk dan ook' ge
dwongen is om allerlei zwakke perso
nen die in Duitschland worden afge
keurd, in het leger op te nemen, blijkt
het best hieruit, dat in 1908 in Duiitsch-
land op een lichting vati 283.005 man
12.S31 man onmiddellijk wegens onge
schiktheid werden vrijgesteld, terwijl dit
aantal in Frankrijk op een lichting van
239.110 man, niet minder dan 44.270
bedroeg.
Het aantal sterfgevallen in het Dukt-
sche leger bedroeg in dat jaar 5260, en
in het ruim 55.000 man minder tellen
de Fransche leger niet minder dan 8814.
Hieruit blijkt hoeveel sterker het Duit
sche lege;r is dan het Fransche.
Duitschland behoeft dus niets te vree
zen, noch van Frankrijk alleen', noch
van een coalitie van Mogendheden!.
Daa,rom ist hans, meent Gadke, het
oogenblik gekomen, om ten einde de fi-
nancieele lasten van Tiet Duitsche rijk
wat te verlichten, den diensttijd te ver
korten.
Het best zou dit kunnen geschieden
door de gelegenheid om bij de „eenja
rigen" te worden ingedeeld, ook open
te stellen voor andere kringen der be
volking, dan die welke tot dusver daar
mede werden bevoorrecht
De regeer ende vorst George van
Schaumburg-Lippe heeft zijn ministerie
door een 7 Maart 1910 gedateerd diecreet
medegedeeld, dat hij, om een verbetering
de,r salarissen van ambtenaren, en onder
wijzers mogelijk te maken, de som van
100.000 mark ter beschikking stelt met
de bestemming, dat deze som zoolang
aangesproken zal kunnen worden, tot de
geregelde inkomsten weer evenwicht
gebracht hebben in den staat der finan-
tiën. De onderdanen hebben des te meer
reden, hun vorst dankbaar te zijn, omdat
dia vorst van Schaumburg-Lippe wel de
eenige van alle Europeesche monarchen
is, die niet alleen er geen civiele lijst op
na houdt maar voor het genoegen, om 'n
landje van 340 vierkante kilometers en
44.992 bewoners te mogen besturen, nog
jaarlijks uit eigen beurs sinds eenige ja
ren ongeveer 200.000 mark b ij legt
Maar de vorst kan dat gelukkig goed
doen, want h ij behoort tot de rijkste Duit
sche souvereinen.
was om mij aan te spreken, en eindelijk
trad hij dan ook werkelijk op mij toe.
„Excuseer mij, mijnheer, maar ik ver
onderstel, dat gij een ambtenaar zijt van
de ^Morning Star?"
„Om u te dienen,'1 hernam ik, 5,ik ben
de administrateur."
„Kunt gij mij ook zeggen, hoe Iaat zij
vertrekt?"
„Om zes uur; gaat gij mede met de
boot?'4
jJa, en ik zou liefst dadelijk aan boord
gaan; 't verveelt mij hier zoo lang te
vachten.'4
Hij riep één der bedienden om zijn
bagage te halen en daarna begaf hij zich
aan boord. Een half uur later waren wij
allen op die boot Ik zag den nieuwen
passagier, die ingeschreven stond als ma
joor Stramgwaya, over de verschansing
leunen. 0*p zijn gelaat was nog steeds
diezelfde angstige uitdrukking en hij
keek met de meeste aandacht naar leder
op dc boot kwam. Vijf minuten over
zes verkondigde een schel gefluit, dat de
(Stoomboot op het punt Was om te ver
trekken. Men begon juist de loopplank
Jtveg f e nemen, toen plotsefing een ajjder
schel gefluit, tot driemaal toe herhaald,
van den wal weerklank en een kld„
stoombootje end vooruitschoot es op
ons toe stoomde. Ik bemerkte dat me.
jWfitoWPMM WttMW» aw >1» Mfc
Frankrijk.
