BUITENLAND. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 26 Maart. In 't zuur gezet. „De Telegraaf" heeft het voor- Duitschland. Het Duitsche leger. De oud-kolonel Oadke, de bekende militaire medewerker van 't „Berliner Tageblatt", geeft een vergelijkende be schouwing van de Duitsche en de Fran- Frankrijk. Waardige opvatting van de verkiezingen I Te Parijs vergaderden 1800 postbe ambten om, met het oog op de houding, welke de Kamer het voirge jaar tegen over de staking aannam, te beraadsla gen over het standpunt, welke men bij de verkiezingen zal huldigen. De ver- 107 Op hetzelfde oogenblik werd graaf Khün Hedervary in het gelaat getroffen door een zwaar wetboek en viel bloedend in de armen zijner vrienden. Te midden van een algemeen bombardement en ter. wijl wel 15 uitdagingen voor tweegevech ten werden gejyisseld. twee uren eer alles afgeloopen was. En toen lieten Hartman's collega's hem alleen, om de resultaten van zijn poging af te wachten. Terwijl ze de trap afgingen, sprak Marvin op gedempten toon: „Drommels, die jongen verstaat het werk, nietwaar Ik heb zijn moed en zijn vastheid van hand bewonderd." „Krankzinnigenwerk was het, en hij haalt het mensch er nooit door," antwoordde Beans, terwijl hij met een vluchtigen groet in zijn auto stapte. Marvin reed maar in een eenvoudig coupétje. Het was al avond, toen twee mannen de armoedige woning van Gallagher verlieten. De een was Hartman, de ander een der geestelijken van de parochie. De priester was een oud man, die maar weinig voelde voor de bloedige waagstukken der moderne geneeskunst. En Hartman was wanhopig. Langzaam had hij het leven zijner patiënte voor zijn oogen zien wegvloeien en daarmee de kans op een goede practijk als in een nevel zien verdwijnen. Hij had zijn plicht gedaan en was er het slachtoffer van geworden. Op zijn kamer gekomen, bleef hij heel lang in sombere ge dachten op zijn sofa liggen. De slaap wilde dien nacht niet komen. Hij wist, dat hij zijn werk goed gedaan had, en toch was het mislukt. En nu zou den van morgen af natuurlijk zijn pa tiënten de een na den ander, naar een anderen doktergaan. Zelfs Margaretha, wier vader door dr. Beans behandeld werd. zou vóór den anderen middag twaalf uur alles van zijn mislukte opera tie weten. P"1' Eindelijk toch viel hij in slaap, en het was dag toen hij ontwaakte. Hij had al gedroomd van een bitter artikel tegen hem in het plaatse lijke dagblad'Ter wijl hij een sigaar opstak, om de som bere gedachten te verdrijven, die hem zelfs in den slaap niet met rust had den gelaten, hoorde hij opeens de tele foon gaan, „Misschien een krantenman met de noodige onbe schaamde vragen," dacht hij „Hallo," klonk het. Hij kon zijn ooren niet gelooven dat was de stem van zijn lieve Marga. „Ben jij het,Marga," vroeg hij, „wat is er aan de hand „O, papa is van nacht veel erger ge worden, en verzocht mij, jou te willen roepen." „Wat zeg je 1 Ik zou natuurlijk heel graag komen, maar dr. Beans is toch uw huisdokter?" „Neen, op het oogenblik niet meer. Papa heeft dr. Beans een boodschap gezonden, dat hij niet meer behoefde te komen. Pa zegt, dat hij geen geneesheer hebben wil, die zijn eigen belangen stelt boven die van zijn patiënten." „Wat zeg je?" „Ja, pa vindt dat jij een man bent, die den moed heeft van zijn overtuiging. Begrijp je me niet? Nu, ik zal het je wel uitleggen. Kom maar zoo gauw je kunt. Je zult wel erg moe zijn, maar toch moet je dadelijk komen, hoor! Dagl" Margaretha was weg. Wat ter wereld kon ze toch bedoeld hebben met haar raadselachtige woorden Tien minuten later was hij op weg naar de