Waardige opvatting van de
verkiezingen
Te Parijs vergaderden 1800 postbe
ambten om, met het oog op de houding,
welke de Kamer het voirge jdar tegen
over de staking aannam, te beraadsla
gen over het standpunt, welke men bij
de verkiezingen zal huldigen. De ver
gadering besloot zonder te vragen tot
welke de Kamer het vorige jaar tegen-
digden, welke het vorige jaar tegen de
stakende beambten zjjn opgetreden, te
bestrijden en met dit doel in eenige Pa-
rijsche kiesdistricten bijzondere commis
sies te vormen. Dat heet nog eens het
algemeen belang begrijpen
Engeland.
Rede van Lloyd George.
Lloyd George heeft als voorzitter van
de Gladstone League een vergadering
van dien bond te Queen's Hall toege
sproken. Hij zeide o.a. dat de vooruit
strevende elementen al hun krachten in
spannen ten einde het feudalisme uit
te roeien. Zij hadden de economische on
afhankelijkheid voor den werkman te ver
zekeren en dit kon nooit geschieden zoo
lang er feudalisme in het land bestond.
In Engeland waren er 2500 landeigena
ren die 2/3 van den grond bezaten en
daardoor algeheel toezicht oefenden op
het bestaan van millioenen. Hij zeide ver
der dat er een of anderen maatregel
moest worden genomen ten einde het
bezit van den grond van de groote land
eigenaren over te brengen op de boe
ren. De Tories dachten over zulk een
plan. De bedoeling was goed, maar het
kwam aan op de uitwerking ervan. Hij
wees op wat was geschied in Ierland en
hoe verkeerd daar de resultaten waren.
Dit was niet het idee van de regeering.
Hij had bij de indiening van de begroo
ting het eerst gedacht aan schatting van
het land. „Geen penny minder aan den
eigenaar, dan het land waard was 1
dat zou diefstal zijn tegenover den eige
naar geen penning meer dan het land
waard was, dat zou diefstal zijn tegenover
den Staat Maar h.t gold hi:r niet alleen
vermeerdering van de natuurlijke bronnen
van het land, maar verzekering van de
onafhankelijkheid van den werkman. De
zekerheid van werk beteekent vrijheid.
Op de vraag van een kiesrechtvrouw,
die de vergadering niet had verstoord,
naar het standpunt van Lloyd George
jegens vrouwenkiesrecht, verklaarde hij
zich voor uitbreiding daarvan. Hij gaf
toe dat de suffragettes de laatste maan
den zich ordelijk hadden gèdragen en
achtte dit van veel belang voor haar zaak.
Hoewel hij zelf de meerderheid niet aan
sprakelijk stelde voor het wangedrag van
een minderheid, wees hij erop, hoe de
openbare meening wel degelijk werd op
gewonden tegen de zaak Indien zij
slechts doorgingen zooals thans, zouden
zij binnenkort haar zaak, welke hij al
tijd rechtvaardig had geacht, zien zege
vieren
Hongarije.
Magyaarsche manieren.
De Hongaren hebben nu het record be
haald in het maken van parlementair ka
baal. Wanneer de minister, graaf Khün
Hedervary na de lezing van het besluit
tot ontbinding der Kamer, zich richtte tot
da snelschrijverstafel hadden er, zooals in
ons blad reeds werd gemeldi, tooneelen
plaats, zooals men er nog nooit in een
parlement zag gebeuren en die ongetwij
feld, als de Zoeloes ze lezen, den een
of anderen Zoeloe zullen doen beslui
ten naar Buda-Pesth te komen, om die
beste Magyaren te beschaven.
Naar den minister-voorzitter wterd ge
worpen met al wat den leden der onafhan-
hankelijkheidispartij onder de hand viel;
met inktpotten, met boeken, ja tot met
stoelen toe. G,raaf Sereny, minister van
landbouw, die zijn collega ter hulp snel
de, werd door den heer Zacharias her
haaldelijk in het gelaat geslagen met een
stekskenspot en zijn gezicht was weldra
met bloed bevlekt.
schansing heetnboog en met ee^ zekere
spanning naar de naderende boot keek.
Za kwam aan bakboordzijde en een
jong meisje sprong vlug de loopplank op.
Ik zag duidelijk dat de majoor een zucht
van verlichting slaaktehaar bagage werd
overgebracht, zij wuifde met haar hand
iemand' toe* die zich op het bootje be
vond' en toen liet d« kapitein zijn „Alles
in orde'' hooren; de bel werd geluid en
de „Morning Star" aanvaardde haar zee
reis.