Winter's. En het verbaasde hem, zoo vriendelijk als alle menschen hem op straat groetten. Dat had hij nu heelemaal niet verwacht I Zeker wisten de menschen nog niet, wat er gebeurd was! „En ik zeg je, als wij weer een dokter noodig hebben, nie mand anders meer dan Hartman," hoorde hij opeens een man, die hem in de drukte van het gesprek niet zag aankomen, tot ee.n ander zeggen. Bij Margaretha's vader werd het raadsel opgelost. „HIJ IS VERREZEN, GELIJK HIJ GEZEGD HEEFT!" „Dokter," sprak hij, „gij zijt de man, dien ik hebben moet. Ik verlang een geneesheer, die mij precies zegt, hoe het met mij is, en die dan, desnoods zijn reputatie en zijn practijk in gevaar stellende, alles beproeft om mij te redden. Ge moet weten, dat Gallagher, wiens vrouw gij geopereerd hebt, bij mij werkt. Hij heeft alles, wat er gisterenavond gebeurd is, aan Margaretha ver teld, en die" zoo sprak de zieke met een ondeugenden glim lach „haastte zich natuurlijk, het mij te komen meedeelen." Nadat Hartman zijn nieuwen patiënt onderzocht en hem eenige geneesmiddelen voorgeschreven had, trad hij de huiskamer der Winter's binnen. Daar wachtte zijn Marga hem. „Is het niet heerlijk," sprak ze met schitterende oogen, en zelfs vergetend naar 'den toestand van haar vader te vragen, „de heele stad roept over je. Gallagher heeft je heele gesprek met Beans en Marvin afgeluisterd en overal rondverteld. De menschen zijn eenstemmig in hun lof over je en het was ook mooi ook!" „Vind je het wezenlijk mooi, Margaretha? Nu, laat ik je dan nü even een paar dingen zeggen, die mij al lang op het hart liggen 1" Hoe dat gesprek afliep Dat laat zich raden. Toen Hartman thuis kwam, vond hij een heele schare patiënten, met Gal lagher vooraan, op hem wachten. De brave kerel wou ter stond zijn rekening betalen,waar natuur lijk niets van in kwam. Onze Lieve Heer had het anders be sloten," sprak hij met tranen in de oogen, „maar gij hebt uw best gedaan, mijnheer. Ik heb het overal verteld, en als dr. Beans weer eens zijn prachtige zienswijze verkon digt, moet hij goed opletten, of er geen luchtkoker in de kamer is. Want daar kun je alles door hooren I" Onze toekomst. In een Engelsch blad vinden wij de volgende luimigebe- schrijving van een, eerst na vijf hon derd jaar spelend tooneel in het stu deervertrek van een heer. De heer telegra- pheert naar de ka mer van zijn knecht en Johan verschijnt, door luchtdruk uit een buis te voor schijn geperst. Heer: „Johan, ga naar den stal en vul den familiebal lon, mijn vrouw en kinderen zullen te 9 uur naar Bombay, naar den heer Johnson overvliegen, om een bal bij te wonen. Borstel vervolgens mijn kleinen ballon goed uit en vul hem ook; ik moet terstond naar Londen, naar de Beurs vliegen, maar denk nog voor 9 uur terug te zijn, ten einde mijn vrouw een paar honderd mijlen te bege leiden. Mevrouw zal tegen 2 uur heden nacht terug zijn. Is het alsdan zeer donker, laat dan een der apen electrisch licht ontste ken, ongeveer zoo sterk, dat het een twee a drie honclerd mijlen ver licht verspreidt. Morgen verwacht ik verscheidene vrienden uit Hongkong en San Francisco; vergeet dus niet naar de firma Chevet en Co. te telegrapheeren om pasteitjes a la Napoleon XVIII en druk er wel op, dat wij ze tegen half zes warm moeten hebben. Zeg den kok, dat bij den gisteren opgedienden kunstmatigen beef steak de stikstof al te ruim was vertegenwoordigdzulke betreu renswaardige misgrepen moesten niet voorkomen." Wellicht zal de werkelijkheid de fantastische vinding van den Engelschen humorist nog ver achter zich laten. Wijnaccijns. etsontwerp is