Het jonge meisje bleef een oogenblik
dicht bij den majoor staan, met haar
rug naar ons gekeerd en haar oog-en groot
op de kust gevestigd. Een der hofmees
ters trad op haar toe en vroeg haar wat
hij met haar bagage moest doen, Zij ant
woordde d&dtelijk:
„Mijn hut Is no. 75. Lafct mijn Kaffers
onmiddellijk: daarheen brengen.'4 tToen
eerst zag Ik haar gelaat ZtiJ was een
bijzander modi mdsje met teen slanke ge
stalte ca trotacbe houding. Over haar
blond haar lag ees rossige gloed en de
uitdrukking van haar levendig, jeugdig
gezicht was schrander en Innemend,
Zij vplgde den hofmeester naar haar
hut co ft verwijderde mij om mil van
mijne drukke Werkzaamheden fes kwij.
tea,
Dka ffvröd, toe» a tol] kleedde voor
Op hetzelfde oogenblik werd graaf
Khün Hedervary in het gelaat getroffen
door een zwaar wetboek en viel bloedend
in de armen zijner vrienden. Te midden
van een algemeen bombardement en ter
wijl wel 15 uitdagingen voor tweegevech
ten werden gewisseld.
BINNENLAND.
Wijnaccijns.
Eein wetsontwerp is ingediend,- houden
de nadere bepalingen omtrent den ac.
cijns op den wijn
Blijkens de Memorie van Toelichting
bedoelt dit wetsontwerp te voorzien in
een leemte, welke de wetgeving op den
wijnaccijns bevat en die na de jongste ac.
cijnsverhooging op het gedistilleerd in nog
sterkere mate dan voorheen de deur opent
voor ontduiking van 's rijks rechten.
Van wijn, die meer alcohol bevat dan
21 liter per H.L. bij een warmte van 15
graden van den honderddeeligen thermo
meter, is voor dien meerderen alcohol
de accijns op liet gedistilleerd verschul
digd.
In tusschen is degene die wijn invoert
niet verplicht eenige aangifte te doen no.
pens de hoeveelheid van den daarin aan
wezigen alcohol. Het gevaar ligt dus voor
de hand, dat getracht zal worden, on
der de benaming van wijn een vloeistof iP
te voeren, welke met een aanzienlijk quan.
tum alcohol vermengd is (reeds is ge
constateerd invoer van een alcoholper
centage van 35 pet.) en welke wijn vervoL
geus gebezigd kan worden om door over
haling den alcohol af te scheiden, die als
dan tot andere doeleinden kan worde11
gebruikt.
De administratie staat hier nagenoeg
machteloos tegenover. De voorgestelde
wetswijziging volgens welke voortaan
wijn met meer dan 21 pet. alcohol als
gedistilleerd zal worden aangemerkt en
als zoodanig zal moeten worden aange
geven strekt tot wering van het boven
bedoeld gevaar voor benadeeling dier
schatkist en heeft tevens de bedoeling
om vloeistoffen, die meer dan 21 pet. al
cohol bevatten, in haar geheel te belasten
als gedistilleerd. Tevens zal hierdoor het
gevaar verminderd worden dat ingevoerde
wijn van hoog alcoholgehalte hier te lan
de met water wordt vermengd en vervol
gens in consumptie wordt gebracht of
zelfs met afschrijving van den accijns uit
gevoerd' wordt.
Aardig gevonden.
De heer Schaper moet aan het lid1 van
de Hongaarsche Kamer, Beek, een tele
gram hebben gezondenBeek, ik bewon
der u. Ik heb gescholden zoo gemeen als
ik 't maar kon, dioch gij hebt een minister
met inktpotten gegooid. Nog eens, ik be
wonder u.
Waarop Beek moet hebben geant
woord
Als ge mij bewonderen wilt, bewon_
dey dan den moed, waarmede ik dadelijk
voor mijn onhebbelijkheid verschooning
heb gevraagd Dien moed hebt gij gemist
„D. v. jN.-B."
Schanddaden.
Laster, verdachtmaking en kwaadwil
lige bejegening kunnen menigeen stellig
veel ellende berokkenen. Maar als het
kwaad zoover gaat, als de thans in vele
kringen met schrik besproken afpersin
gen in Den Haag, is niemand meer veilig.
Op de schandelijkste wijze poogt daar
een bende sujetten door afdreiging som
men gelds te veroveren. Hoe dat toegaat,
kan men o.a. zien uit onderstaand stukje,
opgenomen in een der bladen
„Op zekeren dag gingen er twee naar
da echtgenoote van een reeds bejaard
heer. Zij vertelden daar, dat haar man
zich had schuldig gemaakt aan een mis
drijf tegen de zeden, en dat zij daarmee
de politie in kennis zouden stellen en
hij zeker zwaar zou gestraft worden. Hun
medelijden, in 't bijzónder met haar, was
echter, naar zij voorgaven, zoo groot,
dat zij er wel voor te vinden zouden zijn,
deze zfrak in den doofpot te stoppen,
maar dan moest zij er ook jets voor
over hebben. Het zou hun niet moeilijk
mijne hut binnen
„Ik kom u mededeelen, mijnheer, dat
daar de heer en mevrouw French ver
trokken zijn, ik de twee onbezette plaat
sen heb gegeven aan mejuffrouw; Keele
en mejoor Strangways."
„Mejuffrouw Keele?" vroeg ik.
„Ja, mijnheer, de jonge dame, die het
laatst op de boot is gekomen.'4
„'t Is zeer goedi", heraam ik.
De man vertrok, en ik ging verder met
mijn toilet Er speelde een glimlach van
voldoening om mijne lippen. De ma
joor had mijne belangstelling gewekt* en
mejuffrouw Keele had een gelaat, dat de
aandacht moest trekken van ieder, die
eenig oog had voor schoonheid. Ik zie
gaarne een mooi gezichtje, en Ik heb er
verscheidene gezien op mijne vele reL
zen. Maar dit jonge meisje had in haar
oogen en haar geheele voorkomen Iets
bijzonders, Iets dat mij trouwens evenzeer
hinderde al3 het mij aantrok. Had ik haar
vroeger reeds gezien? Of ik had haar
reeds eerder ontmoet óf zij geleek spre
kend op tem and, die ik kende.
Mejuffrouw Keele zat aan mijn rechter
hand en de majoor was haar andere buur
man. Ik keek haar onderzoekend aan en
kon ternauwernood een uitroep weer.
beraden. De ontbrekende schakel in mijjj
geheugen was gevonden. Goede hemel!
JKtitaa fct tecb tmteM ieegwj ja
zijn haar en heur man in deze ter wille!
tuigen bij tegenwoordig geweest waren
te zijn, omdat er toevallig geen andere ge.
„Het is te begrijpen, dat deze dame
eerst ietwat ontsteld was, bij het hooren
van deze mededeeling. Zij was echter
zoo overtuigd van de onkreukbare morali
teit van haar echtgenoot en twijfelde zoo
aan de eerlijkheid dezer kerels, dat zij
weigerde hen ook maar één oogenblik
langer te woord te staan, Waarom zij hun
dringend verzocht, zoo spoedig mogelijk
hare woning te verlaten.
„Natuurlijk dat beiden vertrokken. Zij
gingen echter regelrecht naar het bureau
van politie, waar zij aangifte deden van
hunne totaal gelogen beschuldiging. De
commissaris, die zijn volkje zeer goed
kende, twijfelde eerst wel of hij proces
verbaal zou opmaken, maar waar zij hun
ne beschuldiging volhielden, restte hem
niet andiers te doen dan wat zijn plicht
was.
„Evenals zij voor dezen politie-ambter
naar hunne beschuldiging volhielden*
doen zij dit ook voor den Rechter vail
Instructie, met gevolg, dat de zaak voor
de rechtbank kwam, en de man, tot hier
toe door ieder geacht en geëerd, thans
moest plaats nemen in het bankje voor
beschuldigden, met een rijksveldwachter
achter zich.
„Er zijn omstandigheden in het leve^
welke zich zoo moeilijk in woorden laten
uitdrukken. Zoo ook hier. Stel u voor:
dat beteekenen van het „proces-verbaal*
waarin de geheele acfce van beschuldiging
in kleuren en geuren te lezen stondl;
die vermelding van; „sprekende met zijne
huisvrouw..."; die gang naar de recht
bank en zooveel meer. Wat er is omge
gaan In het binnenste van die menschen
wat die in enkele weken doorleefd heb
ben, is moeilijk te beschrijven.