ingediend,- houde^. re bepalingen omtrent den ac_ den wijn is de Memorie van Toelichting dit wetsontwerp te voorzien im ite, welke de wetgeving op den ns bevat en die na de jongste ac. ooging op het gedistilleerd in nog mate dan voorheen de deur opent cduiking van 's rijks rechten, zijn, die meer alcohol bevat dan per H.L. bij een warmte van 15 an den honderddee!igen thermo. s voor dien meerderen alcohol is op het gedistilleerd verschul- chen is degene die wijn invoert dicht eenige aangifte te doen no- hoevèelheid van den daarin aan- alcohol. Het gevaar ligt dus voor dat getracht zal wórd-en, on. enaming van wijn een vloeistof iP welke met een aanzienlijk quan- >hol vermengd is (reeds is ge, erd invoer van een alcoholper- van 35 pet.) en welke wijn vervol- >ezigd kan worden om door over. en alcohol af te scheiden, die als- andere doeleinden kan worde" iministratie staat hier nagenoeg >os tegenover. De voorgestelde :iging volgens welke voortaan .t meer dan 21 pet. alcohol als ?erd zal worden aangemerkt en lanig zal moeten worden aange. - strekt tot wering van het boven. gevaar voor benadeeling dier t en heeft tevens de bedoeling istoffen, die meer dan 21 pet. al, watten, in haar geheel te belasten stilleerd. Tevens zal -hierdoor het erminderd worden dat ingevoerde i hoog alcoholgehalte hier te lan, water wordt vermengd en vervol- consumptie wordt gebracht of t afschrijving van den accijns uit. wordt Aardig gevonden. :er Schaper moet aan het lid van gaarsche Kamer, Beek, een tele. ibben gezonden: Beek, ik bewon. c heb gescholden zoo gemeen als ir kon, doch gij hebt een minister •potten gegooid). Nog eens, ik be. u. ;>p Beek moet hebben geant- e mij bewonderen wilt, be won den moed, waarmede ik dadelijk ijn onhebbelijkheid verschooning raagci Dien moed hebt gij gemist „D. v. jN.-B." Schanddaden. r, verdachtmaking en kwaadwil. egening kunnen menigee11 stellig ende berokkenen. Maar als het coover gaat als de thans in vele met schrik besproken afpersin gen Haag, is niemand meer veilig. 3 schandelijkste wijze poogt daar de sujetten door afdreiging som. ds te veroveren. Hoe dat toegaat i o.a. zien uit onderstaand stukje, nen in een der bladen: zekeren dag gingen er twee naar igenoote van een reeds bejaard ij vertelden daar, dat haar man J schuldig gemaakt aan een mis ken de zeden, en diat zij daarmee tie in kennis zouden stellen ,en r zwaar zou gestraft worden. Hun den, in 't bijzonder met haar, was naar zij voorgaven, zoo groot er wel voor te vinden zouden zijn, aak in den doofpot te stoppen, ian moest zij er ook iets voor ebben. Het zou hun niet moeilijk Avonds om zes uur zou de reis verder yoortgezet worden. De thermometer op die veranda stond lop 90 gr. Celsius; onder den indruk van (dde hitte strekte ik me behagelijk uit op ie en rieten stoel. Dicht bij mij stond ook een Europeaan, een knappe, donkere man Van middelbaren leeftijd, geheel fas het .twit gekleed. Ik hield hem voor een amb tenaar, maar hij was zoo buitengewoon Zenuwachtig en onrustig, dat ik mijn blik |niet van hem kon afwenden; telken* ging (hij op een anderen stoei ritten, dan weer, jietak hij rijn sigaar aan om haar opnieuw (nit tje laten gaan; kwam één van de (bedienden toevallig uit de eetzaal, daq (Jeeek hij verschrikt op. Een paar maal {teek mr. miii alsof ly e® hei easl bagage te halen en daarna begaf hij zich aan boord. Een half uur later waren wij allen op de boot Ik zag den nieuwen passagier, dde ingeschreven stond als ma. joor Strangways, over de verschansing leunen. Op zijn gelaat was nog steeds diezelfde angstige uitdrukking en hij keek met de meeste aandacht naar ieder dde op de boot kwam. Vijf minuten over zes verkondigde een schel gefluit, dat de ïtoomboot op het punt was om te ver trekken. Men begon juist de loopplank ,(Sveg te nemem toen ploftsefing een a^der schel gefluit, tot driemaal toa herhaald, van den wal weerklonk en een kldn stoombootje raad vooruitschoot ea op ons toe stoomde. Ik bemerkte dat ureu m s trnsm» wssstffaem op de kust gevestigd* Een der hofmees ters trad op haar toe en vToeg haar wat hij met haar bagage moest doen. Zij ant woordde dadelijk: ,,Mijn hut is no. 75. Laat mijn koffers onmiddellijk daarheen brengen."- eerst zag Ik haar gelaat Zrtj was een bijzander mooi meisje met een slanke ge stalte «a trotsch* hesxting. Over haar blond haar lag eea rossig o gloed en de uitdrukking van haar levendig, jeugdig gezicht was schrander en innemend. Zij volgde den hofmeester naar haar hut en Cc verwijderde mij om mil van mijne dmkke jMeriaasmheden Jte Wij. ten, DfcM taea S m^j tfeeddfl voor hut binnen kom u mededeelen, mijnheer, dat e heer en mevrouw French ver. zijn, ik de twee onbezette plaat )b gegeven aan mejuffrouw Keele foor Strangways." juffrouw Keele?" vroeg ik. mijnheer, de jonge dame, die het op de boot is gekomen.'1 Is zeer goed", hernam ik, nan vertrok, en ik ging verder met oilet Er speelde een glimlach van ning om mijne lippen. De ma- ad mijne belangstelling gewekt, en rouw Keele had een gelaat, dat de aanaacht moest trekken van ieder, die eenig oog had voor schoonheid. Ik zie gaarne een mooi gezichtje, en ik heb er verscheidene gezien op mijne vele rei zen. Maar dit jonge meisje had m haar oogen en haar geheele voorkomen iets bijzonders, iets dat mij trouwens evenzeer hinderde als het mij aantrok. Had ik haar vroeger reeds gezien? Of ik had haar reeds eerder ontmoet, óf zij geleek spre kend op iemand, die ik leende. Mejuffrouw Keele zat aan mijn rechter hand en de majoor was haar andere buur. mian- Ik keek haar onderzoekend aan en kcm ternauwernood een uitroep weer. booden. De ontbrekende schakel in mijn geheugen was gevonden. Ooede hemel! JgtiMa fest tesb teegüM ia zijn haar en heur man in deze ter wilk( tuigen bij tegenwoordig geweest waren te zijn, omdat er toevallig geen andere geu „Het is te begrijpen, dat deze dame eerst ietwat ontsteld was, bij het hooren van deze mededeeling. Zij was echte? zoo overtuigd van de onkreukbare morali teit van haar echtgenoot, en twijfelde zoo aan de eerlijkheid dezer kerels, dat zij weigerde hen ook maar één oogenblik! langer te woord te staan, waarom zij hun dringend verzocht, zoo spoedig mogelijk hare woning te verlaten. Natuurlijk dat beiden vertrokken. Zij gingen echter regelrecht naar het bureau van politie, waar zij aangifte deden van hunne totaal gelogen beschuldiging. De commissaris, die zijn volkje zeer goed kende, twijfelde eerst wel of hij proces verbaal zou opmaken, maar waar zij hun ne beschuldiging volhielden, restte hem niet anders te doen dan wat zijn plicht was. Evenals zij voor dezen politie_ambtej- naar hunne beschuldiging volhielden,- doen zij dit ook voor den Rechter van Instructie, met gevolg, dat de zaak voor de rechtbank kwam, en de man, tot hier toe door ieder geacht en geëerd, thans moest plaats nemen in het bankje voor beschuldigden, met een rijksveldwachter, achter zich. ï,Er zijn omstandigheden in het leve^ welke zich zoo moeilijk in woorden laten uitdrukken. Zoo ook hier. Stel u voor: dat beteekenen van het „proces-verbaal* waarin de geheele acte van beschuldiging in kleuren en geuren te lezen stond!j die vermelding van; „sprekende met zijne