„De man kreeg een vonnis van drie
maanden gevangenisstraf.
„Beiden waren radeloos. Maar zij bleef
gelooven aan de onschuld van haar man,-
Wèl had dit vreeselijke vonnis haar ge
loof even aan het wankelen gebracht*
Maar zij wist toch te goed, dat hij zich
niet heeft kunnen schuldig maken aan
hetgeen hem ten laste was gelegd, en
waarvoor hij nu was gestraft. En de
man verteerde letterlijk van verdriet. De
gedachte, dat hij als een schuldige stond
tegenover zijne vrouw, en het vooruit
zicht van drie maanden celstraf te moeten
ondergaan maakten hem het leven tot
een last. Maar, hoewel zij zelve dreigdq
te bezwijken onder hare smarten, sprak!
zij haar man voortdurend moed in, met
de verzekering, dat hier de waarheid toch
aan het licht zou komen.
„Dadelijk na de uitspraak werd van het
veroordeelend vonnis appèl aangetee-
kend, te,rwijl in overleg met hun advo
caat besloten werdt och maar eens met
die beide ,aanklagers te praten.
Zij liet hen ontbieden en ontving hen
in den salon.
„De kerels meenden, dat zij de dams
nu volkomen in hunne macht hadden. Bll
het bespreken der zaak kwam het er uit*
dat zij er nog wel voor te vinden zouden
zijn, om voor het Hof heel wat van de
beschuldiging te laten vallen. Maar „het
zou mevrouwtje natuurlijk centen kos.
ten." .Had zij er die voor over,- dan
zouden zij doen wat zij konden, en an
ders bleef de zaak zooals die was.
„Met bewonderenswaardige kalmte en
geduld, als gold het de bespreking van
schilderen of behangen, hield zij de lui
aan den praai Er moest een oogenblik
komen, dat de een of ander een woord
liet vallen, waardoor zij zich vastsprak.
En zoowaar, de verzekering van me
vrouw, dat zij op geen geld zou zien*
als zij maar dre absolute zekerheid had*
dat haar man zou vrijgesproken worden,
bracht een der sujetten er toe, een niet
genoeg doordacht woord te laten vallen,
Op hetzelfde oogenblik sprongen tweo
verdekt opgestelde rechercheurs van ach
ter de portières en oogenblikkelijk sloe
gen zij de kerels de boeien aan, om als
arrestanten medegenomen te worden naar
een der bureaux van politie.
„Toen zij eenmaal in hun eigen net ge
vangen waren, deden zij wanhopig pcx.
gingen, om er weer uit te komen. Maar
de wereld! Dat jonge meisje, dat daar
naast mij zat in den bloei van jeugd en
schoonheid, had drie jaar geleden in Lon
den voor de rechtbank op het bankje der
beschuldigden gezeten. Daar was geea
twijfel' aan. Thans wist ik waarom da
houding van haar hoofd en die eigenaar
dige schittering in haar oogen zoozeer
mijn aandacht hadden getrokken, 't Was
werkelijk waaS* dat fk dat gelaat vroeger
reeds gezien had. Drie jaar geleden, op
een warmen namiddag in Augustus was
ik het gerechthof toevallig binnen geloo.
pen en had daar een verhoor bijgewoond
Een jong meisje ad op de bank der be
schuldigden gezeten dit jonge meis
je. Ik had nooit den afloop van dat ver
hoor vernomen en wist dus niet of het
meisje schuldig was geweest of niet
Waarom zou dat jonge meisie nu aam
boord van de iyMornmg Star4 zijn ge
komen?
„Neem mij niet kwalijk", reide £k plof.
seling. Mejuffrouw Keele had mij toé
tweemaal toe aangesproken, maar ik was
zoozeer verdiept geweest in mijne over.
peinzingen, dat haar niet had gehoord,
Ik trachtte nu die onaangename herinne.
ringen van mij af te schudden pm mij
verdea; aap mijne verplichtingen te wijde^
JCSpjrdt Xgxd&Qb