huisvrouw..."; die gang naar de recht bank en zooveel meer. Wat er is omge gaan tn het binnenste van die menschen wat dia in enkele weken doorleefd heb ben, is moeilijk te beschrijven. „De man kreeg een vonnis van drie maanden gevangenisstraf. „Beiden waren radeloos. Maar zij bleef gelooven aan de onschuld van haar mam Wèl had dit vreeselijke vonnis haar ge loof even aan het wankelen gebracht* Maar zij wist toch te goed, dat hij zich niet heeft kunnen schuldig maken aan hetgeen hem ten laste was gelegd, en waarvoor hij nu was gestraft. En de man verteerde letterlijk van verdriet. De gedachte, dat hij als een schuldige stond tegenover zijne vrouw, en het vooruit zicht van drie maanden celstraf te moeten ondergaan maakten hem het leven tot een last. Maar, hoewel zij zelve dreigde te bezwijken onder hare smarten, sprak zij haar man voortdurend moed in, met de verzekering, dat hier de waarheid toch aan het licht zou komen. .Dadelijk na de uitspraak werd van het veroordeelend vonnis appèl aangetee- kend, terwijl in overleg met hun advo caat besloten werdt och maar eens met die beide aanklagers te praten. Zij liet hen ontbieden en ontving hen in den salon. „De kerels meenden, dat zij de dam S nu volkomen in hunne macht hadden. Bij het bespreken der zaak kwam het er uit* dat zij er nog wel voor te vinden zouden zijn, om voor het Hof heel wat van de beschuldiging te laten vallen. Maar „het zou mevrouwtje natuurlijk centen kos ten." .Had zij er «die voor over,- dam zouden zij doen wat zij konden, en an ders bleef de zaak zooals die was. j,Met bewonderenswaardige kalmte en geduld, als gold het de bespreking van schilderen of behangen, hield zij de lui aan den praai Er moest een oogenblik komen, dat de een of ander een woord liet vallen, waardoor zij zich vastsprak< En zoowaar, de verzekering van me vrouw, dat zij op geen geld zou deni als zij maar dre absolute zekerheid had* dlat haar man zou vrijgesproken worden, bracht een der sujetten er toe, een niet genoeg doordacht woord te laten vallen, Op hetzelfde oogenblik sprongen tweq verdekt opgestelde rechercheurs van ach ter de portières en ©ogenblikkelijk sloe- genzij de kerels de boeien aan, om als arrestanten medegenomen te worden naar een der bureaux van politie. j.Toen zij eenmaal in hun eigen net ge vangen waren, deden zij wanhopig po gingen, om er weer uit te komen. Maar de wereld! Dat jonge meisje, dat daar naast mij zat in den bloei van jeugd en schoonheid, had drie jaar geleden in Lon den voor de rechtbank op het bankje der beschuldigden gezeten. Daar was geen twijfel' aan. Thans wist ik waarom de houding van haar hoofd en die eigenaar- dage schittering in haar oogen zoozeer mijn aandacht hadden getrokken, 't Was werkelijk waaï* dat fk dat gelaat vroeger reeds gezien had. Drie jaar geleden, op een warmen namiddag in Augustus was ik het gerechthof toevallig binnen geloo- pen en had daar een verhoor bijgewoond Een jong meisje toad op de bank der be schuldigden gezeten dit jonge meis je. Ik had nooit den afloop van dat ver hoor vernomen en wist dus niet of het meisje schuldig was geweest of met Waarom zou dat jonge m eis ie nu aan boord van de j^doming Star- zijn ge. komen? „Neem mij niet kwalijk", zei de £k plot seling. Mejuffrouw Keele had mij toé tweemaal toe aangesproken, maar fk was zoozeer verdiept geweest in mijne over, pefaizingen, dat ik haar niet had gehoord. Ik trachtte nu die onaangename herinne ringen van mij af te schudden om mij verder aan jnijne verplichtingen te wijde^ jOEeedt x&yptety

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 11